Vervolg op: De Wondere Wereld - 1De dagen in de koude fjord vorderden en Annes interesse groeide. Ze wist plekjes in de herberg te vinden van waaruit ze goed de mensen konden bespieden. De onwetende gasten hadden vaak geen idee. Ze zag vooral mensen seks hebben, af en toe een paar dwergen, als ze niet dronken waren en dat gold eigenlijk ook voor de gnomen. De Alliantie bestond niet alleen uit gnomen, dwergen en mensen. Heel af ten toe verscheen er een nacht elf of een draenei. Bizarre wezens. Beide rassen leken overigens wel op mensen. En er ging een gerucht dat er zelfs nog meer zich hadden aan gesloten bij de Alliantie, maar dat was nog maar een gerucht en het nieuws uit het thuisland duurde er altijd even over voordat het hier aankwam. Onder tussen had zich een enorme troepenmacht verzameld in Valgarde. Overal waar kon, stonden tenten gevuld met soldaten. Vaak bleven ze maar een paar dagen en trokken dan verder, om alleen weer vervangen te worden. Hazel had wel eens haar zorgen uitgebracht naar de plaatselijke commandant maar die garandeerde iedereen hun veiligheid. Hazel trok van het gehele kamp de aandacht en Anne die met haar mee was vroeg zich af waarom zij voor een oude dwerg had gekozen in plaats van een van deze fitte eervolle soldaten. Maar dat durfde ze nooit te vragen. Ze zou zich ontzettend schamen als Hazel er achter kwam dat Anne van hun wist.
Anne keek omhoog naar de rode aura die in de lucht hing. De fjord was zo adembenemend mooi en ze zat te twijfelen of ze deze oase wel wou verlaten. Helemaal nu ze de lol van het bespieden had ontdekt. Ze had even een ommetje gemaakt voor frisse lucht en ze dacht dat ze naar alle waarschijnlijkheid haar hulp wel weer nodig zouden hebben in de herberg en ging gehaast terug. Coot, de barman die bekend stond als ‘’De vreemdeling’’, stond niet op zijn gebruikelijke plek. Ook Coot was al een wat oudere man. Bruin haar, waar die het nog had, bovenop zijn hoofd niet meer dus, en zijn plek was nu ingenomen door Brom, die iets zenuwachtig zijn taak over genomen had. ‘’Hey, Anne. Moet jij niet boven opruimen?’’ vroeg hij gedrukt. Ze schudde van niet. ‘’Nee, dat is al gebeurt hoor. Waar is Hazel?’’ Grom wist het niet, maar hij gedroeg zich vreemd en Anne vertrouwde het niet. Ze had al wel een vermoeden maar om Grom op het verkeerde pad te brengen, deed ze net alsof ze hem op zijn woord vertrouwde en vertrok naar boven. Het was haar namelijk al eerder opgevallen dat af en toe Hazel en een werknemer, plots verdwenen voor een kort moment. Daarom sloop ze boven uit het raam en liet zich in het koude gras en mos zakken op haar blote voeten en sloop ze rond in de omgeving van de herberg. ‘’Ver kunnen ze niet zijn.’’ Fluisterde ze zacht terwijl ze ijverig op zoek was. En dat klopte. Het kelderluik aan de achterkant van de herberg was dicht. En die was nooit dicht. De koele, soms kille lucht zorgde er voor dat veel goederen zo door de natuur gekoeld bleven en een dichte kelder zou het opwarmen binnen. Voorzichtig sloop ze naar binnen de trap af en ontdekte dat het hier alles behalve koel of kil was.
