Vervolg op: Mini - 67De volgende ochtend werden we vrijwel tegelijk wakker. Na een knuffel zei Joline met een brede lach: “Zullen we ons even gaan ontsmetten van lichaamsvreemde stoffen, Kees?” Ik trok een wenkbrauw op. “Wil je nú al aan de Irish Coffee?” “Nee dwaas. Zwembroek aan, even een plons nemen.”
Ik rekte me overdreven uit en gaapte. “Als ik ergens een bloedhekel aan had in m’n diensttijd was dat het fenomeen ‘ochtendsport’. En wat doet mijn eigen vriendinnetje? Die stelt nota bene zwemmen voor als ochtendsport. Helemaal the bloody limit. Heb ik tóch de verkeerde uitgezocht?”
Joline keek me aan, haar ogen nét boven de slaapzak uit. “Meneer Jonkman, je ochtendsport heb je al gehad. Vanochtend om 00:30. En die beviel je uitstekend…” Ze giechelde. “En te horen aan de vering van de camper heeft minimaal één paartje hiernaast vannacht rond drie uur ook van eenzelfde soort ochtendsport genoten… Misschien wel beide paren, simultaan.”
Haar ogen schitterden ondeugend. “Dus nu, meneer: onderbroek uit, zwembroek aan en zwemmen met je luie lichaam. Iemand vertelde mij ooit dat koud water ’s morgens hem wakker maakte. Dat kan een potje zwemmen ook doen.” Ze ritste de slaapzakken open, trok haar T-shirt en panty uit en een gitzwart badpak met gele strepen aan.
“Jolien, als jij hiermee in een vol zwembad duikt, krijg je de hele mannelijke populatie achter je aan…” Ik keek bewonderend naar haar slanke lichaam, nu geaccentueerd door de zwarte stof. Ze lachte me uit. “Dan weet je meteen waarom ik zo snel kan zwemmen, Kees Jonkman… Puur overleven!” Ondertussen had ik m’n zwembroek ook aan en ritste de tent open. Zo te zien was er nog niemand wakker in de camper. We liepen er naar toe, gooiden de deur open en liepen naar binnen.
“Zo, luiwammessen… ochtendinspectie! Wie ligt naast wie? Overeind!” Rob kwam als eerste overeind. “Heb medelijden met mij! Ik werd vannacht gewekt door mijn liefje die wakker was geworden van een stelletje hiernaast wat zo nodig hun liefde aan elkaar moest bewijzen… En toen zei mijn liefje: "Wat zij kunnen, kunnen wij ook Rob... Tja…. En wat moet je dan?” “Nee is ook een antwoord, broer…” was het droge commentaar van Ton uit zijn slaapzak.
Meteen daarna kwam Clara overeind. “Is dat zo, luitenant Boogers? Dat ‘nee’ accepteerde jij vannacht anders niet, vriend!”
Melissa ging ook zitten. Gelukkig naast Rob. “Lig niet te klagen, meneer de machinekamerbaas. Jij vond het maar al te prettig dat ik je wakker maakte…”
Joline en ik keken elkaar aan en Joline zei: “Dus… als wij het goed begrijpen, heeft hier vannacht een orgie plaatsgevonden? Ik vraag me af wat de wederzijdse ouders hier van gaan vinden…”
“Klets niet, Joline Boogers”, zei Clara bits, “ten eerste gingen jullie al meteen na de taptoe van bil. Dat konden wij duidelijk horen. Volgens ons was Kees jou ernstig aan het verwennen. En bovendien hebben wij ons heel netjes gedragen: er zijn hier geen, ik herhaal: géén personen van slaapzak gewisseld. Dus: geen orgie, hooguit kan men spreken van simultaan de liefde bedrijven. En dat mag. Wij zijn grote jongens en meisjes, hebben geen toestemming van de wederzijdse ouders nodig.”
Ze lachte breeduit. “En al hadden we die nodig, jammer dan, dan deed ik het toch met deze lekkere luitenant hier naast me.” Ton kwam overeind. “Zo zussie, nou hoor je eens van iemand anders wat een ontzettend lekkere vent ik in feite ben.”
Een meesmuilend ‘Jaja…’ kwam uit de slaapzak van Rob. “Hé, voordat jullie uitweiden over verdere details van jullie belevenissen vannacht: er uit! Zwembroeken/bikini’s en of badpakken aan en we gaan zwemmen! Binnen vijf minuten aangetreden voor de camper in zwemtenue.” Joline was vastbesloten. “Laatkomers worden meegesleurd.”
