In de tussentijd zitten Ada en
Ingrid in Uppsala afscheid te vieren met hun vrienden. Hun vrienden kunnen het haast niet geloven, dat ze hun woonplaats gaan verlaten voor een avontuur met dezelfde man. Ze zijn naar een kroeg heen gegaan, waar ze samen hun afscheid zullen vieren.
Een vriendin van Ingrid vraagt aan Ingrid: ‘Menen jullie dat nu echt, dat jullie gaan samenwonen met een man? Ik kan het haast niet geloven!’
Ingrid glimlacht. ‘Het is toch echt waar. Maar het is meer dan alleen samenwonen, Jesse. Hij heeft ons niet voor niets deze ringen gegeven, hij gaat een partnercontract met ons aan. Dat gaat hij doen met mij en met Ada. Met
Ester gaat hij ook echt trouwen, maar omdat hij dat niet met ons alle drie kon, doet hij het op die manier.’
‘Het zal allemaal wel, maar het klinkt zo apart. En jullie zijn niet jaloers op elkaar, als je hem met een van je zussen ziet vrijen of zoenen?’
‘Nee, daar was ik eerst ook bang voor, maar als ik hem zie kussen met Ada of Ester, dan voelt dat alleen maar goed. En Ada heeft dat ook, net als Ester. En Roald ziet ons eigenlijk als een persoon samen, daarom werkt het ook voor hem.’
Jesse schudt haar hoofd. ‘Ik kan het nog steeds niet geloven, Ingrid. Hoe heeft hij jullie dan gevraagd?’
Op die vraag heeft Ingrid gewacht. Ze roept Ada, die al snapt waar Ingrid haar roept.
‘Ada, wil je even vragen of ze de DVD willen opzetten?’
Ada knikt en loopt naar de bar. Ze hebben dit al voorbereid, en de muziek wordt even stil gezet en de televisies in de bar gaan aan. De DVD begint te spelen.
Iedereen staat met open mond te kijken, als ze de leden van ABBA zien. Ze zien ook het aanzoek en het miniconcert. Als de film is afgelopen, dringen al hun vrienden om Ada en Ingrid.
‘Hebben jullie echt ABBA ontmoet? Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen?’ Dat is wel de meest gestelde vraag. Maar op een vraag zijn zowel Ada als Ingrid niet voorbereid.
‘En waar is die fantastische vent van jullie dan? En waar is Ester?’
Ada en Ingrid zijn even stil. Ingrid kijkt even triest, ze ziet weer het ongeluk van Roald voor zich. Een traan loopt over haar wang en Ada wist de traan weg.
Ada zegt: ‘Hij kon niet komen. Hij gaat ’s morgens altijd hardrennen. Ester en Ingrid waren die dag met hem mee, en ze zagen het gebeuren hoe ze hem aanreden met een auto. Hij heeft zijn dijbeen gebroken. Als jullie goed gekeken hadden, hadden jullie gezien, dat hij in het gips zat.
Maar Ingrid heeft er nog een beetje een trauma van, ze heeft het zien gebeuren.’
‘Ow, sorry! Dat wist ik niet.’
Ingrid schudt haar hoofd. ‘Je kon het ook niet weten,
Lianne. Maar ik slaap er nog steeds slecht door. Bovendien begin ik Roald te missen.’
Ada knikt. ‘Ik moet ook bekennen, dat ik hem nu heel erg mis. En dat terwijl ik nooit gedacht had, dat ik dit echt ooit eens ging zeggen.’
Een van haar vrienden komt op haar toe en zegt: ‘Och, als je dan toch zo hard een man mist, dan wil ik je bed wel even warm houden!’
Hij wil haar intiem vast pakken, maar hij heeft niet gerekend op weerstand van Ada.
‘Denzel! Rot op, voordat ik mijn voet tussen je ballen plaats. Ik ben niet meer de Ada, die jij gekend hebt! Ik ben weer de Ada, die ik eens vroeger was. De Ada, die zorgzaam en lief heeft.’
‘Oké! Oké! Wat ben jij een saaie trut geworden. Doe mij die andere Ada maar!’
Dat laat Ada niet op zich zitten en slaat hem met haar vlakke hand in het gezicht. Geschrokken deinst Denzel van haar weg, hij had niet op deze reactie van Ada niet verwacht.
‘Wat mankeert jou, Ada!’
‘Wat ik je net al zei, ik ben niet meer de Ada die jij kent! Mijn hart behoort aan Roald toe en geen ander! En als het je niet aanstaat wat je ziet, dan hoepel je maar op! Daar is de deur!’
Een van haar vriendinnen komt de boel sussen. ‘Kom Ada, je laat deze avond toch niet door Denzel verpesten, of wel? En Denzel, biedt je verontschuldigingen aan! Zoiets doe je toch niet?’
Ze kijkt Denzel dreigend aan, die dan al snel toegeeft.
‘Sorry, Ada. Zo meende ik het niet. Ik heb me niet goed beseft, dat je zo veranderd was. Wie had dat ooit kunnen denken, dat jij ooit zo verliefd op een man kon raken!’
Ada strijkt met haar hand over haar hart, ze wil de avond ook weer niet bederven.
‘Het is al goed, Denzel. Maar de volgende keer laat ik het er niet bij zitten, het is maar dat je het weet.’
Daarmee keert de rust terug. De vriendin, die haar net geholpen heeft,
Petra, zegt tegen Ada: ‘Maar Denzel heeft wel een beetje gelijk, je bent echt veranderd. En als ik zo naar je kijk, ben je ook echt verliefd. Ik ben blij voor je, echt waar!’
Ada omhelst Petra, die daar bijna van schrikt. ‘Dank je, Petra. Ik weet dat ik veranderd ben, maar ik zou echt niet meer terug willen. Roald kan me de liefde en geborgenheid bieden, die ik bij geen andere man ervaar. En daarnaast, hij is echt een beest in bed! Hij kan je klaar laten komen, zonder met zijn handen onder je navel te komen.’
‘Nu vertel je een sprookje, dat is onmogelijk!’
