Vervolg op: Korfbal - 32: Sasha’s Vernedering Voorbereidingen Panama
Terwijl Sasha lekker aan het werk was, vertelde Iris dat ze een Panama appgroep had gemaakt en dat ik er ook in zat, samen met Kyara, Alicia, Roxan, Fred en zijzelf.
Inwendig kreunde ik: nóg een appgroep… Ik keek op mijn telefoon en zag dat zag een nieuwe groep: Pavoorma. Ik lachte en zei: “Lekker duidelijk: de voorbereidingen voor we naar Panama gaan… Flauw!”
Iris en Kyara gniffelden en ik scrolde door de leden en ik zag dat er een voor mij onbekend nummer in de groep zat. Ik vroeg wie dat dit was en Kyara zei: “Dat is Jack. Je weet wel: die jongen uit mijn klas die liever geen jongen zou zijn, maar een meisje wilde worden. Hij wil ook graag mee. Dat vertelde hij op school”.
Ik keek verbaasd van Iris naar Kyara en zei: “Gaan we dat niet eerst overleggen? Doen we dat zo maar?”
Iris kreeg een rood hoofd en zei schuldbewust: “Ik vond het ook niet zo’n goed idee, maar het leek Kyara geen probleem om hem alvast toe te voegen”.
Ik schudde mijn hoofd en bedacht in welke problemen we allemaal zouden kunnen komen als deze, nog vrij onbekende jongen, mee zou gaan op zo’n bijzondere reis.
Ik was oprecht boos en bedacht hoe we dit nou weer moesten gaan regelen. Ook mijn werk begon zich te roeren: ze begonnen zich ernstig zorgen te maken wat er aan de hand was, omdat ik me al meer dan een week lang niet op het werk had laten zien.
Ik snauwde naar Iris en Kyara dat ze moesten regelen dat morgenavond Alicia en Jack hier waren, inclusief hun ouders. Als ze niet konden of wilden komen, dan hadden ze pech en konden hun kinderen niet mee.
Daarna trok ik me terug in het kantoortje naast de masterbedroom en was verrast door de aanwezigheid van de vele monitoren die beelden van een veelvoud van camera’s lieten zien. Ik was klaar met al die camera’s en trok overal de stekkers er uit.
Privacy. Eigen ruimte. Zelf. Alleen.
Ik plofte in de luxe bureaustoel neer en overdacht de laatste weken. Wat een bizarre ontwikkelingen waren er gaande.
Ik bedacht wat ik qua toekomst wilde. We woonden dan nu ineens op stand en nog gratis ook. De overwaarde van mijn huis en een beetje spaargeld zou te weinig renderen om met veel mensen in dit huis te leven. Ik moest een structurele bron van inkomsten zien te organiseren.
Ik dacht aan de grote vis: Carlos. Wat kon ik hem bieden, waardoor hij mij in dienst zou nemen, terwijl ik veel zou verdienen? Het hele gedoe met dit huis was wel enorm stressen geweest, maar wel een enorme buitenkans die ons op allerlei manieren veel geboden had. We hadden in zeer korte tijd heel veel kunnen cashen. Ik wilde de balans pas opmaken als mijn eigen huis verkocht was en dat ik alles in beeld had, maar dat we er goed voor stonden, was wel duidelijk.
Het opknappen van deze woning was niet omvangrijk geweest: het was eigenlijk alleen maar een beetje aanpassen aan de SM behoeften.
Ik belde met de vader van Alicia en vroeg hem hoe het met de verkoop van mijn huis stond. Hij meldde dat hij morgen twee geïnteresseerden had, die naar zijn mening het echt zouden willen hebben. Ik wenste hem veel geluk en vroeg hem hoe hij er tegenover stond om van heel bijzondere gebouwen of onroerende goederen iets heel anders te maken. Hij was nogal sceptisch, want vaak waren dat kerken of oude overheidsgebouwen. Kerken hadden vaak een enorm slechte staat van onderhoud en bijna altijd vochtproblemen. Overheidsgebouwen waren interessanter, omdat deze vaak met een vastgesteld budget en onderhoudskalender waren onderhouden.
Hij stelde de tegenvraag: “Wat zou je dan willen gaan doen? Wat zou je willen gaan ondernemen?”
Ik moest het concrete antwoord schuldig blijven, maar ik wist wel dat ik iets in mijn hoofd had zitten wat ik moest uit laten kristalliseren. We verbraken de verbinding met een ‘tot morgen’ en ik ging verder met denken.
Hoe kon ik mijn projectleiderstalenten inzetten, zodanig dat ik met mijn vele contacten iets kon bieden wat er nog niet was.
Ik bleef malen en om de cirkels in mijn gedachten te doorbreken, keek ik op mijn telefoon. Ik las een heleboel nutteloze apps en stond op het punt om de telefoon neer te leggen, toen ik een bericht van Tom las. De piercer en tattoo-artiest was op zoek naar een andere ruimte.
Dat was het moment dat er voor mij een aantal puzzelstukjes op de plek vielen. Zonder te aarzelen belde ik de vader van Alicia weer. Het duurde even voordat hij opnam en met een slaperige stem zei hij: “Johan…”.
Ik begon enthousiast te ratelen en hij hoorde alles een soort van aan. Daarna stelde hij de simpele vraag; “Moet dit nu?”
Ik was verbouwereerd en zag dat het half drie ’s nachts was. Ik mompelde excuses en verbrak de verbinding.
Ik bleef nog een tijdje nadenken over hetgeen ik bedacht had en beloofde mezelf dat ik hem morgenochtend weer zou bellen.
Daarna zocht ik mijn bed op, waar Iris al in bleek te liggen: diep in slaap. Aan de buitenkant van de op een kier staande deur hing ik een briefje: “Alleen storen voor seks”
Dat was de meest gegarandeerde manier dat Kyara mij en haar moeder wakker zou maken voordat ze naar school zou gaan; zekerder dan dat ik een wekker zou zetten.
Ik rolde in mijn bed, hoorde een vage bevestiging van Iris en viel als een blok in slaap. In mijn droom ging het over kastelen, kloosters en kerken. Ook over bedrijven en ontevreden mensen.
Toen ik wakker werd, voelde mijn hoofd vol met watten, brandden mijn ogen en deed ik geen enkele poging om echt wakker te willen zijn. Dat was ook helemaal niet nodig, want ik voelde dat twee monden mij aan het verwennen waren: zowel Kyara als Iris waren mijn ballen en mijn pik aan het plezieren.