Rob gaapte. “Zeg zus, dat jij aangestoken bent door het militaire virus van Ton en Kees da’s allemaal leuk en wel, maar laat ons er buiten. Normaal begin ik de dag met een bakje Senseo. Het is al afzien dat de camper zo’n ding niet heeft en nu wil jij me ook aan het zwemmen krijgen? Weet je, de mensheid heeft dingen uitgevonden om zwemmen tot het uiterste minimum te beperken.We noemen ze ook wel ‘schepen’. En op zo’n ding ben ik de baas over het voortstuwingsparadijs. Altijd lekker warm en droog.”
Melissa was zich al aan het omkleden en trok de rits van Rob z’n slaapzak open. “Er uit, mopperkont. Als je het straks koud hebt, krijg je misschien wel wat zoentjes van de zuster.” “Verdorie zuster, ik lig hier in m’n nakie… Een beetje consideratie mag wel hoor.”
Melissa grinnikte. “Dan had je vannacht maar even wat aan moeten doen, in plaats van mij een zoentje geven, je omdraaien en meteen de motorkettingzaag starten. Hier is je zwembroek, die had ik al klaargelegd.” Rob keek me bedroefd aan. “En dat is dan je eigen minnares… Stank voor dank!”
“Als je hier nog langer ligt te miepen Robbie Boogers, krijg je de bijnaam WvdW.” Hij keek Joline vragend aan. “Wat?” “Ja, bijna goed. “Watje van de Week”. Was op de Hogeschool Utrecht de bijnaam voor degene die ’s maandags zat te suffen tijdens college. En nu tempo!” Ondertussen was iedereen omgekleed in zwemtenue en gingen we naar buiten.
Om half acht was het nog doodstil op de camping op een wat oudere Duitse mevrouw na, die aan de waterkant haar hond aan het uitlaten was. Zij keek nogal afkeurend naar ons, toen we, vlak langs haar heen, met lawaai het water inplonsden. De hond, een zwarte Labrador, vond het allemaal wel interessant, want plotseling rukte die zich los en rende ons achterna. “Rudi! Rudi, komm mal hier!” De dame was duidelijk nogal in paniek; de Lab trok zich er weinig van aan en rende ook het water in.
“Rudi! Scheisshund! Hier! Komm zu Mammi!” Rudi had er duidelijk geen zin in; die vermaakte zich opperbest tussen ons. Hij kon ook goed zwemmen en vond het een feest. De eigenaresse duidelijk niet; die stond met een zuur gezicht langs de waterkant.
Ton vond het een beetje zielig worden. Hij pakte het beest in z’n nekvel en probeerde hem naar de kant te krijgen. ‘Der Rudi’ was het er niet mee eens. Clara moest lachen. “Jij hebt geen gevoel voor honden, Ton. En dat voelen ze.”
Ze liep uit het water en riep: “Rudi! Kom mal hier!” En verhip, het beest gehoorzaamde, liep naar Claar toe en ging braaf, al kwispelend, aan haar voeten liggen. Clara pakte de halsband en overhandigde Rudi aan zijn
eigenaresse. Die was dolblij met de actie van Clara en overstelpte haar met bedankjes. En we moesten vooral straks koffie komen drinken… Ze verbleef met haar man in een grote stacaravan honderd meter verderop.
Clara sprak af dat we rond tien uur langs zouden komen en de mevrouw liep met een stuk vrolijker gezicht verder, Rudi aan de lijn. Ton keek haar stomverbaasd aan. “Dat is de tweede keer dat je me voor paal zet met een hond, schatje van me… Hoe flik je dat toch?” Clara gniffelde. “Ik spreek honds, lieve Ton. Bovendien was dit, net als Bengel, een teefje. Wij vrouwen snappen elkaar.”