‘Ingrid, help me even! Petra wil niet geloven, dat Roald een vrouw klaar kan krijgen met haar kleren aan!’
Ingrid komt erbij staan. ‘Daar heeft Ada gelijk in. Ik geloofde het eerst ook niet, maar toen hij het eenmaal bij mij gedaan had, was ik al om. Mijn God, Roald weet wel hoe hij een vrouw moet behandelen. De laatste keer dat ik seks met hem had, deed hij me 4 keer klaarkomen, en dat was nog voordat hij me neukte!’
Iedereen kijkt Ingrid geschokt aan. Niet vanwege wat ze zei, maar dat ze zo openhartig over seks praatte. Ze kennen Ingrid als een bescheiden, verlegen meisje. Maar nu lijkt zij juist opgebloeid te zijn.
Petra zegt: ‘Jullie zijn allebei veranderd! Ingrid! Meid! Zo’n taal ben ik van jou niet gewend! Van Ada wel, maar toch niet van jou!’
Ingrid bloost. ‘Ach, Roald doet gekke dingen met me. Niet zo zeer op seksueel vlak, maar op emotioneel vlak. Bij hem kan ik mezelf zijn, en de dingen doen, die ik normaal nooit zou durven. Hij heeft echt een grote invloed op me. Hij moedigt me aan om net dat stapje verder te gaan.
Hij heeft een ongelofelijke timing. Hij weet precies wanneer hij iets moet doen en wanneer niet. En dat werkt heel erg op me door. Ik durf nu meer met hem in bed.
Maar ook daarbuiten. Ik durf nu openlijk mijn liefde aan hem te tonen. Al moet ik zeggen, dat ik nog wel een beetje zenuwachtig ben, als hij me voor het oog van iedereen zou kussen.
Maar bij Roald duurt die zenuwachtigheid nooit erg lang. Zodra zijn lippen de mijne raken, ben ik dat al weer helemaal vergeten. Dan wil ik alleen nog maar meer! Nog meer van Roald!’
‘Hij mag dan wel een goede conditie hebben, als hij jullie alle drie tevreden kan houden!’
‘En die heeft hij ook, Petra! Zoiets heb je echt nog niet meegemaakt. Ik weet nog heel goed, dat ik de eerste keer seks met hem had. Dat was tijdens het hardlopen. Later bleek dat vooropgezet plan te zijn van Ester en Roald, maar dat wist ik niet.
Roald heeft me toen eerst flink geneukt, en toen ook nog eens Ester. Vervolgens moesten we nog een heel stuk rennen. Ik was bekaf, toen we terug kwamen, maar Roald leek nog wel helemaal fit! Hij ging daarna nog doodleuk zijn krachttrainingen doen, voordat hij zich ging douchen en daarna heeft hij de hele dag op de steigers gestaan om de planken van ons huis te vervangen!’
Petra kijkt geschokt. ‘Zo’n man wil ik ook wel eens meemaken! Wow. Jullie zijn geluksvogels! En hij ziet er niet eens zo slecht uit!’
‘Ik zal je eens een foto laten zien, als hij enkel in zijn onderbroek staat. Wel niet mijn telefoon onder kwijlen, Petra!’
Ze laat haar de foto van Roald zien, die ze eens ’s ochtends van hem heeft gemaakt.
Met open mond kijken de vriendinnen van Ada en Ingrid naar de foto.
‘Hallo! Wat een afgetraind lichaam heeft hij! Dat zie je onder zijn kleren niet!’
‘Dat doet hij volgens mij expres, Petra. Hij is niet de man om met zijn lichaam te pronken. Eigenlijk wel zonde, dat ben ik met je eens, maar ik begrijp hem wel.’
Anni, een vriendin van Ingrid, vraagt: ‘Maar hoe gaat dat eigenlijk? Hoe delen jullie hem?’
‘Er zit niet echt een afgesproken plan in, Anni. Hoewel, de afspraak is eigenlijk dat we Ester even informeren. Maar er kan best wel eens spontaan iets ontstaan, zoals je het normaal ook wel eens zou kunnen gebeuren tussen jou en James.’
‘Maar als jullie nou alle drie willen?’
‘Roald is daar echt wel fit genoeg voor, Anni. Jullie moeten komende zomer echt een keer op bezoek komen, hoewel, we zitten dan nog steeds in een verbouwing!’
Anni glimlacht. ‘Dan komen we toch als de verbouwing klaar is?’
‘Ach, eerste doen we de benedenverdieping, want daar komt de slaapkamer van Roald en Ester. Die krijgen een eigen slaapkamer, zodat die niet naar boven hoeven om zich te douchen.
Ook de keuken moet nog gedaan worden en de vloer moet opnieuw gelegd worden. Maar in dezelfde tijd moeten we nog nieuwe elektriciteit aanleggen, aanpassingen doen aan de plafonds, zodat op de verdiepingen grotere badkamers geplaatst kunnen worden en dan moeten we nog alle wanden weer in oorspronkelijke staat terug brengen.’
‘Klinkt als een hoop werk, Ingrid.’
‘Dat is het ook, maar als het dan klaar is, dan hebben we ook een fantastisch mooi huis!’
‘Dat geloof ik je wel. En hoe doen jullie dat de financiën?’
‘Roald verdient eigenlijk genoeg voor ons allemaal, maar ik heb ook nog mijn werk, en Ada gaat als secretaresse bij Roald werken.’
Een aantal vrienden begint hard te lachen. ‘Zo, Ada? Heb je een mondelinge sollicitatie bij Roald gedaan?’
Ada moet lachen. ‘Dat zouden jullie wel denken, of niet? Maar zo is het dus niet gegaan. Wel is me die baan voor de voeten geworpen. Maar ik zal niet ontkennen, dat het wel eens voor kan komen, dat we seks met elkaar hebben op het werk. Eerlijk gezegd, reken ik daar ook wel op.’
Iedereen moet wel lachen. Ze kennen allemaal de reputatie van Ada. Toch weten ze allemaal wel, dat ze echt niet met iedereen het bed in duikt. En bovendien lijkt ze echt verliefd op Roald. Maar ze blijven het allemaal wel een rare situatie vinden, waarin de drie zussen zich nu bevinden.
