Vervolg op: De Gezusters Santegoed - 24Als ik iets later terugkom van het politiebureau, parkeer ik de wagen en maak me dan op om de wagen van Chantal te halen. Die komt niet veel later, samen met Ylke aanzetten. Ik begroet de beiden en zeg tegen Ylke: ‘Zo, dat geld had je snel geregeld!’
Ylke glimlacht. ‘Ik heb mijn vader even lief aangekeken. Hij was me nog een verjaardagscadeau schuldig, omdat hij toen nog op zakenreis was.’
Ik lach. ‘Nou, dan noem ik dat toch een behoorlijk verjaardagscadeau! Is je vader dan zo rijk?’
‘Dat valt wel mee. Hij verdient goed, maar hij moet ook een hoop afgeven aan mijn moeder, van wie hij gescheiden is. En hij heeft nu al drie keer mijn verjaardag niet aanwezig kunnen zijn, of zeg maar liever, vergeten, dus hij was me wel een hoop schuldig. En toen ik hem vertelde, dat ik die Jeep wel heel erg leuk vond, maakt hij ook geen problemen. Hij maakte me dat geld over, maar daarvoor moet ik dus nog wel een keer lekker met hem gaan uit eten. En ik moet dan natuurlijk rijden in mijn Jeep.’
‘Nou, zullen we dan maar de papieren voor jou in orde maken? Dan kunnen we daarna direct door om Chantals nieuwe wagen op te halen.’
Zogezegd, zo gedaan. Een klein half uur later is de Jeep van eigenaar gewisseld aan een enorm blije Ylke. Ze omhelst ons uit pure vreugde, en even later rijdt ze luid toeterend bij ons weg. Ik zeg tegen Chantal: ‘Nou, die is minstens net zo blij met haar wagen, als jij om jouw nieuwe wagen!’
Chantal glimlacht. ‘Ik ben anders toch best wel zenuwachtig, John. Ik heb hem nog helemaal niet gezien, dus laat staan ermee gereden.’
‘Geloof me, hij is net zo mooi als op de foto’s. Kom, dan rijden we aan.’
‘Kunnen we met de Cadillac gaan, John? Ik weet, het is regenachtig, maar dit is wel een speciaal moment voor me.’
Ik had er al op gerekend, dus we lopen naar de loods, waar we altijd onze auto’s parkeren, en Chantal ziet dat ik de stofhoes al van de Cadillac heb gehaald. Ze geeft me een zoen en zegt: ‘Had je al verwacht, dat ik met de Cadillac zou willen gaan?’
‘Natuurlijk! En dat wil ik zelf ook. Ik heb een groene Cadillac en jij hebt zo meteen ook een groene Dodge. Dat staat toch prachtig bij elkaar!’
Chantal glimlacht terwijl ze instapt. Omdat de voorzetel een grote bank is, komt ze lekker tegen me aanhangen. Dat kan, want de auto heeft alleen maar heupgordels. En dan rijden we weg om haar nieuwe auto te halen. Het is een uurtje rijden, en dan komen we aan. Ik zie, dat de verkoper de wagen nog eens netjes gepoetst heeft. Chantal is meteen helemaal weg van de wagen en ik loop de wagen nog eens na, of er geen punten zijn, waarop ik toch de koop zou laten afketsen. Maar die zijn er niet. We rekenen dan af. Wel gemakkelijk, dat de man een pinautomaat heeft. En ook het overschrijven van het kenteken levert geen probleem op. De man geeft ons dan de papieren en de sleutels en zegt: ‘En ik heb de tank ook maar vol gegooid. Doe ik normaal nooit, maar omdat ik hoorde, dat je die voor je vriendin gekocht hebt, heb ik maar eens over mijn hart gestreken. Ik zou zeggen, veel probleemloze kilometers met jullie nieuwe wagen.’
Chantal bedankt de man nog eens hartelijk en stapt dan in haar nieuwe wagen. Ze start de motor, die grommend tot leven komt.
‘O, die maakt wel wat meer lawaai, dan de jouwe, John. Maar wel een leuk geluid!’
Ze trapt het gas even in. De motor reageert met een harde brul. Chantals gezicht vertoont een grote grijns en ze glundert als een klein kind. Ik lach, als ik haar zo zie. Ik stap in mijn Cadillac en rijd achter haar aan. Chantal geeft de wagen meteen de sporen en de Dodge schiet vooruit. Even later rijden we naar huis over de snelweg en Chantal houdt er een redelijk rustig tempo op na. Mijn teller geeft zestig mijl per uur aan, net geen honderd kilometer per uur. Maar net voor we de snelweg afgaan, geeft ze haar wagen nog even de sporen. Ik heb geen moeite om haar bij te houden, mijn wagen is krachtiger, dan de hare. Maar het duurt toch even, voordat ik haar heb bijgehaald. Niet veel later komen we thuis aan, en tot onze verbazing staan zowel Daan als Melissa ons op te wachten. Ook Joey staat bij hen te wachten.
We parkeren onze wagens en Chantal stapt met een glimlach van oor tot oor uit.
‘Oh, wat is dit een heerlijke wagen! Hij rijdt echt super!’
Ze rent naar me toe en geeft me heel spontaan een zoen.
‘O, ik heb zo blij, John! Hij rijdt echt super! En hij is helemaal niet zo zwaar als jouw Cadillac. En ook niet zo groot. Zo precies had ik me dat voorgesteld!’
Ik glimlach. ‘Toen ik de wagen zag, wist ik al, dat hij perfect voor je was. Maar voorlopig zal het tanken wel wat duurder zijn. Hij rijdt nog op benzine.’
Chantal is nog steeds in de wolken. ‘Ik zal nog wel moeten wennen aan het gaspedaal. Deze reageert behoorlijk fel, als je op het gaspedaal duwt! Je bent zo weg!’
‘Dat had ik al in de gaten. En hij zal ook wel zuiniger zijn, dan mijn Cadillac. Deze wagen weegt een heel pak minder. Kom, dan maken we met ons allen een mooie proefrit. Dan zal ik mijn wagen eerst in de loods zetten, en maken we een leuke rit door de omgeving.’
Niet veel later rijden we met de Dodge. Chantal is zichtbaar trots op haar nieuwe bezit. De wagen heeft duidelijk geen moeite met 5 personen in de wagen. We rijden nog even langs bij mijn moeder, om haar de kans te geven om de wagen te bewonderen.
Ik zie mijn moeder verbaasd door de raam kijken, als we voor haar huis stoppen. Ze loopt naar buiten, terwijl we uit de wagen stappen.
‘Wat heb je nu weer gekocht, John? Je blijft maar auto’s kopen! Eerst een Jeep voor Chantal, en nu deze?’
Ik glimlach en begroet mijn moeder.
‘Hoi, mam. En ja, we hebben weer een nieuwe wagen. Maar deze is in plaats van de Jeep. Je weet toch, dat Chantal een wat meer praktischere wagen wilde? Nou, dit is hem dan.’
‘O, ik had een meer modernere wagen verwacht, John. Maar deze is anders ook wel mooi!’
Chantal begroet mijn moeder ook. ‘Hoi, Tinie! Wat vind je ervan? Is het geen plaatsje? We hebben hem net opgehaald.’
‘John verwent je veel te veel, Chantal. Straks denk je nog, dat je om de zoveel tijd een nieuwe auto krijgt.’
‘Nee, daar ben ik niet bang voor, Tinie. Maar John liet me deze op zijn telefoon zien, en ik was er meteen verliefd op. Eigenlijk net zoals ik verliefd werd op John.’
‘Dan moet het wel goed zitten. Ik dacht al, waar blijft John toch. Hij kwam niet opdagen om naar het café te gaan.’
Chantal kijkt me bestraffend aan en zegt: ‘Heb je je moeder nou alweer vergeten, John?’
‘Ik heb haar proberen te bellen, maar het wordt tijd, dat ze ook een mobieltje krijgt. Je kunt bellen wat je wilt, maar ze is nooit thuis!’
Mijn moeder lacht. ‘Dan heb ik nieuws voor je, John! Ik heb sinds maandag een mobiele telefoon. Gewoon een simpel ding, waarmee je alleen mee kunt bellen. Ik hoef al die fratsen niet op een telefoon.’
Ik lach. ‘Dat is ook tijd! Want dan had ik je kunnen laten weten, dat ik vandaag niet langs zou komen. Maar waar komt die heilige dag vandaan, dat jij je een mobieltje koopt?’
‘Sinds jij met Chantal samenwoont, ben ik daar al over aan het denken. Ik hoef me nu niet meer zo veel zorgen over je te maken, Chantal houd je wel een beetje in het gareel. Al moet ik die mening herzien, nu je alweer een andere wagen hebt gekocht. Wat heb je met de Jeep gedaan?’
‘Die hebben we aan de vriendin van Chantal verkocht. Ylke, je kent haar wel.’
‘Ah, die kleine meid, waar Chantal mee op het conservatorium zit? En ik maar denken, dat studenten geen geld hebben!’
Chantal lacht. ‘Zelf heeft ze ook geen geld, maar eigenlijk heeft haar vader die betaald. Als goedmakertje, dat hij haar afgelopen drie verjaardagen moest missen.’
‘Nou nou, dat is dan nog een heel cadeau. Is haar vader rijk dan?’
‘Rijk is veel gezegd. Hij verdient goed en woont in een behoorlijk groot huis in Swalmen. Maar hij is een paar jaren geleden gescheiden van Ylke’s moeder en daarom heeft hij het nu even wat minder breed. Hij is onderdirecteur van een groot bedrijf, waarvoor hij door heel Europa heen moet voor besprekingen. En dan kan er wel eens een verjaardag doorschieten.’
‘Ik begrijp het. Maar jij zal je geluk nu wel niet op kunnen, of wel?’
‘Inderdaad. Maar heeft John het andere nieuws al verteld? En nee, ik ben niet zwanger.’
Mijn moeder kijkt verbaasd, maar glimlacht.
‘Nee, wat voor nieuws is er dan?’
Ik pak de hand van Chantal vast en zeg: ‘Mam, we gaan nu toch al komende mei trouwen. We konden gewoon niet meer wachten.’
‘Wat? Echt waar? O, daar ben ik echt blij om!’