“Als je hond een teef is, waarom noem je haar in godesnaam dan ‘Rudi’?” Ik keek vragend rond, maar niemand had een pasklaar of gevat antwoord. “Duitsers…. Ik zal ze nooit begrijpen. Nou ja. Ehh, lui, even geen moddergevecht nu; douchen, voor wie het van toepassing is: scheren. Ton en Clara: jullie mag zelf weten wáár en met wiens mesje. En daarna fatsoenlijk aankleden. Straks op koffievisite bij onze Duitse vriendin en haar woefje. Maar na het douchen eerst ontbijten. Ik heb warme Brötchen besteld bij de receptie; die ga ik na het douchen halen. Zal ik meteen kijken of ze ook Kuchen hebben, dan kunnen we die om tien uur meenemen. Mel, wil jij straks zo lief zijn om voor de ontbijtkoffie te zorgen? Anders is jouw vriendje de machinekamerbaas niet te genieten. En zet ook maar theewater op. Alsjeblieft.” '
Melissa lachte. “Het is dat je het zo vriendeijk vraagt en netjes ‘alsjeblieft’ zegt. Maar eerst even douchen, Kees.” De douches waren netjes verdeeld in “Damen” und “Herren”. Gescheiden door een meer dan manshoog schot wat echter niet tot het plafond doorliep. Terwijl we stonden te douchen begon Clara de eerste maten van ‘Bohemian Rhapsody’ te zingen. “Is this the real life? Is this just fantasy?”Melissa viel in. “Caught in a landslide, no escape from reality.” De dames wisten drommels goed dat ik helemaal lyrisch van dit nummer was, dus ik kon het niet laten en zong mee: “Open your eyes, look up to the skies and seeeee…” Samen gingen we tweestemmig verder: “I'm just a poor boy, I need no sympathy. Because I'm easy come, easy go, little high, little low. Anyway the wind blows, doesn't really matter to me, to meeee….” Een tenor ging netjes solo verder: “Mama… just killed a man. Put a gun against his head, pulled my trigger, now he’s dead. Mama… life had just begun. But now I've gone and thrown it all away. Mama… oh oh… Didn't mean to make you cry. If I'm not back again this time tomorrow, carry on, carry on… as if nothing really matters” Het was even stil, tot Melissa zachtjes vroeg: “Was jij dat, Rob?” “Huhuh. Niet slecht hé voor een ouwe oliestoker…”
Ik applaudisseerde, de rest nam het over. “Dat klonk goed man! Ga door!” Een grinnik weerklonk. “Naakt zing ik altijd beter dan gekleed… Maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik de rest van de tekst niet paraat heb.” Melissa was zoals gewoonlijk lekker direct. “De rest van de tekst zetten we wel op papier. Dan kun je bij ons thuis meezingen.”
Clara protesteerde hevig. “Jaja, in z’n nakie zeker… écht niet!” “Kom op zus, niet zo preuts. Hij staat in z’n nakie, jij niet.” Al bekvechtend droogden we ons af en even later stonden zes redelijk netjes aangeklede mensen voor de douches. “Oké lui, ik ga even de broodjes halen…”
Toen ik terugkwam bij de camper stond de tafel gedekt buiten. We gingen lekker eten en daarna werd de camper even opgeruimd en de kleren van het moddergevecht werden gewassen. Dat kon gelukkig in een wasruimte op de camping. Ze konden daar ook in de droger, maar Mel zei dat het beter was als we daarmee wachtten tot na het koffiebezoek.
Om tien uur liepen we, gewapend met een zak chocolaatjes richting de sta-caravan van de Duitse mevrouw en haar hond Rudi. We zagen Rudi braaf voor de caravan zitten, in het gezelschap van de meneer die gisteren de modderfoto’s van ons had gemaakt. Het bleek dat zij een echtpaar waren, Herr und Frau Schmitt uit Dortmund. Stonden hier al een aantal jaren op de camping. Het bleken gezellige lui te zijn die de chocolaatjes bijzonder op prijs stelden en helemaal lyrisch waren van de camping en de omgeving. Rudi bleek een bijzonder aanhankelijke hond te zijn. Een echte allemansvriend die het heerlijk vond om aangehaald te worden. Na een gezellig uurtje namen we afscheid, met de belofte dat Herr und Frau Schmitt ’s avonds bij ons een borrel moesten halen.
Terug bij de camper pakten Joline en Melissa de natte was en brachten die naar de droger. Clara en ik namen de afwas mee en stonden even later gezellig af te wassen. “Toch vreemd dat we daar vroeger zo’n bloedhekel aan hadden, zus…” Claar keek me even aan met haar groene ogen. “We hadden vroeger aan meer dingen een bloedhekel, Kees. Onder andere aan elkaar. En dat is nu gelukkig voorbij.”
Ik legde een hand op haar schouder. “Inderdaad is dat gelukkig voorbij. Toen ik terugkwam uit Afghanistan realiseerde ik me pas goed wat voor prachtige zussen ik heb…” “En wij wisten pas goed wat we misten toen jij dáár was. Vertel eens Kees: denk je er nog vaak aan terug? Aan je missies, bedoel ik.” Ze keek me onderzoekend aan.
