Vervolg op: Mini - 22Om negen uur moesten Joline en ik in Alphen aan de Rijn zijn om een vrachtbusje op te halen. Pa mocht er ook in rijden, dat had ik via Internet al geregeld. De Volvo bleef daar achter en om kwart voor tien kwamen we aan bij Joline’s flatje. De laatste kilometers zat Joline achterin en stonden mijn ogen op steeltjes. Op de parkeerplaats voor de flat bleven we eerst een paar minuten staan en observeerde ik de omgeving. Niks bijzonders.
Daarna liep ik, met m’n buks in de hoes, naar boven, maakte Joline’s flat open en liep rond. Geen gekke dingen te zien. Voor de zekerheid controleerde ik nogmaals de app met plaatsbepaler van Holtinge’s telefoon; die was nog steeds in Utrecht. Maar ja, dat zei weinig.
Om vijf voor tien hoorde ik een motor; Ton reed de parkeerplaats op. Ik gaf Joline een seintje: “Alles veilig. Kom maar boven!” Samen met Ton kwam ze even later de flat binnen. “Hé, Kees! Koffie al klaar?” Ik schudde mijn hoofd. “Nog niet. Eerst even gekeken of alles veilig is. Daarna komt de koffie wel.”
Ton keek bedroefd. “Zóó jammer dit… Een beetje motorrijder heeft wel behoefte aan een bakkie, dat weet je toch?” Joline mopperde: “Jaja, laat me raden wie er koffie moet gaan zetten…” Ze lachte er bij, gaf Ton een knuffel en liep de keuken in.
Ton keek me aan. “Het hele dorp staat sinds negen uur onder observatie. Hier komt geen kip in zonder dat ik het weet. Vier posten van twee man op alle invalswegen, de SUV van mijn pelotonssergeant staat op de parkeerplaats centraal in het dorp met nog drie man erin als reserve. Je ziet ze niet, maar ze zijn er wél. Verbindingen zijn getest… Hier is jouw portofoon. Jouw roepnaam is Kilo. Van Kees. We hebben twee waarschuwingsniveau’s: de eerste is van jouw app, de tweede zijn mijn kerels. Op het moment dat hij in het dorp is, wordt hij gevolgd en weten we van seconde tot seconde waar hij is en met hoeveel man. Wij kunnen ons gewoon bemoeien met verhuizen.”
Ik gaf hem een klap op zijn rug. “Grote klasse van die kerels van jou, dat ze hun zaterdag hieraan opofferen!” Hij grinnikte. “Weet je: ik heb met deze kerels in Afghanistan gezeten, samen de poort uit, samen er weer in… Dan groeit er wat.” Ik knikte. “Hoef je me niet te vertellen… Been there, done that, got the T-shirt… Oh, voor alle zekerheid heb ik ook mijn grootste vriend meegenomen.”
Ton keek me aan. “Je bedoelt toch niet…” Ik knikte. “Ja, dat bedoel ik wel.” Ik liet hem mijn buks zien, die al op de voorsteunen in een van de slaapkamers stond. Ton keek me aan. “Legaal?” Ik knikte. “Magazijn met acht patronen. Mijn trefferbeeld is 4 centimeter op 50 meter. En doet op 50 meter genoeg pijn om iemand af te laten zien van gekke dingen. Kortom: op korte afstanden beter dan een pistool. En geruisloos, dankzij een prima demper.”
Hij keek peinzend.”Je weet dat, als je dat ding gaat gebruiken, je héél diep in de shit zit, hé?” Ik knikte. “Alleen te gebruiken voor zelfverdediging.” Hij keek me aan. “Ik hoop van harte dat hij niet nodig is.” “Dat hoop ik ook, Ton.” Ik zette de buks in een keukenkast.