‘Maar we zijn niet de enige, die gaan trouwen. Melissa en Daan gaan ook trouwen. We trouwen tegelijkertijd.’
‘Ah, wat leuk! Ja, dat past wel bij jullie! Maar heb je nu nog wel genoeg geld om je bruiloft goed te kunnen vieren?’
‘De bruiloft doen we natuurlijk ook samen. Het heeft geen zin om daar twee feesten voor te houden. En dat willen we in mijn loods gaan doen, ongeveer net als het feest, dat we toen hebben gehouden, toen ik met Chantal ging samenwonen. Maar dan wat meer uitgebreid en luxer.’
‘Ja, dat scheelt wel een pak geld. Kom eens hier, dat ik jullie een stevige knuffel geef!’
De tranen lopen haar over haar wangen, maar het kan mijn moeder niets schelen. Ze geeft zowel mij als Chantal een stevige knuffel. Daarna feliciteert ze Melissa en Daan op dezelfde manier. Tegen Daan zegt ze: ‘En, weet jouw moeder het ook al?’
‘Nog niet. We vertellen het haar komend weekend. Ze is nu nog een paar daagjes weg, en komt vrijdag pas terug.’
‘Ach, da’s waar ook. Ze had me gevraagd om mee te gaan, maar ik had daar niet zo’n zin in. Mij krijg je niet op zo’n boot. Als het nou een busreisje was geweest, dan had ik het misschien nog overwogen.’
Dan kijkt ze Melissa aan. ‘En, wat zeggen je ouders ervan, Melissa?’
‘Die weten het ook nog niet. Zondag waren we al van plan naar ze toe te gaan, John en Chantal zijn dan al daar. En dan nemen we een taart mee, waarop we een opdruk hebben staan. Zo gaan we het hun vertellen.’
‘Dat is wel een leuke manier om het ze te vertellen. Maar dan gaat het wel hard bij je ouders thuis. In een jaar al hun kinderen het huis uit.’
‘Mam is het nu al bijna gewend. En pap ook. En ze zijn nu echt helemaal hun dromen al aan het najagen. Ze doen nu aan line dansen. En mam maakt nu ook zelf jaren zestig kleding voor hun twee. Dat ziet er echt heel erg leuk uit. Ik geef haar nu tips, hoe ze bepaalde dingen kan maken.’
‘Dus dan is het maar goed, dat John in jullie leven terecht is gekomen!’
Melissa lacht. ‘Chantal zal het wel helemaal met me eens zijn, John was een godsgeschenk!’
Ik lach. ‘Nu moeten jullie niet overdrijven, dames! Het is allemaal gebeurd door toeval.’
Ze antwoorden niet, maar glimlachen alleen.
Ik zeg dan tegen mijn moeder: ‘Zin in een ritje met Chantals wagen? Gaan we lekker langs de McDonalds een ijsje scoren.’
Daar is mijn moeder meteen voor te vinden, want ze is verzot op ijs. Dus brengt Chantal ons naar de drive-in, waar we even later kunnen genieten van een heerlijk ijsje.
Mijn moeder hangt tegen me aan. ‘Dit doet wel herinneringen oprakelen, John. Ik kan me nog herinneren, hoe ik met je vader in zijn auto rondreed. En dan gingen we ook een ijsje halen. Natuurlijk niet bij een McDonalds, want die waren er toen nog niet. Fantastische tijden waren dat! En zal ik je eens wat zeggen, John? Ik weet heel zeker, dat je verwerkt bent in een auto. Je liefde voor oude wagens moet daar wel vanaf komen, denk je niet?’
Ik kijk geschokt. ‘Hoe weet je dat zo zeker, mam?’
‘We woonden toen nog bij je oma thuis, John. Daar viel het meteen op, als we seks hadden, dus maakten we regelmatig eens een ritje met de auto, zogenaamd om ijs te halen. Dat deden we dan ook wel, maar er gebeurde veel meer, dan alleen dat. En ik denk zelfs nog wel, dat ik weet op welke dag dat was. Je vader had de auto van een vriend geleend, want zijn auto stond in een garage. Het was ongeveer zo’n zelfde wagen als dit, maar dan in het rood. We reden naar de Maas, en keken samen naar de zonsondergang en bedreven daar de liefde.’
Mijn moeder zucht eens diep. ‘Ik kan het me nog steeds herinneren. Die wagen stonk naar de benzine, maar dat kon ons niet interesseren. Wat ons wel kon interesseren, is dat er plaats genoeg was op de achterbank!’
Ik lach. ‘Dus ik ben verwekt met benzinedampen om je heen. En dan vind jij het gek, dat ik autogek ben!’
Mijn moeder lacht. ‘Het zou zomaar kunnen, John. Daar had ik nog niet eens aan gedacht.’
We brengen haar dan weer naar huis en rijden vervolgens zelf ook terug naar huis. We zetten Melissa en Daan bij hun thuis af, ze wonen nu op loopafstand van ons vandaan. Ze waren ook te voet gekomen. En niet veel later parkeren we de wagen in de loods. Chantal zet de motor af en zegt: ‘Lekker veilig hier in de loods. Nu kunnen er geen dieven meer aan komen!’
Ik laat Joey dan uitstappen, maar houd Chantal even tegen.
‘Chantal, er is vanmiddag iets gebeurd, maar ik wilde je het nog niet eerder vertellen, omdat je zo blij was met je nieuwe auto.’
Chantal ziet me serieus kijken en zegt: ‘Wat is er? Je kijkt zo serieus.’
‘Dat ben ik ook. Ik kreeg vanmiddag een telefoontje van Kurt. Het schijnt, dat toch niet de hele bende is opgepakt, en nu duikt hij even onder. Ik weet waar hij is, hij is nu in Kampen.’
‘In Kampen?’
Ik knik. ‘Maar dat is niet alles. Er stond vanmiddag een man aan de intercom. Hij wilde me een lulverhaaltje ophangen, maar daar trapte ik niet in. Ik heb toen op de bewakingscamera’s de beelden terug gekeken, en daar zag ik, dat er nog twee mannen bij hem waren, die om het terrein hebben gelopen.’
Chantal kijkt me geschokt aan. ‘En toen?’
‘Ze zijn weer gegaan, maar ik heb meteen contact opgenomen met de politie. Ik heb ze toen meteen de bewakingsbeelden op een USB-stick gezet en dat heb ik ze gebracht. Toen ik daarvan terugkwam, zag ik de wagen weer, die ik ook op de beelden gezien had. Opeens haalden ze me met een noodgang in, maar het geluk was niet met hun, of in ieder geval met mij. Er kwam juist een politiewagen aan, en ze sloegen toen op de vlucht. Maar dat liep voor hun niet goed af, ze kregen een ongeluk en werden toen afgevoerd door de politie.’
Chantal is best geschrokken. ‘Dus je denkt, dat ze achtervolgt hebben?’
‘Dat weet ik niet, maar het was allemaal geen zuivere koffie. Ik heb nog niets terug gehoord van de politie.’
‘Misschien moet je morgen nog maar eens bellen.’
‘Ik denk niet, dat ze me veel zullen vertellen. Maar ik wilde, dat je er wel van op de hoogte was. Het kan jou immers ook overkomen.’
Ze trekt een kleine glimlach. ‘Dan ben ik toch wel blij, dat jij zo’n veilig huis hebt, John. Zelfs nu ik dit weet, zal ik er niet minder om slapen.’
Ik geef haar een zoen, en dan lopen we ook naar binnen.
We gaan dan vroeg slapen. Chantal valt inderdaad snel in slaap, maar ik kan weer moeilijk slaap vatten. Bij het minste geluid schrik ik weer wakker. En ook de volgende nacht blijft dat zo. Maar uiteindelijk blijkt mijn waakzaamheid toch niet voor niets. Ik hoor opeens wat lawaai, net buiten het huis. En ik ben niet de enige, die wat gehoord heeft, want Joey is er ook wakker van geworden. Ik kom hem tegen op de gang. Zachtjes fluistert hij: ‘Er lopen twee mannen hier buiten om het huis, John. Moeten we de politie bellen?’
‘Doe maar. Je hebt toch straks het hek goed gesloten?’
‘Ja, dat weet ik zeker.’
‘Dan bel maar. Ik ga onder kijken. Maar maak geen lawaai.’
Voorzichtig ga ik naar onderen toe. Mijn ogen zijn snel gewend aan het gebrek van licht. Opeens voel ik wat zachts langs mijn been. Ik schrik er even van, maar zie dan dat het Renn is. Het verbaast me, dat ze nog niet geblaft heeft, maar ze gromt wel. Ik kniel en zeg: ‘Stt, niet grommen, Renn. Volg!’
Ze kijkt me verwachtingsvol aan. De training, die ik met haar doe, begint nu opeens wel zijn vruchten af te werpen. Maar ik voel wel, dat ze bang is. Maar het is duidelijk, dat ik haar vertrouwen geef. Ik loop naar de achterdeur, en zie daar plotseling een zaklamp schijnen. Renn wil blaffen, maar ik kan haar nog net tegenhouden. Ze worstelt om los te komen, maar ik heb haar stevig vast. Zachtjes zeg ik tegen haar: ‘Koest!’
Tegen de verwachting in, gehoorzaamt ze me. Maar ze laat wel een zacht gegrom horen. Dat vind ik niet erg.
Ik hoor dan gemorrel aan de deur. Er is duidelijk iemand bezig om het slot open te krijgen. Nu is het wel zo, dat je best moeilijk door de deur kunt kijken. Het is melkwit glas, dus hij ziet me niet staan. Opeens hoor ik een klik, de deur is van het slot, maar de deur heeft twee sloten. Maar ook daar heeft de inbreker niet lang nodig. Ik stel me wat verdekt op, en wacht tot de deur open gaat. Dat gebeurt een seconde later. Heel voorzichtig gaat de deur open en komt een man binnen. Hij wenkt zijn maat en ze stappen heel behoedzaam naar binnen. Ze sluiten zelfs de deur achter zich, en dat is het moment, dat ik in actie kom. Het is voorbij in een paar seconden, de mannen hebben niet eens de kans gehad om te reageren. Want ik plaats mijn aanval vanuit het donker, ze hebben het waarschijnlijk niet eens gezien. Maar ik heb ze niet te hard aangepakt, ik wil ze immers niet doden. Alleen uitschakelen. Maar door het tumult zijn er wel enkele dingen op de grond gevallen, waardoor Chantal nu ook wakker geworden is. Samen met Joey rent ze naar onderen heen, en maakt dan de lampen aan.