Anni zegt tegen Ingrid: ‘Ik heb die laatste column van je gelezen, hij was weer echt goed!’
Ingrid glimlacht. ‘Och, ik doe mijn best. En nu ik daar zit, kan ik nog meer tijd eraan besteden. Maar ik kan jullie verklappen, dat de column van komende zaterdag nog wel even door de landelijke pers besproken zal worden.’
‘Kun je ons niet een beetje verklappen?’
Ingrid doet net alsof ze er over na moet denken, maar ze weet al dat ze een klein tipje van de sluier gaat oplichten.
‘Nou goed dan! Het wordt een stukje over ABBA. Ze geven al weinig interviews samen, maar ik heb ze alle vier gesproken. Ik was verrast, ze kenden mijn column! En ze waren vereerd, dat ik iets over ze wilde schrijven. Dus hebben ze alle vier ieder enkele woorden aan hun fans geschreven, die dus komende zaterdag in mijn column staan.’
‘Dat meen je niet! Dat is bijna wereldnieuws!’
‘Ja! Vind je het niet ontzettend cool?’
‘ABBA is niet echt mijn muziekstijl, maar ze zijn wel de absolute iconen van de popmuziek. Dus met andere woorden, we staan hier met een beroemdheid te praten?’
Ingrid glimlacht. ‘Beroemd wil ik mezelf ook weer niet noemen, Anni. Bovendien komt er volgende week weer een heel ander stuk, dat veel meer beladen is. Al is dat nog niet zeker, omdat de redacteur het een week wil uitstellen. Dus ik moet nog een andere column schrijven voor volgende week.’
‘Dat je daar nog tijd voor hebt met die verbouwing!’
‘Het is echt niet de hele dag werken, Anni! Ik heb genoeg tijd om aan mijn eigen werk te besteden.’
‘En wanneer ga jij beginnen met werken, Ada?’
‘Zodra Roald weer aan het werk gaat, Anni. Ik hoop dat hij dan weer op krukken kan lopen, want toen we gingen, had hij nog last van zijn been en is hij opnieuw in het gips gezet.’
‘Jammer dat we hem nog niet in het echt gezien hebben, Ada.’
‘Dat komt best nog wel eens. En wie weet, als Roald genoeg hersteld is, en het meer weer ijsvrij is, dat we jullie nog eens uitnodigen om met ons te gaan zeilen.’
‘Zeilen? Heeft hij ook een boot dan?’
‘Boot? Schip zal je bedoelen! Roald heeft een grote tweemaster geërfd van zijn overgrootmoeder. Echt een heel mooi schip!’
‘Hoe groot is die dan?’
‘Ik meen dat Roald iets gezegd heeft van 48 voet?’
‘Dat is bijna 15 meter! Maar jullie wonen nu toch vlak bij het Vänermeer? Ik ga daar wel vaker naar het vakantiehuis van mijn ouders. Daar varen niet zo veel tweemasters en zeker niet zo’n grote boten. Eigenlijk ken ik er maar een, en dat is echt een hele mooie boot.’
‘Waar is dat vakantiehuisje dan, Michel?’
‘Dat ligt in Årnas, niet heel ver van Mariestad.’
Ada kijkt verbaasd en ze pakt haar telefoon. Ze kijkt even waar Årnas ligt en zegt: ‘Dat is hemelsbreed zo’n 15 kilometer van waar wij wonen. Dan moeten jullie zeker een keer op bezoek komen, Michel!’
Anni kijkt Michel aan. Michel is haar verloofde, ze gaan net voor de kerst trouwen. ‘Toe, Michel! Kunnen we tijdens onze vakantie niet even bij hun op bezoek gaan? Zo ver is het dan ook niet meer!’
Michel glimlacht. ‘Natuurlijk! Ik wil die Roald ook wel eens zien. Maar varen zal er dan wel niet meer in zitten.’
Ada schudt haar hoofd. ‘Nee, het schip wordt binnenkort naar de werf heen gebracht voor onderhoud.’
Michel vraagt: ‘Hoe heet jullie boot dan?’
‘Ze heet de “Missing Dreams”, Michel.’
Michel kijkt geschokt. ‘Meen je dat nou? Dat is de mooiste boot van het Vänermeer! Dat is die boot, waar ik het over had. Maar die was toch van een hele rijke weduwvrouw?’
‘Ja, van
Isabel Drosben. Ze was de overgrootmoeder van Roald.’
Michel kijkt verbaasd. ‘Maar die had toch geen kinderen? Ze was best goed bekend in goede kringen, vandaar dat ik haar naam ken.’
‘Het klinkt misschien wel gek, maar Roald wist het ook niet, toen hij haar huis kocht. Bijna niemand wist het. Later hebben we in haar kluis bewijzen gevonden, dat het toch echt zo was. Het was bijna te bizar om te geloven.’
‘Is ze gestorven dan?’
Ja, enkele weken geleden. Maar ze was een fantastische vrouw, Michel. Wel soms een beetje raar, maar absoluut een heerlijke vrouw. Ze heeft toen de materiële spullen aan Roald gelaten en de rest van haar vermogen heeft ze aan de weeshuis geschonken, waar ze jaren aan het hoofd heeft gestaan.’
‘Sorry, Ada, maar daar is me niets van bekend. Ik ken dat weeshuis via mijn werk. Je weet dat ik bij de jeugdzorg zit, en dat weeshuis valt onder mijn toezicht. Als ze werkelijk zoveel geld geërfd hebben, dan zou ik dat moeten weten.’
‘Zo heeft de notaris het ons gezegd, Michel. Meer weet ik ook niet.’
‘Hmm, dan ga ik dat toch eens nakijken. Bedankt voor de tip! Maar nog even over komende kerstvakantie: Anni en ik zijn dan daar voor onze huwelijksreis. Is het dan goed dat we dan komen?’
