Vervolg op: Run & Hit - 4Graag wil ik iedereen van harte bedanken voor de positieve reacties op de eerdere delen van Run & Hit. Dit motiveert mij om door te gaan.
De lezeres die in haar reactie wees op “een paar taalfouten” kan ik melden dat professor Verdonk hierin aanleiding zag de tekst nog eens nauwkeurig door te lezen. Helaas vond hij niet een paar maar meerdere fouten.
Dat werd dus ook meer dan “weer eens een lesje er bij leren”. Dit keer ging ik niet over de knie maar er op. Dit billenkoek-standje is een unicum volgens mij en dus zal ik het de geachte lezers en lezeressen niet onthouden.
Ik weet dat de professor dit ook gaat lezen en ik besef dat hij hierom wel weer boos zal worden. Maar dat is hij toch al steeds en een pak op de kont meer of minder maakt me niets meer uit.
Dan nu wat er is gebeurd: de prof begon zijn ‘vijandelijkheden’ ongeveer zo: “je mag dan wel door die lezersreacties van verwaandheid met je neus in de lucht lopen, maar je taalgebruik lijkt nog steeds nergens op, juffrouw Oosterhof !”
En met die woorden trok hij me bij zich op schoot maar zo dat ik met mijn rug naar hem toe zat. Tijd om te bedenken wat er ging gebeuren kreeg ik niet want toen tuimelde ik al voorover doordat hij mijn benen naar zich toe had getrokken.
Die staken voordat ik dat echt besefte, achteruit langs zijn heupen waardoor mijn billen omhoog kwamen en mijn bovenlijf naar voren viel. Met mijn handen moest ik steun zoeken op de vloer.
Jammer genoeg droeg ik geen jeans want die had hij in deze idiote houding nooit uitgekregen. Maar helaas vond ik het die ochtend weer eens nodig een kort rokje aan te doen en dat kwam de prof natuurlijk heel goed van pas: rokje omhoog, broekje naar beneden en klaar was Kees.
Maar ik nog niet want de prof had nòg iets nieuws bedacht: simultaan billenkoek geven.
Met beide handen tegelijk kletste hij op mijn blote kont die nu wijd uitgespreid tegen zijn (dikke) buik aanlag.
De prof: “en dit (klets!) zal je leren (klets!) eens wat vaker (klets!) de spellingscontrole aan te zetten (klets! klets! klets! klets!) als je te stom bent (klets!) om het zelf te leren!”(klets! klets! klets!).
Zo ging het nog een tijdje door en bij de laatste 12 ‘dubbelslagen’ moest ik hem beloven dat ik de lezeres die hem op mijn taalfouten attent heeft gemaakt, zou melden dat ik “voor meer dan een paar fouten een extra lesje had gekregen”. En ik moest haar ook bedanken voor haar oplettendheid. Nou bij deze dan: reuze bedankt, hoor!!
Dan pak ik nu de draad weer op bij het einde van deel 3 waarin ik over mijn eerste therapiesessie bij professor Verdonk heb verteld. Er werd toen een afspraak over 14 dagen gemaakt.
In dit deel (5) vertel ik wat er toen allemaal gebeurd is.
Ik meld mij op de afgesproken tijd met kloppend hart bij de receptie. Een streng kijkende mevrouw brengt me naar een wachtkamer. Daar zit verder niemand, er zijn geen leuke tijdschriften en aan de wand hangt alleen een portret van koning W.A.
Daar komt nog bij dat er niemand komt opdagen. Er is als ik weer eens op mijn horloge kijk, al bijna een half uur voorbij. Ik bedenk woedend dat als ik een half uur te laat zou zijn, het (Verdonk)huis te klein zou zijn, maar hij hoeft zich kennelijk nergens aan te houden.
Maar zou ik het durven daar met hem over te spreken? Beter (voor mijn billen) van niet.
Tijd om dit verder te overdenken krijg ik echter niet want in de deuropening staat plotseling een tanige vrouw van niet te bepalen leeftijd (kan 40 zijn maar ook 50). Ze stelt zich aan me voor als: “mevrouw Van der Hoek, je sportbegeleidster”.
Ze legt me uit dat professor Verdonk haar heeft gevraagd om mijn tweede therapiesessie te leiden.
“De professor zie je vandaag niet” zegt ze, “want je hoeft alleen maar te sporten. De professor heeft je vast al wel uitgelegd dat dit een heel belangrijk element is in de disciplinaire aanpak die hij voor jou bedacht heeft.