“Elke dag, Claar. Maar over het algemeen met een heel goed gevoel. En soms met verdriet, als ik denk aan mijn loopmaatje. Maar de trots overheerst. Trots op wat we daar gedaan hebben, maar ook trots dat ik commandant mocht zijn van negen prima kerels. Kerels die ik elk jaar een dag zie en met wie het goed gaat. Geen PTSS, geen zelfmoordneigingen, allemaal een baan, sommige binnen, anderen buiten de Landmacht… Een van mijn kerels zit in zijn laatste maanden van de KMA. Wordt collega van Ton, ook bij de Infanterie. Ben ik best wel trots op. Een ander werkt sinds kort bij DT, in Joline’s team. Ton kent hem; Fred heet hij. Hij heeft meegeholpen die klootzak te arresteren.”
Clara knikte. “Dat vertelde Ton. Twee meter tien lang en hondertwintig kilo… Indrukwekkend. En die is ICT-er? Zou je niet verwachten bij zo’n lichaam…” Ik grinnikte. “En geen gram vet.” Ik pakte mijn telefoon en liet haar de foto van Fred en mij zien. Clara’s mond viel open. “En die is nu ICT-er?”
Ik knikte. “Én cyber-specialist. Dankzij hem konden we Holtinge in z’n zielige nekvel grijpen. Joline en ik zijn hem uiterst dankbaar. En nu werkt hij bij DT en dollen we regelmatig met elkaar. En hij eet uit Joline’s hand.” Ze keek me aan. “Niet bang voor concurrentie?” Ik schudde mijn hoofd. “Ten eerste hééft Fred een goeie relatie en ten tweede: zelfs al zou hij geen relatie hebben en smoorverliefd zijn op Joline, dan zou hij daar niets van laten merken. Zo zit hij in elkaar.”
Ik keek haar aan. “En jij, lieve zus van me… Hoe zit het met jouw relatie?” Ze bloosde. “Daar heb je vannacht iets van meegekregen… Toch?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee hoor. Nadat ik met mijn vriendinnetje de liefde had gevierd, ben ik vrij snel in slaap gevallen. Joline heeft jullie wél gehoord. Maar dat geeft niet… We zijn grote jongens en meisjes. Maar om terug te komen op mijn vraag: ben jij gelukkig met Ton?”
Ze knikte hevig. “Méér dan dat. Ik kan niet meer zonder hem. Hij weet precies in wat voor stemming ik ben en kan daar feilloos mee omgaan. We katten elkaar best wel vaak af als we in gezelschap zijn, maar eenmaal bij elkaar… Het is een schat. Jullie twee lijken best wel op elkaar.” Ik grinnikte. “Dat zal ik maar als compliment opvatten.”
Clara keek me serieus aan. “Kees, dat is het ook en dat méénde ik. Ik hou van Ton, ik wil met hem oud worden. Maar jij hebt ook een heel speciaal plekje in mijn hart. En ik weet dat dat voor Melissa niet anders is.” Ze legde haar theedoek neer, keek me aan en omhelsde me. “Je bent een hele lieve broer, Kees.”
Ik sloeg mijn armen om haar heen en hield haar even zo vast. Toen drukte ik een zoen in haar haren. “Dank je wel, lieve zus. Ik hou van je.” Ze maakte zich los en wreef even met de theedoek over haar ogen.
Ze knikte. “Ja, zélfs ‘Kattige Clara’ heeft haar emotionele momentjes…” Ik schoot in de lach. “Is dat jouw bijnaam?” “Uhuh… Op de Universiteit. Ik verdenk één van de heren die een blauwtje liep die naam verzonnen te hebben.” “Dat zal niet zonder reden zijn geweest?” Ze knikte. “Als iemand zonder mijn toestemming aan m'n achterwerk zit, kan hij een kat krijgen. En als dat niet helpt, een oplawaai. Hij kreeg beide. Dacht dat ik iets softer zou zijn dan Mel, waar hij eerst iets mee probeerde. Op dezelfde avond nog, verdorie. Van Mel kreeg hij een trap tegen z’n schenen met de waarschuwing dat de volgende trap hoger en harder zou uitvallen. En toen probeerde hij het bij mij. Met een bijzonder rode wang tot gevolg.”
Ze keek tevreden. “Sinds die avond ontloopt hij ons. Nou ja… We nemen toch niet meer zo vaak deel aan feestjes, sinds die preek van Pa en Ma én sinds dat Mel en ik met de heren Boogers omgaan.” Ze gniffelde zachtjes. “Jij bent ergens op aan het broeden, juffrouw Jonkman…” Ze keek me aan. “Misschien is het wel een optie om over een paar weken tóch weer een feestje te bezoeken. Het vijf en twintig jarig bestaan van onze studentenvereniging. Maar dan nemen Mel en ik onze beide geliefden mee. Zijn we meteen van een boel opdringerige jochies af.”
