Het leven wordt weer herpakt. Hoewel, normaal? Nadat Roald
Selma had opgebeld, dat hij instemde met hun voorstel, ging het allemaal snel. Selma, en nog een cameraman, en nog een vrouwelijke collega, die de techniek verzorgt, stonden al snel voor de deur, binnen een dag waren ze er al. Selma was toen al bij Roald ingetrokken, haar collega’s logeren nu in het pension, waar ze tot voor kort zelf verbleef. De aanwezigheid van de camera’s heeft wel zijn invloed gehad op het gezinsleven van Roalds gezinnetje. Ze willen zich zo goed mogelijk profileren, en hebben daarom afgezien om hun seksleven te zeer te laten opvallen. Dus een keer seks tussendoor, zoals soms wel eens gebeurt, dat zit er nu even niet meer in. Maar ze zijn bereid het offer te brengen. Maar ’s avonds als de camera’s weg zijn, kunnen ze weer even zichzelf zijn.
Selma heeft al snel in de gaten, dat Roald en de drie zussen zich wat inhouden, want ’s nachts is ze wakker geworden van hun gesteun en gekreun. En dat liet haar zelf ook niet helemaal onberoerd, en ze heeft zichzelf klaar gevingerd. Selma zegt er verder niets over, ze vindt dat iets is, wat privé is en ook niet thuis hoort op de televisie. Maar ze begint wel steeds meer in de ban te raken van Roald. Het verschil van zijn gedrag thuis en op zijn werk is nogal verschillend, maar op veel fronten ook weer niet. Vooral Roalds oprechte interesse in zijn werknemers en zijn zorgzame karakter is goed terug te vinden om de opnamen, die ze maken over hem.
Maar ze bespeurt wel, dat er nog iets meer is, dat Roald uitstraalt. Ze kan het alleen niet zo goed duiden en ze kan ook geen andere ontdekkingen over hem doen. En al snel is het de laatste avond, die ze in Roalds huis zal doorbrengen. Morgen krijgt Roald bezoek van 2 gasten, en hij wil diens privacy niet schenden en daarmee wordt dan ook een einde gemaakt aan de reportages over Roald. Maar ze hebben ook meer dan genoeg beeldmateriaal over hem om een leuke reportage over hem te kunnen maken.
Selma praat met Roald en de drie zussen na over de afgelopen dagen.
‘Echt, ik moet het zeggen. Als alle interviews zo fijn gingen, zoals ik de afgelopen dagen heb mogen meemaken, dan zou mijn vak heel gemakkelijk en eenvoudig zijn. Het is amper te geloven, dat jullie, ondanks jullie bijzondere situatie, eigenlijk zo’n normaal gezin zijn! Jullie doen echt alles, zoals een normaal gezin, behalve dan dat jullie niet uit een man en een vrouw bestaan, maar een man met drie vrouwen. Ik heb echt geen moment gehad, dat ik dacht: ‘Dit is nu zo heel bijzonder of raar! Voor mij eigenlijk wel jammer, je hoopt toch een spannend verhaal te kunnen maken.’
Roald lacht. ‘Dat hadden we je eigenlijk al voorop laten weten, Selma. We voelen ons ook niet anders, dan andere mensen. En waarom ook? Zijn we wat meer, omdat ik toevallig met drie absoluut mooie en lieve vrouwen ben getrouwd?’
Selma glimlacht. ‘Nee, dat is het hem ook juist. Het enige wat juist wel heel erg bijzonder is, dat is hoe jij het bedrijf leidt, Roald. Ik heb werkelijk nog nooit zo’n bedrijf gezien, waar met zo’n enthousiasme wordt gewerkt. Je werknemers zijn meer als een familie en ze schijnen altijd en overal tijd voor elkaar te hebben, ondanks dat iedereen het razend druk heeft.’
‘Ja, dat klopt. Dat vind ik zelf ook verbazingwekkend, zeker als je bekijkt, dat we deze manier van werken pas zo kort geleden hebben ingevoerd. Maar ze hebben het met open armen ontvangen en nu willen ze niet meer anders.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Als ik wat meer verstand had van techniek of computers, dan zou ik zeker bij jouw bedrijf willen solliciteren! Maar ja, ik ben reporter, en dat doe ik eigenlijk ook liever, dan de hele tijd achter een computer zitten.’
‘Dat kan ik me dan ook weer voorstellen. Maar is het allemaal gelukt met de opnames? Of moeten jullie nog meer opnames maken?’
‘Ik denk dat we wel genoeg hebben. Het is alleen jammer, dat we geen opnames hebben, dat jij aan het sporten bent.’
‘Tja, ik ben altijd al heel vroeg weg om te sporten. Dat kan ook niet anders, overdag heb ik daar geen tijd voor.’
‘Ik snap niet hou jij dat allemaal volhoudt, Roald! Je hebt echt een heel drukke baan, en dan train je ook nog eens voor een triatlon! En dan zorg je in de vrije tijd, die je dan nog rest, ook nog eens heel goed voor je gezin. Ik vond het vooral heel erg leuk, dat je echt iedere dag tijd neemt voor je kinderen. En die schijnen echt heel precies te weten, wanneer jij komt. Echt leuk om te zien!’
Ada lacht. ‘Tja, dat hebben ze ongetwijfeld van Roald geërfd. Roald weet ook altijd wanneer we binnenkomen en wie we zijn. Terwijl onze ouders daar ontzettend veel moeite mee hebben.’
Selma kan een glimlach niet onderdrukken. ‘Ja, dat is ook heel erg bijzonder. Ik snap echt niet hoe Roald dat voor elkaar krijgt. Ik zie het verschil niet tussen jullie, als jullie je niet alle drie apart zouden kleden.’
‘Oh, dat hebben we eigenlijk speciaal voor jou gedaan, zodat je zou weten, wie nou wie is. Normaal komt het best wel eens voor, dat we alle drie hetzelfde aan hebben. Of in ieder geval
Ester en
Ingrid. Ik moet me meestal wat netter kleden voor op kantoor.’
‘Gelukkig, dat jullie dat gedaan hebben, anders zou ik echt nooit geweten hebben, wie nu wie is. Het is zo al moeilijk genoeg!’
Roald lacht en zegt: ‘Ik vind dat helemaal niet moeilijk, Selma. Ik kan echt met mijn ogen dicht zeggen, wie nu wie is.’
‘Amper te geloven, Roald. Hoe doe je dat toch?’
‘Het zijn de kleine dingen, hoe ze ademhalen, hoe ze bewegen, hoe ze hun voeten neerzetten als ze lopen. Maar dat is iets, wat ik vroeger ook al kon. Mijn vrienden konden me echt nooit verrassen, ik wist altijd wel wie er aan kwam.’
‘Apart. Maar hoe was je vroeger dan, ik bedoel voor je Ester, Ingrid en Ada kende?’
‘Oh, daar vraag je me wel wat. Toch wel anders, meer verlegen.’
‘Jij? Verlegen? Dat geloof ik niet!’
‘Toch is het waar. Ik ben van nature vrij verlegen, maar dat kan ik vrij goed camoufleren. Ester, Ingrid en Ada halen het beste in me naar boven. Door hun heb ik geleerd mijn grenzen te verzetten, dus ook over mijn verlegenheid. Maar dat wil niet zeggen, dat ik er soms geen last van heb.’
‘Nou, dan weet je het toch heel goed te verbergen. Ik heb er niets van bemerkt!’
Ester glimlacht en zegt: ‘Als je hem verlegen wilt zien, dan zou je volgende week bij zijn wedstrijd in Nederland moeten zijn. Hij zal dan ontzettend zenuwachtig zijn, als hij voor het eerst mee gaat doen aan een echte wedstrijd. Ik ken hem nu wel goed genoeg om te weten, wanneer hij onzeker en zenuwachtig is.’
‘Dat zou ik eigenlijk wel eens willen zien, maar ik kan volgende week onmogelijk weg. Misschien een andere keer!’
‘Of je komt naar hem kijken, als hij meedoet aan de Iron Man in Kalmar. Hij heeft zijn inschrijving al binnen, evenals Ingrid.’