Ada kijkt Ingrid aan. Die knikt en Ada zegt: ‘Van mij uit, zijn jullie van harte welkom. Ik zal het nog wel even aan Roald vragen, maar ik denk niet dat het een probleem is. Als jullie door de rotzooi heen kunnen kijken, dan denk ik dat jullie zelfs een nachtje of zelfs meer kunnen blijven.’
‘Graag! Laat het anders maar weten, Ada. Ingrid heeft ons telefoonnummer wel, dan houden we zo wel contact.’
De rest van de avond is dan nog best gezellig, waar over koetjes en kalfjes gepraat wordt.
Als Ada en Ingrid op de terugweg in een taxi zitten, zegt Ada: ‘Het klinkt gek, maar dit was wel de juiste tijd om te vertrekken. Onze vriendengroep begint uit elkaar te vallen.
Karin en Jens krijgen over 3 maanden ook al hun eerste kind, en
Diana was ook al zwanger. Als het zo doorgaat, zullen onze vrienden snel een stuk kalmer worden.’
Ingrid lacht. ‘Net als jij?’
Ada lacht mee. ‘Net als ik. Wat kan dat snel gaan, Ingrid. Een paar maanden geleden zou ik hier echt nooit aan gedacht hebben.’
Ingrid glimlacht. ‘Volgende week moet ik weer naar de dokter toe. Ik ben eigenlijk best wel zenuwachtig!’
‘Anders ik wel! Ik moet er vrijdag naar toe.’
‘Hoe gaan we het aan pap en mam bekend maken?’
‘Wat dacht je, om ze een cadeautje te geven, als ze op bezoek komen voor onze verjaardag?’
Ingrid grijnst. ‘Dat is een goed idee. Ieder geeft een klein rompertje aan pap en mam?’
‘Dat zou kunnen, maar ik denk niet dat ze het zullen waarderen, als we met drie cadeautjes aankomen, Ingrid. Waarom niet een cadeau, waar we ieder een rompertje in doen, of 3 paar kleine schoentjes. Dat kan ook!’
‘Dat moeten we even aan Ester en Roald vragen als we weer terug zijn. Ik vind het een fantastisch idee.’
De taxi zet hun af bij het huis van Ada. Dat is niet meer als een appartement, dat nu behoorlijk leeg is. Alles zit al in dozen, alleen het bed, een paar stoelen, een tafel en een paar kasten staan er nog.
Uitgeput gaan ze in bed liggen. Als ze naast elkaar liggen, moet Ingrid giechelen.
‘Heb je een binnenpretje, Ingrid?’
‘Och, ik was me aan het bedenken, hoe raar alles verlopen is. En hoe we zo snel veranderd zijn. Sterker nog, als het meezit, zijn we over 7 maanden alle drie moeder, van Roald. Hoe raar is dat?’
Ada lacht ook. ‘Als je het zo zegt, dan is het ook raar. Maar ik heb me nog nooit zo gelukkig gevoeld, Ingrid. Ik kan me echt geen leven meer zonder hem voorstellen.’
‘Ik ook niet, Ada. We mogen echt van geluk spreken, dat we hem tegen zijn gekomen. Wist je, dat ik zelfs al een keer jaloers ben geworden?’
Ada glimlacht. ‘Op
Suzanne, ik had het gezien. Waarom denk je, dat ik ze allebei meevroeg? Maar Roald heeft dat prima opgelost.’
‘Ja, maar ik vroeg me iets af, Ada. Roald en Ester hebben met Frank en Diana vrienden erbij gekregen, waarmee ze seks gehad hebben. Waarom zouden wij dat dan niet mogen?’
‘Ik heb van Ester begrepen, dat ze toch liever niet meer wilden wisselen van partner. Het was leuk voor een keer, maar dat was het ook.’
‘Nou ja, ik zag Frank toch wel even heel anders naar me kijken, Ada. Ik denk dat ik er toch eens over ga praten met Roald en Ester. Het is niet dat ik niet tevreden ben met Roald, dat is het niet. Maar soms wil je wel eens wat spannends. En ik heb het gevoel, dat we misschien daar wel gelijkgezinden kunnen vinden. Net alsof dat in dat huis hangt.’
Ada knikt. ‘Ik weet wat je bedoelt, Ingrid. In dat huis heb ik altijd zin in seks, maar nu ik hier ben, eigenlijk helemaal niet.’
‘Dat heb ik nou ook, Ada. En als er soms eens een andere man mee zou doen, ik bedoel, Roald is ook maar alleen, dan zou dat toch ook leuk zijn?’
Ada lacht: ‘Je lijkt mij wel te zijn geworden, Ingrid! Je lijkt wel onverzadigbaar!’
Ingrid lacht. ‘Onverzadigbaar naar de pik van Roald bedoel je!’
‘Dat ben ik absoluut met je eens, Ingrid. Daar kan ik absoluut geen genoeg van krijgen!’
Ze gaan dan slapen.
In de tussentijd, een 300 kilometer verderop wordt er maar weinig geslapen. Bert en
Samantha testen hun bed flink uit. Eigenlijk had Bert het rustig aan willen doen, maar toen hij eenmaal weer het lichaam van Samantha zag, was er geen houden meer aan.
Een voorspel is er niet echt aan te pas gekomen, ze waren allebei zo geil als boter. Maar Bert stelt zijn orgasme zo lang mogelijk uit, door de hele tijd pauzes te nemen. Samantha ervaart weer een nieuwe ervaring, ze is deze nacht al drie keer klaargekomen, en ze zit al weer tegen een nieuw hoogtepunt aan.
Bert heeft dat in de gaten en plaagt haar door de hele tijd te stoppen en haar orgasme weer uit te stellen.
Steeds neukt hij haar kort op een langzaam tempo, net genoeg om zijn eigen orgasme uit te stellen, en ook lang genoeg om het orgasme van Samantha uit te stellen. Maar uiteindelijk kan hij het niet meer uitstellen, hij begint moe te worden, en Samantha is bijna uitgeput. Bert zet even door en beukt nu langer door in haar kutje. Samantha slaat haar armen om hem heen, vastbesloten om hem zelfs door te neuken, als hij zou stoppen. Maar Bert stopt nu niet meer, en gillend komt ze voor een vierde keer klaar. Ze begraaft haar nagels in de rug van Bert, die daarop met een harde kreun klaarkomt.