Ik moest lachen. “En de eerste de beste die iets met jou of Mel probeert krijgt een boze luitenant of een woeste machinist tegenover zich… Goeie oplossing, zus! En nu: Verder met de afwas, anders hebben we geen bordjes en kopjes voor de lunch.” Een paar minuten later voegden we ons bij Rob en Ton. Joline en Melissa kwamen na een paar minuten ook terug.
“En dames… is de kleding weer toonbaar? Zijn we klaar voor een volgend moddergevecht?” Melissa schudde haar hoofd. “Oh nee, meneertje. Niks daarvan. Wij hebben niet voor niets de fijne wasjes gedaan. Geen moddergevechten meer dit weekend. De blubber zit tot in onze BH's. Een potje zwemmen, oké, maar that’s all. Bovendien moeten we er netjes uitzien vanavond, dus…”
“Tja, dan is de volgende vraag: wat we vanmiddag gaan doen? Want om hier te blijven lamballen rond de camper, da’s ook niks.” Ton keek het gezelschap rond. “Wat dachten jullie van een lekker stukje lopen? Ik heb eens op Google Earth gekeken: Daar op die heuvel staat een restaurant. Daar lopen we heen, eten daar een hapje en lopen rustig weer terug. Scheelt weer koken vanavond. Ik trakteer. Scheelt afwas.”
“Oh, met afwassen is niks mis hoor…” Clara knipoogde naar me. “Zeker niet in goed gezelschap.” “We hebben lekker gekletst tijdens de afwas”, bevestigde ik. “Ook wel eens goed als broer en zus.” Clara herhaalde letterlijk Joline’s woorden van de avond ervoor: “En Kees had een goed sopje gemaakt…” Ze proestte het uit. Joline keek me aan. “Kees??” Ik hief onschuldig mijn handen omhoog. “Kijk de afwas maar na… Hartstikke schoon. Prima sopje, net als gisteravond.” Joline lachte. “Oké, dan is het goed. Ik dacht héél even…”
“Ja, dat dacht ik ook al”, gromde Ton, “Ongeveer één duizendste van een nanoseconde. En dat was al lang genoeg om me behoorlijk op te winden!” Clara gaf hem een zoen. “Hé, er is er maar ééntje hier die jou opwindt, en dat ben ik, lekker ding…”
“Zozo… Twee keer op één dag lekker ding genoemd worden… Da’s niet verkeerd, broertje!” Rob grinnikte en Melissa keek hem aan. “Ja, dat moet jij nog verdienen, vriendje van me… Doe je best!” Hij keek Melissa aan. “Dat heb ik vannacht al gedaan. En zeg niet dat het niet beviel, want dan jok je.” Melissa keek hem op een manier aan die ik nog niet zo vaak bij haar gezien had. “Ik heb genoten, schat.” Verder zei ze niets, maar kuste Rob even.
Joline greep in op een manier die me bijzonder aan haar moeder deed denken. “En nu, dames en heren: wandelkleding pakken, we gaan een stukje lopen. Dit geklefbek wordt wel héél sentimenteel. Wie neemt z’n fototoestel mee? Kees?” Ik knikte. “Dat zal ik maar doen, want die foto’s die uit die mobieltjes komen zijn drie keer niks.”
Samen met Ton keek ik even op Google Earth en stippelden we een route uit. Toen nog een blik op Weerplaza: het zou licht bewolkt zijn; 16 tot 18 graden. Geen regen. Prima wandelweer. We sloten de camper af en gingen op pad. Gedurende de wandeling vormden zich drie koppels: Rob en Ton, Clara liep met Joline samen op en Melissa en ik sloten de rij. Weer eens wat anders en ik vond het prima.
Tijdens de afwas had ik een goed gesprek gehad met Claar, en nu konden Mel en ik eens lekker met elkaar kletsen. Het gebeurde niet zoveel dat ik met één van m’n zussen praatte; meestal waren ze met z’n tweeën. En dan waren ze toch anders. Mel gaf me een arm. “Hé, lekker om weer eens met mijn broertje samen te lopen. Da’s te lang geleden, Kees!” “Tja… Jij en ik hebben nu iemand anders om gearmd mee te lopen, schoonheid. En ik moet zeggen: dat bevalt ook prima!” Ze knikte. “Klopt. Maar we moeten er voor waken dat we niet als koppels uit elkaar groeien.”