‘Oh, dat kon ik wel eens doen, ik woon daar niet zo heel erg ver vandaan, ik woon in Växjö, dat is niet zo heel ver van Kalmar en bovendien wonen mijn ouders daar.’
‘Dat zou leuk zijn. We vonden het heel erg leuk om je hier te hebben. Als je nog eens op bezoek wilt komen, uiteraard dan zonder camera’s, dan ben je van harte welkom!’
Selma glimlacht dankbaar. ‘Dat aanbod neem ik graag aan! Ik vond het echt heel erg leuk hier.’
Roald haalt dan nog wat wijn uit zijn kelder om de avond met een goed glas wijn te beklinken. Het is al laat als iedereen weer naar bed gaat.
Maar Roald en Ingrid zijn toch weer vroeg op. Ze trainen nu zeer regelmatig en vandaag moeten ze het zwemmen weer oefenen. Een zwemtocht van ongeveer 3 kilometer staat op het programma. Dat is behoorlijk pittig, maar ze hebben die afstand nu al enkele keren gezwommen en het gaat hun steeds beter af. Ze beginnen zelfs al goede vorderingen in hun tijden te krijgen, en dat geeft goede moed voor hun komende wedstrijden. Ze rennen als opwarming naar het water toe, waar hun al iemand staat op te wachten in een boot. De afgelopen weken hebben ze begeleiding gekregen van de atletiekvereniging in Lidköping om hun zwemprestaties te verbeteren, vandaar ook hun steeds betere resultaten. Als ze na anderhalf uur weer terug komen, zijn ze wel moe, maar nog lang niet uitgeput. Selma, Ester en Ada zijn ook al op en wachten hun buiten op het terras op.
‘Ah, daar zijn jullie. We hebben even naar jullie gekeken, toen jullie hier voorbij zwommen. Selma vond het behoorlijk indrukwekkend, toen we haar vertelde, dat jullie op dat moment als bijna 2 kilometer gezwommen hadden!’
‘Ja, ik vind dat knap! Ik ben al moe als ik een baantje moet trekken in het zwembad… En dan moeten jullie straks ook nog 180 kilometer fietsen en ook nog 42 kilometer rennen? Hoe houden jullie dat in godsnaam vol?’
‘Gewoon veel trainen, Selma. En een goede conditie hebben en een goed doorzettingsvermogen. Anders red je het niet!’
‘Nou, ik wens je erg veel succes met je wedstrijd in Nederland en ik kom beslist jullie aanmoedigen in Kalmar!’
‘Dat kunnen we wel gebruiken, Selma. Maar zoals het er nu naar uit ziet, konden we wel eens een goede tijd gaan halen. Vandaag hebben we net geen uur nodig gehad voor de 3 kilometer zwemmen. Als ik de verwachte tijden bij elkaar optel, zouden we tussen de negen uur en de tien uur uitkomen. Dat zou voor een eerste Iron Man al heel erg goed zijn. Maar ook als ik die tijd niet haal, dan nog ben ik heel tevreden.’
‘Ik heb geen idee, hoe lang doen ze er normaal over om te finishen?’
‘De snelsten in 8 uur, maar voor mijn leeftijd zou is onder de negen uur haalbaar.’
‘Ow, dan ben je dus best wel goed dan?’
‘Ik heb werkelijk nog geen idee, Selma. Dit is wat onze trainers van de atletiekvereniging ons vertellen. Die helpen ons met de training. Ze hebben hoge verwachtingen van mij, omdat ik misschien wel eens een heel goede tijd kan gaan neerzetten. Maar ik ben al lang blij, als ik die wedstrijd kan uitlopen. De tijd zegt me niet zo heel veel, al probeer ik die natuurlijk wel zo snel mogelijk te lopen. Daar is de vereniging dan wel weer blij mee, dat is goede reclame voor hun.’
Ze praten nog wat meer na, en na het ontbijt neemt Selma afscheid van Roald en zijn gezin. Ze heeft het de afgelopen dagen erg naar haar zin gehad en heeft het wat moeilijk om afscheid te nemen. Maar het aanbod om hier nog eens terug te komen, helpt haar om afscheid te nemen. Na een hartelijk afscheid, stapt Selma in haar auto en vertrekt.
Nauwelijks is Selma met haar auto vertrokken, of de telefoon van Roald gaat al weer. Het is Jörg, die samen met zijn vriendinnetje Jensa op het station in Lidköping staat. Omdat Roald en Ingrid nog niet gedoucht hebben, gaat Ada het tweetal halen. Een half uur later is Ada al op het station om het tweetal op te halen. Ze vindt de beiden zoenend op een bankje en ze moet glimlachen als ze de beiden ziet.
‘Gaan jullie met me mee, of blijven jullie hier nog even zitten? Anders rijd ik nog wel een rondje, Jörg…’
Blozend onderbreken Jörg en Jensa hun zoen en verontschuldigen zich bij Ada. ‘Sorry, heb je lang moeten wachten?’
‘Wel nee! Ik kom echt pas net aanrijden. Maar als ik niets gezegd had, dan had ik beslist heel erg lang moeten wachten.’
Daar moeten de beiden wel om lachen. Jensa stelt zich dan voor aan Ada. ‘Hoi, ik ben Jensa Damsen.’
‘Aangenaam kennis met je te maken. Ik ben Ada de Vries, een van Roalds vrouwen.’
Jensa moet daarom wel giechelen. ‘Is het echt waar? Is uw man ook met uw zussen getrouwd?’
‘Ja, dat is helemaal waar. Ik snap dat het iets vreemd voor je kan zijn, normaal gebeurt zoiets ook niet. Maar ja, je zal al snel merken, waarom het zo gekomen is. Ik en mijn zussen zijn eeneiige drielingen.’
‘Echt? Ik heb nog nooit een drieling gezien!’
‘Kom dan maar mee, dan rijden we meteen naar huis toe, dan kun je kennis met ze maken.’
Ada helpt ze mee hun koffers in de auto te leggen en dan rijden ze naar het mooie grote huis van Roald. Jörg en Jensa zijn echt onder de indruk, als ze het huis zien.
‘Wow! Dat is echt een groot huis! Wonen jullie daar echt in? Het lijkt wel een kasteel!’
Ada lacht. ‘Ja, het is groot huis, maar een kasteel is het zeker niet! Maar het is wel erg mooi en er zijn slaapkamers genoeg.’
Buiten worden ze al opgewacht door Roald, Ester en Ingrid en hun twee honden
Eva en Zack. Eva en Zack begroeten de nieuwelingen enthousiast en Jensa is meteen helemaal verliefd op de beide honden.
‘Ach, wat zijn ze lief! Hoe heten ze?’
‘Dat is Eva en dat is Zack. Maar ze zijn lang niet altijd zo lief, hoor! Je moest eens weten wat ze ons al aan schoenen gekost hebben! En ze weten heel goed, dat ze niet aan schoenen mogen knagen.’
Jensa lacht. ‘Ja, dat ken ik wel. Thuis hebben we ook een hond, die niets liever doet dan aan een oude schoen te knagen. Ik denk dat het de geur is, die ze aantrekt. De geur van leer en de geur van hun baasje.’
‘Slim opgemerkt! En jij bent dus Jensa? Ik heb al veel over je gehoord van Jörg!’
Jensa glimlacht. Ze geeft een hand aan Roald. Nu ze hem van dichtbij ziet, moet ze even kort blozen. Ze wordt meteen herinnert aan de vorige keer dat ze hem zag. Roald heeft haar blos opgemerkt, maar zegt er niets over. Hij weet toch al, waarom ze bloosde.
Daarna stelt Jensa zich ook aan Ester en Ingrid voor. Jörg kent iedereen al, maar hij wordt met evenveel enthousiasme begroet. Vlug brengen ze hun spullen naar hun kamers. Tot hun teleurstelling krijgen ze wel ieder een aparte kamer, ze hadden gehoopt om samen een kamer te mogen delen. Maar dat vonden Roald en de drie zussen toch weer net iets te ver gaan. Ook al zijn ze verliefd op elkaar, ze willen geen problemen krijgen met de ouders van de twee kinderen, door ze samen op een kamer te laten slapen.