Geschokt ziet ze, dat ik en Renn de twee inbrekers overmeesterd hebben. Renn gromt nogal dreigend naar de ene man, terwijl ik de andere man in een houdgreep heb. Ik roep Joey toe: ‘In de kast liggen grote kabelbinders. Pak die, en bind daarmee hun armen en benen vast. Schiet op!’
Joey knikt en rent. Een paar minuten later hebben we de twee inbrekers stevig vastgebonden met de kabelbinders. Pas dan kan ik opgelucht ademhalen. Renn gromt nog steeds naar de twee inbrekers, maar nadat ik haar bevolen heb om naast me te komen zitten, doet ze dat vanaf daar. En ik heb echt geen illusies, dat ze die twee mannen zal aanvallen, zodra ze ook maar een beetje bewegen. Chantal staat te bibberen, ze is bang. Ik sla mijn arm om haar heen en zeg: ‘Rustig maar. Het is alweer voorbij.’
Joey zegt: ‘Ik heb de politie gebeld, ze komen zo.’
En we hoeven ook niet lang te wachten. Een politiebusje arriveert voor de poort, en ik loop naar buiten toe.
‘Ah, gelukkig, dat u er bent. Binnen heb ik twee inbrekers vastgebonden liggen. Die kunt u zo meenemen.’
De agenten kijken verbaasd op. ‘Wat zei u?’
‘Kom maar mee, dan kunt u het zelf zien.’
Ze volgen me en zien dan verbaast het tweetal op de grond liggen.
‘Uhm, en hoe is dit gebeurd?’
‘Tja, ze kwamen mijn huis binnen, terwijl ik de deur toch echt op slot gedaan had. En het alarm stond ook aan, dus ik ben wel benieuwd, waarom dat niet is afgegaan. En toen ze eenmaal binnen waren, heb ik ze maar meteen uitgeschakeld. Ik ben niet gediend van vreemde gasten in mijn huis, midden in de nacht.’
‘Dat kan ik zien. Maar hoe heeft u dat voor elkaar gekregen?’
‘Ik ben kickbokser. Ik weet wel, hoe je iemand heel snel kunt uitschakelen. En geen zorgen, die hebben niets gebroken, hoogstens wat flinke blauwe plekken en bulten morgenvroeg. Ik heb ze volledig kunnen verrassen, ik stond immers helemaal in het donker.’
Een van de agenten krabt zich eens aan zijn hoofd.
‘Nou, dit maken we niet vaak mee. Maar het lijken me wel professionele inbrekers. Ik neem aan, dat hun spullen zijn, die daar op de vloer liggen?’
‘Dat is in ieder geval niet van mij. En mijn vrouw en pleegzoon hebben zulk materiaal ook niet.’
Een van de agenten trekt wat rubberen handschoentjes aan en pakt een rugzakje op, die op de vloer ligt. ‘Zo, dat is zeer professioneel spul. Ik heb er laatst van gehoord op een cursus. Hiermee kun je vrijwel ieder beveiligingssysteem uitschakelen. Geen wonder, dat uw systeem niet afging! Maar waardoor bent u gealarmeerd?’
‘Ik kon niet goed slapen, en toen hoorde ik wat lawaai buiten. Mijn pleegzoon Joey had het ook al gehoord, hij is degene geweest, die u gebeld heeft.’
‘Oké. Ik ga even de hoofdinspecteur bellen, want dit lijkt me wel iets voor hem.’
Hij loopt even naar buiten en komt even later terug. Zijn collega is dan al bezig om de kabelbinders om te ruilen voor handboeien, en daar helpt de collega dan met mee. Even later hebben we het tweetal op een stoel gezet en trekt de agent het skimasker van een van de inbrekers af. Ik herken meteen de man, want hij heeft ook op de video gestaan, hier aan de poort.
‘Ah, dacht ik het al niet! Hij heeft hier vanmiddag aan de poort gestaan. Hij had schijnbaar gehoord, dat hier zogenaamd een stalling was, waar hij zijn auto kon stallen. Ik heb hem toen afgewimpeld. Ik verhuur geen stallingsruimte aan vreemden. En dat klopt ook. Ik heb hier wel auto’s staan, maar die zijn van onze oldtimerclub. Daar komen geen vreemde wagens bij. De bewakingsbeelden hebben jullie reeds.’
De agent kijkt verbaasd. ‘Kunt u dat nader uitleggen?’
‘Een tijdje geleden heeft men hier ook geprobeerd in te breken, zonder succes overigens.’
‘Ah, daar heb ik wel van gehoord. Dat was een behoorlijk grote zaak! Ze hebben toen een flinke bende opgerold.’
‘Bent u er zeker van, dat de hele bende is opgerold? Ik betwijfel dat. Ik denk dat deze twee heren daar ook nog wel eens banden mee konden hebben.’
De agenten kijken geschokt. Maar een paar minuten later horen we nog wat sirenes. Er stoppen een auto en een busje. En dan wordt het meteen druk in de keuken. Ik herken meteen de inspecteur, aan wie ik het filmpje heb gegeven. Als hij me ziet, en ook de twee inbrekers ziet zitten, moet hij lachen.
‘Als ik niet beter zou weten, dan zou ik u verdenken, dat u ons graag ziet.’
‘Geloof me, ik ben geenszins van plan om hier een gewoonte van te maken.’
De inspecteur kijkt dan naar de inbrekers. Hij herkent ze meteen. ‘Kijk aan, mijnheer Bakelmans! Hebben we elkaar vanmiddag ook al niet gesproken? En nu zien we elkaar weer! En ik denk niet, dat u er nu wel zo gemakkelijk vanaf zult komen. Inbraak en huisvredebreuk wordt op dit moment best wel goed bestraft. En gezien wat er op dit adres allemaal gebeurd is, dan zal er ook nog wel wat verder gekeken worden naar uw geschiedenis. En die is ons maar al te goed bekend. Ik denk, dat u voorlopig bij ons in de kost mag komen, wat vindt u daarvan?’
De man kijkt de agent recht in zijn ogen aan. ‘Pff, je kunt me toch niet houden!’
‘O, jawel. We hebben inmiddels wel wat meer bewijs tegen je. Vanmiddag konden we niet aanhouden. Helaas is vluchten geen misdrijf in Nederland, en voor verkeersgevaarlijk gedrag konden we je ook niet vastzetten. Maar dit is andere koek. Ik denk dat de officier van Justitie zich al in de handen wrijft, als hij hoort, dat we je nu op heterdaad betrapt hebben.’
Ik zeg tegen de inspecteur: ‘Als u wilt, dan kunt u ook nog de camerabeelden van de inbraak hebben. Ze kunnen misschien wel het bewakingssysteem uitschakelen, maar de beveiligingscamera’s zijn los daarvan aangesloten.’
‘Dat zou heel handig zijn, zeker in combinatie met de beelden, die u vanmiddag reeds heeft gebracht.’
De agenten voeren dan de mannen af, en de inspecteur, samen met nog een agente, blijven achter. Ze nemen dan onze verklaringen af en doen sporenonderzoek. De inspecteur en de agente nemen afscheid en ik sluit de poort weer achter hun. Ik kijk of het alarmsysteem nog werkt, en dat blijkt ook gewoon zo te zijn. Daar schrik ik toch wel een beetje van, als ze zo gemakkelijk een huis binnen kunnen komen. Ik loop nog naar de loods toe, en kijk of die nog op slot zit. Dat blijkt ook zo te zijn, maar ik neem toch een kijkje binnen. Gelukkig blijkt er niets aan de hand te zijn. Maar dan bekijk ik me wel mijn alarmsysteem. Nu kan ik dat van buitenaf afzetten, maar misschien moet ik dat maar binnen gaan plaatsen. Er is immers nog even tijd, voordat het alarm afgaat. Dan ga ik weer naar binnen. Chantal is nog steeds onder en ook Joey is nog wakker.
Chantal slaat meteen haar armen om me heen. Ze rilt als een rietje en ik kalmeer haar.
‘Je hoeft niet bang te zijn, ik ben bij je.’
Ze knikt, maar houdt me stevig vast. Maar ze kalmeert wel. Dan zegt ze: ‘Ik was toch zo bang, John!’
‘Waarom? Ik had de situatie al lang ingeschat. Er was maar weinig, wat mis kon gaan.’
‘En wat, als jou wat gebeurd was? Ze hadden ook wapens bij kunnen hebben.’
‘Die hebben ze niet bij gehad, Chantal. En ik denk ook niet, dat ze hier waren om ons iets aan te doen. Ze waren op zoek naar iets. Waarom zouden ze nog terugkomen, als ze weten, dat ze hier risico lopen? Er moet nog iets zijn!’
Chantal kijkt me aan en zegt: ‘Je zwarte wagen! Daar moet nog steeds iets in zitten.’
‘Dan hadden ze wel in de loods ingebroken, Chantal. Maar dat wil niet zeggen, dat je geen gelijk hebt, Chantal!’
Ik laat haar los en loop naar mijn sleutelkastje. Daar haal ik mijn autosleutel uit. Daar is op zich niet heel erg veel aan te zien, maar als ik er beter naar kijk, zie ik, dat de sleutel al eens eerder geopend is. Nu kan dat wel gebeuren, als de batterijen van de afstandsbediening leeg zijn, maar deze lijkt wel eens vaker geopend te zijn. Ik haal de sleutel van mijn sleutelbos af, en probeer de kap van de sleutel te openen. Dat gaat vrij gemakkelijk. Zo op het eerste gezicht valt er weinig te zien, maar dan zie ik een extra printplaatje zitten. Het is een van de knoppen, die ik nooit gebruik.
‘Chantal, kun je even de reservesleutel even pakken?’
‘Wat is er, heb je iets ontdekt?’
‘Ik weet het niet. Ik geloof niet, dat dit hier hoort, maar ik wil het wel even vergelijken.’
Ze pakt dan de reservesleutel. Die ziet er nog als nieuw uit en is daarom ook wat moeilijker te openen.