‘Woah! Bert! Dat was heerlijk! Jezus, je wordt steeds beter!’
‘Je haalt het beste in me naar boven, Samantha. Maar als ik eerlijk ben, dan kan ik me niet herinneren dit ooit eerder in me gehad te hebben.’
‘Kan me niet echt schelen, Bert! Zolang je zo blijft neuken, kun je altijd bij mij terecht!’
‘Ik zou best nog wel door willen gaan, Samantha. Maar we moeten morgen wel vroeg bij Roald zijn. Dat hebben we afgesproken en bovendien moeten we daarna ook weer meteen weg.’
Samantha knikt, en krult zich naast hem op. Ze spint als een katje, als Bert zijn arm om haar heen slaat. Al snel vallen de beiden in slaap.
Ze worden wakker door de telefoon van Bert. Daar heeft hij de wekker op ingesteld en gapend staan ze op. Samantha staat als eerste op, ze moet plassen. Daar komt ze erachter, dat ze ongesteld is geraakt. Dat is zowel een opluchting als een teleurstelling. Gelukkig heeft ze wat bij, ze was hierop al voorbereid. Ook heeft ze wat hoofdpijn, maar ze had al gelezen, dat het een bijwerking van die pil kon zijn.
Als ze terug komt, zegt ze: ‘We zullen de komende dagen wat rustiger met de seks moeten zijn, Bert. Ik heb mijn dagen.’
Bert zegt slechts: ‘Ow, wel jammer, maar we hebben nog de tijd. En dat geeft me ook de kans om je gewoon beter te leren kennen, zonder dat we de hele tijd liggen te seksen!’
Samantha glimlacht. Ze vraagt of Bert een aspirientje heeft voor haar koppijn, en dat heeft Bert. Dat geeft haar snel verlichting en niet veel later vertrekken ze al weer naar het huis van Roald.
Roald en Ester, zijn zoals verwacht, al wakker. Ester opent voor hun al de deur, voordat ze kunnen aankloppen. Ester kijkt het tweetal aan en zegt: ‘Zie ik hier een verliefd stel? Want zo zien jullie er wel uit!’
Bert en Samantha glimlachen. Bert zegt: ‘Ja, zo voel ik me ook, Ester. Bedankt, dat jullie Samantha nog even konden missen!’
‘Geen probleem, Bert. Een leuke tijd gehad?’
‘Absoluut! Of niet, Samantha?’
Maar Samantha kijkt heel bleek, ze is er nog steeds niet heel goed aan. Ester ziet het en zegt: ‘Voel je je niet lekker, Samantha?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, niet echt. Vanmorgen had ik koppijn, maar nu voel ik me ook behoorlijk misselijk. Maar dat kunnen nog bijwerkingen zijn.’
Ester knikt, maar vraagt niets. Ze vindt dat het een persoonlijk iets is van Samantha. In de keuken worden ze enthousiast begroet door
Ineke en Roald. Maar Samantha is wat terughoudend en kijkt echt heel erg bleek.
Ineke ziet het en zegt: ‘Is alles goed, Samantha?’
Ze schudt weer haar hoofd. ‘Ik voel me echt niet lekker’
Ineke voelt aan haar hoofd en zegt: ‘Dat vind ik niets gek, Samantha! Je hebt koorts en volgens mij niet zo’n beetje!’
Bert kijkt bezorgd naar Samantha. ‘Gaat het? Of moet ik je even naar bed brengen?’
Samantha kijkt hem aan en zegt: ‘En hoe moet het dan met die spullen ophalen?’
Ineke zegt tegen Samantha: ‘Jij gaat het bed in! Je gaat je zeker toch niet ziek werken, Samantha! Johan kan ook wel met Bert mee om die spullen te laden.’
Roald lacht. ‘Je hoort mijn moeder, en als ze zo praat, moet je een goede zijn om haar van haar standpunt af te krijgen!’
‘Maar ik kan toch niet al meteen ziek zijn! Ik werk pas voor je!’
‘Ziek is ziek, Samantha! Daar is niets aan te doen. Ga maar lekker naar bed, en kruip maar lekker onder de dekens.’
Ze knikt, maar ze voelt zich zo misselijk, dat Bert toch maar even meeloopt. Boven op de overloop komt hij Mark tegen.
‘Bert? Wat doe jij hier? En wie is die vrouw?’
‘Nu even niet, Mark! Ik moet ik Samantha naar bed brengen, ze is ziek!’
Mark kijkt hem verbaasd aan, maar Bert laat hem volkomen links liggen. Bezorgd brengt hij Samantha naar bed en geeft haar nog een zoen. Pas als ze hem wegstuurt, loopt hij haar kamer uit. Maar niet, voordat hij gezien heeft, dat er een nieuw bed staat. Een tweepersoons bed, net als Roald hem beloofd heeft.
Op de overloop komt hij weer Mark tegen. Die is nieuwsgierig blijven wachten op Bert.
Bert zucht en wacht al op de vragen van Mark.
‘Wie is die vrouw, Bert?’
‘Dat is Samantha en ze is mijn vriendin en ze is tevens een monteur van Roald en Ester. Maar ze is net behoorlijk misselijk geworden, dus ik heb haar even op bed gelegd.’
Mark schudt zijn hoofd, dit kan hij niet geloven. ‘Hoe bedoel je? Is zij je vriendin? Daar geloof ik niets van!’
‘Geloof het maar, Mark! En ik zou je maar een beetje inhouden met je woorden, want als je slecht over haar gaat praten, zal ik je dat behoorlijk kwalijk nemen!’
‘Ho, ho! Zo bedoel ik het niet, Bert! Wat is er met jou aan de hand? Zo ken ik je niet!’
‘Je hebt wel eens vaker grappen om me gemaakt, als ik weer eens een vriendin had, Mark. En deze keer laat ik dat niet weer over me heen gaan. Niet bij Samantha!’
Mark ziet dat Bert het echt meent.