Ik liet mezelf lekker relaxed gaan en ik spoot al snel mijn zaad in één van de gretige mondjes. Daarna hoorde ik dat ze met elkaar kusten, zodat ze nog even met mijn sperma konden spelen en daarna kreeg ik een plakkerige kus, waardoor ik wist dat ook ik mijn deel van mijn eigen sperma gedoneerd had gekregen.
Lekker hoor om een paar seksgenieters in huis te hebben!
We knuffelden even, waarbij ik de kale en besneden kutjes van de vrouwen uiterst gevoelig maakte en Kyara ging huppelend de kamer uit om zich klaar te maken voor school. Iris excuseerde haarzelf en Kyara nog voor het misverstand van gisteren, dat ze Jack alvast, zonder overleg, hadden uitgenodigd. Ze vertelde dat hij en zijn moeder en de ouders van Alicia vanavond zouden komen. Ik vroeg waarom zijn vader niet meekwam en ze zei: “Die zit al jaren in Suriname en heeft geen voogdij”.
Ik knikte en ik vertelde op hoofdlijnen mijn plannen aan Iris. Met open mond hoorde ze mij aan en zei: “Maar, waar vind je zoiets?”
Ik haalde mijn schouders op en zei: “Daarom ga ik zo dadelijk de vader van Alicia bellen om te overleggen”.
Mits ging de bel en ik zag op mijn smartphone, dat er een auto voor het hek stond. Kyara riep: “Doe de poort maar open, ik vang hem wel op”.
Ik opende de poort en ik hoorde Kyara geanimeerd met de bezoeker praten, die blijkbaar bekend was. Ik knuffelde nog even lekker met mijn meisje. Dat hadden we de laatste tijd veel te weinig gedaan. Het was allemaal veel te hectisch.
Gepassioneerd kussend genoten we van elkaars naakte lichamen en ik keek vreemd op, toen ik een extra hand voelde. Ik opende een oog en zag het gezicht van de vader van Alicia naderbij komen. Hij kuste eerst mij en daarna Iris. Hij zei zacht: “Kom op torteltjes: de dag is al begonnen en volgens mij had Mark een vraag”.
Ik was verbaasd over het feit dat hij me kuste, maar toen bedacht ik me, dat de appel niet ver van de boom viel. Het was niet voor niets dat Alicia zo’n geile donder was!
Ik rolde om en zei: “Ik ben al klaar geraakt hoor. Ik ga even douchen en ben over een kwartiertje klaar. Houden jullie elkaar even gezelschap?”
Ik zag vier glimmende ogen en ik wist zeker dat Iris op alle mogelijke manieren met de eikelpiercing van hem te gaan spelen. Zo’n Prins Albert piercing leek me wel leuk, maar ik zou gek worden als ik constant op de piercing attent gemaakt zou worden.
Toen ik in de aangrenzende badkamer aan het douchen was, hoorde ik eerst Kyara afscheid nemen en daarna hoorde ik geile geluiden uit mijn slaapkamer komen. Ik vond het fijn om te weten dat mensen die ik vertrouwde en mij dierbaar waren op een open manier met elkaar omgingen.
Tijdens het afdrogen kwam Iris ook in de badkamer. Ze smikkelde de laatste spermaresten van haar lippen en zei: “Hij deed echt moeilijk om zijn sperma te geven. Ik moest alle zeilen bijzetten om het er uit te krijgen. Het was heerlijk!”
We knuffelden even en ik kleedde me aan. Johan zat al aan de keukentafel met zijn laptop open en actief. Niets wees er op, dat hij minder dan 10 minuten eerder het mondje van mijn liefje had volgespoten met zijn sperma.
Ik gaf hem een schouderklop, nam mijn ontbijt in ontvangst wat Sasha had klaargemaakt en we begonnen. Ik vertelde mijn ideeën.
Mijn ideeën kwamen in het kort neer op het feit dat ik graag een aantal dingen wilde combineren. Ik vond het vreselijk dat kerken en andere oude, beeldbepalende gebouwen verdwenen. Ook stond het mij tegen dat in heel veel kleinere dorpen de leefbaarheid achteruit ging, doordat er geen supermarkt meer was, zelfs scholen moesten soms sluiten, dat zelfstandige ondernemers allerlei zaken afzonderlijk moesten regelen en dat een dorp door dit alles geen ziel meer had.
De vader van Alicia keek me aan en zag wel wat in deze plannen. Hij begon mee te denken en zei: “Gisterenavond hadden we het al even over onderhoud en zo gehad. Veel ZZP-ers of lokale ondernemers werken inderdaad niet samen, maar als ze allemaal samen zouden zitten, dan moet het mogelijk zijn om hen, bijvoorbeeld maandelijks, een keer te verzamelen voor onderhoud of zo. Doordat ze dan belanghebbende zijn, zullen ze het werk goed uitvoeren. Dat klinkt in basis heel goed”.
Ik knikte en zei: “Dat bedacht ik ook. Daarnaast kunnen we ook een lokaal cultureel initiatief opzetten. Ik bedoel een soort van ruimte waar de lokale gemeenschap ook iets aan heeft. Een winkeltje, een fruitstal, een kapsalon waar meerdere kapsters hun werk uit kunnen oefenen en niet allemaal hun garage hoeven te verbouwen. Als het dan echt groot is, dan wil ik er graag een themahotel bij hebben, met een ontbijtzaal die in de avond ook als restaurant gebruikt kan worden.
En, dat allemaal wil ik dan in een kerk, klooster of kasteeltje organiseren, zodat we op alle manieren een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van die plaats”.
Hij keek me aan en ook Iris, die er bijgekomen was, was geïnteresseerd. Iris zei: “Je meent dit echt hè?”
Ik zei uit de grond van mijn hart: “Ja, ik meen het echt, echt”.
De vader van Alicia zei helemaal niets, maar dacht na. Na een tijdje zei hij: “Veel kleine ondernemers hebben niet echt een voorraad of zo. Ze verhuren hun spierkracht. Voor hen zal een dergelijk concept niet echt aantrekkelijk zijn, maar voor ZZP-ers die een eigen busje met materiaal en zo hebben, zal het zeker interessant gemaakt kunnen worden. Dan moet je wel een bewaakte stalling hebben voor de voertuigen en als je het goed wilt doen een voorraadsysteem. Dat kan voor schilders, loodgieters en klusjesmannen makkelijk geregeld worden. Dan heb je alleen een magazijn nodig”.