Maar Ingrid ziet de teleurstelling op hun gezicht en zegt: ‘We willen geen problemen met jullie ouders krijgen, daarom hebben jullie ieder een eigen kamer. Maar ja, wat er ’s nachts gebeurt, daar hebben wij geen invloed op…’
En daarmee lichten de beide gezichten van Jörg en Jensa weer op. Ze snappen de redenen waarom ze een aparte kamer hebben gekregen nu, en ze weten ook, dat ze niet worden gestopt, als ze besluiten bij elkaar in bed te kruipen.
Als ze hun koffers hebben uitgeruimd en hun kleren in de kasten hebben opgeborgen, lopen ze weer naar beneden. Het is al bijna middag als ze beneden komen, Ester is al bezig met de voorbereidingen voor het middageten. Roald is al weg naar zijn werk, en Ada en Ingrid geven de twee een korte rondleiding door het huis, maar ook in de tuin. Jörg en Jensa zijn echt heel erg onder de indruk van het huis, maar ze vinden de geschiedenis hoe Roald het huis gekregen heeft, ook wel erg leuk. Ze begrijpen al snel, dat Roald het niet helemaal voor niets gekregen heeft, en dat hij er veel voor gedaan heeft, om het zo mooi te krijgen.
Daarna spelen ze nog wat met de honden in de tuin, die dat overigens fantastisch vinden. Ze rennen heel wat af, en lijken niet moe te krijgen zijn. Jörg en Jensa hebben in ieder geval veel plezier met Eva en Zack en hebben niet eens gemerkt, dat Roald al weer terug is gekomen van zijn werk. Hij wil zijn gasten toch ook weer niet te veel alleen laten, dat zou onhoffelijk zijn. Bovendien is het ook de bedoeling, dat Jörg wat zou leren in zijn bedrijf.
Roald ziet Jörg en Jensa spelen met Eva en Zack en moet glimlachen. Het is goed, dat de honden eens lekker kunnen ravotten, daar heeft hij zelf helaas niet altijd de tijd voor. Maar als hij Ester ziet wenken, dat het eten klaar is, fluit hij een keer, en meteen rennen Eva en Zack naar hem toe. Jörg en Jensa kijken verbaasd om en zien dan Roald glimlachend kijken. Roald geeft zijn honden eerst wat aandacht, hij had ze immers geroepen. En hij is blij, dat ze nog steeds heel erg blij zijn om hem te zien. Dan staat hij weer op en zegt tegen Jörg en Jensa: ‘Het eten is klaar, komen jullie mee?’
Jörg en Jensa hebben van het spelen met de honden flinke honger gekregen, en daarbij hebben ze vanochtend niet zo heel veel gegeten. Ze lopen maar wat graag met hem mee, en kijken hun ogen uit, als ze de uitgebreide tafel in de keuken zien.
‘Wow! Wie komt er nog meer eten?’
Roald lacht. ‘Jullie toch? Maar dit is wel normaal, als Ester het in zich heeft. Hier hoeft niemand honger te lijden.’
Jörg lacht. ‘Dat geloof ik meteen. Dat krijgen we nooit allemaal op!’
‘Nou, dan hoop ik toch dat jullie honger hebben. Ester heeft dit speciaal voor jullie klaargemaakt.’
Jensa kan haar ogen niet geloven. ‘Zoiets krijgen we alleen op feestdagen of een verjaardag! Mogen we zelf kiezen, wat we pakken?’
Ester glimlacht. ‘Ja, natuurlijk! Er is genoeg voor iedereen, dus hou je echt niet in. Ik dacht dat jullie wel honger zouden hebben na zo’n lange reis.’
‘Ja, ik heb wel honger. We hebben wel wat in de trein gegeten, maar het was niet echt lekker. Ik heb zelfs mijn broodje weggegooid, het smaakte zelfs vies!’
‘Och, had dat straks maar gezegd, Jensa! Ik had heus nog wel wat voor jullie klaargemaakt!’
‘Dat was echt niet nodig. Zoveel honger had ik toen ook weer niet. Maar nu wel!’
‘Dan laat het jullie maar goed smaken!’
Dat laten Jörg en Jensa zich geen tweede keer zeggen en ze scheppen genoeg op. Glimlachend begint de rest dan ook aan het middageten. En ze laten het zich goed smaken. Jensa probeert van alles uit, er staat een hoop op tafel. Broodjes, gesneden brood in meerdere variaties, verschillende soorten kaas en vlees, meerdere soorten jam, fruit, maar ook iets, wat Jensa niet kent.
‘Mag ik vragen wat dat is? Het ziet eruit als chocolade, maar dan als kruimels!’
Ester lacht. ‘Dat is iets waar Roald gek op is. Hij noemt het hagelslag. En het is precies zoals je dat zegt, een soort kruimels van chocolade. Het smaakt eigenlijk best wel lekker, maar ik eet het niet al te vaak.’
‘Mag ik het eens proberen?’
‘Ja, natuurlijk. Als het op is, dan haalt Roald wel weer nieuwe, als hij weer eens in Nederland is. En daar komt hij meer dan genoeg!’
Ingrid lacht. ‘Alsof hij ooit eens zonder zou zitten, Ester! Er staan nog 4 pakken in de kelder!’
Ester lacht. ‘Stel je eens voor, dat hij zonder zou komen zitten, Ingrid! De wereld zou vergaan!’
De drie zussen moeten hard lachen, en Roald lacht lekker met hun mee.
‘Tja, een beetje van je vaderland moet je toch meenemen, of niet? Als we in Nederland zijn, kunnen jullie absoluut niet zonder jullie appelmoes voor op de boterham en jullie appelsienjam.’
‘Ja, maar je kunt toch geen brood zonder dat eten?’, protesteert Ingrid. Dan ziet ze het lachende gezicht van Roald en snapt ze dat ze in zijn val getrapt is. Lachend sneert ze hem toe: ‘Klootzak! Daar had je me!’
Jensa snapt even niet, wat Ingrid tegen Roald zegt, want ze had het in het Nederlands gezegd. Ingrid legt haar uit, wat ze net zei, en Jensa probeert het zelf uit te spreken. Maar het klinkt nogal grappig, waardoor Roald moet lachen. ‘Je kunt dat maar beter niet leren, Jensa. Het is een scheldwoord, en als je dit ooit eens in Nederland zou zeggen op die manier, dan zouden ze alleen maar harder lachen!’
Jensa bloost hevig.
Roald zegt tegen de beiden: ‘Over Nederland gesproken, over 5 dagen vertrekken we. Ik neem aan, dat jullie je papieren bij jullie hebben en ook een reisverzekering? Want anders moeten we die nog snel even regelen!’
Maar de beiden blijken goed voorbereid te zijn. Dan gaat het gesprek over het van de beiden en Roalds gezin. Jensa is verrast als ze hoort, dat Ingrid columniste is in de Dagens Nyheter, en ze is wel nieuwsgierig hoe Ingrid dat doet. En Ingrid is meer dan bereid het jonge meisje te laten zien, wat ze er allemaal voor moet doen om een goede column te kunnen schrijven. Jörg op zijn beurt begint hoe langer hoe meer geïnteresseerd te raken in het bedrijf van Roald. Dus wordt al snel besloten, dat Roald terug naar zijn werk gaat, samen met Ada en Jörg.
Eenmaal op het bedrijf kijkt Jörg zijn ogen uit. Roald leidt hem goed rond en laat hem ook enkele prototypen zien, die al in een ver gevorderd stadium zijn, net als hij zou doen met een potentiele klant. Dan laat hij Jörg achter bij een van zijn collega’s, die hem verder die dag zal begeleiden. Zo af en toe komt Roald eens kijken hoe het met de jongeman gaat. En al snel blijkt dat Roald het goed heeft gezien, Jörg blijkt heel erg geïnteresseerd in de techniek. Glimlachend laat hij hem weer achter en belt dan met Freya.
‘Hoi Freya, met Roald de Vries. Ik bel even, dat Jörg en Jensa goed zijn aangekomen. We hebben ze allebei al gelijk meteen aan het werk gezet, natuurlijk nadat ze eerst even wat bekomen zijn van het werk.’