Coot stond er om bekend dat hij nooit wat zei en vaak maar halfdood voor zich uit zat te staren, ook achter de bar. Maar hij deed z’n werk. Anne had aan Hazel wel eens gevraagd hoe duur de hele onderneming van de herberg was en ze deed altijd een beetje moeilijk over de kosten. Anne was bezorgd dat ze vaak tekort kwamen, maar nu kreeg Anne dan eindelijk antwoord op die vraag. ‘’Hoe wil je deze maand betaald worden?’’ Anne keek om de hoek en zag Hazel verleidelijk tegen Coot aanstaan. Hij zei niets. Maar zijn ogen waren alles behalve dood. Hazel was echt een mooie vrouw, dat vond Anne zelfs, en zij verleide blijkbaar niet alleen Brom, de kok, maar dus ook Coot. En waarschijnlijk de rest ook. Coot zei niets maar legde zijn hand op haar schouder en toen Hazel de druk voelde zakte zij al snel lachend en verleidelijk door haar knieën. Annes ogen werden groot toen ze de enorme lul tevoorschijn zag komen van de stille oude man. Hazel kreunde lachend en deed toen ‘Haar werk’. Zo wist ze dus de kosten laag te houden. Door het met het personeel doen. Iets wat Anne overigens helemaal niet afkeurde, in tegen deel juist. Anne had haar eigen schaamlipjes alweer gevonden en keek gewillig toe hoe Hazel de dikke lul verorberde. Coot zei niets, deed niets, maar dacht duidelijk wel wat. Zijn gezichtsuitdrukking was zoals altijd maar zijn ogen, die verraadde hem. Hij kreunde niet, en zuchtte ook niet een keer. Hazel wel. Ze gaf alles en met veel geluiden slurpte ze zich vast op zijn lul. ‘’Ga je met het nog geven, grote jongen?’’ zei ze zwoel nu ze de lul even uit haar mond had gehaald en er aan zat te trekken. Later stond ze voorzichtig op en boog ze voorover tegen een lading goederen. Ze trok haar lange jurk omhoog en Anne en Coot zagen dat het helemaal kaal was daaronder. ‘’Wat een geile gedachten, gewoon geen ondergoed dragen en je kan wanneer je wilt.’’ Hijgde Anne zachtjes. Coot kwam in beweging. Rustig en houterig ging hij tegen Hazels achterkant staan en drukte hij zijn enorme lul in haar. Luid ontving ze hem en liet ze zich opvullen. Coot werd wakker, zo leek het wel. Hij zette zijn handen op haar heupen en begon uit eigen beweging op Hazel in te rammen. Anne kon niet geloven dat een lul zo groot, in Hazel paste, of laat staan in haar. Maar die gedachten wond haar eerder meer op dan dat het haar afschrikte. Coot beukte rustig en geruisloos door en Hazel nam elke stoot juist diep en luid. Hazel liet haar vlak voor het einde nog door Coot optillen met haar benen gespreid om hem heen veranderde de positie, maar niet het betalen. Hazel veerde op en neer totdat Coot stopte met bewegen. Anne zag de lul die voor de helft in haar zat kloppen en Hazel veerde nog iets op. Toen stapte ze van zijn lul af en hij liet haar zakken. Een beetje sperma liep langs zijn lul wat nog even door, een opnieuw bukkende, Hazel werd op gezogen. ‘’Goed gewerkt Coot!’’ zuchtte ze uit en ze gaf hem een klap tegen zijn schouder. Beiden maakten zich zelf weer netjes en Anne vluchtte snel en kletsnat de kelder uit. Ze verstopte zich in de bosjes nadat ze het luik weer voorzichtig dicht had gedaan en wachtte op de twee.
‘’Haal jij Lanolis en Fayin even?’’ ze kuste hem op zijn wang. Blijkbaar was het betaaldag vandaag want even later ging Hazel met deze twee heren weer de kelder in. Lanolis en Fayin waren niet alleen de plaatselijke alchemist en herbarist, maar ook beide nacht elven. Anne begreep dat ras nooit zo. Ze waren wat langer dan mensen, hadden grote spitse oren en waren altijd maar erg met de natuur bezig. Maar blijkbaar wouden ook zij toch zo betaald worden, in naturen, maar welke man zou dat nu niet willen, met een baas als Hazel. Anne twijfelde even maar besloot toen toch om weer te gaan spieken. Ze was ook wel benieuwd hoe deze elven er daar beneden uit zouden zien.