Op dat moment draaide een auto de parkeerplaats op. “Ha, daar zijn Pa en Ma!” Ton zwaaide even naar beneden en ik kon de gestalten van Rob en Tony onderscheiden. “Weten zij het al van jou en Claar?” Hij schudde z’n hoofd. “Nee. Maar over een halfuurtje wél. Jouw ouders weten, als het goed is, ook nog van niets. We vonden dat vandaag een mooie gelegenheid was om het wereldkundig te maken.” Ik knikte. “Snap ik. Ben benieuwd naar de reacties!” Hij grinnikte. "Ik ook. O kijk, daar is jouw familie!” Pa, Ma, Clara en Melissa stapten uit en liepen de entree in. “Hé makker… Als het goed is over een tijdje ook JOUW familie!” Hij keek me aan. “Verrek…”
Even later was het hele gezelschap compleet en konden we koffie halen bij Joline. Die tikte even later met haar lepeltje tegen haar kopje. “Mag ik even de aandacht? Allereerst dank dat jullie ons willen helpen. In feite: mij willen helpen om zo snel mogelijk hier weg te wezen. Als je dit flatje vergelijkt met Kees z’n kasteeltoren, snap je ook wel waarom. Maar da’s niet de enige reden, zoals jullie weten. Daarom heeft Ton een aantal van zijn mannen bereid gevonden om ons te beschermen, mocht dat nodig zijn. Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. Ton kan daar iets meer over vertellen. Ton?”
Ton lachte. “Dank je wel, zussie. Het verhaal wat ik van Joline en Kees opving was voor mij reden genoeg om wat maatregelen te nemen. Deze flat is voorlopig de enige plaats die –misschien- bekend is bij die motorgangster.
Daarom heb ik aan mijn kerels gevraagd om mij op hun vrije zaterdag te helpen. Laat ik het zo stellen: Er komt geen muis het dorp in zonder dat ik het weet. Zelfs geen motormuis. Komt hij, dan evacueren we de dames en gaan Kees, mijn kerels en ik tot actie over. Dan heeft hij héél snel spijt van het feit dat hij hier z'n neus heeft laten zien. Mijn kerels zijn zonder uitzondering veteraan en staan hun mannetje." Hij keek even naar mij. "En uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat vriend Kees hier ook wat gevechtservaring heeft... Komt hij niet, dan kunnen wij ons concentreren op het leegkruien van dit flatje. En als ik het zo bekijk, zijn we daar vrij snel mee klaar mee en kunnen we ons richting Veldhoven verplaatsen. Onze hulptroepen assisteren ook daarbij; ze escorteren ons.”
Hij liet even een korte stilte vallen. “And now for something completely different: Clara?” Die stond glimlachend op en liep naar Ton toe. Ze sloegen een arm om elkaar heen. “Wel allemachtig…” hoorde ik Rob zachtjes zeggen. “Hier van hetzelfde…” zei Pa.
“Waar een schaal met hapjes al niet toe leidt… Ik werd afgelopen woensdag als door de bliksem getroffen toen deze dame mij een hand gaf. En dat bleek wederzijds te zijn. Clara was daarna nogal uit haar normale doen, dus vandaar dat ze niet zoveel zei, die avond. Wat overigens een aangename afwisseling is bij een vrouw…” Die opmerking leverde hem een donkere blik van Claar op.
“Hoe dan ook: wat later bood ze heel lief aan om een schaal met hapjes naar het terras te brengen. En toen heb ik even vals gespeeld: ik gaf haar de schaal en voor ze die goed vast had, liet ik ‘m vallen. Héél onhandig natuurlijk. Gevolg: voor twintig euro aan hapjes op de grond, Bengel een feestmaal. Kees over de jank en Clara en ik verplicht corvee. Waarvoor dank, Kees.
Een lang verhaal inkorten en ontdoen van voor jullie niet relevante details: eergisteren zijn Clara en ik een kilometer of twee wezen wandelen op de Wageningse Berg. Normaal doe je daar twintig minuten over; wij hadden er drie uur voor nodig. Daarna waren we het over eens dat wij bij elkaar horen.” Hij draaide zich naar Clara, omhelsde haar en gaf haar een lange zoen.