‘Ah, kijk aan, Roald. Ik had al een berichtje van Jörg ontvangen, dat het huis echt enorm is en dat hij het al naar zijn zin heeft.’
‘Ja, ik heb hem meteen meegenomen naar het bedrijf, en hij schijnt het hier best naar zijn zin te hebben.’
Freya is blij verrast. ‘Ow? Dan ben ik eens benieuwd naar zijn reactie. Maar je laat hem toch niet te veel werken?’
‘Nee, natuurlijk niet! Het zou een snuffelstage worden, en een vakantie. Dus ik ga hem echt niet volle dagen laten werken, of had je zo’n slechte indruk van mij?’
‘Nee, dat niet, maar Jörg is nog nooit veel verder geweest dan Östersund, en ik zou het zonde vinden, als hij dan alleen maar zou moeten werken. Ook al is het voor zijn toekomst bedoeld. Eigenlijk hoop ik, dat hij wat anders gaat doen, dan wat hij nu voor heeft. Hij wil natuurbeheerder worden, maar daar kun je niet echt een heel goed brood mee verdienen. Ik zou liever zien, dat hij wat anders ging doen, maar het is natuurlijk wel zijn eigen leven. Ik kan hem hoogstens proberen te sturen.’
‘Daar heb je gelijk in, Freya. Maar ik had tijdens dat etentje al een beetje van zijn interesse opgemerkt om met techniek te werken, en ik geloof dat er nu wel iets meer is losgemaakt. Dus wat dat betreft kon dit wel eens een goede schot in de richting zijn.’
‘Ik hoop het. En Jensa, hoe gaat het daarmee?’
‘Ook goed. Ingrid heeft haar onder haar hoede genomen. Jensa was heel erg nieuwsgierig hoe Ingrid haar columns schrijft en Ingrid vond het wel leuk om het haar te laten zien.’
‘Dat zal haar moeder leuk vinden. Jensa twijfelde namelijk aan wat ze later wil gaan doen. Misschien geeft haar dit een goed zetje.’
‘Dat was toch eigenlijk de opzet om hun hier heen te sturen, of niet?’
‘Ja, natuurlijk, maar het is natuurlijk nog leuker als het dan ook meteen lukt. Dat kun je niet plannen!’
‘Dat is natuurlijk zo. Maar ik ga weer verder met mijn werk, ik wilde je alleen maar even laten weten, dat het goed met ze gaat.’
‘Bedankt, ik had ook niet anders van je verwacht.’
Roald neemt afscheid en hangt op. Hij werkt nog enkele uurtjes, en dan is het al tijd om naar huis te gaan. Hij gaat Jörg zoeken en is blij verrast dat de jongeman enthousiast aan het werken is. Jörg heeft de tijd niet eens in de gaten gehad en heeft het ook super naar zijn zin gehad. Maar hij loopt wel graag mee met Roald, om van zijn vrije tijd te genieten. En daarnaast mist hij nu Jensa wel een beetje, normaal zouden ze na school bij elkaar zijn.
Op de terugweg vertelt Jörg in het honderd uit tegen Roald, van alles wat hij gedaan heeft. Hij heeft het echt heel erg leuk gevonden. Nu had Roald er wel voor gezorgd, dat Jörg leuk werk mocht doen, het moet immers ook aantrekkelijk voor Jörg lijken. En Roald is blij, dat hij in zijn opzet is geslaagd. En eenmaal bij Roald thuis, vertelt Jörg tegen Jensa hoe leuk hij het heeft gehad.
En Jensa op haar beurt is helemaal vol van het werk dat ze met Ingrid mocht doen. Daarna bellen ze hun ouders op om hun over hun dag te vertellen. Roald, Ester, Ingrid en Ada kijken vanuit de woonkamer toe naar de twee jonge lieden en Ester zegt: ‘Ik denk dat we al heel goed geslaagd zijn in onze opzet om hun wereldblik op hun toekomst te veranderen. Jensa was wel heel erg geïnteresseerd in het werk dat ze met Ingrid mocht doen en als ik zo Jörg hoor, dan is dat niet veel anders!’
Roald knikt. ‘Leuk dat ze allebei zo enthousiast zijn over hetgeen wat we hun voorschotelen. Ik heb vanmiddag nog even met Freya gebeld en ze is echt blij, dat Jörg zo enthousiast is. Ze hoopt dan ook, dat hij wat anders wil leren dan natuurbeheerder. Dat is op zich ook geen verkeerd beroep, maar ik denk dat ik Freya wel begrijp. Ze wil een betere en zekerdere toekomst voor hem.’
‘Ja, ik denk dat ze daarom ook zo snel toegestemd hebben om hun hierheen te sturen. Ik denk niet dat ze anders ooit een grotere kans zouden krijgen.’
‘Je hebt, denk ik, gelijk. Maar dat is toch ook de reden, waarom we ze een kans geven.’
Ingrid moet even lachen. ‘Eigenlijk wel raar, Roald. Ze vertrouwen ons hun kinderen toe, en we kennen ze eigenlijk nog maar net. Maar aan de andere kant, als ze jou niet meer kunnen vertrouwen, wie dan nog wel, Roald?’
‘Nou ja, als het etentje niet zo goed geslaagd was, denk ik niet, dat ze ooit toegestemd zouden hebben, Ingrid. Maar je hebt wel gelijk, ze vertrouwen ons heel wat toe en dat besef ik me ook heel goed. Daarom moeten we ook wel een beetje voorzichtig met hun zijn.’
Dat zijn de drie zussen wel met Roald eens. Dan staat Ester op en zegt: ‘Nou, ik denk dat jullie wel honger zullen hebben, dus ik ga maar eens beginnen aan het eten!’
Roald glimlacht en zegt: ‘Zal ik je vandaag eens helpen?’
‘Niet nodig, ik heb het vandaag voorbereid, ik hoef het alleen maar warm te maken.’
‘Dan kook ik overmorgen weer eens. Het is al weer veel te lang geleden, dat ik weer eens gekookt heb. Dadelijk verleer ik het nog eens!’
Ester glimlacht en zegt: ‘Eigenlijk niet nodig, ik weet al wat je klaar gaat maken, en dat kan ik al net zo goed als jij, maar als je graag wilt, dan ga je gang maar.’
‘Nou, ik denk niet dat je dit recept kent. Ik moet eigenlijk nog wel even uitproberen of ik het nog wel zo uit mijn hoofd ken, het is een recept van een tante van een vriend van mij. In Nederland wordt dit veel gegeten, het is eigenlijk een soort Indonesisch gerecht.’
‘Zou je dat nu wel dan klaar maken, Roald? We hebben wel gasten, stel dat ze het niet lusten?’
Roald kijkt Ester aan en zegt: ‘Het zijn eigenlijk meerdere gerechten, die je op meerdere manieren kunt eten. Er zit altijd wel iets tussen, wat je dan wel lust. En overmorgen heb ik gewoon wat meer tijd. Maar ik ben wel bang, dat na ik na de biatlon wel weer vol aan de slag moet. Ik kreeg vanmorgen een aanvraag voor een grote order. Een hele grote order, waar ik het nog even met Henk over moet hebben. Als we die order binnen kunnen slepen, moeten we misschien nog een hal erbij huren om meer productie te kunnen leveren. Het zou ons ook meteen internationaal op de kaart zetten.’
‘Is het zo’n grote order dan, Roald?’
‘Ja, zover ik het uit de aanvraag heb kunnen opmaken, gaat het om de inrichting van een nieuwe fabriek in Japan. En als ze ergens kritisch zijn over kwaliteit, dan is het daar wel. Dus als wij de
kans krijgen om daar alles te mogen leveren, dan zou dat echt een gigantische doorbraak zijn.’
‘Weet Henk het al?’
‘Ik heb hem die aanvraag al doorgestuurd. Voor zoiets heb ik wel even zijn toestemming nodig, maar ik denk niet dat Henk dit zal weigeren. Dit is waar hij al jaren van droomde.’