Binnen waren de drie al vol op bezig en blijkbaar had Hazel ook nogal haast. De een lag naakt op een tafel, dat was Fayin, de donkerste van de twee, en de ander stond naakt tussen zijn benen, Lanolis dus. Waarom een doen als je er ook twee tegelijk kan doen, moet ze gedacht hebben. Waar de seks tussen haar en Grom nog enigszins passioneel was, leek dat van zojuist met Coot al wat meer strikt zakelijk. Maar deze twee werden helemaal ordinair afgewerkt. Want Hazel lag tussen de twee in en liet de twee in haar twee gaatjes soppen. Nacht elven waren dus iets groter en hun grove gespierde lichamen namen dankbaar gebruik van de gewilligheid van Hazel. Fayin neukte voorzichtig haar kontje terwijl Lanolis in en uit haar poes glibberde. In tegenstelling tot Coot, waren deze twee heren wel hard aan het kreunen. Hazel keek met weggedraaide ogen doelloos omhoog en liet zich nemen. Anne vond Hazel juist altijd een sterke vrouw en was haar voorbeeld, maar ze bleek nu niet meer dan een hoer te zijn die haar werknemers betaalde met seks. ‘’Al moet je best sterk zijn om zo’n grote lul in je kont te willen nemen.’’ fluisterde Anne zacht. Beide heren gingen nog even verder totdat ze haar van de tafel tilde. Hazel had voor het gemak zich ook maar helemaal uitgekleed en toen de twee elven haar op haar knieën duwde , zag Anne voor het eerst Hazels naakte lichaam. Mooie volle borsten, haar lange rode haar, wat ze normaal in een staart had zitten, nu los tot ver over haar schouders. Een lul was ze met twee handen aan het aftrekken terwijl de ander door zichzelf werd beroerd. Ze trok de lul klaar en het elven zaad landde op haar gezicht en gehaast en hijgend probeerde ze zo veel als mogelijk met haar mond op te vangen. Fayin droop af maar bleef nog wel even kijken hoe zijn kameraad het verder af zou handelen. Lanolis zette haar tegen een dikke houten tafel aan en ging achter haar staan. Ze zag duidelijk dat hij wat ouder was en hij genoot volop van het plezieren van zijn eigen baas. Hazel werd zo dan ook naar een hoogtepunt geneukt waarop Lanolis snel van gaatje veranderde om vervolgens daar zijn eigen hoogtepunt te beleven. Anne haastte zich weer snel naar boven en rende nu gelijk door naar haar eigen kamer. Coot stond weer op zijn eigen plek en Brom had niet eens door dat Anne zojuist eerder uit het raam was gesprongen. Ze sprong haar bed in en tot in het oneindige begon ze zichzelf te vingeren en speelde ze met haar clitje. De seksuele prikkelingen waren haar te veel geworden. Diep zat ze in haar eigen poes en de pijn in haar nek bleef nu zelfs helemaal weg. Alsof het zo zou moeten.
De volgende ochtend werd ze pas wakker na in een sekscoma gelegen te hebben. Ze had geen idee hoelang ze hier lag maar er was iets goed fout. Er was veel oproer buiten en mensen schreeuwden en toen ook zij gehaast haar kamer verliet zag ze paniek. ‘’Ze zijn terug!’’ Anne haastte zich snel naar de veranda en kon haar ogen niet geloven. In het dorp was een hoop rook en een hoop vuur. Overal lagen lijken en sommige gebouwen waren tot de grond afgebrand. Ze hoorde de vleugelslagen van iets groots in de lucht en zo af en toe wat gebrom, maar meer dan wat schimmen in de vuurrode lucht die gevuld was met rook, kon ze niet zien. Ze haastte zich naar beneden en heel de herberg was in rep en roer. Ze rende door naar buiten toen ze Hazel niet kon vinden. ‘’Jij daar! We hebben je nodig!’’ ze dook weg en zag de man opgepakt worden door een grote rode protodraak met daarop een reus. ‘’De reuzen!’’ riep ze uit. Het leger was aan het terug vechten maar de draken en de speerwerpers die daar op zaten waren geen partij. Ze werd mee getrokken door een dwerg in een mooi glimmend pantser. ‘’Macalroy. Aangenaam.’’ Zei de dwerg alsof er niets aan de hand was. Maar zoals veel veteranen hadden de meesten al wet wat gekkere dingen meegemaakt. Hij had het steeds maar over het behouden van de haven en dat als zij wou helpen dat ze zich bij de viceadmiraal moest melden… ze begreep er niets van en ze was licht in paniek. Maar de dwerg duwde haar een kant op voordat ze beiden bijna werden gespiesd op een enorme speer. Bij het water werd het hardst gevochten en daar vond zij de viceadmiraal, die onder de naam Keller bekend stond.