Ik weet dat je zelf regelmatig rent maar dat is alleen maar zinvol voor je conditie. Meer discipline door openstelling binnen in jezelf, bereik je op die manier niet.
En zolang dat niet het geval is, blijf je op het verkeerde pad. De professor heeft me ingelicht over je losse levenshouding. Je daarvoor straffen is goed maar niet voldoende.
Intensieve sportbelasting en mentale training maken jouw disciplinaire therapie compleet en daarbij zal ik je vandaag begeleiden”.
Dan leidt ze mij de wachtkamer uit naar buiten toe en naar haar autootje, een Ford K.
Na een half uurtje rijden komen we bij een verbouwd boerderijtje aan. We gaan daar niet het woongedeelte binnen maar de verbouwde stal in.
Die is helemaal ontruimd om ruimte te bieden aan een ovale baan die erg op een indoor hardloopcircuit lijkt. En dat is het ook.
Mevrouw Van der Hoek vertelt me dat ik zo direct dat circuit langs moet op haar aanwijzingen maar dat ik me eerst moet verkleden. Dat mag ik discreet doen achter een kamerscherm met Oosterse motieven.
“Je sportkleren liggen klaar achter het scherm, meisje” zegt ze op bijna moederlijke toon en op een of andere manier word ik daardoor rustiger.
Ik zie een sporthemdje en een atletiekbroekje op een krukje liggen met daaronder een paar Nike atletiekschoenen. Die schoenen passen me perfect (hoe weet ze welke schoenmaat ik heb?), maar dat geldt niet voor het hemdje en broekje: die zijn precies een maat te klein merk ik als ik ze aantrek. Het hemdje zit strak over mijn borsten en het broekje snijdt me in mijn bilnaad.
Als ik achter het scherm vandaan kom, wil ik hier een opmerking over maken maar mevrouw Van der Hoek is me al voor: “je hebt natuurlijk al gemerkt dat je hemdje en je broekje strak om je lijf zitten, maar dat heeft een bedoeling.
Het wordt jouw opgave om dit ongemak al sportend uit je aandacht te verbannen en je alleen te concentreren op de opdrachten die ik je zal geven. We zullen straks deze mentale training nog verder opvoeren, maar nu loop ik vooruit op de gang van zaken dus hup jongedame, begin maar eens in medium tempo het circuit rond te lopen”.
Als ik dit 20 rondjes gedaan heb, moet ik even stil blijven staan om mevrouw Van der Hoek gelegenheid te geven een horde aan elke kant van het circuit neer te zetten.
Daar moet ik dan weer 20 rondjes lang overheen springen binnen een door haar vastgestelde tijd. Zodra ik achterloop op het schema (dat ze me niet meedeelt) haalt ze uit een hoek van de stal een bos samengebonden twijgen en slaat me daar bij elke passage mee op mijn kont.
Mijn looptempo wordt daardoor weer een stuk hoger en ik bedenk dat dit eigenlijk een heel effectieve trainingsaanpak is.
Maar de aandacht voor mijn knellende sportbroekje die juist door het rennen was verdwenen, is hierdoor weer toegenomen.
Dan mag ik eindelijk stoppen en moet ik: “ rechtop staan, benen naast elkaar, pink op de naad van je broekje”.
Maar dat is daar veel te kort voor; mijn pink zit daar ver onder.
Als ik haar dit zeg, is ze ‘niet geamuseerd’ en dat levert me een stevig pak slaag met haar twijgenbos op.
Gelukkig beschermt het sportbroekje mijn billen nog een beetje, maar dan valt me ineens op dat ik door de pijn van de slagen, het knellen van het broekje niet meer heb gemerkt: de aandacht is afgeleid.
Maar dat lukt dus alleen maar door prikkels van buitenaf, uit mezelf lukt het niet. Dat wordt dus nog een lange weg, bedenk ik.
“Zo meisje, dan ga je nu maar eens even in de hoek staan om even tot rust te komen” beveelt ‘mevrouw’ mij, “probeer de aandacht van je billen af te krijgen door de pijn te aanvaarden en te luisteren naar de geluiden om je heen”.
Die raadgeving helpt niet veel moet ik zeggen en mijn ‘hoektijd’ duurt naar mijn gevoel eindeloos lang.
