Opeens horen ze een telefoon rinkelen. Het is de telefoon van Roald, die nog bij zijn bed ligt.
Ingrid rent naar de woonkamer om hem op te halen.
Ze geeft de telefoon aan Roald en hij neemt op. Het blijkt Guido te zijn, die belt of hij Roald de afspraak niet vergeten is, dat ze volgende week komen.
‘Nee, Guido, dat ben ik echt niet vergeten. Maar ik ben bang, dat ik jullie niet kan meehelpen. Ik ben aangereden door een auto en heb mijn bovenbeen gebroken.’
‘Ow, Roald! Ernstig?’
‘Nee, dat valt wel mee. Het was een rechte breuk, maar ik zit wel in het gips. Ik ben voor een heel aantal weken uitgeschakeld.’
‘Dat is jammer om te horen, maar ik ben wel blij, dat het dan niet zo heel ernstig was. Maar met andere woorden, ik mag met Mark de klus alleen klaren?’
‘Mijn vader is er ook nog. Ze blijven nog iets langer, omdat ik nu met een gebroken been zit.’
‘Ah, die zijn er dus nog? Want ze zouden toch deze week terug komen?’
‘Ja, dat was de bedoeling, maar de baas van mijn vader had wel begrip voor de situatie. Ze mogen nog goed twee weken blijven om me te verzorgen.’
‘Dat is erg aardig van hem. Als ik hem tegenkom, zal ik hem wel bedanken voor je.’
‘Dat zou aardig zijn. Maar wanneer komen jullie nu?’
‘We rijden zaterdagmorgen aan, zo net voor de middag. Dan zijn we ruim op tijd voor de veerboot. En als ik de routeplanner moet geloven, zijn we zo ’s middags bij jou.’
‘Ja, dat zou wel kunnen kloppen, Guido. Bel even, als je bij Lidköping komt.’
‘Verder nog nieuws, Roald?’
‘O, meer dan genoeg, maar dat vertel ik jullie wel, als jullie hier zijn. Je wilt echt niet geloven, wat er nog allemaal gebeurd is.’
‘We hebben al een paar dingen van Bert gehoord. Hij vroeg me, om je te vragen, of het goed was, als hij misschien ook een paar dagen kwam helpen. Hij moet nog vakantiedagen opmaken.’
‘Dat had hij me toch ook zelf kunnen vragen?’
‘Dat had misschien wel gekund, maar hij moest al weer weg, een transport van een bepaalde machine, wat enkele dagen duurt en waarbij zijn hele aandacht nodig heeft. Maar je hebt bij hem ook iets los gemaakt, Roald. Hij heeft zijn baas zelfs gevraagd of hij niet wat vaker op Zweden kan rijden!’
Roald lacht. ‘Het zal de schone lucht wel zijn, die hem zijn stoffige hersenen helder hebben gemaakt.’
Guido lacht hard. ‘Dat zal het wel zijn. Maar ik heb de foto’s van die drie vrouwen van je gezien. Je weet ze echt wel uit te kiezen, Roald! Je bent met je neus in de boter gevallen.’
‘Och, ik beklaag me niet, Guido. Maar het is wel een hele klus om ze alle drie tevreden te houden. Maar wat ik daarmee bedoel, zie je komende week wel!’
‘Is goed, Roald. Ik kijk er nu al naar uit!’
Ester kijkt glimlachend naar Roald. ‘Was dat je vriend Guido, waar je me over verteld hebt?’
‘Ja, ze komen zondagmiddag hier aan, samen met zijn vrouw en mijn andere vriend, Mark en zijn vrouw. Het zijn allemaal vrienden en vriendinnen van me.’
‘Ja, je hebt ons erover verteld, Roald. Leuk dat ze toch nog even bellen van te voren.’
‘Het zal leuk zijn om ze weer te zien, Ester. Ze zijn echt heel aardig.’
‘Ik ben ook heel erg benieuwd naar ze. Het zal wel goed komen.’
Ze spreken dan nog wat andere dingen door en Ada en Ingrid gaan dan buiten nog vlug wat opruimen, voordat het te donker wordt. Roald gaat weer in zijn bed liggen en valt al snel weer in slaap. Maar hij woelt nogal en wordt weer snel wakker. Ester zit in de kamer en leest een boek.
‘Kun je niet slapen, Roald?’
‘Nee, niet echt. Ik ben het al niet meer gewend om alleen in bed te liggen.’
Ester lacht. ‘Daar kan ik over meepraten, Roald. Ik mis je naast me in bed.’
Ze kijken elkaar aan en moeten dan lachen. ‘Ik heb hier nog wel een beetje plaats naast me in bed…’
Daar hoeft Ester niet eens over na te denken. Ze staat op en gaat langs hem liggen. Ze slaat haar armen om hem heen en liggen alleen maar naast elkaar. Haar gevoelens worden steeds sterker voor hem, en dat is omgekeerd ook zo. Ze vallen al snel in slaap.
Als
Ineke de woonkamer in komt, ziet ze het tweetal slapen. Ze heeft zojuist de onrustige slaap van Roald ook bemerkt, maar ziet hoe rustig hij nu slaapt, met Ester naast hem. Het doet haar hart smelten, als ze het vertederende beeld ziet.