‘’Ah, rekruut!’’ riep hij naar haar en duwde een oud zwaard in de handen van het meisje. ‘’De poort, verdedig de poort!’’ Anne was zojuist wakker geworden uit een sekscoma, maar nu voelde het bijna compleet natuurlijk dat ze haar eigen stad wel even zou verdedigen. En daarom haastte ze zich ook langs de stadsmuur naar de poort. Tussen de barricades en het vuur heen zag ze soldaten vechten. Maar er was meer. links van haar werd een soldaat in tweeën gebeten door een wolf, zo groot had ze nog nooit gezien, die daarna belaagd werd door drie andere soldaten, die de wolf uiteindelijk plat kregen. Ook te voet vielen de reuzen aan terwijl zo nu en dan nog een bereden draak voorbij vloog. Anne kon haar ogen niet geloven en ze wist zeker dat ze hier dood zou gaan. Totdat haar arm vast gepakt werd. ‘’Blijf dicht bij mij, als je wilt overleven.’’ Een rustige donkere stem sprak haar toe en ze keek naar de persoon naast haar op. Ze schrok zich rot. Waren het niet de reusachtige wolven die de Valgarde aanvielen, dan stond er wel een ander soort wolf naast je. Ze had zoiets nog nooit gezien. Maar in een dik pantser gehuld stond een grote zwarte wolf op twee benen naar haar te grijnzen. ‘’Mannen! Volg de held!’’ ‘’Een held?’’ vroeg ze zich zachtjes af. Ze had over ze gehoord. Een held was je niet zomaar in deze wereld, dat waren de meeste dappere veteranen met vaak bijzondere krachten die elk gevecht konden beslissen. De ogen van de wolf naast haar lichtte op en onder luid gehuil trok hij ten strijde, en Anne moest dus bij hem in de buurt blijven. Zijn aanwezigheid voelde kil aan maar ze gehoorzaamde hem maar en volgde hem de rook in en de strijd in. Om z’n zij hing een hoorn waar hij kort maar luid op blies voordat hij zijn klauwen in een van de aanvallende wolven zette. Het hele peloton soldaten leek meer kracht te krijgen en ook Anne voelde het. Ze had geen idee wat hij was of waarom hij hier was maar blijkbaar was het natuurlijk voor de andere soldaten, die nog steeds wel verliezen leden maar wel minder als voorheen. Ze hakten met hun zwaarden de benen van de reuzen om en onthoofde meerdere wolven. Het geweld werd haar bijna te veel maar pas toen zij en de ‘held’ geïsoleerd raakte van de rest zag zijn ware kracht. Anne stond al die tijd angstig met een zwaard in haar handen, maar had nog geen een keer ermee gezwaaid. Ze ontdook van alles en nog wat maar moedig bleef ze staan op het slacht veld. Ze keek om haar heen en zag de zwarte wolf op twee poten, en dan weer op vier poten heen en weer springen door de rook heen waarna vaak een doodskreet luidde van een reus. Vliegensvlug en genadeloos was hij.
Maar nu was ze alleen en ze hoorde het gehuil van wolven om haar heen. Ze stond tussen grote bomen in op een open plekje en de rook werd dikker nu het ging schemeren. Angstig keek ze om haar heen en ze realiseerde nu dat ze omringd was. De bloeddorstig wolven huilde nog harder totdat eentje er zijn aanval inzette. Maar achter de wolf zag ze haar held staan. Hij draaide met zijn vingers en links van haar begon een wolf die al dood was, zich te beroeren. Het levenloze kadaver stond weer op en gooide zich voor Anne en weerhield zo de aanval af. De held sprong in een keer naar haar toe en stelde haar gerust. ‘’Blijf bij me, had ik toch gezegd.’’ Ze durfde niets te zeggen en keek toe hoe haar held vervolgens de een na de andere wolf afslachtte. En niet zomaar, maar met zijn krachten dus. De tot leven gewekte wolf viel nadat die een paar van zijn eigen had omgebracht, gewoon weer dood neer. Allemaal erg eng en zo. De held sloeg in de grond met een vuist en de grond begon te koken. Een rottende lucht trok op en wolven en later ook reuzen die er in stonden zakten door hun poten en benen, om vervolgens door de grond opgenomen te worden. Anne wist niet wat ze van haar held moest denken. Hij leek wel duistere krachten te bezitten. De overige aanvallers leek hij te bezweren. Met zijn handen in zijn lucht, maakte hij vuisten en huilde het nog een keer uit. Alles wat vijandelijk was kwam zijn kant op getrokken en een naast de rook en schemer, trok er nu ook een hoop stof op. En dat alleen maar om hem heroïsch te voor zijn te laten komen nadat hij de aanval had afgeslagen.
