hoofdstuk 17
Germ begon zich zorgen te maken: was het wel goed met
Kristel? De toestand duurde nu toch wel lang, al had hij niet een goed idee hóe lang... Kristels
’inside’ maakte inmiddels contractische bewegingen, zijn piemel werd hevig gestimuleerd, maar het was op het pijnlijke af. Het lukte hem evenwel niet zich aan haar omklemming te ontworstelen. Hij was voorzichtig, want hij voelde intuïtief aan dat hij voorzichtig móest zijn... De pijn in zijn geslacht werd bijna onhoudbaar. Hij fluisterde lieve woordjes in Kristels oor in een onbeholpen poging haar te bereiken. En verdomd ze reageerde... ze keek hem aan met verschrikte ogen.
‘Germ, wat gebeurt er? Help me!’
Germ wierp zich in een plotselinge beweging op zijn zij - hun beider zij. Vervolgens manoeuvreerde hij zich op zijn rug, Kristel lag strak op hem. Haar omknelling leek zich iets te verslappen... tergend langzaam ontspande haar lichaam... het lukte hem zijn geplaagde piemel uit haar terug te trekken. Ineens was het alsof ze zich gewonnen gaf, ze kreunde zachtjes. Germ legde haar van zich af en nam haar hoofd troostend in zijn handen.
‘Lieve Kristel, wat is er? Wat gebeurde er?’ Hij drukte haar hoofd tegen zijn schouder en wiegde haar zachtjes. ‘Stil maar, ik ben bij je. Het komt goed...’
Ze zat nu tegen de achterwand van het bed. Ze keek verdwaasd voor zich uit. Het duurde nog zeker tien minuten voor ze wat sinaasappelsap kon drinken. Germ hield het glas vast en drenkte haar als een klein kind. Daarna ging ze voorzichtig liggen en viel ze in een onrustige slaap. Hij zat een hele tijd stil naast bed.
Das wohltemperierte klavier bereikte zijn einde.
Hij douchte zich. ‘Je kraakt me,’ had hij tegen haar gezegd. Zo voelde hij zich ook.
Hij zette een koptelefoon op en draaide Bachs transcriptie BWV 1083 van het
Stabat mater van Pergolesi. Precies muziek voor de stemming waarin hij verkeerde.
Tilge Höchster meine Sünden. Vertaald:
Delg Hoogste mijn zonden. Toe maar! zonden teniet doen... Het was een curieuze uitvoering onder directie van Gunar Letzbor, gezongen door engelachtige kinderstemmen. Veelzijdige wezens die engelen! De gedachte bezorgde hem een glimlach op zijn gezicht.
Om een uur of elf werd ze wakker. Ze kon zich nauwelijks iets herinneren van het gebeurde, ze had alleen het gevoel uitgeput te zijn. Het leek er
uiteindelijk op dat het allemaal met een sisser afliep. Ze douchte zich. Daarna wilde ze graag naar Germs
hytte op Maasaplassen, wat ze deden.
Ze liet hem steeds weer vertellen hoe het zich allemaal afgespeeld had, hoe hij zich gevoeld had...
‘Maar was het ervóór wel fijn? Heb je van je
sloppy seconds genoten?’
Zijn verslag van hemels genot bracht weer wat glimlach op haar gezicht...
Germ had een gerecht opgehaald uit het campingrestaurant. Ze had honger als een paard, zei ze. ‘Zou ik er al wijn bij kunnen drinken, denk je?’ Daar knapte ze nog verder van op.
‘Durf je nog wel weer met me te vrijen?’ Hij dacht dat dát nog maar beter even kon wachten...
‘Maar ik zou wel graag willen dat je muziek voor me opzet...’ Het werd de
Hohe Messe BWV 232. Ze zwegen en luisterden. Kristel zoog de muziek intens in zich op.
‘Ik heb jou seksueel weer gewekt,’ zei ze, ‘maar jij hebt me in de fantastische wereld van Bach ingevoerd. Voor mij was ‘Bach’ alleen maar een naam, maar nu ik een beetje vertrouwd raak met die muziek, voel ik dat ze om me heen sluit als een tweede huid. Ik zou ze niet meer willen missen. Ik zou heel graag een kopietje van jouw usb-stick willen hebben.’
‘Weet je, Kristel, als ik er op terugkijk, denk ik dat het vanmorgen zoiets als een freudiaanse reactie is geweest. Misschien wilde je me onbewust niet meer loslaten. We kennen elkaar nog maar heel kort, maar ik weet honderd procent zeker dat
ik niks liever wil dan dat we op de een of andere manier een relatie starten...’
Maar dat idee viel beslist niet goed. ‘Je weet donders goed wat ik je gezegd heb, Germ. Na deze week is het over en uit. Ik heb je weer ‘aangezet’ en straks moet je zelf verder. Ik ben niet geschikt voor een vaste relatie. Niks freudiaans onbewust vast willen houden, mijn lijf heeft je misschien juist aangegeven dat wij samen vastlopen. Ik wil er niks meer over horen!’
Ze was heel resoluut, en toen ze naar bed gingen, hing er niet een zweem van seksuele toenadering tussen hen.
Die vond de volgende morgen weer plaats. Ze vrijden traag, heel voorzichtig en teder. Ze kon - ze konden het nog... Germ kon de gedachte aan een relatie nog niet van zich af zetten, en uit een soort recalcitrantie had hij
Wachet auf weer opgezet, net als de eerste avond. Hij vroeg zich af of ze zich nog herinnerde dat het om een feestelijke optocht ging die de bruidegom maakt naar zijn bruid... Maar tegelijkertijd schatte hij zijn kans laag in, dan moest er wel een wonder gebeuren.