‘Dacht ik het niet! Dit hoort hier niet te zitten. Maar ik heb geen idee, waarom het wel in deze sleutel zit en niet in de andere.’
‘Misschien moet je het aan de politie laten zien, John.’
‘Maar het kan ook niets zijn. Maar ik heb wel een idee, een collega van me, is een echte elektronicaspecialist. Misschien kan hij me vertellen, wat het doet.’
We gaan dan maar slapen, en gelukkig lukt me dat nog. Op mijn werk laat ik mijn collega zien, wat er in mijn sleutel zit. Het is zijn werk, dus hij heeft ook alle apparatuur om er even naar te kijken.
‘John, dit is een soort zendertje. Het werkt anders dan de gewone afstandsbediening, de frequentie is anders. Vreemd, dit is het soort signaal, dat naar de startbeveiliging wordt gestuurd van je wagen. Waarom zouden ze daar nog een zender voor bij plaatsen?’
Er begint me iets te dagen. ‘Marcel, zou ik even je autosleutels mogen hebben? Ik wil even iets uitproberen.’
Hij geeft me zijn autosleutels, en ik haal de kap ervan af. Ik weet, dat er een kleine chip in zit, en die wurm ik eruit.
‘Niet kwijtraken, anders start dadelijk je wagen niet meer, Marcel.’
‘Dat hoef jij me niet te vertellen. Maar waarom heb je mijn sleutel nodig?’
‘Kom maar eens mee, ik heb wel een idee, waarvoor dat knopje op mijn afstandsbediening dient.’
We lopen naar zijn auto heen. Een heel ander merk dan de mijne. Ik zeg tegen Marcel: ‘Probeer je wagen eens te starten?’
‘Dat lukt toch niet, die chip zit er niet meer in!’
‘Doe toch maar!’
Marcel doet dan wat ik hem vraag. Natuurlijk lukt de eerste poging niet. Dan druk ik op het knopje en zeg: ‘En probeer het nu nog eens?’
Tot zijn eigen verbazing start zijn wagen nu meteen. Ik beduid hem, dat hij zijn wagen moet afzetten.
‘Dus daarvoor is dat knopje. Hiermee kun je de startbeveiliging omzeilen.’
‘Wow, dus met andere woorden, je zou gewoon met iedere wagen kunnen wegrijden?’
‘Als je het slot forceert, dan wel. Ik denk, dat de politie deze sleutel wel eens heel graag in hun bezit zouden willen hebben. Bedankt Marcel! Nu kan ik verdere stappen ondernemen.’
‘Wat ga je nu doen?’
‘Dit naar de politie brengen natuurlijk! En ik weet ook precies, naar wie ik dit moet brengen.’
Ik ga naar mijn chef toe en zeg: ‘Zou je het erg vinden, als ik me nog even vrij pak? Ik moet even dringend naar de politie.’
‘Alweer?’
Ik knik. ‘Ja, ze hebben afgelopen nacht weer geprobeerd in te breken. Maar nu waren ze wel mijn huis binnen gedrongen.’
‘Jezus, John. Woon je daar nog wel veilig?’
‘Jawel, daar maak ik me geen zorgen om. Maar ik denk, dat ik wel weet, waarom ze ingebroken hebben. En dat moet ik even persoonlijk aan de inspecteur vertellen, die deze zaak in behandeling heeft.’
‘Natuurlijk, ga maar. Maar ik hoop wel, dat die poppenkast snel afgelopen is.’
‘Dat hoop ik ook, geloof me maar. En nu ik toch hier ben, ik zou graag van 10 mei tot 21 mei vrij willen hebben.’
‘En waarom dat weer?’
‘Omdat ik dan ga trouwen. En dan ga ik samen met Chantal een paar daagjes weg.’
‘Wat? Nou, dan alvast gefeliciteerd! En natuurlijk krijg je dan wel vrij. Geen probleem!’
Hij geeft me een hand, en even later ben ik op weg naar huis. Ik rijd meteen naar het bureau, waar ik naar de inspecteur vraag. Die komt al snel.
‘Ah, mijnheer Vliegers. Wat kan ik voor u doen?’
‘Ik denk wel te weten, waar de inbrekers naar op zoek waren. En dat is dit hier!’
Ik laat hem mijn sleutels zien.
‘Uw auto?’
‘Nee, deze autosleutel. Ik ben achter het geheim gekomen, dankzij een goede collega van me. Die weet heel erg veel van elektronica. En daar kwamen we achter, dat de chip, die achter deze knop zit, eenzelfde frequentie uitzendt, als de chip van een startonderbreker. Dat hebben we getest, en dat werkt. Met deze knop kun je dus vrijwel alle auto’s gewoon starten. Gewoon zorgen, dat je de auto van het slot afkrijgt, en dan kun je gewoon starten. Of je nu de chip hebt of niet.’
De inspecteur kijkt geschokt. ‘Dat zou inderdaad wel eens kunnen zijn, waar ze op zoek naar waren. Kunt u ons dat demonstreren?’
‘Geen probleem. Dan heb ik een willekeurige autosleutel nodig en een bijpassende auto. In de sleutel zit een chip verborgen. Die moet er dan even uit gehaald worden. En daarna zal ik gewoon die wagen starten. Geen probleem.’
De inspecteur loopt weg en komt terug met enkele sleutels. ‘Dit zijn de autosleutels van enkele collega’s van me. Zeg maar wat ik moet doen, dan help ik even mee. Ik ben nu wel even heel erg nieuwsgierig!’
Na wat gepriegel lukt het ons om de chips te verwijderen, en daarna gaan we naar de parkeerplaats. De inspecteur kijkt verbaasd op, als ik hem vervolgens de wagens eerst zo laat starten, en vervolgens met de hulp van de knop van mijn sleutel. Iedere wagen start dan zonder problemen. Ik vertel hem dan, hoe ik op het idee ben gekomen, dat er iets met de sleutel moest zijn. En hoe ik de kleine chip heb gevonden.
‘Dit is echt voor het eerst, dat ik van zoiets hoor, en ik doe dit vak toch al even. Ik betwijfel, dat er ooit iemand van mijn collega’s van gehoord heeft. Dit maakt de zaak groot. Nu hebben we ook nog een reden, waarom ze in wilden breken. Bedankt mijnheer, dit zal het onderzoek een vlucht geven. U kunt de sleutel nog wel even missen?’
‘Ik heb nog mijn reservesleutel, daarmee kan ik gewoon rijden. En hoe sneller u het oplost, hoe liever dat ik het heb. Maar u mag van mij de sleutel houden. Ik laat wel een nieuwe bijmaken. Ik heb de chip al toch al uitgehaald, zodat ik die in een nieuwe sleutel kan plaatsen.’
De inspecteur kijkt verbaasd, maar neemt maar wat graag de sleutel van me aan.
‘Ik neem aan, dat ik nu wel gewoon weer verder kan rijden met mijn wagen? En hoe zit het met extra toezicht op mijn huis? Ik heb echt geen zin om weer van die gasten in mijn huis te krijgen. Geloof me, de volgende keer zal ik echt minder aardig zijn.’
De inspecteur lacht. ‘Dat geloof ik meteen. Maar ik denk niet, dat je er nog veel last van gaat krijgen. We hebben alle verdachten in deze zaak nog eens stevig aan de tand gevoeld. We missen nog een verdachte, maar we zijn nu bij een doorbraak. En die heb je misschien zojuist gebracht. Eigenlijk mag ik je dat allemaal niet vertellen, maar ik denk wel, dat je een beetje recht erop hebt, en rust verdient.’
‘Oké, maar ik weet je wel te vinden, als ik weer nachtelijk bezoek ontvang.’
Hij geeft me lachend een hand. ‘Laten we dan maar hopen, dat het nu snel voorbij is.’
Ik schud hem de hand en rijd dan weer terug naar mijn werk. Daar ga ik gewoon verder met mijn werk. En thuis proberen we ook heel normaal te blijven doen. Maar in de nacht gaat het dan toch niet goed. Het lukt geen van ons beiden om in slaap te komen. Telkens horen we wel een geluid, waardoor we weer opstaan om het te controleren. Zelfs Joey kan maar amper slapen. Dus zijn we ’s morgens niet echt fit. Gelukkig is het vrijdag, en omdat we weer naar Kampen gaan, heb ik me ’s middags vrij genomen. Alleen Joey blijft nu alleen achter. Hoewel, hij gaat met Veerle en Otto mee naar een van de wedstrijden van Veerle en maar moet ook nog zaterdag werken. Zondag gaat hij dan mee naar de wedstrijd van Veerle.
Als ik ’s middags terugkom, laden we onze spullen in de Dodge. Chantal kan het natuurlijk niet laten om haar nieuwe wagen aan haar ouders te laten zien. En vanzelfsprekend zijn er al een hoop foto’s over en weer gestuurd.
Joey is aan het werk bij Henk, maar komt speciaal even terug van het werk om even afscheid te nemen. Tot mijn verbazing geeft hij me een brief, die ik aan zijn ouders moet geven.
‘Een brief, Joey?’
Joey glimlacht. ‘Ja, een brief. Ik wilde ze toch bedanken, dat ze me toch deze kans gunnen. Ook al is mijn stiefvader een klootzak, hij stond het me wel toe. En mijn moeder is natuurlijk helemaal geweldig, dus daarom wil ik ze met een brief bedanken.’
‘Nou, dat zullen ze zeker heel erg fijn vinden. Heb je toevallig gehoord, onder welk programma je stiefvader nu bezig is? Hij is nu bezig met afkicken en onder behandeling van psychiaters.’
‘Mam had het me verteld. Ik ben blij voor haar. Maar voor hem persoonlijk, nee, dat kan ik nog niet opbrengen. Maar het is ook niet zo, dat ik hem geen hart onder de riem wil steken. Ik wil gewoon, dat mijn moeder weer gelukkig is. En als ze met hem gelukkig is, dan zal ik daar geen probleem van maken. Alleen mijn relatie met hem, dat heeft wel een flinke knauw gekregen. Daar zal hij zelf zijn best voor moeten doen.’
‘Ik weet zeker, dat hij dat ook wel zal weten. En deze brief zal hem ook wel helpen met doorzetten.’
‘Dat hoop ik dan voor hem.’