Ze sluipt zachtjes de kamer uit en gaat de anderen halen. Die kijken ademloos toe naar het mooie beeld wat ze zien. Ineke legt een deken om het tweetal heen, dat nu vredig slaapt.
Dat is ook meteen voor de rest het teken om te gaan slapen.
Ester wordt midden in de nacht wakker, en beseft dat ze niet in haar slaapkamer is. Maar ze voelt wel de warmte van Roald naast zich. Ze merkt, dat ze haar kleren nog aan heeft, maar besluit zich daarover geen zorgen te maken. Ze kruipt weer dichter tegen Roald aan, die een goedkeurend grommetje geeft. Dan valt ze weer meteen in slaap.
Ze wordt 's morgens gewekt doordat Ineke de trap af komt.
‘O, heb ik jullie wakker gemaakt? We hebben jullie laten liggen, jullie sliepen zo heerlijk, ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om jullie wakker te maken.’
‘Het geeft niet, Ineke. Ik heb heerlijk geslapen. Beter dan de afgelopen nachten. En Roald ook.’
‘Dat had ik gezien. Jullie zijn echt voor elkaar bestemd, weet je dat? Hij kan niet meer zonder jou, en voor jou geldt hetzelfde.’
‘Ik weet het. Ik kan me echt geen leven meer zonder hem voorstellen. En dat besef ik me nu nog harder, sinds ik hem daar gewond op de grond zag liggen, nadat hij aangereden was.’
‘Het is vreemd, hoe soms twee mensen tot elkaar gebracht worden, of in jullie geval, vier mensen.’
‘Vind je het niet meer vreemd, dat wij nu allemaal van Roald houden?’
‘Eerst wel, maar nu niet meer. Ik sta er zelf van te kijken, hoe snel ik er aan gewend ben geraakt, dat jullie alle drie van hem houden. Alsof jullie een zijn. En ik denk, dat het daarom ook zo goed tussen jullie werkt. Maar hoeveel hij ook van je zussen houdt en zij van hem, hij zal altijd het meeste van jou houden, Ester. Ik zie het gewoon aan hem. Bij jou is hij net anders.’
‘Ik weet het, Ineke. Ik hou ook zo veel van hem, dat het bijna pijn doet. En als het echt zou moeten, dan zou ik zelfs mijn zusters laten vallen voor hem, en dat zou me echt heel erg zwaar vallen.’
‘Laten we hopen, dat je dat nooit hoeft te doen, Ester. Ik zie hoe gelukkig hij van jullie wordt. En dat is meer, dan ik ooit had durven hopen. Ik ben echt blij voor jullie!’
‘Dank je. Dat doet me echt heel veel, Ineke. Maar het is toch nog allemaal zo gecompliceerd. Ik moet er zelf ook nog aan wennen. Ik bedoel, ik weet zeker dat Roald de man van mijn leven is. En als meisje droom je toch, dat je met zo’n man kunt trouwen. Maar nu mijn zussen erbij zijn, zie ik dat niet zo snel gebeuren.’
‘Ik denk niet, dat Roald daarmee zal zitten, Ester. Op de manier, waarop hij naar je kijkt, denk ik niet, dat hij het gewoon zo zal laten. Zo is Roald niet. Maar laat het maar aan hem over, hij vindt wel een weg om jullie relatie met elkaar te verzegelen, daar ben ik absoluut van overtuigd.’
‘Denk je?’
‘Daar ben ik 100% zeker van, Ester. Maar kom, help je me even mee met het ontbijt? Dan kunnen we daar verder kletsen en kunnen we Roald verder laten slapen.’
Ester knikt. Ze lopen weg en laten Roald achter. Maar Roald was al wakker en heeft het hele gesprek tussen Ester en zijn moeder gehoord. Dat heeft hem wel aan het denken gezet. En omdat hij toch niets anders te doen heeft, kan hij er ook uitgebreid over nadenken. Dan neemt hij zich een besluit.
Zijn vader komt naar beneden en ziet zijn zoon piekeren in bed.
‘Goed geslapen, Roald?’
‘Kon niet beter! Ik kan niet wachten, totdat ik ander gips krijg, waarmee ik wat meer mobiel ben.’
‘En weer bij Ester in bed kan liggen, of niet?’
Roald grijnst. ‘Ja, dat ook. Ze heeft vannacht naast me gelegen en daardoor kon ik eindelijk weer goed slapen.’
‘Maar wat zit je dwars, jongen? Want ik zie dat je ergens over zit te dubben.’
‘Ach, het gaat over mijn gevoelens over Ester, Ingrid en Ada.
Het punt is, dat ik ze echt niet meer kwijt wil, en ik voel ook, dat hun gevoelens naar mij ook steeds sterker worden. Als Ester nu alleen was geweest, dan had ik niet getwijfeld om haar te vragen om met me te trouwen. Maar nu? Ik heb geen idee, wat ik moet doen.’
‘Waar zijn die ideeën van een paar weken geleden, dat je haar zussen desnoods met een samenlevingscontract aan je wilde binden? Dat je met Ester wilt trouwen, daar heb ik nooit aan getwijfeld, ze is de juiste vrouw voor jou. En Ingrid en Ada vullen haar gewoon aan. Ik denk dat ik je gevoelens naar hun toe wel begrijp.’
Roald kijkt zijn vader aan. Daar heeft hij helemaal niet meer aan gedacht. Dat is de oplossing van zijn probleem!