Iris vulde aan: “Je moet dan ook de lokale oudjes ter wille zijn en een aantal ruimtes maken waar ze samen koffie kunnen komen drinken en wekelijks een gezamenlijke maaltijd kunnen verorberen”.
Ik stak mijn hand op, want we draafden een beetje door. Ik zei tegen de vader van Alicia: “Is er iets te vinden in Nederland, op minder dan 30 autominuten van de Randstad, waar een kerk, kasteel of klooster te koop is, waar aangrenzend een ruimte is die gebruikt kan worden als hotel-restaurant en waar een magazijn gemaakt zou kunnen worden?”
Hij was enthousiast en begon aantekeningen te maken, waarna hij op zijn laptop begon te ratelen. Na een kwartier zei hij: “De meeste kans van slagen lijk je te hebben in de buurt van Geertruidenberg. Dat is maar net buiten de Randstad en daar heeft de ontkerkelijking snoeihard toegeslagen, waardoor veel kerken, maar ook kloosters leeg staan. In dit geval lijkt mij een klooster interessanter, omdat hier vaak veel meer gebouwen bij zijn, waardoor het hotel-concept makkelijker gerealiseerd kan worden”.
Ik knikte en keek naar Iris, die stil was geworden. Ik vroeg: “Wat is er? Wat vind je van deze plannen?”
Iris haalde haar schouders op en zei: “Ik weet het echt niet, maar ik ben heel benieuwd waar we het geld vandaan zouden moeten halen… Dit huis is ons in onze schoot geworpen en ik heb er geen zin in, dat we het weer zomaar zouden inzetten voor een project wat een grote kans heeft om te verliezen”.
Daar had ze een punt en terwijl ik de laatste restanten van mijn ontbijt aan het verorberen was, zei ik resoluut: “We hebben de hulp van Carlos nodig. In ieder geval zijn financiële inbreng en ook ervaring met dit soort projecten”.
We knikten en ik zag dat het inmiddels bijna 11 uur was. Ik draalde niet, maar belde Miss Cat, de PA van Carlos. Ze nam op met een slaperige stem en ik bedacht me, dat ik de laatste tijd de gewoonte leek te hebben dat ik mensen wakker belde. Whatever…
Ik vertelde dat ik op hoofdlijnen een businessplan in mijn hoofd had, wat misschien als een concept in Nederland en ook België uitgerold zou kunnen gaan worden. Ik koos mijn woorden zorgvuldig, zodat ze enthousiast zou worden, maar dat ik ondertussen zoveel mogelijk armslag zou hebben en houden.
De PA hoorde mij aan en stelde me de simpele zakelijke vraag: “Wat is nu je vraag?”
De telefoon stond op de speaker en ik keek naar Iris en de vader van Alicia om hulp. Hij stak 2 vingers omhoog en Iris stak er 3 omhoog. Ik zei: “Ik vraag om ongeveer 2,5 miljoen euro om een test te doen of het mogelijk is om een dorp weer nieuw leven in te blazen. Dat de mensen onder elkaar weer samen gaan werken en dat de saamhorigheid toeneemt”.
“Wat gaat het rendement worden?”
“Geen idee. Mogelijk een verlies van 2 miljoen, maar dat is erg afhankelijk van de locatie die we nu nog zoeken”.
Miss Cat dacht even na en zei: “Ga zoeken en als je iets hebt gevonden, neem dan even contact met me op en zorg er voor dat je het rendement duidelijk in beeld hebt”.
Ik zei: “Prima. Doe ik. We komen trouwens met 9 of 10 personen naar Panama”.
“Dat is goed. Ik regel vijf suites voor jullie”. Daarna verbrak ze zonder een woord te zeggen de verbinding.
We keken elkaar even aan en ik maakte een mental note: als ik een dergelijk telefoontje wilde plegen, moest ik het veel verder uitgewerkt hebben, zodat ik de simpele vragen van de PA van Carlos zou kunnen beantwoorden. Ik deelde dit leerpunt met de vader van Alicia en met Iris en ze knikten.
Ondertussen was hij heel druk aan het zoeken naar een geschikt object en hij werd zienderogen enthousiaster.
Sasha zorgde ondertussen voor wat lunch-hapjes en de nodige koffie.
De vader van Alicia begon steeds sneller te typen en uiteindelijk zei hij, terwijl hij opstond: “Ik ben er bijna, maar ik moet nu gaan, anders ben ik te laat voor de bezichtiging van jouw huis”.
Hij stond op, sloeg zijn laptop onder zijn arm en beende naar zijn auto. Ik kuste Iris en liep met hem mee. Hij was niet eens verbaasd dat ik meeging.
Ook dit was weer een gevoel van vertrouwen in elkaar: allebei, zonder afstemming voor hetzelfde gaan en elkaar helpen.
In de auto praatten we elkaar bij. Hij vertelde mij, dat hij een voormalig kloostercomplex had gevonden. Daar was al een hotel-restaurant in gevestigd, dus de horeca bestemming zou wel geregeld moeten zijn. Nieuw in de verkoop was een naastgelegen kerk, die op het oog heel ruim was. Ook zat er een grote tuin bij.
Hij stelde voor om na de bezichtiging van de woning gelijk door te rijden naar dat plaatsje, wat in de buurt van Geertruidenberg lag.
Ik vond het prima en dook in mijn telefoon. Mijn werkgever begon erg ongeduldig te worden en ik belde hem, met lood in mijn schoenen en nadat hij me helemaal de huid had vol gescholden, dat ik me niet gemeld had, excuseerde ik me en zei dat ik een soort van lot in de loterij had gewonnen en dat ik even de tijd nodig had om alles op een rijtje te zetten.
Hij bond een beetje in, maar snauwde me nog wel toe, dat ik daarvoor mijn vakantiedagen moest gebruiken en dat hij mij volgende week maandag weer verwachtte. Ik bekeek de agenda even en realiseerde me, dat we dan al snel naar Panama zouden gaan. Ik haalde mijn schouder op en bedacht: wie dan leeft: wie dan zorgt.
We kwamen aan bij mijn oude huis. Het voelde vertrouwd, maar ook heel leeg zonder mijn persoonlijke spullen er in. De laatste keer dat ik er was, had ik notabene de ontbijtboel niet eens opgeruimd…
Ik keek rond en alles zag er stralend uit. Zonder mij een blik te gunnen zei mijn makelaar: “Ik heb een schoonmaakbedrijf een paar uurtjes hier losgelaten. Dat maakt alles een stuk makkelijker verkoopbaar”.