‘Nou, wij gaan nu zo. Je weet de regels, Joey! Ook als we weg zijn, geen feestjes hier. Want als dat gebeurt, en ik kom erachter, dan weet je niet hoe snel je terug bent in Kampen. Begrepen?’
Joey knikt. ‘Dat hoef je mij niet te zeggen. Maar mag ik wel een van mijn vrienden uitnodigen? Hij wilde wel eens de caravan zien, waar ik aan het werken ben.’
‘Vrienden van school?’
Joey knikt. ‘Ik wilde Harold uitnodigen, en als het mag ook Ivan.’
‘Goed, die twee mag je uitnodigen. Er liggen nog pizza’s in de diepvries, en een pilsje mag je ook nog wel pakken, maar dat is het wel. Maar laat ik al helemaal niet horen, dat jullie aan de auto’s hebben gezeten.’
‘Als ze dat proberen, staan ze sneller buiten de poort, dan ze binnen zijn gekomen. Dat gaat niet gebeuren, dat beloof ik je!’
‘Goed, daar vertrouw ik dan op. Ga maar weer snel terug naar je werk, anders wordt straks Henk nog kwaad.’
Joey knikt en geeft ons beiden een knuffel. Als hij weg is, zet ik het alarm er weer op, sluit de poort en rijden we richting Kampen. De Dodge rijdt boven verwachting best lekker. Ietsjes stugger dan de Cadillac, maar zeker niet oncomfortabel. Twee uur later komen we bij ons pension aan, waar we snel onze spullen droppen, ons omkleden en dan doorrijden naar Jolien en Joris.
Die staan ons al op te wachten, als we aankomen. We rijden de auto de inrit op, waar de Dodge dan bewonderd wordt.
‘Zo, dat is echt een leuke auto, Chantal!’, zegt Jolien tegen haar dochter. Dan zegt ze tegen mij: ‘Je verwent haar veel te veel, John!’
Ik lach. ‘Dat zei mijn moeder ook al. Maar hier zal ze het echt een stuk langer mee moeten doen. Over twee weken wordt de gastank ingebouwd en zal hij tot de lente verder binnen blijven staan. Het zou zonde zijn om deze mooie wagen ook door de pekel te rijden.’
Jolien kijkt Chantal aan. ‘En hoe ga je dan naar Maastricht?’
Chantal glimlacht. ‘Ik rijd nu met Ylke mee, die heeft nu immers mijn Jeep overgekocht. En als ik dan niet met haar meekan, pak ik dan wel een keer de trein, dat deed Ylke ook altijd.’
‘Ah, dus jullie hebben nu de rollen omgedraaid?’
Chantal knikt. ‘Ik heb met Ylke afgesproken, dat ik een half jaar rijd, en dan zij een half jaar. Zo delen we straks de kosten.’
‘Je boft maar met zo’n vriendin.’
Chantal glimlacht. ‘En met zo’n vriend, die je zo’n mooie wagen voor je koopt!’
Jolien glimlacht. ‘Dat natuurlijk ook. Maar hier zit toch niet weer een reden achter? Zoals bij je Jeep?’
‘Nee, dit stond in de planning. Eigenlijk voor later gedacht, maar deze kwam toevallig voorbij. En ik wilde een wat meer praktischere wagen. En deze rijdt verbazend gemakkelijk en goed. Ik ben er al een keer met naar de winkel gegaan, wat een verademing. Hij is wel wat langer als de Jeep, maar dat went wel. Alleen met het wegrijden moet ik nog wat opletten.’
‘En hoe doe je het dan met de boodschappen?’
‘Die doen we meestal toch samen, en de bakker en slager komen hun spullen brengen. Dus ik kan de rest ook wel met de fiets, geen probleem. Die wil ik dus straks ook meenemen, als we zondag weer naar huis gaan.’
Joris zegt meteen: ‘Die past met gemak achter in de kofferbak! Hier heb je een echt goede en mooie auto aan, Chantal. En mijn complimenten, John! Goede keuze. En ik geloof, dat je Chantal al net zo autogek hebt gemaakt, als wij dat nu zijn!’
Ik lach. ‘Je moest eens weten, Joris. Dinsdag hebben we nog vergadering gehad van de club, en de dag erna was Chantal al helemaal aan het uit plannen, waar we samen met onze wagens naar toe kunnen gaan.’
Chantal haalt haar schouders omhoog. ‘Als je dan een mooie wagen hebt, moet je hem ook laten zien, of niet dan? Ik ben er echt heel erg blij mee.’
Ik zeg dan: ‘We moeten er nog wel wat kleine dingetjes aan doen. Er is een lager aan de aandrijfas kapot. Dat is niet zo moeilijk, als je een brug hebt. En dan wil ik er nog een alarmsysteem in gaan bouwen, samen met centrale deurvergrendeling. Dat scheelt namelijk fors in de verzekering. Anders krijg ik de wagen niet eens allrisk verzekerd. Nu is zo’n Dart niet zo’n heel gewilde wagen, ten minste niet de 6-cilinders. Nu is dit wel een achtcilinder, maar je kan het aan de buitenkant niet zien en de uitlaat is ook niet luid, dus je hoort het amper.’
‘Lijkt me inderdaad geen overbodige luxe. Dat moest ik eigenlijk ook doen. Is dat heel moeilijk?’
‘Dat valt wel mee, het is alleen veel werk. Je moet kabels trekken en ook netjes wegwerken. Ik heb het bij mijn Cadillac ook gedaan. Dat doe je dus niet op een dag, ten minste als je het netjes wilt doen.’
‘Ik heb helemaal niet gezien, dat je een alarmsysteem in je Cadillac hebt, John. Dat heb je dan goed gedaan.’
‘Dat is ook niet de bedoeling. En zo’n zelfde systeem ga ik ook bij Chantal inbouwen. Een erg goed systeem, ik kan op afstand precies zien, waar mijn wagen is en ik kan zelfs de wagen afzetten, mocht die ergens rijden. Dan krijg je hem niet meer aan. Kost wel wat, maar dan heb je ook wel wat.’
‘Wat kost zoiets?’
‘Ongeveer rond de achthonderd euro, zonder het inbouwen. Maar daarvoor heb je dan ook centrale deurvergrendeling erbij, en een app voor op je telefoon, waarmee je je wagen kunt volgen. Ik kan zelf zien, hoe hard ermee gereden is.’
‘Hmm, dan moet je me eens opschrijven, welk merk en welk type dat is. Dat wil ik ook.’
Chantal kijkt verbaasd. ‘Pap, je hebt geen telefoon, waarmee dat kan!’
‘Jawel, sinds maandag! De oude telefoon deed het niet meer goed, die viel steeds uit. Dus heb ik me maar een andere gekocht. Wel een goede, want ik wil er ook mooie foto’s mee maken. En je moeder heeft er nu ook een, dus we kunnen elkaar nu ook veel beter bereiken. Want jullie blijven toch in Echt wonen, dat is ons al duidelijk.’
Chantal glimlacht. ‘Die kans is wel heel erg groot, pap. Het bevalt me daar goed.’
Joris lacht. ‘Dat kan ik horen, Chantal. Ik kan de zachte G al bij je bespeuren.’
Chantal lacht nu hard. ‘Dat kan kloppen. Dat komt ook door Ylke. Sinds ze gemerkt heeft, dat mijn accent aan het veranderen is, praat ze voortdurend dialect tegen me. En de rest doet dat ook al. En dan doe je automatisch mee. Ik ken al een bietje Rumunjs en ok get Maastreechs.’
We moeten lachen, als Chantal haar zuidelijke accent probeert. Dat lukt haar al vrij aardig.
We lopen dan naar binnen, waar we lekker wat koffie drinken. Maar er valt me meteen wat op, als we het huis binnen lopen. In de serre hangen metalen reclameborden, die we goed vanuit de woonkamer kunnen zien.
‘Joris, waar heb je die vandaan gehaald! Die zijn mooi!’
Joris glimlacht en straalt van trots. ‘Die heb ik gekregen. Er was iemand zijn schuur aan het opruimen, en vroeg me of ik ze wilde hebben. Ze waren wel flink smerig en roestig, maar Jolien en ik hebben er flink op liggen schrobben en nu hangen ze daar aan de wand. Ik vind ze echt prachtig!’
‘Dat zijn ze zeker. En ik weet, dat die dingen echt niet goedkoop zijn! Daar heb je voor meer dan duizend euro aan de wand hangen.’
Joris kijkt geschokt. ‘Zijn die zo duur?’
Ik knik. ‘En ze zien er nog echt goed uit, ook nog. Daar heb je zeker geluk mee gehad.’
‘Oei, dan moet ik Theo nog wel eens goed bedanken voor die borden. Dat had ik niet verwacht! Maar je hebt nog niet alles gezien. Jolien en ik beginnen nu helemaal gek te worden van de jaren zestig. Kom maar eens mee!’
We lopen de serre in, en daar zie ik al meteen, wat Joris bedoelt. In de serre staat nu een heuse jukebox. Zeker een mooi exemplaar, maar ook geen hele dure. Maar daarvoor functioneert het apparaat helemaal niet slecht.
Jolien zegt: ‘We hebben de jukebox nu veertien dagen, en we kunnen er geen genoeg van krijgen. We hebben alleen nog maar vijftien singeltjes, dus daar moeten we nog aan gaan werken.’
We zijn best onder de indruk, en Chantal zegt: ‘Zet eens een plaatje op, mam?’
Jolien glimlacht. Ze drukt op een paar toetsen en het apparaat begint te werken. Een onvervalste rock-’n-roll plaat start op. Chubby Checker – Let’s Twist again.
Je krijgt er bijna zin van om te gaan dansen, en we bewegen al lichtjes mee op de muziek. Jolien ziet het en zegt: ‘En, John? Begin je al zin te krijgen om te dansen?’
Ik knik. ‘Nu ik de smaak te pakken heb, dan vind ik het steeds leuker. Het is alleen schipperen met de tijd. Nu we Joey in huis hebben, zijn de verantwoordelijkheden groter geworden, en is het af en toe echt passen en meten om voor het dansen nog tijd te vinden. Ik heb het vrijwilligerswerk voor de voetbalclub al moeten opgeven, anders was het echt niet meer te doen.’
‘En Joey is nu thuis? Alleen?’