Ik keek haar aan. “Dat is toch de hele bedoeling van dit weekend? Elkaar beter leren kennen en waarderen? Lekker elkaar in de maling nemen? Roddelen over ieders jeugdzonden, gillende ruzie krijgen met je partner om te eindigen met goedmaaksex?” Ze schoot in de lach. “Voor die sex hebben we geen ruzie nodig hoor. Gaat zonder ruzie óók prima.” Ze dempte haar stem. “Zelfs als je zus en háár vriend naast je liggen en ook ‘in elkaar opgaan’, om het maar even plastisch uit te drukken.” Ze giebelde.
“Na onze vrijpartijen gisteren startten beide heren vrijwel onmiddellijk de motorkettingzaag en hebben Claar en ik nog even lekker liggen kletsen. Ervaringen uitwisselen, zeg maar.” Ze keek me ondeugend aan. “We hebben elkaar nog wat tips gegeven…” Ik kneep in haar arm. “Jullie zijn slecht. Arme kerels.”
Ze kneep haar ogen samen. “Misschien is Clara nu wel tips aan Joline aan het geven. Of omgekeerd. Heb jij misschien lol van. Niet zeuren, broertje!” “Ik zal er aan denken, als Joline plotseling met heel andere technieken op de proppen komt. Als het bevalt, zal ik daar uitgebreid verslag van doen, goed?” Ze keek me met één blik aan, die me genoeg zei. Er zou geen verslag komen.
Ik sloeg mijn arm om haar schouders. “Hé zussie… Heb jij het naar je zin met die machinist van je?” Ze keek me weer aan, nu met een hele andere blik. “Kees… toen ik voor het eerst zijn foto’s zag dacht ik: ‘hmmm… ziet er wel aardig uit, maar is niet mijn type.’ Maar toen ik ‘m in Malden voor de eerste keer zag en hoorde, wist ik al: ‘Die is voor mij!’ Maar het bleek net zo’n lomperik te zijn als jij: subtiele hints helpen niet, gewone hints helpen niet, grove hints helpen ook niet. Uiteindelijk moest ik ‘m bijna invalide maken voor hij me zag staan…” Ik grinnikte. “Nou, dat dacht ik niet, zussie. Ook bij het zien van foto’s waar jij op stond, liep bij hem het kwijl al uit z’n mondhoeken…” Ze gaf me een stomp. “Hé gek! Hou eens op met kletsen in plaatjes. Ik zie het voor me en ik word daar niet blij van!”
We kletsten lekker verder en twee uur later naderden we het restaurant. Tijd ook, want we begonnen behoorlijk dorstig te worden. Dus eenmaal aan een tafeltje stonden er al snel zes grote potten bier voor ons.We besloten collectief voor schnitzels te gaan, dat hoort zo als je in Duitsland bent. De drank werd even later neergezet door een vrolijke man die de eigenaar van de tent bleek te zijn.
Joline zei: “We hoeven toch niet meer te rijden…” Ton vond nodig om te waarschuwen. “Houden jullie er rekening mee dat dat bier straks hard in je benen slaat? Eentje: prima, maar gooi er niet meer achterover, anders kunnen we je naar beneden dragen.” De dames keken elkaar aan. “Hmmm…”, zei Joline, “dát lijkt me wel een fijn plan. Lekker gedragen worden door een stel stoere kerels. Wat dachten jullie ervan, meiden? Nemen we er nog een? Of drie?”
Ton keek haar aan. “Lief zussie van me. Voordat jullie straks last hebben van ‘spaghetti-benen’ omdat je teveel bier naar binnen hebt gelurkt: houdt er rekening mee dat de brandweergreep niet zo comfortabel is. Want als jullie je alledrie aan het Duitse bier bezondigen, is het geen kwestie van ‘lekker gedragen worden door een stel stoere kerels’, maar eerder een kwestie van ‘als een zoutzak op de schouder van één stoere kerel liggen’. Met als bonus dat je na zo’n 200 meter je door mij bekostigde diner, inclusief bier kwijt bent vanwege het gehobbel. Been there, did that, got the T-shirt…”
Hij besloot met: “En by the way: ik draag niemand naar beneden die teveel gezopen heeft. Zelfs mijn liefje niet. Alleen als er ernstig letsel is opgelopen ga ik daarover denken. Let wel: denken.” Hij hief zijn glas op. “Proost!” Het bier smaakte heerlijk.