Ik kreeg een rood hoofd van schaamte, omdat ik het zo smerig had achtergelaten. We liepen door het huis en ik zag een boel herinneringen. Een spijker, een schroef of een kras in het stucwerk. Ik vertelde van alles aan de makelaar, zodat hij het door kon vertellen aan de potentiële kopers. Hij zei me echter één ding: “Hou je mond dicht”.
Met tegenzin was ik daarmee akkoord.
De deurbel ging en ik ging tegen het aanrecht hangen. De makelaar deed open, we schudden handen en ik bleef beneden. Ondertussen bekeek ik wat mogelijk was met het project wat de vader van Alicia had gevonden. Het kloostercomplex met de naastgelegen kerk had echt veel potentie en ik verdiepte me er zo in, dat ik niet eens in de gaten had dat het andere stel binnen was gekomen voor de bezichtiging. Ook hen gaf ik een hand en weer verdiepte ik me in het project. Ik zag naastgelegen garageboxen, een supermarkt er tegenover en een tankstation met garage, maar het belangrijkste was nog wel, dat er een grote parkeerplaats was, met aan de andere kant daarvan een grote loods. Het was mij duidelijk dat er veel bedrijvigheid was en dat de buurt de prijs van het object naar beneden bracht: het is niet heel aantrekkelijk om je object naast een garage, oude loods of de achterkant van een supermarkt te hebben.
De vader van Alicia kwam naar me toe en feliciteerde me. Ik keek hem verwonderd aan en vroeg: “Wat is er?”
Hij keek me verwonderd aan en zei: “Je hebt het echt niet meegekregen?!”
Ik schudde mijn hoofd en zei: “Als ik niets mag zeggen, dan is het heel belangrijk dat ik niets hoor”.
“Ook goed”, zei hij. “Ik heb de beide geïnteresseerden uitgedaagd door hen te vragen om tegen elkaar op te bieden en het hoogste bod is 35.000 euro boven de vraagprijs”.
Ik gaf hem een schouderklopje en zei: “Ik ben akkoord. Maak je het morgen allemaal in orde?”
“Prima, maar dan moet ik hen nu nog wel even informeren en hij liep snel naar buiten, waar hij met driftige handgebaren de kopers aanhield en kon feliciteren.
Ondertussen sloot ik, waarschijnlijk voor de laatste keer, mijn huis af en ik voelde me klaar voor een nieuwe uitdaging!
Toen de vader van Alicia weer in zijn auto kwam, zei hij: “Met jou in de buurt gaan zaken wel lekker snel!”
Ik haalde mijn schouders op en zei: “In mijn werk moet je vaak snel besluiten nemen. Daar zitten wel eens wat foute besluiten tussen, maar meestal gaat het goed”.
“Dat merk ik, want ik heb vandaag de makelaarskosten dubbel en dwars verdiend!”
Ik keek hem geringschattend aan en zei schamper: “Ik heb je gehoord. Ik neem binnenkort je dochter mee naar het buitenland, waar ze waarschijnlijk helemaal kapot geneukt wordt, als ze ten minste niet ontvoerd wordt. Geldt dat als een soort tegenprestatie?”
Hij bulderde van het lachen en zei: “Alleen als je me zo dadelijk bij het tankstation op een bakkie koffie trakteert”.
“Deal, maar dat doen we dan als we er zijn, dan kunnen we gelijk met de buurman kletsen”.
“Heel goed: ik merk dat je je huiswerk hebt gedaan”.
Na drie kwartier kwamen we aan bij de bestemming. We liepen even een rondje en het deel waar het complex op stond, was op drie huizen na, een op zichzelf staand stukje, midden in het uit de kluiten gewassen dorp. Het geheel was omringd door drie wegen.
Aan de buitenkant van die wegen vonden we een spuuglelijke achterkant van een supermarkt, een garage die haar beste tijd gehad had en een loods die her en der butsen en gaten vertoonde.
We keken elkaar aan en zeiden niets, maar we zagen allebei, op onze eigen manier, de potentie. Het punt was alleen, dat niet alles wat we nodig dachten te hebben voorzien was van een “Te koop”-bord.
We liepen naar de benzinepomp en haalden een beker koffieprut uit de automaat. Heel voorzichtig nipten we aan de hete smurrie en het duurde niet lang of de verveelde medewerker kwam naar ons toe voor een praatje.
We hoorden hem subtiel uit over deze locatie en we hoorden dat de baas van de garage geen opvolger had en dat hij van zijn personeel niemand vertrouwde om het over te nemen. Iedereen was bang om zijn baan te verliezen en de motivatie van het personeel was waardeloos.
We vroegen naar de drie huizen. Hij vertelde dat in één er van de baas woonde en in de beide anderen woonde een broer en een zoon van hem. Het hele dorp was een soort van familie van elkaar en de gemeenschap was echt hecht. Daarom vond iedereen het verschrikkelijk dat nu ook de kerk verkocht moest worden, net als het klooster ongeveer 10 jaar geleden.
De loods die we aanwezen bleek ook van een familielid te zijn en er was al heel lang amper meer iemand in geweest. Dat was allemaal informatie, die ons goed uitkwam.
Het bleek dat de eigenaar van de garage en benzinepomp ook in het bestuur van de kerk-commissie zat, dus het was al snel duidelijk dat hij een belangrijke persoon was om te vriend te maken.
We liepen naar zijn woonhuis, belden aan en we zagen een man van ongeveer 65 jaar open doen. Hij was door ons aanbellen duidelijk wakker geworden van zijn dutje. Een alcohol-lucht omringde hem.
De vader van Alicia stelde ons voor en hij nodigde ons binnen. Naast de luie stoel waar hij zat, stond een bijna lege fles wijn.
Johan bouwde het gesprek heel langzaam op, waarbij hij heel slim gebruik maakte van de informatie die de pompbediende had verstrekt. Benadrukt werden: de wens om maatschappelijk betrokken te zijn, de leefbaarheid van het dorp te vergroten en zo voort.
De man was zo enthousiast, dat hij vergat om zijn fles verder leeg te drinken. Wij leken wel als een soort verlossers voor hem te komen.