‘Nee, maak je geen zorgen. Het is alleen dat ik je nog nooit zo bezorgd om een vrouw heb gezien. Ken je haar al lang?’
‘Nee, maar moet dat dan?’
‘Nee, maar je kijkt zo serieus! Alsof je haar al even kent!’
‘Als je het echt wilt weten, ik ken haar sinds zaterdag, maar ik ben nog nooit zo verliefd geweest, Mark. Echt nog nooit!’
‘Joh, dat is toch alleen maar mooi! Echt, dit gun ik je van harte!’
Bert kijkt even wantrouwend naar Mark, maar die schijnt het echt te menen. Guido komt ook de overloop op gelopen.
‘Wat is hier aan de hand? Hey Bert! Wat doe jij hier?’
Bert glimlacht naar Guido. Met Guido kan hij wel praten.
‘Ik ben hier ook voor vakantie, maar ik ben even een paar dagen weg geweest met mijn vriendin.’
Guido kijkt verbaasd. ‘Sinds wanneer heb je een vriendin? En waar is ze dan?’
‘Ik ken haar sinds zaterdag, dat heb ik net ook al tegen Mark gezegd. Ze heet Samantha, maar ze ligt nu ziek op bed. Vanmorgen voelde ze zich niet zo goed, en nu is ze behoorlijk misselijk. Ik ga Roald vragen, of hij toch niet even een dokter wil bellen.’
Guido kijkt even goed naar Bert. ‘Je lijkt het wel te pakken van haar te hebben! Je lijkt zo serieus!’
‘Dat ben ik ook, Guido. Ik zal het maar zeggen, ik ben echt verliefd!’
‘Proficiat man! Dus weer een vrijgezel minder? Dat is toch alleen maar goed nieuws!’
Mark zegt tegen Guido: ‘Bert was al gelijk boos op me, omdat ik wel eens grappen over hem heb gemaakt, als hij weer met een nieuwe liefde aan kwam zetten.’
‘Ik kan hem niet helemaal ongelijk geven, Mark. Je was soms best grof!’
‘Oké, daarvoor bied ik Bert ook mijn verontschuldigingen aan, dat was ook niet netjes. Maar net zag ik een hele andere Bert, ook al kent hij zijn vriendin nog niet zo lang, dit lijkt serieuzer dan al zijn andere vriendinnetjes. Dus waarom zou ik dan de draak met hem steken?’
Tricia, de vrouw van Mark, komt uit haar kamer gelopen. ‘Wat staan jullie hier te praten?’
Dan ziet ze Bert en zegt: ‘Hey Bert! Ben je er ook al?’
‘Ik was er al eerder, maar ik was een paar daagjes met mijn vriendin naar Göteborg, Tric. Maar ze is ziek terug gekomen, en ligt nu ziek op bed.’
‘Ow, dat is natuurlijk minder leuk. Maar ik wist niet dat je een vriendin had?’
‘Dat kon je ook niet weten, ik ken haar nog maar net. Maar het is voor mij al best serieus.’
‘Dat is fijn voor je, Bert. Hoe heet ze?’
‘Samantha. Je zal haar later nog wel leren kennen, nu moet ze eerst beter worden.’
‘Och arme! Heb je haar net naar huis gebracht?’
‘Nee, ze woont hier, zolang ze hier werkt.’
Tricia kijkt hem verbaasd aan en zegt: ‘Hoezo werkt ze hier? En woont ze ook hier?’
Bert knikt. ‘Ze kan timmeren, schilderen, stukadoren, eigenlijk alles wat Roald nodig heeft, om zijn bouw af te krijgen. Maar dat zal je zo ook nog wel van Roald te horen krijgen.’
‘Maar waarom woont ze dan hier? Heeft ze geen eigen huis dan?’
‘Jawel, maar dit is veel praktischer voor Roald en Ester, en ook voor Samantha.’
Tricia lacht. ‘Dus Roald gaat straks met vier vrouwen onder een dak wonen? Het wordt steeds gekker!’
Bert lacht. ‘Nou ja, drie vrouwen houden van Roald en eentje van mij.’
‘Dus Roald zal je hier regelmatig zien?’
‘Dat hoop ik wel, Tric. Samantha is de moeite waard. We liggen op een lijn met veel dingen, en het voelt gewoon goed.’
‘Ik hoop het voor je, Bert! En wat zal je moeder blij zijn!’
‘Ik weet niet of ze nog zo blij zal zijn, als ze hoort dat het een Zweedse is.’
‘Onzin, Bert! En dat weet je! Als ze je nu hier zo zou zien, dan zou ze een gat in de lucht springen!’
Bert glimlacht. Hij weet dat ze gelijk heeft.
‘Maar ik ga weer naar beneden, want ik moet straks ook weer weg. Ik moet de spullen halen van Ada en Ingrid.’
‘Ja, daar heeft Roald wel iets van gezegd. Dus jij gaat die halen, gewoon in je vakantie?’
‘Hey, Roald is wel mijn beste vriend!’
‘Daar zeg ik toch niets van, of wel? Ga je alleen?’
‘Ik weet het nog niet. Eerst zou Samantha met me mee gaan. En net spraken ze er al over, dat de vader van Roald mee zou gaan.’
‘Dat zou zonde zijn van de tijd. Misschien kan ik wel meegaan, Bert. Ik kan nu toch nog niets doen, eerst moet Guido klaar zijn en als Johan hem mee kan helpen, dan kan ik misschien al beginnen, als we terug zijn.’
‘Zullen we het daar even onder over hebben? Het ontbijt staat overigens al klaar!’
Guido zegt: ‘Oei, dan zal ik
Nancy maar even wakker maken.’
Bert loopt naar onder heen en gaat in de keuken zitten.
Roald vraagt: ‘En? Ligt ze op bed?’
‘Ja, ze voelt zich echt niet goed. Zou je misschien een dokter voor haar willen bellen? Ze heeft een morning-afterpil genomen, maar nu was ze opeens ongesteld en ze lijkt steeds misselijker en zieker te worden.’