Ada zegt: ‘Het loopt toch al storm met al die aanvragen van de laatste tijd, Roald. Kunnen we dat wel allemaal aan? Ik bedoel, we hebben al zoveel, dat we het amper kunnen leveren en dan ook nog eens zo’n grote order erbij?’
‘Daarom heb ik ook Henks toestemming nodig. Ik zou dan een nieuwe montagehal kunnen huren, in dat gebouw dat nu leeg ligt, net iets verderop. En ik heb ook contact opgenomen met enkele metaalbewerkingsbedrijven, of die interesse hadden om bepaalde onderdelen te leveren. Ik weet ook wel, dat we niet zomaar onze productie kunnen opschroeven, zonder dat de andere klanten er onder lijden.
En daarbij heeft onze ontwikkelingsafdeling bijna onze kwaliteitsscanner klaar. Daarmee kunnen we de onderdelen veel sneller controleren of ze binnen de toleranties vallen. En daarnaast zal het nog wel even duren, voordat we kunnen beginnen, ze praten over de levering over 2 jaar. Dan kan ik al een hoop geregeld hebben.’
‘Het is toch een enorm risico, wat je dan gaat nemen, Roald. Je weet dat je niet kunt inboeten in kwaliteit en als de productie al zo enorm groot wordt, hoe kun je dan nog blijven innoveren? Dat is tot nu toe de kracht van HRT geweest, dat we steeds met betere producten komen, die ook nog op de oudere modellen toegepast kunnen worden.’
‘Dat zou er eigenlijk niet onder hoeven te lijden, Ada. Daarvoor wil ik ook die extra hal huren. De productie voor onze normale klanten, dat moet gewoon hier blijven, en de rest moet ook gewoon doorgaan, maar veel van onze onderdelen kunnen we ook door andere bedrijven laten maken, zoals het normaal ook bij andere bedrijven gaat. Ik weet wel, dat we daarmee een risico lopen, maar daarvoor wil ik ook zo’n haast maken met die scanner. Die kan alle onderdelen scannen in een fractie van de tijd op de kwaliteit. En bij de montage wil ik dan enkele van onze eigen mensen daar gaan plaatsen, die gaan toezien op de kwaliteit van de montage. En ja, het is natuurlijk een risico, maar dat hoort er ook bij. En bovendien is er nog niets zeker. Het is alleen nog maar een aanvraag en voordat we daarmee verder zijn, kunnen we al weer een half jaar tot een jaar verder zijn. En dan kunnen we pas gaan beginnen met het opzetten van het productieproces. En zoals gezegd, Henk moet dat allemaal ook nog goed vinden.’
‘Maar het gaat hoe dan ook je weer veel tijd kosten, Roald?’
‘Niet meer dan normaal, Ada. Die belofte heb ik aan jullie gemaakt, en daar ga ik me ook aan houden, Ada. Maar het kan wel zijn, dat ik een keer naar Japan heen moet.’
‘Je zal dan toch wel niet alleen gaan, Roald?’
‘Nee, natuurlijk niet! Als het even kan, neem ik jullie mee! Het zou zonde zijn om zo’n kans, om dat land eens te zien, te laten liggen. En dan zijn onze kinderen ook groot genoeg om ze mee op reis te nemen.’
Dat verandert de mening van de drie zusters wel. Want op die manier hadden ze het nog niet bekeken en een reis naar Japan zien ze ook wel zitten.
Ingrid zegt: ‘Daar houden we je dan wel aan, Roald! Maar het zal wel wat zijn, als je daar aankomt zetten met drie vrouwen…’
Roald lacht. ‘Dat zal het altijd wel zijn, Ingrid. Waar we ook komen.’
Jörg en Jensa hebben inmiddels hun gesprek met hun ouders beëindigd en zijn bij Roald komen zitten.
Jörg zegt: ‘Ik moest je nog van mijn moeder bedanken, dat je ons zo goed hebt opgevangen. En ze vond het leuk, dat ik een erg leuke dag heb gehad.’
Jensa knikt. ‘Ik moest hetzelfde zeggen van mijn moeder. En ik heb het erg leuk gevonden om met Ingrid te mogen werken. Ik wist niet, dat er zoveel bij kwam kijken om iets te kunnen schrijven in de krant. Heel erg leuk om te doen!’
Roald glimlacht en zegt: ‘Dat was toch eigenlijk ook de opzet om jullie eens wat te laten zien, wat er nog allemaal meer is in de wereld. Je kunt zoveel doen en als jullie daar alleen maar in dat kleine dorpje blijven, beperkt dat jullie wereld enorm. Niet dat je daar niet gelukkig zou kunnen worden, maar het is jammer als je je eigen kwaliteiten niet kan benutten.’
Jensa knikt en zegt: ‘Dat had mijn moeder me ook al gezegd. Ze vindt dat ik goed ben in het schrijven van verhalen, dat doe ik als hobby.’
‘Ow? Schrijf je verhalen?’
‘Ja, maar ik vind zelf dat ik nog niet zo goed ben.’
‘Zouden we iets van je mogen lezen?’
Roald kijkt het meisje recht in haar ogen aan. Zijn ogen dringen onbewust diep in haar door en het meisje weet zich even geen raad. Ze lijkt bevangen door zijn invloed en kan alleen maar knikken. Ester had haar reactie wel opgemerkt en stoot Roald even aan. Ze kijkt hem even waarschuwend aan, wat Roald doet beseffen, dat hij iets fout heeft gedaan. Dan pas merkt hij de verwarde reactie van Jensa op en beseft hij wat er loos is.
Jörg is het helemaal ontgaan, hij kijkt zo enorm tegen Roald op, dat hij hem bijna verafgoodt. Doordat Roalds blik nu even niet meer op haar gericht is, kan Jensa zich herstellen. Ze bloost even flink, en durft Roald even niet aan te kijken. Maar Roald kijkt haar nu ook niet meer recht aan, bewust van zijn uitstraling. Hij had er gewoon even niet op gerekend, dat een jong meisje als Jensa zo snel onder de invloed van hem zou kunnen raken.
Maar het meisje staat op en loopt even naar haar kamer, waar ze met haar tablet terug komt. Ze opent een van haar verhalen en geeft dan de tablet aan Roald. Hij leest een klein stukje en is best onder de indruk van haar verhaal. Het is lang niet slecht. Dan geeft hij de tablet door aan Ester, die het ook leest.
Ze geeft de tablet door aan Ingrid en zegt dan tegen Jensa: ‘Nou, ik denk dat je moeder gelijk heeft. Het is een erg leuk verhaal, en je wordt meteen gegrepen door het verhaal. Ik ben benieuwd hoe het verder gaat!’
Jensa bloost weer, nu omdat ze verlegen wordt van het compliment. ‘Dank je. Het is toch maar een simpel
verhaal. Maar ik heb er nog meer hoofdstukken van klaar, die mag je wel lezen, als je wilt.’
Ingrid is ook aan het lezen en zegt: ‘Nou, het is inderdaad niet slecht! Zelfs heel goed! Er zijn inderdaad nog wel wat dingen, die beter kunnen, maar dat zou je kunnen leren. Je hebt talent, Jensa! Je zinsopbouw zou nog wat beter kunnen, en er staan hier en daar nog wat spelfoutjes, maar dat is het ook wel. Niet slecht voor iemand van 16 jaar!’
Nu moet Jensa nog harder blozen. Zeker omdat het van Ingrid komt. Ze kijkt heel erg hoog op tegen deze vrouw. Vooral omdat ze ook de schrijfster is van haar favoriete stukje in de krant. Eigenlijk is Ingrid degene geweest, die haar heeft aangezet om ook te gaan schrijven. En nu Ingrid haar verhalen ook nog eens goed vindt, is ze heel erg blij.
‘Denk je echt? Ik heb eigenlijk geen idee of het wel goed is. Ik vind van niet, maar als jij er anders over denkt?’
‘Het is zeker niet slecht, maar een paar dingen zouden echt beter kunnen. Maar het is niet vreemd dat je het zelf niet zo goed vindt, Jensa. Dat heb ik zelf ook, als ik mijn stukken schrijf. Meestal laat ik ze dan aan mijn zussen lezen of aan Roald en als die het dan goed vinden, dan twijfel ik zelf ook minder. Het kan nooit kwaad om anderen je schrijfsel te laten lezen, dan weet je ten minste dat je op de goede weg zit met je verhaal.’