Toen we voorstelden om de kerk en klooster te gaan bekijken, sprong hij gehaast op en het was maar goed dat we allebei ook snel opstonden, want nu konden we hem nog net op tijd opvangen. Wankelend zetten we hem op zijn voeten en ik vroeg: “Is er nog iemand van het kerkbestuur die we moeten vragen om mee te kijken?”
Hij dacht even na en zei: “Eigenlijk ben ik het kerkbestuur, maar ik kan het allemaal niet meer alleen voor elkaar krijgen. Zeker niet sinds mijn vrouw overleden is. De wethouder helpt me wel eens en ik denk dat het goed is dat we die er bij vragen”.
Daar stemden we in toe en we hoorden aan de andere kant van de lijn nogal wat gebrom, maar toen uitgelegd was wat de intentie van onze plannen was, draaide de wethouder om en zou over een half uur ter plaatse zijn.
In de tussentijd bekeken we de tuin, maakten een rondleiding door het klooster, waar we de schitterende hotelkamers en het restaurant bewonderden. Juist toen de wethouder binnenkwam, gingen we door de grote deuren de kerk binnen. We schudden handen en de makelaar begon de wethouder te informeren (lees: bewerken). Dat deed hij heel erg handig.
Ondertussen vroeg ik de garagehouder uit, terwijl ik de kerk bekeek. Die was niet extreem hoog, maar wel uitzonderlijk breed. Op de tweede bouwlaag was een heel brede gaanderij gemaakt en ik beeldde me al in, dat daar een soort van aquariums met kleine kantoorruimtes gebouwd zouden worden. Ik zag er een kapsalon, tattoo-studio, juwelier, naaiatelier en dat soort kleinschalige zaken in verschijnen.
Het voorportaal van de kerk kon makkelijk verbouwd worden tot ontvangstruimte. De achteringang van de kerk kwam uit op het parkeerterrein en de afstand naar de vervallen loods was heel kort. Ik leerde al snel dat het parkeerterrein bij de kerk hoorde, zodat over eigen terrein naar de loods gegaan kon worden. In het verleden hadden ze de loods ook wel eens gebruikt voor kerkelijke activiteiten, maar sinds het kerkbezoek drastisch minder geworden was, was dat niet meer nodig.
Ik wist dat ik dit complex wilde hebben en ik appte Johan. Toen hij niet reageerde, liet ik zijn telefoon even afgaan. Toen keek hij wel op zijn telefoon en hij liet me weten dat hij mijn seintje begrepen had.
Ik vroeg aan de garagehouder of deze kerk nog speciale dingen herbergde en hij vertelde, dat achterin het koor een deur was, die leidde naar een ondergrondse ruimte. Daar werden vroeger mensen bijgezet, maar die waren allemaal geruimd. Om er voor te zorgen dat er geen balorigheid ontstond, was hij de enige bezitter van een sleutel van de deur.
Ik nodigde hem uit om de deur te openen en na heel veel spinnenwebben weggehaald te hebben, gingen we de ruimte binnen, die door een schaars peertje werd verlicht. De ruimte was enorm: net zo groot als de oppervlakte van de kerk, maar veel minder hoog. De ruimte was maximaal drie en minimaal 2 meter. Iedereen kon dus rechtop lopen. In een verre hoek zag ik nog een paar doodskisten staan. De man legde uit: “Vroeger wilde ik hier bijgezet worden, maar dat mag niet meer en straks kan dat ook niet meer, maar mijn doodskist staat hier al decennia”.
Ik vond het idee nogal macaber, maar reageerde er niet op. Wat ik in mijn hoofd zag ontstaan was een ouderwetse dungeon, waar heel veel mooie dingen zouden kunnen gebeuren.
Ik vroeg de man: “Kan jij het orgel bespelen?”
“Niet echt, maar ik weet wel hoe die werkt”.
“Wil je met het orgel veel herrie maken? Ik ben benieuwd naar de akoestiek. Ik luister eerst hier beneden en daarna in de kerkruimte”.
De man snapte er niets van, maar hij klom naar boven en wankelde naar het orgel. Daar trok hij een stel registers open en begon lucht door de zwaarste pijpen te blazen. Dreunend kwam het grootste muziekinstrument van het dorp tot leven en ik moet zeggen, dat ik er in de kelder amper iets van merkte. Een lichte trilling van de muren en de steunpilaren was alles wat ik merkte. Toen ik de deur open deed was de kakafonie van herrie helemaal compleet.
Tijdens een pauze van de herrie floot ik hard op mijn vingers en de man stopte. Ik was tevreden over de geluidsisolatie. Activiteiten in de kelder zouden in de kerkruimte nauwelijks hoorbaar zijn, laat staan buiten.
Toen de man hijgend naar me toekwam, vroeg ik hem of er nog iets van geheime gangen of zo waren. Hij keek me geschrokken aan en ik wist al gelijk dat ik goed gegokt had. Aarzelend zei hij, dat er achter zijn doodskist een deur zat, die naar het souterrain van het klooster ging, zodat je binnendoor van het huidige hotelgedeelte naar de kelder kon gaan.
Ik moest moeite doen om mijn enthousiasme te bedaren.
We gingen gevieren in de consistorie zitten en als waardige bestuurders zaten we om de tafel. Ik vroeg aan de wethouder om uit te leggen wat de bestemming van de kerk en omringende percelen was. Aan de hand van Google Maps op mijn telefoon wees hij alles aan. Dat kwam netjes overeen met het huidige gebruik. Ik vroeg aan de wethouder of de gemeente ambities had om hier in de buurt iets te veranderen.
Hij keek met een schuin oog naar de garagehouder en zei: “De gemeente wil de garage graag naar het industrieterrein hebben, maar daar wil hij niet aan, omdat hij geen opvolgers heeft. De loods is een doorn in het oog, maar daar kunnen we als gemeente vrij weinig mee. De garageboxen zijn een bron van ergernis, want de jeugd houdt zich daar vaak op met drugs en lachgas-ellende”.
“Zitten de garageboxen bij de koop in?” vroeg de makelaar.
De garagehouder schudde zijn hoofd. “Die zijn van mij en ik verhuur ze per jaar. Het levert amper iets op, maar mensen zijn er blij mee”.
Ik vroeg: “Als er een garage op het industrieterrein leeg zou staan, zou je daar dan naar toe willen verhuizen met je bedrijf?”