Rob keek om zich heen. “Weet je… zo’n biertje smaakt prima, en die chef lijkt me een prima gozer, maar wat ik hier mis zijn die leuke meiden in van die alpenjurkjes met zo’n enorm decolleté. Jammer.” Melissa ging rechtop zitten. “O? Mis jij leuke meiden? Is er iets mis met je ogen? Kijk eens om je heen… Hier zitten drie leuke meiden aan tafel. En nee, we hebben niet zo’n Dirndl-jurkje aan, maar als je daar opgewonden van wordt, zal ik rond carnaval wel even op zoek gaan.”
Joline vulde kattig aan: “En bovendien hebben wij niet de voorgevel die bij zo’n jurkje hoort. En nee, push-up-BH’s behoren niet tot mijn garderobe.” Ze knipoogde naar mij. “D’r valt bij mij namelijk niet zo veel up te pushen, en daar is minimaal één lid van dit gezelschap best wel blij mee. Die heeft mij in een onbewaakt moment toegefluisterd dat hij niet zo van die enorme voorgevels houdt.” Ik knikte.
“Waarvan acte. Maar lieve schat, ben jij van plan hier alles te vertellen wat ik je in ‘onbewaakte ogenblikken’ heb ingefluisterd? Dan denk ik dat ik nog een blokje om ga.”
Mel en Claar begonnen gemeen te lachen. “Ga jij maar even lopen, Kees. Je mag je biertje meenemen.” Joline legde haar hand op mijn arm. “Nee hoor schat, dat zal ik niet doen. Maar deze uitspraak kwam goed van pas en mag ik in dit gezelschap best uiten, toch?” Ik grinnikte. “Nou ja, de waarheid moet gezegd worden… Met mate.” “Oh, met je maten? Nou Joline, brandt los! Hij is hier met z’n maten.” Rob grinnikte.
Joline keek hem kattig aan. “Je mag dan wel de chef-smeernippel zijn op die dozenboot, maar enige nuance in de Nederlandse taal is jou nog steeds vreemd, Robbie Boogers. Wat had je ook al weer als eindcijfer voor Nederlands op de Nijmeegse Scholengemeenschap? “Een uiterst mager zesje.” Ik hoor het je lerares Nederlands nog zeggen tijdens je diploma-uitreiking. Met een toon in haar stem die van een diepe, ja zeer diepe teleurstelling blijk gaf. Niks veranderd dus.”
Rob keek met afgrijzen naar zijn zus. “Mevrouw van der Wal… Mrs. 4711! Met haar knotje en hooggesloten bloesjes… Ik dacht dat ik na al die jaren die frustratie achter me had gelaten. Pepert uitgerekend mijn lieve zusje het er nog even fijntjes in. Dank je wel, Jo, ik hou ook van jou. Krengetje!”
Joline stak meisjesachtig haar tong naar hem uit. “Vertel eens, Rob”, zei ik pestend, “welke frustraties maakte mevrouw van der Wal allemaal bij je los? Want dat willen we natuurlijk wel weten…” Ton schoot in de lach. “Ik heb haar ook voor Nederlands gehad. Best wel een aardig mens, en volgens mij…” Hij dempte zijn stem en keek speurend om zich heen of niemand anders het kon horen “…een beest in bed!”
Clara keek afkeurend. “En op welke gronden meen jij die conclusie te kunnen trekken, vriendje van me?” Ton ging zachtjes verder. “Het zal ergens in de vierde klas geweest zijn, toen ik mevrouw van der Wal alleen in haar lokaal aantrof. Ze had haar knotje losgemaakt; daar kwam een partij blond haar naar beneden! Niet zoveel als Joline, maar ’t was aardig wat. En zonder die truttige bril was ze best wel een knappe vrouw. En onder die hooggesloten bloesjes en wijde truitjes zou best eens een behoorlijke borstpartij kunnen schuilgaan. In ieder geval bekeek ik mevrouw van der Wal op dat moment met hele andere ogen…”
Clara gaf hem een stomp. “Je heb je gewoon op je lerares Nederlands liggen aftrekken, oversexte puber!” Ton trok haar naar zich toe. “Klopt. Ik beken. Maar toen kende ik jou nog niet, schatje van me…” Hij gniffelde. “Mijn cijfers voor Nederlands gingen in ieder geval vanaf die dag in een logaritmische curve omhoog!”