Anne zat in het kamp bij te komen toen ze de zwarte recht opstaande wolf voorbij zag lopen. Hij had zich gemeld bij Keller. ‘’Doodsridder! Zonder jou waren we verloren geweest.’’ ‘’was dat z’n naam?’’ vroeg ze zich af. De wolf zij weinig en floot alleen op zijn vingers. Uit het niets verscheen een grote gouden draak en samen stegen ze op naar de kliffen boven Valgarde. Anne leek weer bij zinnen te komen nadat alles wat ze zojuist meegemaakt heeft en haastte zich terug naar de Herberg. Het was een puinhoop maar gelukkig was het gebouw niet getroffen door enig vuur of draak. Binnen zag ze dat iedereen ook nog eens ongedeerd was en dat Brom zat te schelden tegen zijn gasten. ‘’Waar halen ze het lef vandaan?!’’ hij stond op de bar en sprak een kleine groepje personeel toe. ‘’Zij zijn die ruïnes ingetrokken en zij hebben daar iets geflikt waardoor die reuzen opeens weer terug zijn.’’ Zijn hoofd kon niet roder meer zijn. ‘’En waar was jij?!’’ riep hij nar Anne. Maar die kon niets uitbrengen. Hazel omarmde haar toen ze Anne zag staan. ‘’We zullen je alles uitleggen.’’ Zei ze angstig. Ten eerste vertelde Hazel over de plannen van het leger. Een groepje archeologen was de oude stad van de reuzen ingetrokken en hebben daar in de catacomben iets los gemaakt, de hel bleek zo, volgens Grom.de archeologen zijn vermist, scouts van het leger levend doorboord, wachtend op hun dood en de haven van Valgarde lag onder belegering. Het was goed mis dus.
Maar Anne liet zich niet uit het veld slaan, sterker nog, ze wou dit oplossen. Daarom zocht ze de held van vanmiddag op en op handen en voeten beklom ze steile klif, hopend op het vinden van hem. En ze vond hem. Het was donker maar net over de rand van de klif lag de zwarte gepantserde wolf voor een kampvuur. Zijn draak lag achter hem en schermde hem af tegen de gure wind die hier boven hard waaide. Maar het was lang ziet zo kil als de blik die ze van de wolf kreeg toen hij haar opmerkte. Zijn oren spitste zich, maar zonder vrees liep Anne op hem af en ging tegenover hem zitten, dicht bij het vuur. ‘’Ik heb je nog niet kunnen bedanken.’’ Hij was recht op gaan zitten en ook zijn draak keek verast toe naar het meisje. ‘’Je moet me alleen laten.’’ Een zware iets wat krakerige stem kwam uit zijn keel. Maar dat wou Anne niet. ‘’Wat is je naam?’’ ze kreeg geen antwoord maar werd alleen maar aangestaard door beiden. Beiden gromde ze ook wat naar haar, maar na dat stopte de wolf zijn draak. ‘’Wat ben je eigenlijk?’’ vroeg ze nu aan hem. ‘’Verdoemd.’’ Kreunde hij zachtjes uit. Ze maakte zich zorgen over hem. Hij bloedde op meerder plekken maar dat leek hem weinig te doen. Het bloed smolt, zo leek het wel en kroop toen weer terug zijn lichaam in. Gedonder hoorde men achter hun vandaan komen en de grond trilde.