Johan ziet de reactie van zijn zoon. ‘Heb ik je weer aan iets herinnerd, Roald?’
‘Ja, bedankt pap! Dat is de oplossing!’
‘Dat dacht ik al. Maar hoe ga je het nu doen?’
‘Precies, zoals ik het toen gezegd heb, pap. Maar nu heb ik wel een probleem, en jij kunt me daarbij helpen.’
‘Ik kan natuurlijk ze niet vragen, zonder passende ringen. En ik kan ook niet met verschillende ringen komen.’
‘Ik snap je bedoeling, maar ik kan toch niet voor jou die ringen gaan uitzoeken, of wel?’
‘Nee, maar je kunt me wel naar een juwelier brengen?’
Johan glimlacht. Zo kent hij zijn zoon. Roald zal nooit opgeven, hij bedenkt altijd wel iets om het gedaan te krijgen.
‘Goed, en wanneer wil je dat nog doen?’
‘Zodra ik terug ben van het ziekenhuis. Ik moet alleen nog een smoes bedenken om weg te kunnen komen.’
‘Ik bedenk wel iets. Misschien weet ik ook al iets.’
‘Goed, dan laat ik het aan jou over. Help je me even in de rolstoel?’
Dat is geen probleem, en even later rijdt Johan zijn zoon naar de keukentafel. Roald is duidelijk goed gehumeurd. Dat valt ook de dames op, maar ze wijten het eraan, dat hij eindelijk weer eens goed geslapen heeft. Zelfs Ester heeft een heel goed humeur.
Na het ontbijt gaan ze naar het ziekenhuis, waar Roald loopgips krijgt en een paar krukken. Maar als het kan, moet hij nog zo min mogelijk bewegen. Wel krijgt hij enkele oefeningen mee, die hij moet doen om zijn lichaam in conditie te houden.
Daarna rijden ze naar de winkel, waar
Suzanne werkt. Dat blijkt een kleine winkel, met toch een uitgebreide keuze aan kleding. Met het nieuwe gips aan, meet Suzanne hem een nieuwe broek aan. Even later komt ze terug. Ze heeft zelf twee broeken voor hem klaar, een spijkerbroek voor dagelijks gebruik en een mooie beige broek voor andere gelegenheden.
Daar is Roald heel erg blij mee en hij trekt meteen zijn nieuwe broek aan. Suzanne heeft het slim gedaan, door gebruik te maken van klittenband. Je ziet het amper en het is ook gemakkelijk los te maken. Roald kan nu zelfs zijn eigen broek aan en uit doen, en dat bevalt hem prima. Trots verlaat hij de winkel weer, maar niet voordat hij Suzanne uitgebreid bedankt heeft.
Eenmaal weer thuis toont Roald trots zijn nieuwe broek. Iedereen is onder de indruk van het simpele, maar doeltreffende idee van Suzanne. Hierdoor kan Roald een gewone broek dragen en staat er ook niets meer in de weg voor het uitstapje. Daar heeft iedereen wel zin in, en iedereen is ook wel benieuwd wat voor verrassing hij voor hun in petto heeft.
Johan zegt dan tegen Roald: ‘Roald, in de schrobzaag moet nog een nieuw blad in, maar je hebt er geen meer. En de cirkelzaag begint ook al bot te worden. Weet jij welke daar in moeten?’
‘Geen idee. Maar waarom bouwen we die zagen niet even uit, en gaan dan nieuwe halen?’
Ester zegt: ‘Dat kan ik toch ook wel met je vader doen?’
‘Laat me toch! Je wilt niet weten, hoe blij ik ben, dat ik nu eindelijk weer ergens naar toe kan, zonder dat ik iemand hoef te vragen. En er even tussenuit zijn, zal me goed doen.’
Ester haalt haar schouders op en laat hem zijn gang gaan. Als hij zich daarmee gelukkig voelt, dan is dat goed voor haar.
Roald stapt op de achterbank van de auto van zijn vader, want voorin, dat gaat niet met zijn been. Maar hij kan nu zelf instappen, en dat voelt als een bevrijding.
Eenmaal onderweg zegt zijn vader: ‘Goed idee van me, of niet, Roald?’
‘Ja, maar ik dacht dat we nog zaagbladen genoeg hadden?’
‘Van de cirkelzaag wel, maar niet van de schrobzagen. Die hebben we allemaal al verbruikt.’
‘Oh, dan moeten we die toch maar even halen. Anders krijgen ze nog argwaan, dat ik iets van plan ben.’
Ze gaan eerst naar de bouwmarkt om de zagen te halen.
En daarna rijden ze naar een juwelier. Roald vindt daar enkele mooie ringen. Maar die zijn het allemaal net niet helemaal.
Als de juwelier hem een nieuwe set laat zien, lichten zijn ogen op. In eerste instantie lijkt het of hij drie gelijke ringen ziet, maar het zijn allemaal verschillende ringen, met kleine details die anders zijn. Net als Ester, Ingrid en Ada. En ze blijken ook nog allemaal binnen zijn budget.
De juwelier kijkt wel even verbaasd op, als hij ze alle drie neemt en vraagt om drie verschillende inscripties. In elke ring komt zijn naam in te staan, maar ook de naam van de zussen, voor ieder apart. Ze kunnen er op wachten en een half uur later komt de man al weer terug.