Eindelijk klinkt dan mevrouw ’s stem weer: “ Jessica, je concentratiekwartiertje in de hoek is nu voorbij, je mag dan nu een gelletje eten en uit deze bidon drinken. Die brandstof heb je zo direct nodig voor de volgende oefening die tegelijk fysieke en mentale eisen aan je stelt”
Tijdens die woorden trekt mevrouw een regenpak en een paar lieslaarzen aan.
Dan doet ze de staldeuren open en nu pas zie ik dat er een hevige regenbui is losgebarsten.
“Jessica” zegt mevrouw ernstig en met nadruk, “ik wil dat je nu goed luistert naar wat ik zeg. Het essentiële deel van je oefening komt nu.
Je kleedt je helemaal uit en je doet ook je horloge en je halskettinkje af. Dan ga je naar buiten. Daar loop je in wandelpas in de richting die ik je aangeef.
We lopen naar een bepaald doel toe, maar de opgave is nu dat je daar zo goed mogelijk naartoe komt. Daarvoor heb je in deze regen en kou mijn begeleiding nodig.
Heb je alles uit en af? Mooi, dan gaan we nu naar buiten. Wees niet bang, je bent jong en sterk en je kunt hier tegen”.
Dan sta ik spiernaakt op de deel van de boerderij en volg de richting die zij aanwijst.
Rillend loop ik eerst op een karrenpad dat uitkomt op een doorgaande weg. Hier kan verkeer langskomen en daardoor voel ik me extra naakt.
Dit wordt nog eens versterkt door de gewaarwording dat ik hier op blote voeten loop. Gek is dat, ik zou me eerder naakt moeten voelen vanwege mijn blote borsten en kont, maar nee, het zijn vooral mijn blote voeten. Jessica, denk ik, professor Verdonk heeft inderdaad gelijk, je bent een knettergek meisje.
Intussen zijn we bij een gerooid aardappelveld aangekomen dat dik onder water staat. Nu begrijp ik waarom mevrouw lieslaarzen aangetrokken heeft want ik zak tot mijn knieën in de modder. Binnen een paar minuten zit ik zelfs tot over mijn oren onder de zwarte klei en met elke pas wordt het zwaarder om vooruit te komen. Als ik echt niet meer kan, pakt mevrouw een grote baddoek uit haar rugzak en wikkelt mij daarin. Dan wrijft ze mij met die baddoek over mijn rug en borsten heerlijk warm en knijpt dan een grote fles witte vloeistof over mijn schouders en borsten uit. Daarmee masseert ze me mijn hele bovenlijf en dan merk ik dat het witte spul op mijn huid een verwarmend effect heeft.
Mevrouw geeft me nu een hand en samen gaan we verder de akker over op weg naar een huisje dat in de verte is te zien.
Daar aangekomen klopt ze aan en er wordt opengedaan door de oudste man die ik ooit live van nabij gezien heb.
“Dit is goeroe Bhajan Singh uit Pakistan” zegt mevrouw. “Hij is hier neergestreken omdat dit zijn plaats is volgens hemzelf. Westerse mensen in geestelijke nood helpt hij geestelijk en lichamelijk als hij voelt dat ze daarvoor ontvankelijk zijn. Ga maar naar binnen en laat je door hem leiden. Bhajan spreekt een beetje Engels maar dat is niet nodig want jullie gaan non-verbaal met elkaar communiceren. Succes meisje, als hij met je klaar is, dan kom ik terug om je weer thuis te brengen”.
En met die mededeling laat ze me alleen met de oude man. Hij komt vlak voor me staan en kijkt me lang in de ogen.
Als ik wegkijk pakt hij me met een verrassend zachte hand bij mijn kin en dwingt me zo hem weer aan te kijken. Ik heb het gevoel dat hij me van binnen ‘leest’. Hierdoor voel ik me naakter dan door mijn blote lijf. Dat lijf komt na zijn innerlijke schouw, nu aan de beurt.
Ik moet van hem in de lotushouding op de vloer gaan zitten en krijg dan een kopje warme vloeistof met onbekende inhoud.
Maar vermoedelijk zitten daar niet alleen onschuldige kruiden in want na een minuut of wat krijg ik beelden voor ogen die helemaal niet in zijn hutje thuishoren. Wat ik zie lijkt op een zich traag afspelende film met flarden uit mijn eigen leven. En dat zijn niet de fraaiste: vooral mijn seksuele avonturen met (vroegere) vriendjes en een paar vriendinnetjes trekken voorbij.