‘Wat zou jij dan anders doen, Ingrid? Ik wil weten wat ik beter kan doen.’
Ingrid laat haar een voorbeeld zien en al snel zitten de twee druk te praten over Jensa’s verhaal. Jörg kijkt geamuseerd toe, terwijl de twee helemaal op gaan in het werk. Hij zegt tegen Roald: ‘Nu lijkt Jensa net ik, als toen je vanmiddag kwam kijken hoe ik bezig was.’
Roald glimlacht. ‘Ja, je had er echt goede aard aan. Maar dat is niet verkeerd, dan doe je iets met passie en dat werkt ook veel beter. Ik ben van mening, dat je het werk moet doen, waar je passie ligt.’
Roald ziet Jörg nu wat twijfelend kijken. Roald weet dat Jörg nu nadenkt over wat hij later wil gaan doen.
Roald schiet hem te hulp en zegt: ‘Ik heb het je niet meteen gemakkelijk gemaakt, of wel, Jörg? Ik weet dat je gezegd hebt om natuurbeheerder te worden, maar je hebt nu ook ontdekt, dat je andere dingen ook leuk vindt.’
Jörg knikt en kijkt hem verlegen aan. ‘Ja, en ik weet nu even niet wat ik moet doen. Ik heb altijd natuurbeheerder willen worden, maar nu weet ik het niet meer zo zeker.’
‘Daarom ben je nu ook hier, Jörg. Als het aan je ouders ligt, ga je wat anders doen als natuurbeheerder, maar de uiteindelijke keuze ligt bij jezelf. Ze willen je alleen duidelijk maken, dat er meer is, dan wat je kende. Er ligt een hele wereld daarbuiten, klaar om te ontdekt door jullie te worden. En hoeveel je zal ontdekken, ligt aan wat je jezelf toelaat.’
‘Ja, maar dat is juist het moeilijk! Ik heb altijd iets met de natuur willen doen, maar dat wat ik bij jou op het bedrijf mocht doen, was ook heel erg leuk en interessant.’
‘Dat je iets anders kiest voor je beroep als in de natuur werken, wil nog niet zeggen, dat je nooit niets meer voor de natuur kunt doen, Jörg. Denk daar maar eens over na. Maar dat zijn zorgen voor later. Over 4 dagen vertrekken we alweer naar Nederland. Heb je er al zin in, Jörg?’
‘Ja! Heel erg zelfs! En nog bedankt dat je me daar een fiets hebt geregeld!’
‘Het was een kleine moeite, Jörg. Ik ken iemand daar uit het bestuur, die heb ik een tijdje geleden ontmoet tijdens een korte vakantie. En zo heeft hij me ook uitgenodigd om mee te doen met die biatlon. En aangezien hij een hoop mensen kent, was het echt niet heel moeilijk om iets te regelen. We moeten overigens nog wel eerst bij die fietsenmaker langs om je fiets te laten afstellen. En om hem tegemoet te komen, krijg je een shirt van hem, dat je dan moet dragen als reclame. Lijkt me toch een faire deal, of niet?’
‘Ja, lijkt me wel. Zoiets zou mezelf echt nooit gelukt hebben. Ik hoop alleen dat ik het allemaal goed kan volhouden. Het rennen lukt me wel, maar dat fietsen, ik weet het nog niet.’
‘Het valt wel mee, Jörg. En zover is het fietsen nu ook weer niet, het is maar 20 kilometer. Maar het is dat laatste stuk lopen, dat zwaar zal vallen. ten minste, ik heb er op getraind en vind het best wel pittig.’
‘Ik heb wel een beetje getraind met een fiets, maar dat was geen renfiets. En daar vond ik die 20 kilometer toch best lastig op.’
Jensa zegt: ‘Maar je hebt wel veel op de hometrainer getraind, Jörg!’
‘Ja, maar dat kun je niet echt vergelijken met het rijden op een echte fiets, Jensa! Op een echte fiets maak je hellingen mee, hobbels in de weg, bochten. Dat heb je op een hometrainer niet!’
Roald lacht. ‘De hellingen vallen wel mee, Jörg. In Nederland zijn er niet zo veel hellingen. Hobbels wel en bochten zijn er ook genoeg. Maar we kunnen nog wel wat oefenen, je moet namelijk ook zelf zorgen, dat je je klaar maakt voor de wissels. Dus na de eerste renafstand moet je zelf je omkleden om te gaan fietsen en daarna moet je ook weer je renkleding weer aan. Dat moeten we ook nog een keer oefenen.’
Ada zegt: ‘En waarom gaan jullie dat dan niet hier alvast oefenen? Ik bedoel, dat omkleden kun je toch ook al hier doen en dan hoef je niet te wachten tot je in Nederland bent, Roald!’
‘Goed idee, Ada! Maar als ik dat al ga doen, dan ga ik ook meteen echt trainen.’
Ingrid zegt: ‘We zouden jouw mountainbike voor Jörg kunnen gebruiken, Roald. Dan moet je alleen het zadel wat voor hem afstellen.’
‘Ja, dat zouden we nu wel even kunnen doen. Ik moet die fiets later toch nog wegbrengen voor een onderhoudsbeurt en dan kunnen ze hem wel weer opnieuw afstellen.’
Even later stellen ze de fiets voor Jörg af. De houding op de fiets is iets anders dan een racefiets, maar om te oefenen is het ruimschoots voldoende. Roald spreekt dan een route af, die ze zullen doen. Het wordt ongeveer een halve raceafstand, waarbij ze vertrekken in het dorp, aankomen bij het huis van Roald, daar stappen ze de fiets op en rijden dan weer een aantal keren terug naar het startpunt, om uiteindelijk weer bij het huis te eindigen en dan nog een keer op en neer naar het startpunt te rennen.
Ester brengt Roald, Ingrid en Jörg weg naar het dorp, waarna ze aan hun training gaan beginnen, ieder op hun eigen tempo. Roald pakt het behoorlijk serieus aan en rent nu op zijn eigen tempo. En dat kan zelfs Ingrid niet volgen. Roald heeft dan ook een behoorlijke voorsprong als hij bij zijn huis aankomt. Hij heeft op die afstand ruim een 100 meter op Ingrid genomen. En Ingrid heeft op haar beurt een kleine voorsprong op Jörg, al zijn dat maar enkele meters.
Eenmaal op de fiets neemt de voorsprong van Roald nog meer toe, maar Ingrid is toch redelijk snel. Maar het is Jörg, die verrast. Hij haalt Ingrid in op de fiets en neemt zelfs een kleine voorsprong, maar Roald is duidelijk een brug te ver voor de jongeman. Roald is alweer aan het rennen, voordat Jörg en Ingrid aankomen bij het huis om zich om te kleden. Maar Ingrid is wat sneller met omkleden, zodat ze Jörg weer heeft ingehaald. Tegen de tijd dat ze halverwege zijn, zien ze Roald al weer terug komen. Hij heeft er echt flink tempo in zitten en het tempoverschil maakt een verpletterende indruk op Jörg. Jörg had wel al gemerkt, dat Roald echt goed fit was, maar dit was toch veel meer dan hij verwachtte. Het geeft Ingrid de gelegenheid om haar voorsprong iets te vergroten. En die houdt ze ook vast tot ze aan de finish komen. Roald zit al in een tuinstoel uit te hijgen, maar ziet er al weer behoorlijk fit uit. Maar hij staat wel al op om de beiden toe te juichen, als ze uiteindelijk aankomen.
Jörg laat zich vermoeid op het gras zakken, waar hij al snel wordt bijgestaan door Jensa en Ada. Ester bekommert zich om Ingrid, die ook behoorlijk staat te hijgen. Maar ze herstellen al snel, want ze hebben zich nog niet helemaal gegeven voor deze wedstrijd.
Als Ester voor iedereen een flesje koud water komt brengen, zegt Jörg tegen Roald: ‘Wat kun jij hard rennen, zeg! Ik dacht dat ik goed door kon rennen, maar ik had niet verwacht dat je na het fietsen nog zo’n voorsprong kon opbouwen!’