Roald rekent af en ze rijden naar huis heen. Op zijn verzoek heeft de juwelier de ringen in een groter doosje gedaan, die Roald toch in zijn binnenzak kan steken.
Zijn hart klopt van opwinding, als hij weer terug naar huis heen rijdt. Zijn vader vraagt: ‘En wanneer ga je het nu vragen?’
‘Morgen, als we in de Mamma
Mia zitten voor ons diner.’
Johan is echt verbaasd als hij dat hoort. ‘Is dat je verrassing? Maar ik dacht, dat je er niet meer terecht kunt?’
‘Henk heeft me een handje geholpen, pap. Maar dat is niet de enige verrassing. Ik heb nog meer. Ik heb je nu al genoeg verteld, maar vertel nog alsjeblieft niets tegen de rest.’
‘Mijn lippen zijn verzegeld, Roald. Och, jongen, daar doe je me echt een plezier mee. Je weet, dat het altijd een grote wens van mij en je moeder om dat eens mee te mogen maken.’
‘Dat weet ik, en hoe kan ik jullie dan ook beter bedanken dan zo?’
Johan moet echt even zijn auto langs de weg zetten, hij is even overmand door emoties. Maar hij is ook blij, dat er verder niemand bij is. Hij bedankt zijn zoon tientallen keren, hij is echt heel erg blij. Dan droogt hij zijn vreugdetranen en rijdt weer verder.
Eenmaal thuis gaat hij snel aan het werk, terwijl Roald buiten op een tuinstoel gaat zitten, om toe te kijken. Hij vindt het nog steeds jammer, dat hij niets kan doen, maar hij kan nu wel geweldig genieten van het uitzicht op het huis.
Later die middag komt
Hilde voor zijn Zweedse lessen. Daarvoor gaan ze naar binnen, want het is buiten toch nog best fris.
Binnen doet Roald werkelijk zijn best om enkele woordjes Zweeds te leren. Eerst gewoon simpele zinnen, zoals begroetingen en alledaagse woorden. Dat lukt hem best goed en hij kan nu ook al enkele woordjes lezen. En daar is hij maar wat trots op. Dat zijn uitspraak nog niet precies zo is, zoals het zou moeten zijn, dat neemt hij voor lief. Dat komt later wel.
Tegen etenstijd stopt zijn vader met werken. De rest kan zaterdag wel, als ze weer terug zijn van Stockholm. Bovendien zijn ze bijna klaar. Er resten nog slechts enkele planken en dan moeten ze nog schilderen. Dat zou zaterdag nog wel moeten lukken.
Tijdens het eten vraagt Ada: ‘Wat heb je nu morgen allemaal voor ons in het programma Roald? Want ik wil het wel een beetje weten.’
Roald glimlacht. ‘Alles is al geregeld, Ada. Zoals jullie weten, gaan we naar het ABBA-museum. Dat museum is gehuisvest in een hotel, waar we dus ook zullen overnachten. En voor ’s avonds heb ik ook iets geregeld, maar dat blijft een verrassing, tot we er zijn.’
‘Oh, leuk! Maar moeten we nette kleren meenemen?’
‘Zou ik wel doen, Ada. We gaan ook nog ergens eten. Het hoeft niet supersjiek, maar wel netjes.’
Ineke zegt tegen Roald: ‘Wat gaat je dat niet allemaal kosten? Kun je dat geld niet beter gebruiken voor de bouw?’
Roald glimlacht. ‘Laat dat maar mijn zorgen zijn, mam. Bovendien, ik heb nu wat geld over, omdat ik mijn eigen geld niet allemaal hoef te gebruiken voor het huis. Ik kan putten uit het geld wat
Isabel me heeft achtergelaten. En dat doe ik dan ook zo veel mogelijk.’
‘Dank je, Roald. Dit stellen je vader en ik heel erg op prijs. Je weet hoe erg fan we van ABBA zijn.’
‘Daarom ook, mam. En ik garandeer je, dat je morgen meer dan genoeg ABBA zult ervaren. In het hotel hangen allemaal de gouden platen van ABBA, foto’s en nog meer dingen. Veel korter bij kun je er niet komen.’
Ze proberen daarna Roald nog wat uit te horen, maar hij laat niets los. Dan zegt hij: ‘En nu moet ik nog even wat dingen voor morgen regelen. Ik had ze beloofd ze vanavond nog te bellen. Bovendien moet ik jullie ouders nog bellen, om te horen hoe laat ze morgen op ons staan te wachten. Dus als jullie me willen excuseren?’
Hij staat op en loopt met zijn krukken de kamer uit.
Ada zegt tegen Ester: ‘Wat is er toch met hem? Hij lijkt zo zenuwachtig!’
‘Het zal wel met zijn verrassing te maken hebben, Ada. Ik weet dat hij er
erg veel moeite voor heeft gedaan, maar ik heb echt geen idee wat hij allemaal georganiseerd heeft. Hij wil het me niet vertellen. Dus laat hem maar, dan heeft hij ook zijn plezier.’
Johan praat dan zijn mond bijna voorbij. ‘Hij heeft mij wel iets verteld, en ik kan jullie zeggen, dat hij zich echt uitgesloofd heeft.’