Maar ik ben door dit alles wel lekker warm geworden. Daar heeft hij kennelijk op gewacht want zodra hij ziet dat mijn rillingen voorbij zijn, neem hij me mee naar buiten.
We lopen naar een vennetje en hij gebaart me dat ik daarin moet gaan. Het vennetje is niet echt diep; even van de kant af sta ik hooguit tot aan mijn middel in het water. De oude man gebaart dat ik me moet gaan wassen en nu merk ik pas hoe vies ik ben geworden door de natte klei van het aardappelveld.
Het lukt me niet om alleen met het water die klei er overal af te krijgen, maar mijn goeroe vindt het wel genoeg zo. Hij wenkt me dat ik het vennetje uit moet komen en neemt me aan de hand weer mee naar binnen.
Daar pakt hij uit een soort trog een handvol koffiedik. Dat smeert hij uit over mijn hele lijf.
Opnieuw valt me op hoe zacht zijn handen zijn. Hij is heel voorzichtig met mijn borsten en mijn schaamstreek. Hier smeert hij de koffiedik met zijn vingertoppen in; over mijn buik, benen en billen gaat het er een stuk ruwer aan toe.
Hier lijkt het meer op bestraffing dan op reiniging maar ik laat hem overal begaan omdat ik merk dat de koffiedik helpt: de klei gaat er nu heel gemakkelijk af en in een oogwenk sta ik van top tot teen helemaal gescrubd en schoon voor hem.
Dan gebaart hij dat ik op de vloer moet gaan liggen. Die is met ruw hout bedekt en dat voelt hard aan onder mijn rug en billen.
Maar ik wordt hiervan afgeleid door de stem van professor Verdonk.
Mijn goeroe heeft zo zie ik, een walkman aangezet met een cd-opname van de prof.
“Ja Jessica, je bent nu in de goede handen van een van mijn steunpilaren. Hij is voor het mentale deel van sommige van mijn therapieën, onontbeerlijk.
Speciaal voor jou is hij de juiste leermeester. Je bent vandaag door mevrouw Van der Hoek begeleid in lichamelijke en mentale inspanningen, je zult bij Goeroe Bhajan Singh het tegendeel ervaren.
Juist door die tegenstellingen in je therapie zul je steeds dichter bij je echte ik komen en uiteindelijk genezen van je ongedisciplineerde gedrag. Ik wens je een goede ervaring toe”.
En dat was dus de professor. Mijn goeroe komt nu gehurkt bij me zitten en legt zijn hand op mijn voorhoofd. Ik voel een of andere energie bij mij binnenkomen die mij verwarmt en rustig maakt.
Ik ben nu ook de ‘kruidenthee-beelden’ helemaal kwijt.
Dan legt hij zijn linkerhand op de plaats van mijn hart. Die blijft daar een hele tijd liggen totdat hij knikt en naar me glimlacht.
Verwonderd constateer ik dat ik naakt en wel me helemaal aan de oude man toevertrouw. Hij sluit mijn ogen en nu voel ik alleen nog maar wat hij verder met mij doet. Zijn hand verplaatst zich nu van mijn borsten naar mijn buik. Daar rommelt het en ik wil om een of andere reden dat dat ophoudt.
Na een paar minuten handoplegging op mijn buik gebeurt dat ook: mijn darmen zijn helemaal tot rust gekomen. Wat een wonderlijke invloed heeft die oude man. Zelden of nooit heb ik zo’n neiging gehad om me helemaal aan iemand te geven als nu aan hem.
Daarom blijf ik stil liggen als zijn hand naar beneden gaat en op mijn schaamlippen blijft liggen. Die worden door de energie die zijn hand uitstraalt, steeds warmer.
Toch blijf ik wonderlijk genoeg rustig en ervaar het warm worden van mijn kutje als een geschenk.
Ik ben hem dankbaar en nog meer geneigd hem alles van me te geven.
Zelfs als hij met twee vingers bij me naar binnen gaat, voel ik het zo. Maar ik voel dat heel sereen. Het is alsof hij tot mijn kern is doorgedrongen en dat niet alleen lichamelijk, maar ook op een ander niveau dat ik niet ken.
Wel voel ik dat ik heel nat ben van onderen. Dat merkt hij natuurlijk ook maar uit zijn goedkeurende gegrom leid ik af dat hij dat goedkeurt.
Dan komt er voor even een einde aan dit heerlijke gevoel doordat hij me met verrassende kracht voor zo’n oude man snel omdraait op mijn buik.