‘Ja, hij is groot en wijs genoeg om dat aan te kunnen. Bovendien hebben we goede afspraken gemaakt. Nu kan hij zich bewijzen, of hij ons vertrouwen waard is. En soms moet je hem dat vertrouwen geven.’
‘En? Denk je, dat hij zich aan de afspraken gaat houden?’
Ik lach. ‘Ik ben ook jong geweest. Laten we het erop houden, als hij er niet te veel schendt, dan ben ik tevreden. Maar hij zal het ook weten, als hij het te bont maakt, geloof me dat maar. Dan is het niet zijn beste dag.’
Joris lacht. ‘We zullen het meemaken. Maar van wat ik allemaal hoor, lijkt het me helemaal geen verkeerde jongen. En hoe gaat het met zijn vriendinnetje?’
‘Goed, zondag gaat hij met haar en haar vader mee naar een wedstrijd. Morgen moet Joey werken, want hij wil echt snel zijn rijbewijs gaan halen en daarna een Amerikaanse wagen kopen. En hij weet ook al precies wat, maar hij weet niet, dat hij die wagen voor zijn verjaardag krijgt. Dat hebben we met de club geregeld. Iedereen legt wat bij, en Joey krijgt zijn wagen. Onder het mom van educatie aan jongeren, zo noemen we het.’
Joris kan er goed om lachen. ‘Dus het is geen hele dure wagen?’
‘Nee, Daan heeft hem gekocht, en moest er net iets meer dan duizend euro voor neertellen. Maar er is dan ook wel flink wat werk aan. Maar dat is juist wat Joey wil. Bij mij heeft hij de ruimte en de mogelijkheid om dat te doen.’
‘Weer een jongen verknoeit voor het leven! Maar er zijn ergere dingen, die een jongeman kan gebeuren. Maar gaat hij nooit op stap?’
‘Nee, hij is wel een keer geweest, maar hij knutselt liever in de loods. Of hij gaat naar zijn vriendin. Die gaat ook niet graag uit. Wel soms samen naar een film, of samen wandelen.’
‘Oei, dat samen wandelen, dat kan ook gevaarlijk zijn.’
‘Misschien, maar dat is het laatste waar ik me druk om maak. Joey weet wie haar vader is, en geloof me maar, voor Otto heeft Joey wel flink respect. En dat is maar goed ook, want Otto zou hem echt het leven zuur maken.’
‘Dat is toch je sportleraar, met wie je af en toe sparringsoefeningen doet?’
Ik knik. ‘En de vriendin van Joey, Veerle heet ze, is zijn dochter. Ze doet aan topsport, kickboksen op hoog niveau.’
‘Ah, nu begrijp ik, waarom dat meisje niet veel uitgaat. Ze doet aan topsport! Maar dan mist ze toch ook weer veel van haar sociale leven?’
‘Tja, daar probeert Otto wel een beetje de hand in te houden. Veerle zou veel meer willen trainen, maar dat mag ze niet van Otto. En nu Joey haar vriendje is, boekt ze op dat vlak wel wat meer vorderingen. Ze gaat nu eens met vriendinnen van school shoppen. En gaat nu ook eens naar een verjaardag. Dat deed ze eerst nooit of zelden. Het enige is, dat Joey dat gedrag nu wat kopieert. Hij ging eerst wel vaak uit, voordat hij bij mij kwam. Maar dat doet hij nu juist zelden. Hij heeft ook een paar vrienden, waar hij soms naar toe gaat, maar dat is het dan ook.’
‘Dan zou ik zeggen, dat het voor die twee goed is, dat ze elkaar gevonden hebben.’
Ik knik. Maar ik wil het nu even niet over Joey en Veerle meer hebben. Gelukkig verandert Joris van onderwerp en vraagt hoe het met mijn caravan staat.
‘Dat ligt nu even stil. Als het mee zit, dan krijg ik volgende week mijn chassis weer terug. De assen hebben we al gereviseerd, zo moeilijk is dat ook weer niet, al moet je daarvoor wel het juiste materiaal voor hebben. Maar dat had ik gelukkig allemaal liggen. Er zitten nu nieuwe lagers op de assen, we hebben de assen gecoat, zodat ze niet meer roesten. Er zitten nieuwe dichtingen op, en de assen zijn opnieuw gesmeerd. Ik heb ook al nieuwe schokbrekers liggen, zodat we alles meteen kunnen monteren, als het chassis terugkomt. En dan moeten we eerst het hele plaatwerk gaan terugplaatsen. Hoewel, ik wil het achterste deel nog even open laten, zodat de montage van het interieur iets gemakkelijker is. Er moeten namelijk wel lange grote platen hout in voor de vloer, en die krijg ik nu eenmaal gemakkelijker door de achterkant, dan door de deur.’
‘Dus als dat klaar is, kun je gaan beginnen met het opnieuw inrichten?’
‘Ja, dan wordt het tijd om het lasapparaat en de sleutels opzij te leggen en er hamer, zaag en schroevendraaier voor in de plaats te leggen. Ik heb de hulp van een goede vriend, die meubelmaker is. En we hebben al een tekening, van hoe we het allemaal zo’n beetje willen maken. Maar daarvoor moeten we eerst alles opnieuw gaan isoleren en de beplating aan de binnenkant terugplaatsen. Dan pas kunnen we kijken of alles ook mogelijk is, wat we willen. Een ding is al wel duidelijk, er komt een ruime douche en ook een ruime wc. Dat kost dan wel weer ruimte, maar zoals wij dat getekend hebben, zou dat moeten passen.
Voor de badkamer komt dan de eerste slaapkamer, dan komt de keuken en verdere bergruimte. Dan een zitgedeelte, die ook omgebouwd kan worden naar een slaapgedeelte.’
Ik teken op een papiertje de schets, zoals we het hebben gepland. Joris is best onder de indruk.
‘Maar dat zal ook wel een beste cent kosten, John.’
‘Dat klopt, maar daar had ik eigenlijk al voor gespaard. Dat geld heb ik op een aparte spaarrekening staan. Maar het zal toch nog wel even duren, voordat alles af is. Ik verwacht toch nog zeker anderhalf jaar bezig te zijn. En dus gaan we voor die tijd zolang op zoek naar een oude caravan, die dan zolang dienst moet doen.’
Joris schudt zijn hoofd. ‘Je blijft maar dingen kopen, John. Waar doe je het van?’
‘Niet te veel uitgaan, en geen heel gekke dingen doen. Maar je hebt gelijk, de laatste tijd heb ik al flink geld moeten uitgeven. Vrouwen zijn en blijven een ontzettend dure hobby!’
Chantal hoort dat en zegt: ‘Nee, mannenhobby’s zijn goedkoop… En ik geloof niet, dat ik je zoveel geld kost, John!’
Ik glimlach en zeg: ‘En goede oren hebben ze ook nog. Je kan er niet eens een grapje over maken…’
Joris ziet er wel de humor van in. ‘En verder nog wat gebeurt in Echt?’
‘Helaas wel. Ze hebben onlangs weer geprobeerd in te breken. Nu in ons huis. Maar dat is ze slecht bekomen. We waren wakker geworden, en ik heb ze snel duidelijk gemaakt, dat ik geen prijs stel op nachtelijk bezoek. De politie was er heel blij mee, ze konden ze zo inladen, vastgebonden en al.’
Joris kijkt me geschokt aan. ‘Dus je hebt alweer moeten vechten?’
‘Dat was geen vechten. Het heeft amper twintig seconden geduurd, toen lagen ze allebei al op de grond. Maar ze hebben het dan ook helemaal niet zien aankomen, ik stond volledig in het donker. Chantal is er in ieder geval flink van geschrokken. En ik eigenlijk ook wel. Ik dacht, dat ik een veilig beveiligingssysteem had, maar dat konden ze heel gemakkelijk uitschakelen. Maar ik heb wel een idee, hoe ik me dat goedkoop veiliger kan maken. Nu zitten die kastjes om de beveiliging uit te schakelen nog buiten gemonteerd. Ik ga vragen, of ik die ook binnen kan plaatsen. Dan is het voor inbrekers al moeilijker om die te saboteren. De rest van de installatie hangt namelijk wel binnen.’
‘Jezus zeg! Niet te geloven. Ze moeten je wel flink hebben, John!’
‘Dat klopt, maar ik heb goede hoop, dat het nu wel eens voorbij kan zijn. Volgens de politie zou het mogelijk kunnen zijn, dat er toch nog wat leden van die bende actief waren. En die hebben ze nu opgepakt. En er zijn nog wel een paar redenen, waarom ik dat denk, maar die kan ik nu nog niet vertellen. We hebben namelijk nog iets gevonden, dat de politie heel erg interessant vond.’
‘Wanneer is dat gebeurd dan?’
‘Woensdagavond. Het is wel een vreemd gevoel, gisteren hebben we niet echt goed kunnen slapen. Er is toch ingebroken, al zijn ze niet heel ver gekomen.’
‘Wow, en is het dan niet eng om je huis nu alleen achter te laten?’
‘Nee, Joey is er nog, en ik kan vanaf mijn telefoon ook de camera’s in de gaten houden. Dat moest ik trouwens toch eens doen, kijken of Joey zich ook een beetje aan zijn afspraken houdt.’
Ik open de app van de beveiligingscamera, waarmee ik in de loods kan kijken. Maar ik zie dat de loodsdeur open is, en dat er een paar mannen rondlopen. Ik kan niet heel goed zien, wat er aan de hand is, dus ik bel meteen Joey op.
Joey neemt meteen op en zegt: ‘Volgens mij heb je op de camera van de loods gekeken, John! Maar er is niets aan de hand. Ze hebben juist het chassis van de caravan gebracht. Die hebben we net naar binnen gedragen.’
‘O, maar waarom hebben ze dan niets laten weten?’
‘Ze hebben vanavond gebeld. Maar toen was jij al weg. En ik was de oplader van mijn telefoon vergeten, die heb ik vlug even gehaald. En toen heb ik de telefoon aangenomen.’
‘Ach zo. Maar ik had toch liever gehad, dat ze die volgende week gebracht hadden. Dan was ik er zelf bij geweest.’
‘O, ik dacht dat het goed was. Maar ze zijn al klaar en gaan alweer. Ze hebben dit even tussendoor gedaan. Nu kost het je alleen een bijdrage aan de personeelskas, zodat ze een leuk uitje kunnen houden, in plaats van de volledige rekening te moeten betalen.’