Ze kijken hem verbaasd aan. ‘Wat dan! Kun je het ons alsjeblieft zeggen?’
Johan bloost. ‘Nee, ik heb al te veel gezegd. Ik heb hem echt beloofd, dat ik niets zou zeggen. Ik kan alleen maar zeggen, dat het erg leuk zal zijn. Maar hij heeft me echt nog niet alles verteld.’
Roald is naar de nieuwe kamer, waar Isabel haar intrek wilde nemen. Die is geïsoleerd en daar kan hij vrijuit praten. Hij kijkt op zijn horloge en ziet dat het tijd is om te bellen. Dit is voor hem ook spannend, want hij gaat met een beroemdheid bellen. Dat heeft Henk voor hem geregeld.
Met een kloppend hart toetst hij het nummer in, dat hij gekregen heeft en laat de telefoon overgaan.
Het lijkt hem eindeloos te duren, maar uiteindelijk wordt de telefoon opgenomen.
‘Hi, this is the Mamma Mia. How can I help you?”
‘Ow, I was given this number, to call mister Alvaeus on this time.’
‘Oh, yes, he is expecting your call. One moment!’
De telefoon wordt doorverbonden.
‘Björn Alvaeus.’
‘Ow, Hello mister Alvaeus. Het is een grote eer om u te mogen spreken. Ik bel voor morgenavond.’
‘Aha, u bent die jongeman, die voor morgenavond geboekt heeft. Alles is geregeld. U hoeft zich om niets zorgen te maken. We hebben voor u een tafel gereserveerd en ik zal even persoonlijk langs komen om u te begroeten.’
‘Oh, dat is werkelijk perfect! Dat zal me een verrassing geven. Daar doet u mij en mijn ouders een heel erg groot plezier mee.’
‘Och, het is niets.’
‘Dat is niet waar! Ik weet dat u dit niet vaak doet. Dat vind ik echt een grote eer.’
‘Soms mag je toch wel eens wat aardigs doen, of niet. Is het trouwens voor een speciale gelegenheid?’
‘Nu u het me vraagt, ik hoop dat het een heel speciale dag wordt.’
Hij hoort de man lachen.
‘Dat klinkt of u iemand ten huwelijk wilt vragen.’
Roald moet ook lachen.
‘Is het zo duidelijk dan? Maar het is wel iets meer gecompliceerd dan dat. En het zal heel zeker geen alledaags aanzoek worden.’
‘Dat is het nooit, en ik heb er hier al enkele meegemaakt.’
‘Ook een aanzoek aan drie vrouwen tegelijk?’
Het is even stil aan de andere kant.
‘Begrijp ik dat goed? Je wilt met drie vrouwen tegelijk trouwen? Dat kan toch niet?’
‘Dat weet ik ook wel. Maar daar heb ik me iets op uitgedacht. Nu moet ik u dit wel even uitleggen, anders begrijpt u dit niet.’
Roald legt het hele verhaal uit en ook zijn plannen. Björn vindt het een fantastisch verhaal en zegt zijn medewerking toe. Ze nemen afscheid en Roald hangt op.
Dit is beter verlopen, als hij ooit gedacht had. Niet alleen krijgt hij toegang tot het restaurant, maar Björn heeft persoonlijk toegezegd te zullen aanschuiven aan tafel. Roald moet bijna huilen van blijdschap, want een groter plezier kan hij zijn ouders niet geven. En hij is er nu ook zeker van, dat het een onvergetelijke avond wordt.
Maar hij moet nog een telefoontje plegen, met Björn en
Anna, de ouders van Ester, Ingrid en Ada.
Hij toetst dat nummer ook in. Ze weten, dat hij zal bellen, en ze nemen dan ook al snel op.
‘Hoi Roald. Alles goed daar?’
‘Buiten mijn been, alles goed, alleen is er wel weer heel veel gebeurd, maar dat krijgen jullie morgen wel te horen.’
‘Ja, ik hoorde het van Ester. Ze was best geschrokken. Maar je kunt wel gewoon komen?’
‘Ja, ik heb nu loopgips en we nemen een rolstoel mee. Ik laat me door zoiets niet tegenhouden.’
‘Dat had ik ook niet van je verwacht, Roald. En hoe vordert de buitenkant?’
‘We zijn al bijna klaar. Nog enkele planken en nog schilderen. Maar ik voel me rot, omdat ik nu niets kan doen.’
‘Daar kun je niets aan doen, Roald. Maar ik neem aan, dat je belt, hoe laat we er zijn?’
‘Ja, dat hadden we toch afgesproken, of niet?’
‘We komen toch met de auto, Roald. Bedankt voor je aanbod om de trein te betalen, maar van hieruit is het niet zo ver en ik zou bijna net zo lang moeten rijden om bij het station te komen. We zullen er al zijn, als jullie aankomen. Hoe laat zijn jullie er?’
‘Volgens het spoorboekje om half elf. Maar je hoeft ons niet te komen op te halen, het museum is in het hotel. We ontmoeten jullie dus daar.’
‘Goed. Verder nog iets wat we moeten weten?’
‘Hmm, ja, er is nog iets. Maar ik wil eerst weten, hoe jullie er over denken.’
‘Nou schiet los.’
‘Het zit zo, ik heb een klein probleem. Ik ben verliefd op al jullie drie dochters.’