In deze positie doet hij hetzelfde: zijn volle handpalm legt hij zachtjes op mijn rug, vlak onder mijn schouderbladen. Ook hier weer dat verwarmende effect. Maar op deze plek werkt het nog sterker. Van hieruit gaat mijn hele lichaam in vuur en vlam staan. Dat wordt nog heftiger als hij zijn hand verplaatst naar het laagste deel van mijn rug.
Hier blijft zijn hand langer liggen dan ik eigenlijk wil, want hoewel dit ook heel lekker is, verlang ik naar zijn hand daar vlak onder: op mijn billen.
Maar het is alsof hij mijn gedachten kan lezen want met een vermanend klinkend “uh, uh!” geeft hij mij een serie harde petsen op dat lichaamsdeel.
Ik ben ineens weer klaar wakker en omkijkend zie ik hem zijn wijsvinger bestraffend naar me opheffen. Dan schaam ik me voor mijn seksuele verlangens die toch weer de kop hebben opgestoken en sla in reactie mijn handen voor mijn ogen.
Zo blijf ik een tijdje liggen en gebeurt er even niets. Maar dat is niet helemaal waar want ik ben nu toch weer tot rust gekomen.
Dan voel ik een vinger. Die ligt nu op de aanzet van mijn bilspleet en gaat dan tergend langzaam door de hele spleet heen naar beneden en dan weer terug.
Mijn vriendjes zijn hier ook wel eens mee bezig geweest, maar dit is andere koek. Zo’n intens gevoel heb ik hier nog nooit gehad en ik weet niet waar ik moet blijven.
Iedere keer als hij met zijn vinger over mijn anus gaat, voelt dat alsof er een zacht vogelveertje overheen gaat en ik voel me ‘verlaten’ als de vinger weer vertrokken is naar hoger of lager in mijn bilspleet.
Dan voel ik twee vingers mijn kletsnatte kutje binnengaan. Ik ben nu echt buiten mezelf en hoewel ik dat probeer te onderdrukken, kan ik mijn bekken niet stil houden en kom ik met mijn kont omhoog.
Dat levert me weer een pak billenkoek op en dit keer echt niet mals. Een regen van harde slagen kletst op mijn kont en dijen neer en dat ontnuchtert mij uiteindelijk. Ik lig weer stil en na een paar minuten voel ik zijn vingers opnieuw in mijn kutje. De vingers bewegen niet; ze liggen stil, diep in mijn grotje.
Maar ze hoeven ook niet te bewegen want de energie die ze uitzenden zet me van binnen in brand. Ik verlang ontzettend naar vulling in mijn kanaaltje en ik schreeuw iets in die trant. Maar dat gebeurt niet. De goeroe laat me iets drinken waardoor ik eerst rustig wordt en dan wegglijdt in een diep soort slaap.
Als ik wakker word lig ik aangekleed en wel bij mevrouw Van der Hoek op de achterbank van haar auto. Binnen 5 minuten staan we voor het huis van Yvonne de Vries waar ik op de bovenste verdieping woon. Samen met Yvonne die naar buiten is gekomen, word ik door mevrouw Van der Hoek naar de spreekkamer van Yvonne geleid. Ze is intussen door ‘mevrouw’ ingelicht over wat er is gebeurd (alles volgens plan) en Yvonne blijft bij mij tot ik weer helemaal bij mijn positieven ben.
De volgend ochtend voel ik me zo goed als ik me in jaren niet meer gevoeld heb.
En ,dat niet alleen lichamelijk maar ook wat mijn stemming betreft. Yvonne merkt dat en vertelt me hoe opgelucht ze hierover is.
“Ik denk echt dat de veelzijdige therapie van professor Verdonk voor jou gaat werken meisje” zegt ze, “en dat is gunstig voor je eerstvolgende onderzoek bij mij. Daarvoor moet je in goede conditie zijn en dat ben je nu. Zullen we voor morgenavond afspreken?”
Ik knik van ‘ja’ maar ik denk bij mezelf: met mijn therapeut professor Verdonk, mijn dokter Yvonne de Vries en al hun medewerkers om me heen, moet ik zo ongeveer elke dag met de billen bloot. Waarom zou ik me nog aankleden?
En met die ondeugende gedachte stap ik toch maar aangekleed, naar de universiteit voor een werkcollege.
Dat moet ook gebeuren…….
Volgende deel: Run & Hit - 6