‘Nou goed, maar de volgende keer bel je me wel eerst op, voordat je zoiets afspreekt. Maar hoe ziet het eruit?’
‘Heel erg goed. Ik zal de druipranden nog wel wat bijwerken, en de schroefgaten goed vrij maken, zodat we straks snel aan de slag kunnen. Ik begin er zin in te krijgen!’
‘Oké, dat is dan goed nieuws. Komen je vrienden straks ook nog?’
‘Ja, vanavond gaan we lekker video kijken, met een bak bier erbij en een paar zakken chips. En morgenavond gaan we nog samen naar een film. Maar dan maak ik het niet te laat, want ik moet zondag al om vijf uur bij Otto zijn.’
‘Maak er maar een gezellige avond van, Joey. Ik zie je zondagavond wel.’
‘Is goed. Jij veel plezier daar in Kampen!’
Ik hang op en zeg: ‘Gelukkig, loos alarm. Ze hebben net het chassis van de caravan teruggebracht. Daarom zagen we ook die mannen daar lopen, ze moesten het chassis naar binnen dragen. Maar ik had liever gehad, dat ze me dat even van tevoren hadden laten weten. Nou ja, het is gebeurd, en nu kost het me ook nog eens minder. Dus ik kan eigenlijk niet klagen.’
Jolien zegt dan: ‘Oei, is het al zo laat? We moeten gaan, want we hebben voor half zeven een tafeltje gereserveerd bij De vier Jaargetijden. En het is al over zes.’
Chantal zegt dan: ‘Dan gaan we toch met mijn wagen? Dan zijn we er zo, en je kunt goed parkeren.’
Even later parkeren we de auto vlakbij het restaurant, direct tegenover het restaurant. Dat is wel zo prettig, want zo kunnen we de wagen in de gaten houden. Chantal krijgt de complimenten over haar wagen, want eerlijk is eerlijk, haar wagen rijdt ontzettend lekker. We genieten van een heerlijk diner, en na het eten gaan we nog even lekker op het verwarmde terras zitten. We kijken glimlachend toe, hoe een paar jongetjes de glimmende wagen van Chantal bewonderen.
‘Woah, dat is echt een coole wagen!’, horen we de jongetjes roepen. Ze drukken hun neuzen tegen het glas om de binnenkant goed te kunnen bekijken. Joris zegt lachend: ‘Ben maar voorzichtig, Chantal! Straks willen ze nog mee voor een ritje!’
Maar Chantal staat op en loopt naar de jongetjes heen.
‘En, jongens? Vinden jullie dat een mooie wagen?’
De jongens kijken op naar Chantal.
‘Ja, mevrouw! Zo wil ik er later ook een hebben!’
Chantal glimlacht. ‘Als jullie er nu niet meer zo tegen aan gaan hangen, mogen jullie er ook wel even inzitten. Als jullie dat willen, natuurlijk.’
De jongens kijken haar verbaasd maar blij aan. ‘Is die wagen van u, mevrouw?’
Chantal knikt. ‘Ik heb hem pas gekregen van mijn vriend. Kijk, daar zit hij. Hij heeft zelf een hele mooie Cadillac, en hij vond, dat ik ook wel zo’n mooie wagen mocht hebben.’
‘Dan moet uw vriend wel heel erg rijk zijn!’
Chantal lacht. ‘Dat valt wel mee. Maar willen jullie er eens in zitten?’
De kleine mannetjes knikken driftig. Chantal opent de rechterportier en laat ze op de bijrijdersplaatsen zitten. Zelf gaat ze achter het stuur zitten.
‘Zal ik de motor eens starten?’
De jongens knikken weer. ‘Gaat u ook rijden?’
‘Nee, dat gaan we niet doen. Wat zullen de mensen denken, als ik opeens vreemde jongetjes in mijn wagen meeneem? Dat zouden jullie ouders niet prettig vinden. Of hebben ze je nooit geleerd om nooit met vreemde mensen mee te gaan?’
De jongens kijken nu schuldbewust.
‘U heeft gelijk. Maar het zou wel erg cool zijn geweest.’
‘Misschien een andere keer. Voor nu moet dit genoeg zijn.’
Chantal start de motor en geeft een keer flink gas. De motor brult lekker, en de jongens kunnen haast hun geluk niet op. Maar dan is het feest voorbij en zet Chantal de motor weer af. De jongens geven Chantal een handje als bedankje, en rennen dan weer op huis aan. Chantal komt weer bij ons zitten. Joris zegt: ‘Je hebt die jongens een onvergetelijke ervaring gegeven, Chantal. Je begint nu echt volwassen te worden, dat kon ik wel zien.’
Chantal glimlacht. ‘Ach, ik kon zien, dat ze er gewoon helemaal weg van waren. Ze wilden ook nog wel een ritje maken, maar ik heb ze verteld, dat ze nooit met vreemde mensen weg moeten gaan. Dat begrepen ze wel, en daarmee was de kous ook wel af. En als die jongens daar nu lekker van kunnen dromen, dan was me die moeite het wel waard. Alleen voelde ik me wat oud, toen ze me mevrouw noemden. Zie ik er al zo oud uit?’
Ik lach hard. ‘Nee, schat. Je ziet er nog hartstikke jong uit. Maar je moet het bekijken van die jongetjes. Hoe oud zullen ze zijn? Acht, negen? Dan is iedereen, die in een auto rijdt, in hun ogen oud.’
Chantal glimlacht. ‘Als je het zo bekijkt, ja, dan heb je gelijk. Maar het komt wel even aan, hoe dan ook.’
Jolien glimlacht en zegt tegen haar dochter: ‘Ook dat went. En als jullie over een paar jaar getrouwd zijn, dan vind je dat helemaal niet meer erg.’
Chantal wil al dan bijna zeggen, dat we eerder gaan trouwen, maar ze kan zich nog net inhouden, als ik haar een waarschuwende blik toewerp. Dat moet nog tot zondag geheim blijven. Maar Jolien heeft het gelukkig niet in de gaten. Ze zegt dan, dat ze zo blij is, om komende zondag iedereen weer even thuis te hebben, en dan compleet met aanhang.
Ik vraag aan Joris: ‘Waar is Michel eigenlijk?’
‘Die hebben afgelopen week de sleutel van hun huis gekregen. Die zijn al druk bezig met poetsen, verven en behangen. Volgende week gaan we daar meehelpen. Dan ga ik samen met de vader van Jolanda op de slaapkamers parket leggen. En als dat klaar is, dan wordt de keuken en woonkamer opnieuw betegeld. Veel meer hoeft er aan dat huis niet te gebeuren. Op de tuin na, maar daar hebben ze zelf meer dan genoeg tijd voor.’
‘O, dan schiet het ook al goed op voor die twee.’
Joris knikt. ‘Ze willen er al snel in. En ze hebben echt een leuk huis. Alles op loopafstand te vinden. Een supermarkt op vijfhonderd meter, een school op anderhalf kilometer, een bouwmarkt op een kilometer, en in goed tien minuten ben je op de fiets in het centrum. Dat hebben ze goed voor elkaar.’
‘Kijk eens aan. Dus daar gaat het nu ook snel!’
‘Dat kun je wel stellen. Maar je kunt me best geloven, dat we al een heel goede invulling hebben gevonden voor de stilte. We dansen nu iedere dag in de serre. En we stropen nu ieder weekend de rommelmarkten af voor nieuwe singeltjes.’
‘Had ik dat maar geweten, Joris. Ik heb op zolder nog een hele doos met singels staan. Daar had je er zo een stuk of wat van mogen hebben.’
Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Dat wist ik niet, John. Wat voor singeltjes zijn dat dan?’
‘O, ook muziek van de jaren zestig. Ze zijn eigenlijk nog van mijn vader en moeder geweest. Maar ik gebruik ze niet meer zoveel, sinds ik die muziekinstallatie heb. Daar staan immers ook alle liedjes op, die op die singels staan. Die heb ik allemaal laten digitaliseren.’
‘Ah, die je in de map jaren zestig hebt staan?’
Ik knik. ‘Ja, dat zijn ze.’
‘Dat zijn er dan nog best veel. Maar ik weet nog niet, of je die weg moet doen, John. Wie weet willen we straks ook een jukebox. En dan heb je geen singeltjes meer…’
Ik lach. ‘Is dat weer een verkapte wens van je, Chantal?’
Chantal haalt haar schouders op. ‘Het zou anders niet misstaan in ons huis, John.’
Jolien zegt corrigerend: ‘Het is nog steeds John’s huis, Chantal. Jullie wonen nu wel samen, met contract en wel, maar het huis is nog steeds van John.’
‘Dat weet ik wel, maar het voelt als ons huis, mam. Ik had echt nooit gedacht, dat ik me daar zo snel thuis zou voelen.’
Jolien glimlacht. ‘Ik wist het al meteen. Vanaf het moment, dat duidelijk was, dat John voor jou gekozen had, en dat was toen we de wagen van pap kochten, wist ik het al. Vraag me niet, hoe dat ik dat wist, het was meer een gevoel.’
‘En Melissa dan?’
‘Die zie ik ook niet hier terugkomen. Die blijft lekker bij Daan. Maar die zal toch wel wat meer moeite hebben met wennen.’
‘Daar zou ik toch maar niet zo zeker van zijn, mam. Tegenwoordig is ze meer bij Daan, dan nog op haar kamer in Nijmegen.’
Jolien haalt haar schouders op. ‘Tja, dat zat er dan ook wel aan te komen. Maar het zal me verbazen, of die twee ooit trouwen. Wat dat betreft kan ik van hun geen hoogte krijgen.’
‘Melissa zegt nog altijd, dat ze graag wil trouwen en niet samenwonen met een contract. Anders had ze haar kamer al lang opgegeven.’
‘Ja, maar ik zie het de komende tijd nog niet gebeuren. Daan heeft nu die garage overgenomen, en zal de komende jaren geen geld hebben voor een bruiloft. En Melissa is eigenlijk nog maar pas begonnen aan haar studie.’
Chantal zegt dan: ‘Ik hoop volgende week anders ook nog goed nieuws te kunnen vertellen.’