Het is even stil en dan zegt Björn. ‘Het is even schrikken, maar het is ook weer niet, dat we het niet verwacht hadden. Je kon dit zien aankomen. En nu?’
‘Het liefste zou ik met alle drie trouwen, maar dat kan niet. En toch wil ik ze alle drie het gevoel geven, dat ze met me trouwen. Ester in ieder geval, want zonder haar zou ik niet meer kunnen leven. Maar een leven zonder Ingrid en Ada kan ik me ook niet meer voorstellen.’
‘Begrijp ik het echt goed, dat je echt van plan bent met ze te trouwen?’
‘Ja, mijnheer. En ik denk ook dat ik een manier gevonden heb om het te kunnen doen.’
‘Vertel!’
‘Morgen wil ik ze vragen om met mij een verbintenis aan te gaan. Met Ester zal ik trouwen, maar met Ingrid en Ada wil ik een partnerschap aangaan. Dat is toch bijna hetzelfde als trouwen, of niet?’
Het is weer even stil.
‘En nu wil je aan ons vragen, wat wij er van denken?’
‘Juist. Er zijn in korte tijd zoveel dingen gebeurd, dat ik echt niet meer zonder ze kan. En ik kan echt geen keuze maken. En dat stelt me voor een probleem. Ik kan het niet naar behoren doen, als jullie dat niet goed vinden.’
‘Dat siert je, Roald. Je bent ten minste wel eerlijk, dat getuigt dan respect maar ook van een behoorlijke portie lef. Maar weet je zeker, dat je dit wilt?’
‘Ik ben nog nooit ergens zo zeker van geweest. Want anders had ik voor morgen niet zo veel moeite gedaan.’
‘Hoelang speelt dit al, Roald?’
‘Dat ik met ze wil trouwen? Anderhalve week of zo. Maar toen had ik nog lichte twijfels. Maar sinds gisteren heb ik die twijfels niet meer. Ik ben er aan toe, maar ook Ester, Ingrid en Ada. Dit is gewoon zoals het hoort.
En begrijp me niet verkeerd, ik zou dit nooit kunnen doen, als ze geen drieling waren. Ik voel me monogaam, en dat wil ik ook zijn. Maar dit is gewoon gebeurd. Ik denk ook niet, dat het te voorkomen zou zijn geweest.’
‘En Ingrid en Ada hadden nog zo beloofd, dat ze niets zouden doen!’
Roald grijnst. ‘Ze hadden beloofd, dat ze niets zouden doen, zonder instemming van Ester. En daar hebben ze zich ook keurig aan gehouden.’
Anna begint te lachen. ‘Ik had het al kunnen verwachten, die vlegels! Ik zou eigenlijk boos moeten zijn, maar ik kan niet. Niet op jou, Roald. Jij bent het beste wat ze kon overkomen. En als je het echt aankunt om dat drietal als jouw geliefden te willen nemen, dan heb ik daar niets op tegen.’
‘Dat is wat ik wilde horen, Anna. Maar ik ga ophangen, anders krijgen ze argwaan.’
‘Dat is goed, Roald. We zien je morgenvroeg wel.’
Roald hangt op. Hij is zenuwachtig, heel erg zenuwachtig. Een vrouw ten huwelijk vragen is al zenuwslopend, laat staan drie vrouwen tegelijk…
Dan wil hij zich douchen. De afgelopen dagen heeft Ester hem gewassen, maar hij wil zichzelf kunnen wassen. En dat kan hij nu eindelijk ook. De douche van Isabel is aangepast met een douchestoel, perfect voor iemand met een gebroken been.
Hij loopt dan weer naar buiten heen en vraagt Ester om een handdoek en zijn douchespullen. Ester geeft hem die, ze begrijpt hem wel, dat hij wat minder afhankelijk wil zijn. Wel is ze nog steeds een beetje bezorgd om hem, maar ze laat hem zijn gang gaan.
Ze gaat in de kamer zitten, zodat ze hem kan horen, als hij haar nodig zou hebben. Roald snapt op zijn beurt haar zorgen, en laat de deuren open, zodat Ester hem ook kan horen. Maar wel moet ze hem nog even helpen om een douchehoes om het gips te doen. Dan laat ze hem alleen en gaat hij onder de douche. De warme stralen water doen zijn lichaam goed.
Maar ook spanningen vloeien met het warme water weg. Hij ontspant duidelijk onder dat warme water. Hij wast zich met zijn favoriete douchegel, en wil dan opstaan. Dat is nog gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Uiteindelijk moet hij toch Ester even roepen, zodat hij overeind kan komen. Lachend komt ze hem helpen, blij dat hij toegeeft, dat hij nog niet alles alleen kan. En door de liefdevolle blik van Ester vindt Roald het helemaal niet erg, dat hij geholpen moet worden.
Maar doordat Roald een beetje hulpeloos en naakt in de douche zit, moet ze even slikken als ze hem ziet. Ze beseft, hoe zeer ze hem mist en hoe graag ze zijn pik weer in zich zou voelen.
Roald ziet die blik in haar ogen, en raakt verloren in haar ogen. Hij verlangt naar haar en zijn pik begint te zwellen. Ester bedenkt zich geen moment en sluit snel de deuren achter zich. Ze kleedt zich snel uit.