Daarna zei Clara: “In het begin van die wandeling zei ik nog tegen hem dat, als hij mij zo vreselijk aardig vond, hij dat ook gewoon had kunnen zeggen in plaats van die schaal met hapjes op de grond te laten flikkeren. Maar daar had meneer geen boodschap aan. Een lange wandeling kort beschreven: na tien minuten stonden we te zoenen in het bos.”
“Ik wíst het!” hoorde ik Tony mompelen. “Ik vermoedde ook al iets…” zei mijn Ma. “Claar was inderdaad bijzonder stil afgelopen woensdagavond…” Melissa stond op. “En het is jullie van harte gegund!” Ze liep naar Ton en Clara toe en gaf ze allebei een dikke zoen. “Pas je goed op mijn zussie?” vroeg ze aan Ton. Die knikte. “Beloofd. Ik zal op haar passen alsof ze m’n liefje is!”
Een voor een wensten we hen geluk. “Kom lui, op deze manier zijn we overmorgen nog niet klaar”, zei ik daarna, “Ik stel voor dat Ton en ik sowieso hier blijven en spullen naar beneden sjouwen, beide pa’s kunnen het busje besturen richting Kringloop of stort. Beide ma’s helpen Clara, Melissa en mijn liefje mee om het zaakje hier enigszins toonbaar te maken én te zorgen dat het koffiepeil boven de daarvoor gestelde limieten blijft, oftewel minimaal één bakje per persoon aanwezig. En ja, dat is uiterst rolbevestigend, maar ik zie geen van de dames vrijwillig haar hand opsteken om te gaan sjouwen, dus laten we het maar even zo.
Als wij klaar zijn met sjouwen gaan wij gaten dichtplamuren, overige rotzooi opruimen enz enz. Met een beetje doorbuffelen kunnen we om 12:00 de sleutel inleveren en wegwezen. Ton: hebben jouw mannen overigens koffie en eten bij zich?” Ton knikte. “In de hand, dankzij mijn pelotonssergeant. Iedereen heeft twee thermosflessen koffie en voldoende lunchpakketten om de hele dag door te komen.”
Ik dacht even na. “Ik stel voor om diegenen die daar trek in hebben en dat geldt zeker ook voor jouw mannen, Ton, als we klaar zijn, bij ons uit te nodigen. Ik regel vlees, een paar kilo frites, een paar kratten bier en een krat cola, en dan maken we bij ons op het terras er een feestje van. Als bedankje.”
Ton knikte. “Goed plan! Maar dan moet er wél gewerkt zijn! Aan de slag, mensen. De centen van de Koning zijn niet van blik!”
Ton, Pa, Rob en ik begonnen met het naar beneden sjouwen van de meubels. Dat ging op zich redelijk, alleen de bank was even afzien. Joline keek wat weemoedig toen de bank de deur uitging. Ik zag het en vroeg: “Wil je liever de bank houden en mij bij de Kringloopwinkel neerzetten? Dat kan, hoor… Je hoeft het maar te zeggen…”
Ze keek me aan. “Nee, laten we dat maar niet doen. Die bank kan niet koken en afwassen. Maar ik heb er wel een goeie herinnering aan!” Ik gaf haar een snelle zoen. "Lief van je dat je mij wilt houden..." Haar ogen fonkelden. "Wacht jij maar af, ridder..."
Alles, inclusief de bank, ging in één keer in het busje en Pa en Rob reden weg richting kringloopwinkel in Alphen. Toen ze alles daar gedumpt hadden wisselden ze het busje in voor de Volvo en kwamen weer richting flat.
Joline en ik begonnen de paar gaatjes die Joline in de slaapkamers en de keuken had geboord dicht te plamuren. Ton en Claar deden dat in de kamer. Tony, Melissa en Ma gingen aan slag met emmers sop om de ruimten die leeg en klaar waren schoon te maken. Op die manier schoot het lekker op...
Volgende deel: Mini - 24