“Mijn zoon wel, maar ik zie dat niet zitten. Verhuizen kost te veel, wat door de inkomsten niet gedekt wordt”. Ik knikte en vroeg: “Over welk bedrag hebben we het dan?”
Hij keek ongemakkelijk en zei: “Anderhalf tot twee ton”. Ik vond het bedrag heel hoog en resumeerde: “Iets minder dan anderhalve ton dus”.
De man kreeg een rood hoofd en even dacht ik dat het van kwaadheid was, maar dat bleek niet zo te zijn: hij voelde zich betrapt.
De wethouder knipoogde licht naar mij.
Ik zocht contact met Johan en zei: “Zullen we heel even buiten gaan kijken? Dan kunnen we gelijk even overleggen”.
Toen we buiten waren, haalden we tegelijk diep adem en spraken we gelijktijdig. We lachten even en ik wees naar de makelaar. Hij zei: “Dit plekje is exact wat je wilt. Je koopt de kerk met het naastgelegen klooster van de kerk en je koopt de garagehouder uit door die leegstaande garage te kopen. Daarbij doe je de clausule, dat hij voor schone ondergrond moet zorgen.
Die garage kost, ongezien, ongeveer 3 ton. Ik vermoed dat de kerk anderhalve toen waard zal zijn en het klooster, wat al schitterend verbouwd is zal zeker 5,5 ton moeten kosten. Alles bij elkaar dus ongeveer een miljoen euro. Als we dan het risico van vervuilde ondergrond bij de verkoper kunnen leggen, dan heb je het mooiste punt van het dorp voor een miljoen te pakken”
Ik knikte en zei: “Dat komt overeen met wat ik ruwweg dacht. Ik zie zoveel potentieel in deze locatie. We kunnen veel voor het dorp betekenen, maar ook voor kunstenaars en kleine zelfstandigen. We kunnen een voorbeeld worden voor andere projecten.
De makelaar knikte nadenkend en zei: “Het allermooiste zou zijn als je nog wat breder zou kijken, want als je aan de andere kant van het klooster kijkt, dan zie je daar nog iets. Dat lijkt me een oud en verlaten politiebureau. Als je daar nu de maatschappelijke dingen gaat organiseren, dan kan de rest commercieel zijn. Ik kan me voorstellen met jouw hobby, dat je veel interesse in de cellen zal hebben!”
Ik sloeg hem lachend op de schouder en zei: “Dan zouden we die drie vrijstaande huizen ook moeten zien te kopen. Aangezien die in de hand van één familie zijn, moet daar over gesproken kunnen worden”.
Johan keek zuinig en zei: “Je hebt denkelijk gelijk, maar dat zijn gewoon huizen. Daar heb je verder niet veel van te verwachten”.
“Klopt, maar dat zijn de enige pottenkijkers die onze hobby in de gaten zouden kunnen hebben”.
“Dat is een goed punt. Maar, resumerend: alles bij elkaar verwacht ik dan dat je alles voor 2 miljoen kan kopen. Je hebt dan wel met heel veel verschillende verkopers te maken”.
Ik gaf de makelaar gelijk en bedacht dat we de wethouder even moesten polsen zonder de garagehouder en ik haalde hem even op. Treffend genoeg stonden er borrelglaasjes op tafel.
De wethouder kwam mee en we legden uit wat onze ideeën waren en vroegen aan hem of dit zou kunnen stroken met de ambities van de gemeenteraad. De man dacht er heel erg goed over na en zei: “Alle fracties zullen dit kunnen ondersteunen. Voor elk zit er een positief iets in. Ik denk dat het verdwijnen van het tankstation op de meeste weerstand zal stuiten, want daar is men echt aan gehecht. Het is maar één van de weinigen in de buurt. Ik haalde mijn schouders op en zag in mijn gedachten tussen het pompstation en de kerk een landwinkel met lokale producten en zo verschijnen, waarbij de benzinepomp zou kunnen blijven.
Ik tekende in het gras een simpele plattegrond en verdeelde alles in bedrijvigheid, commercie, horeca en tuin. De wethouder was stomverbaasd over deze daadkracht en het was duidelijk dat we dit in een maquette moesten vatten als we dit door wilden gaan zetten.
Aanstaande donderdag was er een commissievergadering, waar dit ingebracht kon worden. De makelaar verblikte of verblauwde niet en zei: “Dan is er een maquette, maar eerst moeten we de garagehouder nog even spreken. Ik denk dat het goed is, dat u nu weggaat, zodat we nog even met hem één op één kunnen praten?”
We schudden handen en vonden de garagehouder in de kerk, half gebogen over een leeg borrelglaasje. We gingen naast hem zitten en de makelaar bood hem een sigaar aan. Die stak hij gretig op en lurkte er hard aan. Hij hoestte niet eens van de enorme rookwolk die zijn longen teisterde.
Hij leek wat bij de graat te komen en Johan vroeg of hij nog wensen had voor de toekomst. De garagehouder keek bedroefd naar hem en zei lange tijd niets. Toen ontstond een woordenstroom. Steeds langere zinnen, die steeds sneller uit zijn mond kwamen.
Hij vertelde dat hij bij iedereen schulden had wegens zijn drankgebruik. Daarbij had hij de rest van zijn familie meegesleurd: ook zij hadden bijna geen vermogen meer. Zijn zoon en zijn broer hadden alles gedaan om hem te steunen, maar de kraan bleef gewoon open staan…
Een heel lang verhaal kort: we gaven onze ideeën bij hem aan en boden aan om er voor te zorgen dat zijn zoon in de leegstaande garage verder zou kunnen, terwijl hij zichzelf failliet zou laten verklaren. Dan zouden wij alles van hem kopen en kon hij een verse start maken.
De man was dronken, maar niet zo dronken, dat hij in de gaten had dat hij hier een strohalm had, die hij eigenlijk wel moest pakken!
Ik bedacht dat de zoon dichtbij de garage moest gaan wonen en de garagehouder en diens vrijgezelle broer wel een plekje in het hotel zouden kunnen krijgen, totdat het faillissement was afgewikkeld.
Het begon bij iedereen een beetje te draaien in het hoofd en we spraken af dat we elkaar donderdag weer zouden zien en dat er dan een maquette zou zijn, die met de Commissie Ruimte van de gemeente besproken kon worden.
De man leek zielsgelukkig met ons aanbod en ik realiseerde me dat we het met de wethouder en met de garagehouder niet over prijzen hadden gehad.