De aanblik van haar naakte lichaam doet hem al bijna klaarkomen. Ze komt langzaam, maar vastberaden naar hem toe, zachtjes heupwiegend. Het is even lachen, als ze wat stuntelend elkaar aanraken, maar dan tot de ontdekking komen, dat het gips een beetje in de weg zit.
Maar Ester wil niet opgeven, en evenmin wil Roald dat. Ze legt een paar handdoeken op de vloer, en daar gaat Roald op zitten. Als een hongerig katje stort ze zich dan op de pik van Roald. Ze kan gewoon niet meer langer wachten. De pik van Roald staat al fier vooruit en ze gaat met een zucht op zijn dikke pik zitten.
‘Hmm, daar verlang ik al weer dagen naar, Roald. Het voelt zo goed!’
Roald kan alleen maar knikken. Hij is zo geil, dat hij al bijna komt. Dan begint Ester hem te berijden. Al snel is ze in haar eigen wereldje, waarin ze zonder grenzen van zijn pik kan genieten. Roald komt al snel klaar, maar omdat het zo geil is, blijft zijn pik gewoon stijf.
Esters borsten dansen voor hem op en neer. Roald geniet met volle teugen. Hij had niet gedacht, dat hij dit weer zo snel zou beleven. Hij had zich al neergelegd, dat zijn seks zou bestaan uit pijpen en vingeren. En misschien beffen. Maar dit is nog veel beter!
Ester komt heftig schokkend klaar, haar hele lichaam verstijft, en daardoor komt Roald ook weer klaar. Ester is helemaal van de wereld, maar komt snel weer tot zich.
Roald lacht. ‘Volgens mij was je er heel hard aan toe, Ester!’
Ze giechelt. ‘Wat heet! Ik lig al twee dagen te soppen, omdat ik geen seks met je heb. En telkens als ik je zie, verlang ik nog meer naar je.’
‘Dat was voor mij niet veel anders. En afgelopen nacht heb ik beter geslapen dan ooit.’
‘Waarom probeer je vannacht niet in ons eigen bed te slapen?’
‘Goed, maar dan gaan we wel slapen. We moeten er vroeg uit!’
Ester drukt hem een zoen op zijn lippen en helpt hem dan overeind. Ze lacht. ‘Volgens mij kunnen we beter opnieuw douchen.’
Roald lacht. Ze stappen samen onder de douche. Roald vindt het nu helemaal niet erg, dat Ester hem wast.
Nu is het een gevoel van intimiteit. Roald was ook Ester, zo goed en zo kwaad hij kan. Maar hij moet glimlachen, als ze nog steeds kippenvel krijgt, als hij haar rug masseert.
‘Roald, laat dat! Anders komen we hier nooit meer uit de badkamer!’
Roald grinnikt, maar plaagt haar niet meer. Ester droogt hem af, en daarna zichzelf. Ze kleedt zichzelf aan, en Roald kleedt zichzelf ook weer aan. Samen lopen ze dan naar de kamer, waar Ada en Ingrid zitten.
‘Aha, daar zitten jullie.’
Ester verontschuldigt zich en zegt: ‘Ja, Roald wilde zich douchen, maar had toch wat problemen. Dus heb ik hem even geholpen en ook mezelf gedoucht.’
‘Ja ja, daar geloof ik dus niets van! Zo geluidsdicht zijn die muren nu ook weer niet!’
Ester bloost, maar Ingrid zegt: ‘Je hoeft je niet te schamen, Ester. Ada plaagt je alleen maar. En zelf moet ze niets zeggen, vanmorgen heeft ze ook seks gehad met Roald en ik was er trouwens ook bij.’
Nu is het Ada die bloost. Dan schieten ze alle drie in de lach.
‘Waarom moeten we ons nog schamen, als we seks met Roald hebben gehad. We weten het toch van elkaar, of niet?’
Roald zegt: ‘Ik denk dat ik ga slapen. We moeten morgen al om 6 uur aan het station staan. En ik ga toch proberen of ik in mijn eigen bed kan slapen. Dan slaap ik beter.’
Ada kan het niet laten om een plaagstootje uit te delen. ‘Jij kan ook nooit genoeg krijgen van seks, Roald. En maar goed ook, want wij zijn net zo erg als jij!’
Roald lacht. ‘Het is alleen, dat het nu allemaal niet zo gemakkelijk gaat. Maar ik ga nu echt proberen te slapen. Ik weet wat voor dag ons morgen te wachten staat en jullie niet.’
Met hulp van Ester lukt het hem om zonder problemen boven te komen. Met een zucht zet hij zich neer op de bedrand. Ester helpt hem even om zijn kleren uit te trekken. Roald gaat nog vlug even naar het toilet, zodat hij ’s nachts niet eruit hoeft. Dan legt hij zich in bed neer, naast Ester. Het voelt weer vertrouwd aan om haar naast zich te hebben liggen. Ze slaat haar arm om zijn borstkas en kruipt tegen hem aan. Ester heeft dat ook heel erg gemist.
Ze liggen al even in bed, maar kunnen allebei niet slapen. Roald zegt tegen Ester: ‘Zal ik je een klein beetje van de verrassing vertellen?’
‘Goed, maar niet te veel.’
‘We gaan eten bij Mamma Mia, het restaurant.’
Ester kijkt even verbaasd op. ‘Hoe heb je dat geregeld? Dat is al maanden uitverkocht!’