Ester zegt: ‘Misschien kun je daarvoor beter even dokter Randalson voor bellen, Roald. Dit kon wel eens een vrouwenprobleempje zijn.’
‘Misschien kun jij beter even bellen, Ester. Jij kunt dat veel beter uitleggen, dan ik.’
‘Goed, dan bel ik zo wel even.’
Een paar minuten later komen Guido en Mark naar beneden.
Bert zegt: ‘Ik heb ze al verteld van Samantha, Roald. Dus echt verrassen kunnen we ze niet meer.’
Mark zegt: ‘Was dat jullie plan? Ons verrassen met je vriendin? Was op zich wel leuk geweest, maar het is jammer dat ze ziek is. Ik had haar graag willen leren kennen.
Maar ik had begrepen, dat ze eigenlijk mee zou gaan met Bert? Kan ik dan niet in haar plaats mee? Ik kan nu toch nog niet zo veel doen, omdat Guido en Johan nog niet klaar zijn met de badkamer. En daarnaast moet ik nog wat goed maken bij Bert, want ik ben in het verleden niet altijd even positief over hem geweest en dat was niet altijd even netjes en eerlijk.’
Bert kijkt hem even aan en twijfelt even. Maar Mark is misschien wel nog een betere keuze dan Samantha, hij is veel sterker en Bert weet niet hoeveel meubels ze moeten slepen.
‘Dan moet ik het er wel even over hebben met Samantha. Ze had zich hier eigenlijk wel op verheugd.’
‘Natuurlijk, en als je zegt dat ik niet mee mag, dan neem ik je dat ook niet kwalijk, Bert.’
Bert loopt weer naar boven en loopt bij Samantha de slaapkamer op. Samantha slaapt al weer bijna. Bert maakt haar wakker en schrikt als hij merkt hoe warm ze is.
‘Samantha!’
Kreunend wordt ze weer wakker en zegt: ‘Wat is er, Bert?’
‘Jezus, Samantha, je gloeit helemaal! Ik ga dadelijk Roald vragen, of hij met spoed de dokter wil laten komen. Maar eigenlijk wilde ik je vragen, of je het goed vindt, dat Mark, een vriend van Roald, met me mee gaat. Ik weet dat jij je erop verheugd had, dus het is jouw beslissing!’
‘Ik kan toch niet mee, ik voel me echt ellendig. Dus neem mee, wie je mee wilt nemen, Bert.’
‘Maar eerst ga ik wat doen aan je temperatuur. Ik ga even een koud washandje halen om je voorhoofd af te deppen. En dan ga ik meteen Roald vragen, dat hij meteen de dokter kan laten komen.’
Hij gaat naar de badkamer, en haalt een koud en vochtig washandje voor Samantha. Hij maakt zich ernstige zorgen over haar, ze lijkt hoge koorts te hebben. Hij dept haar voorhoofd, totdat hij meent dat ze wat afgekoeld is, en gaat dan weer naar beneden.
Roald ziet Bert bezorgd kijken en vraagt: ‘Alles goed met Samantha?’
Bert schudt zijn hoofd. ‘Nee, ze lijkt hoge koorts te hebben en daar maak ik me wel zorgen om. Zou je kunnen kijken, of de dokter snel kan komen? Ik heb het er niets op.’
Ineke zegt: ‘Ik zal zo wel haar temperatuur opnemen, Ada heeft laatst toch al een nieuwe gehaald, toen Roald ziek was.’
Ester zegt: ‘Ik ga ook even kijken, dan kan ik ook meteen de dokter doorgeven wat de symptomen zijn.’
Ineke zegt tegen Bert: ‘Je kunt rustig gaan, we zullen goed voor haar zorgen. En ik denk werkelijk niet, dat Roald het laat gebeuren, dat je nieuwe liefde en zijn nieuwe knecht het aan iets zal mankeren.’
Bert weet dat ze gelijk heeft. Hij vertrouwt Roald en Ineke volledig. Ineke kent hij nog van vroeger uit en Roald is zijn beste vriend. Dan zegt hij tegen Mark: ‘Goed, dan gaan we alle twee die spullen van Ada en Ingrid ophalen. Maar je gedraagt je wel, want ik zet je zo de wagen uit.’
‘Nee, nee, geen zorgen. Ik wil alleen de banden wat aanhalen. Ik meende wat ik zei, over hoe ik je in het verleden behandeld heb. Dat wil ik goed maken.’
‘Vooruit dan. Alleen weet ik nog niet wat voor vrachtwagen Roald ons geregeld heeft.’
‘O, die kun je ophalen bij een verhuurbedrijf in Lidköping. Je moet je rijbewijs meenemen, ze sturen me de rekening op, ik heb de borg al vooruit betaald. Het is een vrachtwagen van 12 ton. Dat zal wel genoeg zijn, ten minste dat hoop ik. Ik heb Ada en Ingrid gebeld, en die zeiden me, dat het zou moeten toereiken, maar ik weet natuurlijk niet, hoe goed die dat kunnen inschatten.’
‘Dan ga ik zo snel mogelijk, Roald. Nu Samantha ziek is, wil ik zo snel mogelijk terug zijn.’
‘Dat begrijp ik heel goed, Bert. Maar eerst gaan we wat eten, op lege maag is het moeilijk werken.’
Guido grapt: ‘Dus jij krijgt vandaag geen eten, Roald? Want je doet de hele dag niets anders dan op je luie reet zitten!’
Daar moeten ze allemaal om lachen.
Roald antwoordt hem: ‘Je mag rustig met me ruilen, Guido. Geen probleem! Maar ik heb het toch druk. Ik moet nog een hoop stukken doorlezen voor mijn werk, dan komt vanmiddag
Hilde om me Zweedse les te geven, en ik moet nog wat post doornemen. De komende tijd verveel ik me niet. Daar had ik eerst wel schrik voor, maar nu heb ik bijna meer werk dan me lief is.’
‘Daar maak ik me geen zorgen om, Roald. Ik weet dat je het liefste altijd wel lekker doorwerkt. En hoe het is om in het gips te zitten, weet ik nog maar al te goed.’