Al kletsend en pestend gingen de schnitzels er redelijk snel in. Dankzij de waarschuwing van Ton bleef het aantal biertjes beperkt tot één per persoon; daarna gingen we over op fris. Toen Ton afgerekend had en we het restaurant bijna uitliepen hield een meneer van middelbare leeftijd, die een paar tafels verderop zat, Ton staande. “Of Jessica van der Wal een beest in bed was, weet ik niet, maar het was in ieder geval een prima collega en een vakvrouw. Een fijne dag nog!” En hij ging onverstoord door met eten.
Ton kreeg een kop als een boei en eenmaal om de hoek stonden we te gieren van het lachen. Hij gromde: “Potverdomme… Zit je lekker te eten midden in Duitsland, worden je gesprekken nóg afgeluisterd…” Clara lag dubbel. “Inclusief je bekentenis dat je je hebt liggen aftrekken bij de gedachte aan… Oh jongens, hou me vast, want ik hou het niet meer!”
Ton z’n gezicht werd nóg somberder. “Ik ga terug. Ik wil van die vent weten…” Joline onderbrak hem. “Nee, dat doe je niet. Laat hem z’n lolletje. Hij zit zich nu te verslikken van het lachen in zijn biertje en heeft vanavond thuis iets leuks te vertellen.” Ze dacht even na. “Of zou hij bluffen?”
Rob schudde zijn hoofd. “Nee. Nergens hebben wij de naam Jessica laten vallen. Hij wél. En zo heette ze ook, hoewel wij het wel uit ons hoofd lieten om haar bij de voornaam aan te spreken. Nee, deze meneer kende mevrouw van der Wal… Als collega nog wel.” Ton schudde zijn hoofd. “Ik laat me in ieder geval niet meer op reünies van de NSG zien. Ik kijk wel link uit…”
Joline giechelde. “Geeft niet, hoor broertje… Dan nemen Rob en ik de honneurs toch voor je waar? “Dag mevrouw van der Wal hoe maakt u het? Ton? Mijn broer Ton? Nee, die kon vanavond niet, sorry. Maar hij wilde wel graag weten of u inderdaad zo’n beest in bed bent…”
“Trut!” Ton deed een uitval naar haar, maar ze was hem te vlug af. “Kijk je uit makker? D’r loopt hier zo’n rugby-type rond die er niet voor terugdeinst om ook jouw knie naar de mallemoer te helpen. Hou je koest, want ik ga je niet dragen.”
Ik waarschuwde Ton voor alle veiligheid maar; Melissa stond al op scherp om Joline te verdedigen. De wandeling omlaag ging wat makkelijker dan omhoog. Bovendien was het wat afgekoeld. Rond een uur of zeven kwamen we weer bij de camper aan. “Héhé… Nou, die Schnitzels zijn ondertussen wel verteerd.”
Melissa keek rond. “Maar ik stel voor dat we even gaan douchen, omkleden in ietwat nettere kledij, want om acht uhr pünktlich stehen Herr und Frau Schmitt mit die Rudi bei unser Wohnmobil. En die kunnen we niet ontvangen in ouwe spijkerbroek en vaal T-shirt. Hup!” Claar en ik hebben speciaal voor de gelegenheid een identieke nette jurk meegenomen, Joline had ook “wat leuks” in haar weekendtas gefrommeld en de heren zijn ook voorzien van wat nettere kleding. Toch?”
Ze keek rond en iedereen knikte braaf. “Jawel juffrouw Jonkman. Nu nog een brilletje op, knotje in je haar en…” Ze verzond een gespeeld boze blik naar Rob. “Douchen!” Drie kwartier later waren we gedoucht en omgekleed.
Plotseling een heel ander gezelschap: De tweeling in identieke donkerblauwe jurkjes, panty’s en nette schoentjes en Joline in een blauwe rok met een witte trui, ook een panty en op pumps. Rob, Ton en ik in nette broeken, overhemd en stropdas. Gepoetste schoenen er onder aan. Melissa keek goedkeurend rond. “So, zumindest sieht das ordentlich aus. Besser als die Schlammdreck. Ton en Claar: koffie maken. Jo en Kees: zitje buiten zetten, stoelen erbij. Rob: Kopjes op tafel. Alsjeblieft.”
Ton keek haar aan. “En jijzelf, liefste aanstaande tweelingschoonzus?” Ze keek nuffig. “Iemand moet hier het toezicht houden, anders maken jullie er weer een potje van. Hup, aan werk!” Grinnikend gingen we aan het werk en even later was het bijna acht uur. De komst van de familie Schmitt werd aangekondigd door enthousiast geblaf van Rudi…
Volgende deel: Mini - 69