We namen afscheid en ik zei, uitblazend, tegen Johan toen we in de auto zaten: “Heilige maagd Maria… Om maar even in stijl te blijven… Wat gebeurt er hier allemaal?!”
De makelaar schoot in de lach en zei: “Soms krijg je een beetje hulp van boven. Soms juist niet. Je plan lijkt te gaan lukken, maar er zijn nog veel hobbels te nemen. Er zijn ook nog veel onzekere dingen. Als ik jou was, zou ik uit gaan van een budget van 2,5 miljoen. Ik heb geen idee of je idee rendabel zal kunnen zijn, maar misschien wel als je het over een andere boeg gooit, namelijk dat je het maatschappelijk betrokken ondernemen en er nog wat buzz-woorden als stikstof en CO2 er bij noemt. Doe ook nog een paar duurzame investeringen en zorg er voor dat je de lokale bevolking achter je hebt staan.
De mensen verliezen een kerk, dus vinden ze het leuk om daar een soort compensatie voor te krijgen en dat is niet in de vorm van geld. De benzinepomp heb je al gehoord, maar pas serieus op voor bodemvervuiling.
Het politiebureau kan je maatschappelijk inzetten door zaaltjes aan de lokale verenigingen te verhuren voor een zeer schappelijke prijs. De exploitatie kan je misschien met een escaperoom halen?
Je idee om een centraal magazijn voor ZZP-ers op te richten is wel sterk. Zeker als ze zelf aan kunnen geven wat ze verwachten dat er op voorraad moet zijn. Zorg voor een beveiligde parkeergelegenheid, want tegenwoordig worden veel van die busjes opengebroken.
Zorg voor een terrasje en reuring. Een post pakketpunt, een dependance van een bank, allemaal dingen die de laatste tijd uit de dorpen verdwijnen. Daarmee kan je je onderscheiden en daarmee kan jouw geldschieter zich onderscheiden en kan hij laten zien dat hij maatschappelijk goed bezig is. En, kan jij laten zien dat jij de man bent om dit idee tot leven te brengen.
Een groot artikel in de landelijke kranten en op de nieuwssites met het hoofd van Carlos er op en een positieve boodschap doen wonderen. Voor hem, maar ook voor jou.
Ik heb me een beetje in hem verdiept en misschien krijgt hij door een project als dit wel zoveel goodwill, dat hij die gewraakte landelijke overname er wel doorheen krijgt”.
Ik keek hem bewonderend aan en zei niets. Ik belde Kyara en ze nam gelijk op. Ik vroeg waar ze was. Ze zei dat ze net thuis was en ik zei dat ik haar gebeld had, omdat ze snel kon typen. Ik vroeg haar om mijn woorden in te tikken, zodat ik die kon bewaren.
Ik braakte een stortvloed aan woorden uit, die ik door Kyara ingevoerd hoorde worden. Ze ratelde dat het een lust was. Toen mijn woordenkots ten einde was, vroeg ik haar om het op te slaan en er naar haar eigen inzicht een goed verhaal in het Engels van te maken. Het was gelijk voor haar een goede oefening in het Engels en ze begon er gelijk aan.
Ik merkte dat we de verkeerde kant op gingen en zei dat ik graag om zeven uur thuis wilde zijn. Hij haalde zijn schouder op en zei niets. We kwamen uiteindelijk bij een ontwerpbureau en hij sleurde me mee naar binnen. Hij liep gelijk naar achteren en ik maakte kennis met de enige persoon die nog in het pand was.
Ik werd met een slap bekertje koffie in een stoel gepoot en de vader van Alicia begon de ontwerper te vertellen wat de bedoeling was: een 3D maquette van het gebied. De man vond het prima, maar werd wel wat bleek om zijn neus toen hij hoorde dat hij er maar een paar dagen de tijd voor kreeg.
We begonnen met Google Maps. Hij omlijnde het deel waar we ideeën bij hadden. Het politiebureau, het klooster en de kerk kon hij downloaden van Google en daarmee was er al een groot deel klaar. De drie huizen nam hij ook mee en daarna zetten we er een nieuwe loods neer in de trant van een reguliere bouwmarkt, een achteringang voor leveranciers en een beveiligd terrein waar kleine zelfstandigen hun busje veilig konden parkeren. Ook was er voldoende plek voor hotelgasten en voor een op bezoek komende Carlos bijvoorbeeld.
De garage lieten we verdwijnen en daar kwam een landwinkeltje. De tuin werd overdekt met reclameuitingen om duidelijk te maken, dat de tuin door de lokale hoveniers en tuincentra zouden worden onderhouden. Op de daken van de loods en andere niet-monumentale gebouwen werden zonnepanelen ingetekend en de huizen kregen een warmtepomp.
De kerk zou bestemd worden voor kleine zelfstandigen met een eigen ruimte, zoals een kapsalon. Ook zou de grote ruimte bruikbaar moeten blijven, zodat alle inwoners van het dorp er de uitvoeringen van de gymvereniging en de fanfare zouden kunnen bijwonen. De loods voor de opslag en distributie van bouwmaterialen en het klooster bleef horeca, maar zou verdubbeld worden, zodat er een binnenterrein ontstond met veel privacy.
Over de kelder en de nog niet bekeken gangen repten we niet. Dat was ‘hobby’.
De ontwerper had een goede indruk van alles en zei dat hij er wel een mooi plaatje van zou printen met zijn 3D printer.
Ik wilde naar huis, maar hij wilde ook nog iets van de binnenkant van de kerk maken. Dat moest volgens hem een 3D presentatie op een scherm worden. Met zekere bewegingen tekende hij hetgeen we besproken hadden en hij introduceerde ingenieus schuivende en klappende wanden om de grote ruimte op de begane grond op te kunnen delen. Hoe het er in de praktijk uit zou zien wist hij ook nog niet, maar hij dacht dat hij wel een industrieel architect zo gek zou kunnen krijgen om hier iets van te maken.
We waren eindelijk klaar met de ruwe schets en de ontwerper beloofde dat alles donderdagmiddag klaar zou zijn. We gingen naar ons huis, waar iedereen al was. Iris, Kyara, Fred, Roxanne, Jack met zijn moeder en Alicia met haar moeder.