‘Henk heeft me geholpen, Ester. En ik heb ook veel geluk gehad, doordat iemand met een grote tafel had afgezegd. Het paste precies. Maar dat is niet het enige, wat jullie te wachten staat. Maar dat houd ik nog lekker geheim.’
‘Volgens mij heb je dat ook al tegen je vader verteld, of niet?’
Roald lacht. ‘Ik wist wel, dat hij niet helemaal zijn mond kon houden. Wat heeft hij verteld?’
‘Niet heel veel, alleen dat hij onder de indruk was, wat je hem verteld had. En als dit het is, wat je hem verteld hebt, dan kan ik dat wel begrijpen.’
‘Ja, dit heb ik hem inderdaad verteld en nog een geheimpje, maar daar kom je morgen wel achter.’
‘Hey, ik dacht dat we geen geheimen voor elkaar hadden, Roald!’
‘Ik denk, dat ik hiervoor wel een uitzondering mag maken. Anders is het toch geen verrassing meer, of wel?’
‘Nou goed dan, voor deze keer.’
Het is even stil en Ester zegt: ‘Waar heb ik jou toch aan verdiend, Roald? Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest. Echt, nog nooit! Ik wil altijd bij je blijven.’
‘Daar ben ik blij om, Ester. Maar dat geldt ook voor mij. Ik wil je echt nooit meer kwijt. Maar hoe vind je het nu gaan met je zusters?’
‘Soms vind ik het nog een beetje moeilijk, vooral als je seks met ze hebt. Maar daar heb ik zelf voor gekozen, Roald. Maar dan denk ik, dat ik mijn zussen ook nog nooit zo gelukkig heb gezien. Ze houden ook heel erg veel van je, Roald. We praten er gelukkig wel open over met elkaar en dat helpt. Ik voel geen jaloezie, als Ingrid of Ada met je vrijt. En datzelfde ervaren Ingrid en Ada ook. We gunnen het elkaar, als iemand van ons met je vrijt.’
‘Toevallig dat ik het daar vanmiddag nog met Ingrid over had, Ester. Toen was Suzanne hier, en die keek me aan met een bepaalde blik. Daar was Ingrid bepaald niet blij mee. Toen ze even met Ada en Jim mee ging om het huis te bekijken, heb ik daar met haar over gesproken. Ze bekende dat ze zich bedreigd voelde door Suzanne, maar dat ze dat niet had, met jullie of zelfs
Diana.’
‘Ow? Daar heeft ze me niets over verteld. En toen?’
‘Ik heb haar gezegd, dat ik eenzelfde gevoel had, toen Jim naar Ada en Ingrid keek. Daarna heb ik Jim en Suzanne duidelijk gemaakt, hoe het precies zit tussen ons. Dat ik me monogaam binnen onze relatie met jullie drie wil zijn.
Dat Diana daarbij een aparte rol speelt, dat heb ik gemakshalve maar even verzwegen. En daarmee was alles weer goed. Jim had die spanning ook gemerkt, en was blij, dat ik het aan de orde bracht.’
‘Dat heb je goed verwoord, Roald. Monogaam binnen onze relatie. Beter had ik het ook niet kunnen zeggen.’
‘Zo voel ik me ook, Ester. En ik hoop dat voor jullie hetzelfde geldt.’
‘Voor mij in ieder geval, Roald. Ik zal niet zeggen, als de stemming juist is, dat ik niets met Frank eens wat zal doen, maar anders niet eens. Maar ik zou het jou niet kwalijk nemen, als je eens wat deed met Diana.’
‘Ik denk niet, dat het zo vaak zal gebeuren, Ester. Maar wie weet, als we weer eens samen op het eiland zijn?’
Ester glimlacht. ‘Dat was inderdaad wel geil en die plaats nodigt ook uit om zulke dingen te doen. Maar dan vrij ik toch liever met jou, Roald. Jij bent veel beter dan hem, stukken beter. Maar ik ben natuurlijk wel verwend met jou!’
Roald glimlacht en geeft haar een zoen. ‘En dan moet ik zeker klagen, Ester? Ik heb drie geile vrouwen, die aan al mijn wensen voldoen. Wat heb ik nog meer te willen.’
Het is even stil en Ester vraagt: ‘Roald, als Ingrid en Ada er niet geweest zouden zijn, denk je dan dat we ooit zouden trouwen?’
‘Daar hoef ik niet over te twijfelen, Ester. Dat antwoord is ja! Ik kan me gewoon geen leven zonder je voorstellen.’
‘Weet je Roald, ik zou echt in staat zijn mijn zussen weg te sturen om met jou te kunnen trouwen. Want helaas kun je maar met een vrouw trouwen. Want ik denk zeker, dat je wel met ons alle drie zou willen trouwen.’
‘Die kans zit er wel in, Ester. Maar kom, we moeten slapen. Morgen wordt echt een heel lange dag.’
Ester knikt en sluit dan haar ogen. Roald luistert hoe haar ademhaling verandert en ze in slaap valt. Dan haalt hij opgelucht adem. Bijna had hij haar hier ter plekke ten huwelijk gevraagd, maar gelukkig kon hij haar van dat onderwerp afbrengen. Dat wil hij toch echt tot morgen bewaren. Dan valt hij zelf ook in slaap.