Even later werd het drietal bekeken door een stormgigant. En Anne dacht dat de reuzen die Valgarde aanvielen al groot waren. Maar deze dan. Deze was zeker vijf keer zo groot. Hij keek toe en leek aan te willen vallen maar toen hij kort oogcontact had met onze held, droop hij af. ‘’Wat was dat?’’ vroeg ze voorzichtig en verast. Weer kreeg ze geen antwoord. ‘’Wat ben jij?’’ vroeg hij toen. Ze keek hem even door het vuur argwanend aan maar besloot hem toen maar het voordeel van de twijfel te geven. ‘’Ik? Ik ben Anne, 18 jaar oud. En ik woon hier beneden al heel m’n leven.’’ Hij gromde wat naar haar, maar op een goeie manier. ‘’En jij?’’ en eindelijk gaf hij antwoord. ‘’Mij noemen ze Grayface, mijn echte naam weet ik niet meer.’’ ze luisterde aandachtig nu de held los bleek te komen. ‘’Ik was ooit een slaaf… maar nu ben ik vrij en zoek ik die, die mij ooit kwaad heb aangedaan, op zoek naar mijn oude meester om die terug te pakken.’’ Oh, dat had ze niet verwacht. ‘’En… wat ben je precies?’’ hij twijfelde even. ‘’Allereerst ben ik een worgen.’’ ‘’Worgen?’’ ‘’ik heb twee vormen, menselijk en dit wat je nu ziet, wat ik eigenlijk ben...’’ ze was erg onder de indruk van hem. ‘’Maar ik ben ook een kampioen van een groep die zich ‘’De kruisvaarders’ noemen. En ik mij daarin gemanifesteerd als een Doodsridder, gespecialiseerd in de kunsten van het bloed…’’ hij keek op naar haar en grijnsde. Een rilling trok door haar lichaam. Hij stond op en liep naar haar toe. ‘’zeg een eerlijk, jij vertelt mij niet alles of wel?’’ de argwanende toon van de worgen beviel haar voor geen meter. Snel pakte hij haar haar vast en keek naar haar nek in het licht van het kampvuur. ‘’Een tatoeage?!’’ zei hij verschikt. ‘’Een tatoeage?!’’ antwoorde zij. Hij liet haar los en ging door zijn hurken naast haar zitten. ‘’De maagden vloek…’’ hij zuchtte even. ‘’Arm kind.’’ ‘’Wat? Wat bedoel je, wat deed je nou?’’
‘’Je bent vervloekt. Door een bloedritueel…’’ hij wist er alles van wat zijn oude meester die hij achterna zat bleek meer uitgericht te hebben dan alleen het leven van Grayface af gepakt te hebben. Hij werd voorzichtiger. ‘’Meisje, ga naar huis, voordat ik me aan je vergrijp.’’ Anne wist niet waar hij het over had maar ze ging nergens naartoe. Ze wou alles weten. En daar drong ze dan ook op aan. ‘’Jouw bloed, is niet meer wat het was, toen je geboren werd. Het is aangepast. Meer hormonen die je de drang geven om seks te hebben, en zo.’’ Zei de zwarte wolf toch iets wat verlegen. Was dat dan wat in haar los was gekomen de laatste paar dagen? En de geest, had hij het hier over? Toen ze haar ervaring met hem deelde, beaamde hij dat. ‘’Ja, dat is jouw leven nu.’’ Maar Anne vond het helemaal niet erg. Had ze nog niet eerder gevonden dus waarom nu wel. ‘’Ga toch maar terug. Mijn koude lichaam kan niets goeds meer.’’ ze keek naar de trieste worgen die tegen zijn draak aan ging liggen, die alles had aangezien. ‘’Je snapt het niet.’’ Fluisterde hij nog. ‘’Nu zijn het mannen, maar straks wordt het alles…’’ ze stond op en keek over de baai uit. In Valgarde brandde fel licht, maar dat waren nog branden die ze aan het blussen waren. Voor de rest alleen maar duisternis. ‘’Wat moet ik doen?’’ vroeg ze nog. Het bleef heel lang stil en ze ging op de rand van de klif staan. Ze was bang geworden en radeloos. ‘’Ben ik verdoemd?’’ fluisterde ze. En ze liet zich langzaam voorover vallen en viel de fjord in. Alleen maar om op het laatste moment op de rug van zijn gouden draak te landen die haar weer bij hem bracht. ‘’Ben je gek geworden?!’’ hij trok haar van de draak af en gooide haar op de grond. ‘’Ik kan er ook niet tegen vechten.’’ Zuchtte hij. ‘’Je bent een parel voor de wereld… maar voor jezelf is het zojuist moeilijker geworden.’’ Ze keek angstig tegen hem op. ‘’Wees niet bang, Anne. Ik doe je niets. Blijf hier vannacht.’’ En dat deed ze. Totaal verward en aangeslagen positioneerde ze zich tussen de draak en de worgen. De worgen voelde ijskoud aan maar de draak compenseerde dat ruimschoots. En onder de zware adem van de draak viel ze nu voor het eerst buitenshuis in slaap.
Volgende deel: De Wondere Wereld - 3