We hijgden even uit en excuseerden ons, maar verblijden iedereen met de mededeling dat we mijn huis voor een stuk hoger dan de vraagprijs verkocht hadden. We werden gefeliciteerd en we verzwegen de rest van het verhaal, wat ik eigenlijk veel spannender vond, maar daar hadden de meesten helemaal niets mee te maken…
We bespraken de op handen zijnde trip naar Panama en het was heel snel duidelijk wat het standpunt van de ouders van Alicia was: ze vertrouwden hun dochter volledig en waren van harte bereid om Iris en mij als tijdelijke voogden aan te stellen, zodat ze als minderjarige mee kon naar Panama.
Voor Jack was dat een ander verhaal, want we kenden hem amper en zijn moeder was erg gesloten over de contacten en zo met de vader van Jack. Pas nadat we lange tijd met haar gesproken hadden, kwam het hoge woord er uit: officieel was ze niet van hem gescheiden, maar in de praktijk hadden ze elkaar na de geboorte van Jack nog maar twee keer gezien… Hij leefde in Suriname en volgens de moeder van Jack zou hij daar één of meerdere andere vrouwen hebben.
Ik schudde mijn hoofd en zei: “Daar kan, ga en wil ik geen enkele verantwoording voor nemen en ik kan me niet voorstellen dat Iris dat wel zou willen”.
Iris schudde en Johan zei: “Heel verstandig, want het risico is heel groot dat er iets gebeurd waardoor er problemen kunnen ontstaan”.
Toen stelde Iris de cruciale vraag: “Maar, Jack, waarom wil je naar Panama toe?” Hij kreeg een rood hoofd, waardoor hij gelijk liet merken dat hij ging liegen.
Ik onderbrak hem met een handbeweging en ik zei: “De hele waarheid, niet een halve waarheid”.
Jack keek betrapt en zei na een diepe zucht: “Er zijn daar inheemse stammen, die heel anders denken dan wij in het geciviliseerde Europa. Ik vind het interessant om daar onderzoek naar te doen”.
Ik keek hem aan en keek daarna naar Roxan. Roxan zei: “Daar kan je qua niveau makkelijk een eindscriptie aan wijden. Dat is voor een eerstejaars stage veel te moeilijk. Het moet echt makkelijker worden”.
Jack keek rusteloos om zich heen, maar hij zei niets. Roxan schoof haar stoel naar achteren en zei: “Kom maar even mee, dan zal ik je wat beter uitleggen wat de bedoeling is van de stage”. Ze sloeg haar arm om zijn smalle schouders en ze vertrokken naar een andere ruimte.
Ik keek Iris aan en Iris nam de moeder van Jack even apart. Ik sloot mijn ogen en overdacht de rollercoaster van vandaag. Mijn eigen huis zo goed als verkocht, een nieuw project en dan ook nog eens een extra tiener mee op sleeptouw nemen naar een ver, heel vreemd land…
Dat was nogal wat.
Toen Roxan en Iris met Jack en zijn moeder terug in de kamer kwamen, werd het ijzingwekkend stil. Ik doorbrak de stilte met de woorden: “Het is geen tribunaal, dus: voor de draad er mee!”
Iris keek de moeder van Jack even aan en Iris zei: “De moeder van Jack wil heel graag dat Jack zich als een kerel gaat gedragen en niet als een meisje. Daarom hebben ze ook vaak veel conflicten”.
Roxan knikte en ze vulde aan: “Dat vertelde Jack ook. Jack vertelde ook, dat hij liever een meisje zou zijn, omdat dit veel beter voor hem voelt”.
De moeder van Jack begon te briesen, maar ik stak mijn hand naar haar op en daar reageerde ze gelukkig op. Ik vroeg aan Jack: “Welke reden heb je om naar Panama te willen gaan?”
Hij haalde diep adem, keek naar Roxan, maar zij maakte geen beweging.
Hij zei: “Er is daar een groep mensen, bij wie het niet uitmaakt of ze jongen of meisje zijn. Jongens doen daar ook meisjesdingen en meisjes weer andersom. Ik zou heel graag willen weten of dat voor mij ook zo is, of dat ik daadwerkelijk mijn piemel wil missen”.
Zijn moeder keek hem met wijd open ogen aan en ze wilde tegen hem uitvallen, maar toen kwam Fred naar voren. Hij zei: “Ik ken de Surinaamse cultuur: ik kom er zelf ook vandaan. In Suriname wordt vaak van de mannen verlangd dat ze echt mannelijk zijn. Grote piemels, machogedrag, veel uithoudingsvermogen tijdens de seks, enzovoort. Ik vind dat allemaal totaal niet belangrijk. Goed, ik heb een grote piemel, maar die heb ik zo ingepakt, dat hij niet opvalt en dat voelt voor mij een stuk ‘passender’, hoewel het toch wel vaak pijn doet. Vooral bij een erectie”.
Onderwijl had zij zijn gekooide pik ontbloot en de moeder van Jack keek er angstig naar. Daarna keek ze naar haar zoon en ze zei: “Wil jij dat ook?!”
Zonder een woord te zeggen stroopte hij zijn broek naar beneden en liet ook zijn, veel kleinere, eveneens gekooide pik zien.
Zijn moeder keek met open ogen naar haar zoon en brak emotioneel. Ze begon te huilen en te huilen. Het waren duidelijk geen krokodillentranen, maar echte, gemeende tranen.
Na enige tijd begon ze tegen haar zoon sorry te zeggen. Ze had veel te veel geprobeerd om haar zoon een rolmodel te laten zijn, zodat zijn vader misschien trots op hem zou worden en terug zou komen om hem te accepteren.
Jack keek verwonderd en zei: “Dat wil ik helemaal niet. Ik ken die vent niet en het interesseert me ook helemaal niet wie hij is. Wil jij hem nog steeds terug? Wil je dat via mij bereiken?”
Zielig knikkend gaf ze toe, dat ze dat inderdaad aan het proberen was. Iris pakte haar hand, keek haar in de ogen en zei: “Je bent dus al 15 jaar iets aan het proberen, terwijl je man misschien niet eens weet wat je doet?”
Weer knikte ze. Iris ging verder: “Het wordt echt tijd dat je je leven op gaat pakken. Je hebt 15 jaar van je leven op een dood spoor gezeten. Kies een betere route!”
We lieten moeder en zoon even samen en bespraken de situatie. We hadden allemaal medelijden met hen beiden en vonden het heel knap dat Jack al zo ver was gaan graven, dat hij deze gemeenschap in Panama had gevonden. Het was niet voor niets dat hij Psychologie was gaan studeren.
Volgende deel: Korfbal - 34: Jack Gaat Ook Mee