Roald glimlacht en zegt: ‘Het ging lekker vandaag. Maar ik heb me nog een beetje ingehouden, maar ik wilde wel weten hoe ver ik kon gaan. Ik heb nu wel een idee, hoe ik mijn krachten op de wedstrijd moet gaan indelen.’
‘Dan ben ik eens benieuwd hoe hard je dan echt kunt rennen, Roald. Op het moment dat we je weer tegen kwamen, zag je er nog heel fris uit, terwijl ik al behoorlijk moe begon te worden. Dat gaf me wel een klein dipje!’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Ja, dat had ik gemerkt en dat gaf me net dat beetje voorsprong om jou voor te blijven. Maar dat was me zo ook wel gelukt. Maar Roald zou ik nooit echt bij kunnen houden. Ik wist wel, dat hij veel harder kon, maar hij heeft zichzelf nog nooit eerder zo hard gegeven.’
Jörg knikt en zegt: ‘Maar jij hebt anders ook een goede conditie!’
‘Dat mag ook wel, Jörg! Ik ga komende winter weer meedoen in de competitie van de biatlon, samen met Ester. Als we nu al niet fit zijn, dan zijn we dat de komende winter ook niet!’
Jensa kijkt verbaasd op. ‘Doen jullie aan biatlon? Oh! Dat is mijn favoriete wintersport!’
‘Ja, Ester, ik en Ada hebben altijd aan wedstrijden meegedaan, maar sinds we Roald kennen is dat iets naar de achtergrond gekomen, ook doordat we alle drie zwanger waren. Maar dit jaar willen we weer mee gaan doen, behalve Ada dan. Die zorgt in die tijd voor onze kinderen.’
‘Heeft Jörg je dan niet verteld, dat hij laatst samen met Åsa Lif en ons heeft getraind in Östersund?’
‘Jawel, maar ik wist niet, dat jullie ook aan biatlon deden, dat heeft hij me niet verteld!’
De bewondering van het meisje neemt nu alleen nog maar meer toe voor Ingrid.
Ze vraagt aan Roald: ‘Doe jij ook aan biatlon?’
Roald lacht en zegt: ‘Nee, ik en latten onder mijn voeten, dat wil niet echt werken. Ik heb het wel geprobeerd, maar ik ben al blij als ik overeind blijf staan. Hoewel ik wel moet zeggen, dat ik het nu wel al beter ken, als eerst.’
Ester en Ingrid proesten het uit. ‘Jij en beter kunnen skiën? Laat ons niet lachen! Jensa, je had hem afgelopen winter moeten zien! Het was echt komisch! Hoe vaak hij niet is gevallen!’
Roald lacht mee en zegt: ‘Ja, maar het was ook wel 16 jaar geleden, dat ik dat voor het laatst gedaan heb. Maar op het laatst kon ik toch al een beetje langlaufen, of niet?’
Ester glimlacht en zegt: ‘Ja, je kunt nu blijven staan en je komt ook nog wel vooruit, maar echt langlaufen noem ik dat nog niet! Het is eerder proberen overeind te blijven! Maar inderdaad, je bent nu minder erg! Het was eigenlijk wel eens leuk om te zien, dat je ook eens ergens niet goed in was!’
Jörg en Jensa moeten hartelijk meelachen als Roald gespeeld boos kijkt en dan uitbreekt in een stevige lach.
Dan zegt Roald: ‘Ik heb soms de indruk, dat jullie denken, dat in alles wat ik doe, heel erg uitblink. Maar dat is niet zo, gelukkig niet! Er zijn genoeg dingen, die ik echt niet goed kan, en dat is maar goed ook. Maar ja, die dingen doe ik dan ook niet zo vaak.’
Dan geeft hij Ester, die vlakbij staat, een flinke zoen op haar mond. Die had het niet verwacht en het zorgt ervoor, dat ze even moet blozen.
‘Roald! Er zijn anderen bij!’
‘Nou en, Ester? Denk je dat ze nog nooit eerder een man een vrouw hebben zien kussen? Bovendien hebben ze al heel wat meer van mij en Ada gezien.’
Nu moeten Jörg en Jensa even blozen, maar Jörg herstelt zich als eerste en zegt: ‘Daar heeft u ook weer gelijk in! Maar we hadden wel eens meer mensen zien kussen. Ik heb mijn broer ook wel eens bespied, toen hij met zijn vriendin vrijde. Maar toen was ik nog veel jonger.’
Roald glimlacht. ‘Je broer was toch al weer Rolf, of niet, Jörg?’
‘Ja, alleen raakte de vriendin van mijn broer zwanger. Daarom was mijn vader ook zo boos op hem. En ook op mij, toen hij hoorde, dat ik seks met Jensa heb gehad. Maar toen hij weer hoorde, dat ik een condoom had gebruikt, was hij gelukkig niet meer zo boos.’
‘Ja, ik ken het verhaal nu wel, Jörg. Maar zeg eens eerlijk! Zou je het gedaan hebben, als ik dat condoom daar niet had neergelegd?’
Jörg kijkt hem recht aan en zegt: ‘Nee, ik had al gezien, hoe het met mijn broer is gegaan. Gelukkig zijn mijn broer en zijn vrouw heel gelukkig samen, maar dat had ook heel goed anders kunnen lopen. Al moet ik wel toegeven, dat de verleiding echt heel groot is geweest.’
Roald kijkt hem ook recht aan en zegt: ‘Als je iets anders had gezegd, dan had ik je ook niet geloofd, Jörg.’
Jensa zegt dan: ‘Mag ik u iets vragen?’
‘Zeg het maar.’
‘Doet u dat wel eens vaker, vrijen in het bos?’
Roald lacht. ‘Nee, het is geen gewoonte van ons, maar ik zal niet ontkennen, dat het soms wel eens gebeurt, Jensa. Ik ben een man die hoge behoeftes heeft op dat gebied. Waarom denk je, dat ik drie vrouwen heb? Maar het is wel zo, dat die behoefte pas zo groot is geworden, sinds ik hun ken.’
Ada knikt en zegt: ‘Dat is waar. Maar dat geldt net zo voor ons. We hebben echt nooit gedacht, dat we ooit zo zouden eindigen, maar de waarheid is, dat we nog nooit gelukkiger zijn geweest. En daarbij is seks voor Roald een soort uitlaatklep, waarmee hij zijn spanningen kwijt kan. Dat is overigens ook iets, waar wel meer mannen mee worstelen.’
Jensa kijkt Ada verbaasd aan en zegt: ‘Was dat ook de reden, waarom hij daar seks had met een van jullie?’
Ada glimlacht. ‘Ja, dat was een van de redenen. Zoals Roald al zei, hij heeft grote behoeftes, maar als hij boos wordt, en dat was hij ook, toen hij erachter kwam, dat er zoveel gekapt was, dan is zijn behoefte nog veel groter. En wij vinden het dan onze taak om hem die spanningen te laten verminderen. Niet dat het een straf is voor ons, Jensa, hij is heel erg goed in bed, maar dat was toen wel de reden, waarom we daar toen seks hadden.’
Dan moet Jensa onwillekeurig glimlachen. Ze heeft het verband gelegd tussen de conditie en de seks die Roald met de drie zussen heeft.
‘Nu snap ik het! Daarom heeft Roald ook zo’n goede conditie! Als hij ook nog met jullie allemaal seks moet hebben, dan snap ik het wel!’
Nu schiet iedereen in de lach. Roald zegt dan in een poging het onderwerp te veranderen: ‘Tja, dat moet ook wel, als je drie van deze seks beluste dames tevreden wilt houden. Maar eigenlijk is dat geen onderwerp voor jullie. Daar zijn jullie nog wat jong voor, hoewel dat tegenwoordig ook niet altijd een probleem voor jullie is.’
Maar Jensa wil niet van onderwerp veranderen en zegt: ‘Nou ja, wie heeft dan dat condoom voor ons achter gelaten en ons daarmee aangezet zelf seks te hebben? Maar als ik eerlijk ben, vond ik het erg geil om jullie te zien vrijen. Dat deed wel iets met me.’