Ze gaan dan eten, en doen zich tegoed aan de rijkelijk gedekte tafel. Een mix uit een Nederlandse en een Scandinavische ontbijttafel. Roald neemt zich wat haring voor bij zijn brood en Nancy zegt: ‘Dat je dat al zo vroeg kunt eten, Roald!’
‘Je moet het eens proberen, Nancy. Dit smaakt heel anders, dan de haring thuis. Ik vind het in ieder geval lekker.’
‘Als ik iedere dag van zo’n gedekte tafel moest eten, dan was ik zo een paar kilo aangekomen!’
Roald lacht. ‘Waarom denk je, dat ik normaal iedere dag een heel stuk ren, Nancy? En zo gauw als ik weer kan, ga ik dat ook weer oppakken.’
‘Thuis zit ik ook regelmatig in de sportschool en loop ’s avonds ook nog wel eens een heel stuk. Hoeveel ren jij normaal?’
‘O, dat is afhankelijk wie er mee rent. Als ik alleen ren, dan wil ik ook wel eens 15 tot 20 kilometer doen, maar meestal gaan Ester en Ingrid mee, en dan doe ik 10 tot 15 kilometer.’
Nancy kijkt hem geschokt aan. ‘Dat doe je iedere dag, Roald?’
‘Ja, maar dat deed ik in Nederland ook al, Nancy. Al rende ik daar wat kortere afstanden. ’s Morgens is het altijd lekker rustig op de weg, en is de lucht ook relatief nog zuiver. Maar daar heb je hier geen last van, hier is de lucht altijd goed.’
‘Dat mag je wel zeggen. Maar ik wist niet, dat je zo’n sportfanaat was!’
Ester en Ineke komen weer terug van boven, ze hebben de temperatuur opgenomen bij Samantha.
Ester hoort wat Nancy zegt: ‘Nancy, je hebt Roald zeker nog niet vaak in zijn zomerkleren gezien? Dan had je toch moeten opvallen, dat hij best wel gespierd was.’
‘Zo vaak zie ik dat niet, Ester. We hebben ieder ons leven, en als we ons dan eens treffen, dan is dat meestal in de kroeg of op een verjaardag. Dan valt het niet zo op.’
Bert vraagt aan Ineke: ‘Hoe was het met Samantha?’
‘Ester heeft meteen de dokter gebeld, want ze heeft bijna 40 graden koorts. Hij zou zo snel mogelijk komen.’
‘Oei, als ze maar een griep heeft, Ineke!’
‘De dokter zal het wel weten, Bert. Maar we zullen je op de hoogte houden.’
‘Dank je, Ineke. Want ik maak me echt zorgen. Vanmorgen toen ze wakker werd, leek het nog niet zo erg, maar het lijkt wel steeds erger te worden.’
Roald zegt: ‘Ik zou Ada en Ingrid ook kunnen bellen, of ze de verhuizing nog een dag kunnen uitstellen?’
Bert schudt zijn hoofd. ‘Ik kan hier toch niet erg veel doen, Roald. Als ze ziek is, dan zullen de dokters haar beter moeten maken. En bovendien heb je zelf tegen me gezegd, dat Ingrid overmorgen uit haar huis moet zijn. Dus uitstellen is eigenlijk geen optie. En als het een beetje meezit, zijn we vannacht weer terug. Ik weet niet of je dat hotel al gereserveerd hebt, maar ik denk niet dat het nodig is.’
‘Je moet je ook weer niet kapot rijden, Bert!’
‘Ach wat, ik ben dat wel gewend. En als ik daar een klein beetje kan uitrusten, dan zal ik fit genoeg zijn om terug te rijden. Het is geen werk nu, dus ik hoef me niet zo’n zorgen te maken over rijtijden.’
‘Ik laat Ester dat hotel wel annuleren, als je dat niet wilt. Maar dan moeten jullie wel snel gaan.’
‘Ik ben klaar. Ik moet me alleen even omkleden, en dan ben ik weg.’
Mark staat op en zegt: ‘Dan zal ik ook maar even wat andere kleren aantrekken.’
Een paar minuten later zijn de beiden op weg.
Nancy vraagt aan Roald: ‘Hoe zit dat nu met Bert en die Samantha?’
Iedereen kijkt nu Roald aan.
Roald lacht. ‘Zo bijzonder is het nu ook weer niet, iedere dag ontmoeten twee mensen elkaar.’
‘Je weet best wat ik bedoel, Roald!’
‘Nou goed. Bert belde me vrijdag op, of hij zijn vakantie hier kon doorbrengen. Daar had ik niets op tegen en die mafkees stond dus zaterdagmorgen in alle vroegte al hier. Ik had net Samantha op proef hier laten beginnen, en Bert kwam dus meteen meehelpen. Tja, en die twee vielen gewoon bij elkaar in de smaak. En nog voordat het avond was, waren die twee al voor elkaar gevallen.
Bert wilde haar gewoon wat beter leren kennen, dus hij heeft haar gevraagd om een weekendje met hem mee te gaan. Dat heeft ze gedaan en de rest weten zij alleen.’
‘Maar waarom heb je een vrouw als klusjesvrouw aangenomen?’
‘Omdat ze beschikbaar was, Nancy. Ik moest iets doen, om de verbouwing een niet al te grote vertraging op te laten lopen. En ze weet best wat ze doet, dus ik had ook geen reden om haar niet aan te nemen. En dan maakt het mij ook niet uit, of dat het een vrouw of een man is.’
‘Dat is ook weer waar. Ik vroeg het me alleen af. Ook vanwege dat je van plan bent om met drie vrouwen samen te gaan wonen.’
‘Niet alleen samenwonen, ook trouwen, Nancy.’
Ester zegt: ‘Misschien als Ada en Ingrid weer terug zijn, dat we de video van het aanzoek van Roald kunnen laten zien. En geloof me, dat willen jullie zien!’
‘Nu maak je me nieuwsgierig, Ester!’
Guido staat op en zegt: ‘Ik weet niet wat jullie gaan doen, maar de badkamer komt er echt niet vanzelf!’
Daarop staat iedereen op en gaat aan het werk.