Jörg knikt en zegt: ‘Ja, dat vond ik ook zo. Ik denk niet, dat Jensa en ik dan nu verliefd op elkaar zouden zijn geworden. Al denk ik wel, dat het wel ooit zou gaan gebeuren, we waren altijd al bij elkaar. Maar nu nog meer!’
‘Dat wil ik wel geloven, Jörg. Jensa is een mooi meisje, en als ze helemaal volgroeid zal zijn, zal iedere man naar haar omkijken. Ik zou haar maar heel goed behandelen, dan blijft ze wel bij je.’
Jörg bloost nu even en kijkt dan naar Jensa. Roald kan de diepe gevoelens van de jongen voor Jensa bespeuren. Jensa op haar beurt kijkt hetzelfde terug naar Jörg. Maar toch werpt ze een heel kort moment een blik naar Roald, wat Roald ook niet ontgaat. Hij glimlacht maar zegt niets. Ook Ester heeft het gezien, maar zegt er ook niets van.
Maar Ester doorbreekt de spanning door te zeggen, dat ze aan het eten gaat beginnen. Dat is meteen het sein voor Roald om ook op te staan en te gaan douchen. Ook Jörg en Ingrid pakken zich op om te gaan douchen. Aangezien Roald een grote douche heeft langs zijn slaapkamer, kan Ingrid zonder problemen ook douchen. Jörg gaat naar de badkamer op eerste etage, waar hij zich vlug doucht. Jensa gaat ook naar boven, naar haar eigen kamer. Ze heeft haar eigen plannetje.
Zodra ze het water van de douche hoort stromen, kleedt ze zich uit en loopt de badkamer binnen. Jörg hoort de badkamer open gaan, en kijkt wie er binnen komt. Hij had al een vermoeden, dat Jensa hem zou volgen, en had daarom de badkamer al open gelaten. Als hij haar naakte lichaam ziet, stroomt al zijn bloed naar zijn pik, die dan ook snel stijver begint te worden. En Jensa grijnst al ze zijn zwellende pik in de gaten krijgt. Ze knielt voor hem neer en neemt zijn pik in haar mond.
Ze wil iets gaan proberen, wat ze nog niet eerder gedaan heeft, maar waar ze wel van gehoord heeft. Ze probeert een deep troat te doen. Zodra Jörg in de gaten krijgt, dat Jensa hem wil pijpen, laat hij Jensa haar gang gaan. Maar hij is wel verrast al ze probeert zijn hele pik in de mond te nemen. Het gevoel is overweldigend en hij moet moeite doen om niet al meteen klaar te komen. Wel maakt hij zich een beetje zorgen over de kokhalzende geluiden, die Jensa maakt. Maar Jensa zet dapper door en ziet hoe Jörg ervan geniet. Maar ze zorgt er wel voor, dat Jörg niet klaar komt.
Ze wil zijn zaad diep in haar kutje hebben, wat ook een verrassing is voor Jörg, want tot nu toe hadden ze het alleen met condoom gedaan. Maar Jensa is een tijdje geleden begonnen met de pil en nu is ze voldoende beschermd om het ook zonder condoom te doen. Alleen Jörg weet dat nog niet.
Als ze aan de ademhaling van Jörg hoort, dat zijn hoogtepunt bijna komt, stopt ze met het pijpen. Jörg is lichtelijk teleurgesteld, maar als Jensa zich omdraait en haar kutje aanbiedt, twijfelt hij geen seconde. Hij ramt zijn pik in een stoot in haar nauwe spleetje, en denkt geen seconde aan een condoom. Hij denkt alleen aan klaarkomen, en dat duurt dan ook niet lang, als hij met een grom zijn zaad in haar loost.
Pas nadat hij zijn zaad geloosd heeft, beseft hij wat er is gebeurd.
‘Ow! Sorry! Ik heb helemaal niet meer aan een condoom gedacht, Jensa!’
Jensa speelt het een beetje gemeen en zegt: ‘Ja, en nu? Wat als ik nu zwanger raak?’
‘Ja, sorry! Je pijpte net zo lekker en ik kwam al bijna en ik kon alleen maar denken aan klaarkomen!’
Jensa begint te grijnzen. ‘Dan is het maar goed, dat ik nu aan de pil ben, Jörg! Maar je kunt het goedmaken, als je wilt! Ik ben nog niet aan mijn trekken gekomen en ik wil op je pik klaarkomen!’
Even is Jörg geschokt, maar begint dan te lachen.
‘Oh, wat kun jij gemeen zijn, Jensa! Ik raakte al bijna in paniek! Ik zag het gezicht van mijn vader al voor me! Hij had me afgemaakt!’
‘Dat weet ik, daarom wou ik ook je gezicht zien, als je in me klaar kwam. Ik wist dat je je niet zou kunnen houden, als ik je maar gek genoeg zou maken!’
‘Dat is je dan erg goed gelukt, Jensa! Maar ik maak het maar al te graag met je goed!’
Jensa geeft Jörg een lekkere zoen, en de streek van Jensa is al snel vergeven. De pik van Jörg is stijf gebleven en hij stopt hem weer in het nauwe spleetje van Jensa en begint haar nu langzamer te neuken. Jensa geniet met volle teugen van de pik van Jörg en laat zich maar wat graag door hem neuken. Zonder condoom voelt toch veel beter, en ze voelt al snel een orgasme opkomen. Terwijl Jörg in haar kutje blijft beuken, komt ze heerlijk op zijn pik klaar. Met een harde gil, die door het hele huis gehoord kan worden, krijgt ze een heerlijk orgasme.
Het kan haar allemaal niet schelen, ze kan alleen maar genieten. Jörg geniet er ook van, dat zijn vriendinnetje zo heerlijk klaarkomt, terwijl hij haar neukt. Na een tijdje voelt hij zijn volgende hoogtepunt aankomen en voert zijn tempo wat op. Jensa zit niet ver van haar volgende hoogtepunt af, en door het opgevoerde tempo volgt dan meteen haar tweede orgasme. Ze melkt de pik van Jörg echt helemaal plat, die het dan ook niet meer langer kan houden en een tweede lading zaad in haar kutje spuit. Hijgend laat hij zich tegen haar aanvallen, tegen de douchewand. Jensa is weer bekomen en heeft een gelukzalige glimlach op haar gezicht. Zo lekker heeft ze nog niet eerder geneukt, en ze weet nu al, dat ze er nooit genoeg van zal krijgen.
Een verdieping lager hebben ze al lang meegekregen, wat er daar boven gebeurd. Roald lacht en zegt: ‘Nou, ze laten er in ieder geval geen gras over groeien!’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Als ze vannacht ook zo luid zijn, dan konden wij wel eens degenen zijn, die wakker liggen van gekreun, Roald!’
‘Pff, dan gaan we toch gezellig meedoen, Ingrid!’
‘Zou je dat willen, Roald?’
‘Hoe bedoel je? Seks met hun hebben? Die zijn daar toch veel te jong voor!’
‘Nou ja, ze zijn schijnbaar niet te jong om seks met elkaar te hebben. En ik meen gezien te hebben, dat Jensa een soort van oogje op je heeft en jij hebt haar ook met meer dan normale interesse bekeken!’
‘Ik ben een man, mag ik alsjeblieft mooi vrouwelijk schoon gewoon bekijken? Ze is gewoon heel erg mooi, maar dat ik nou meteen seks met haar wil?’
‘Nou, ik ben een vrouw en als Jörg zou willen, dat zou hij me best wel een keer mogen bedienen, Roald! Niet dat ik me ga opdringen, maar ik zou niet meteen nee zeggen.’
Ada bemoeit zich er ook mee en zegt: ‘Roald, stel nou, dat Jensa zelf zou willen. Zou je dan wel met haar seks willen hebben?’
Roald twijfelt. ‘Ze is en blijft heel erg jong, Ada. Maar als ze naakt voor me zou staan, dan weet ik nog niet wat ik zou doen.’
‘Dat is ten minste eerlijk, Roald. Een ander antwoord had ik ook niet van je geloofd. Maar we hebben nog wel even tijd. Wie weet gebeurt er nog wel iets!’