Ik kijk verbaasd op. Chantal glimlacht en zegt: ‘Ik heb het John ook nog niet verteld. Ik kreeg het pas vanmorgen te horen. Ik heb een uitnodiging voor een stagesollicitatie gekregen. En als ik daar terecht kan, zou dat echt een droom zijn, die uitkomt.’
Ik kijk Chantal aan. ‘Chantal, wil je zeggen, dat je bij Rieu aan de slag kunt?’
Chantal kijkt me met een grote glimlach aan. ‘Dat heb je goed geraden, John. Ik kan amper geloven, dat ik gewoon uitgenodigd ben. Ik had al enkele sollicitaties gestuurd, maar niet naar Rieu, omdat ik dacht geen kans te maken. En nu ben ik door hun uitgenodigd. Hoe fantastisch is dat?’
Ik sla mijn arm om haar heen, en geef haar een flinke knuffel en een zoen.
‘Dat is fantastisch, Chantal! Maar waarom heb je het me niet eerder verteld?’
‘Ik wilde je ermee verrassen. Omdat ik wil, dat je trots op me bent.’
‘Maar dat ben ik ook! God, ik word er zelfs emotioneel van!’
Ik pink een traantje weg. Ik weet, hoeveel dit voor Chantal betekent.
‘Heb je al een idee, wat je daar dan gaat doen?’
‘Nee, maar alleen al het feit, dat ze mij uitnodigen! Al moet ik er alleen maar de hele stage de vloer vegen, dan zou ik het nog fantastisch vinden.’
‘En wanneer moet je er naar toe?’
‘Komende donderdag om half tien. Ga je dan met me mee?’
‘Ik zal eens kijken, of ik dan vrij kan krijgen. Maar ik zal mijn best doen!’
Ze geeft me dan ook weer een zoen.
Joris en Jolien kijken glimlachend toe. Jolien zegt, als we elkaar weer losgelaten hebben: ‘Ik vraag me eigenlijk echt af, waarom jullie niet al eerder gaan trouwen. Jullie kunnen toch evengoed dan nog even wachten met kinderen?’
Ik moet snel even wat verzinnen, voordat ze het ons zo moeilijk maakt om het geheim al te verklappen.
‘Nou ja, is dat dan niet wat snel, Jolien? We kennen elkaar zo lang toch nog niet?’
Jolien schudt haar hoofd. ‘Nu maak ik me daar echt geen zorgen meer over, John. Als je me dit een paar maanden geleden gezegd had, dan had ik je absoluut gezegd, dat je helemaal gestoord zou zijn. Maar nu? Nee, jullie passen gewoon bij elkaar, het bekende dekseltje op het potje. En mocht je dat besluiten, dan zouden jullie ons daar heel blij mee maken. Ondanks dat jullie elkaar al beloofd hebben om te gaan trouwen.’
Chantal fluistert wat in mijn oor. ‘Zullen we het ze toch maar al vertellen? Dan houden we dat van Melissa en Daan nog even geheim.’
‘Maar dan moeten we Melissa en Daan nog wel even informeren. Anders staan ze ook zo voor aap.’
‘We kunnen pap en mam ook vragen of ze het voor hun ook nog even geheim willen houden.’
‘Dat kunnen we ook doen. Goed, vertel het ze maar.’
Jolien vraagt: ‘Wat zitten jullie daar te smiespelen. Mogen we iets niet weten?’
Chantal kijkt haar moeder glimlachend aan. ‘Weet je, mam? Wat je zojuist voorstelde, tot die conclusie waren we al gekomen. Maar we wilden het eigenlijk pas zondag bekend maken, als iedereen er was.’
Jolien en Joris kijken ons geschokt aan.
‘Wat? Gaan jullie nu toch al vroeger trouwen? Serieus?’
Chantal knikt. ‘We willen allebei niet meer langer wachten. We willen zo rond mei gaan trouwen. We hopen dan op mooi weer.’
Jolien en Joris zijn even helemaal sprakeloos. Jolien vraagt nog een keer: ‘Dat menen jullie toch serieus?’
Chantal knikt nog een keer. En lachend voegt ze eraan toe: ‘En nee, John heeft me dat niet gevraagd, omdat ik zwanger zou zijn. Dat is dus niet het geval. Het is eigenlijk precies, zoals je net zei. Waarom nog wachten? Ik weet, John zou graag wat meer sparen voor een bruiloft met alles erop en eraan. Maar we waren eigenlijk herinneringen op aan het halen van de bruiloft van Helen en Johan. En toen bedachten we onszelf, dat we zoiets ook wel kunnen doen. Ik bedoel, de loods van John is dubbel zo groot, dan die van Johan. Daar kunnen we met gemak iedereen in kwijt, en de band hebben we ook al geregeld. En een trouwauto, dat was al helemaal niet zo moeilijk. Dus we houden het wat meer low-budget, dan kost het ons een hoop minder geld.’
‘En daar hebben jullie helemaal gelijk in! Oh, wat geweldig! Maar dan hebben we wel wat bruiloften in een korte tijd! Jolanda en Michel trouwen in Maart, en jullie dan in Mei! Hemel, waar moet dat nog naar toe? In een jaar tijd zijn dan drie kinderen van ons getrouwd! Het ontbreekt er nog maar aan, dat Melissa en Daan dan ook nog gaan trouwen.’
‘Zou je dat erg vinden, mam?’
‘Waarom vraag je dat? Nee, dat zou ik geweldig vinden. Jullie zijn allemaal goed terecht gekomen. Dan kun je als moeder niets meer wensen.’
Chantal zegt dan: ‘Misschien heb ik wel iets, dat je vreugde iets zal doen temperen, mam. Je moet niet boos op me zijn, maar ik ben van plan me Katholiek te laten dopen. Ik wil met John in Echt voor het altaar staan, en me ook voor de kerk in het echt laten verbinden.’
Ik zie Jolien even slikken. ‘Weet je dat zeker, Chantal? Dat is anders ook wel een hele stap.’
Chantal knikt. ‘Ik weet het zeker. Ik ben nu al een aantal keren in de kerk geweest, en ik heb ook al een paar keren een gesprek gehad met de pastoor. En ik loop er nu toch al een aantal weken mee rond om die stap te maken. Op de een of andere manier voelt me dat geloof wat beter aan. Het is meer een gevoel, dan een overtuiging. Het is nog steeds dezelfde God, alleen de interpretatie is anders. En wat meer met pracht en praal.
En ik begrijp ook wel, waar John mee zit. Dat heb ik ook al met de pastoor besproken. De pastoor neemt John niets kwalijk, hij begrijpt John wel. Maar hij kan er zelf niets aan veranderen. Maar hij heeft me wel verteld over de pogingen, die ze in Rome doen om het verhaal wat te moderniseren. En dat staat me wel aan. Het is dus niet zo, dat ik mijn huidige geloof verwerp, maar ik kan me gewoon wat beter vinden in die nieuwe uitleg. Dat is alles. En het scheelt dan ook, dat ik dan ook voor de kerk met John kan trouwen. Maar daar heb ik het nog helemaal niet gehad met de pastoor.’
Jolien knikt. Ze heeft het er wel wat moeilijk mee, maar ze begrijpt de keuze van haar dochter. Joris daarentegen staat om en omhelst zijn dochter.
‘Je moet doen, waar jij je gelukkig mee voelt. En ik begrijp dan ook heel goed, dat je ervoor kiest het geloof van John aan te hangen. Zo’n groot verschil is er nu ook weer niet. En het gaat er eigenlijk niet om, welk geloof dat je aanhangt, maar dat je gelooft. Maar besef je wel, dat anderen daar heel anders op kunnen reageren.’
‘Dat weet ik, pap. Daarom wil ik ook, dat het geheim blijft. Ik ga het echt niet aan de grote klok hangen. Ik wil alleen, dat jullie begrijpen, waarom ik dit wil doen. De rest hoeft het niet te weten, zelfs Melissa hoeft dit niet te weten.’
Jolien staat nu ook op. Ze omhelst Chantal en zegt: ‘Als je het zeker weet, en je doet het om de juiste redenen, dan kan ik daar wel mee leven. Al moet ik toegeven, dat het als een schok kwam. Maar je vader heeft gelijk. Het is niet belangrijk welk geloof je aanhangt, als je maar gelooft! En je blijft geloven in dezelfde God, en niet in een compleet andere leer. Stel je voor, dat je nu Joods, of de Islam ging aanhangen? Dat zou een grotere schok zijn geweest. En wat vindt John ervan?’
Ik antwoord: ‘Van mij hoeft ze het niet te doen, Jolien. Maar ik heb haar gezegd, dat ze moet doen, waar ze zich goed bij voelt. En dit is wat ze wil.’
Jolien knikt. ‘Pff, dit moet ik toch even verwerken, Chantal. Maar ik ben wel blij, dat je het ons verteld hebt. Dat was wel moedig van je.’
Chantal knikt. ‘Dat was eigenlijk moeilijker, dan voor jullie verborgen houden, dat we toch al eerder gaan trouwen.’
Joris zegt dan: ‘Maar eigenlijk moeten we wel toosten op het feit, dat jullie eerder gaan trouwen.’
Ik zeg dan tegen Joris. ‘Prima, maar die ronde betaal ik! En ik heb nog een verzoek aan jullie. We willen het nog steeds zondag bekend maken, zouden jullie het tot dan nog geheim willen houden? Anders is de verrassing er zo af!’
‘Natuurlijk, dat moet ons wel lukken! We hoeven het immers maar tot zondag geheim te houden.’
Jolien moet lachen. ‘Nou, dat zeg jij, Joris! Ik had me zo verheugd om het al te kunnen vertellen! Maar dat kan ook nog wel even wachten!’
Ik sta op en geef mijn schoonmoeder een stevige knuffel. En Joris geef ik een stevige hand. Maar hij geeft me een stevige knuffel en zegt: ‘Nou, ik ben in ieder geval heel erg blij, dat je in de familie komt.’
Ik wenk de ober, en vraag hem of hij champagne heeft staan. Dat blijkt geen probleem en even later kunnen we toosten. Daarna volgen nog een paar drankjes, waarbij Chantal past, ze moet immers nog rijden. Jolien en Joris beginnen een beetje aangeschoten te raken en zijn best loslippig. Ze vertellen over de dansfeesten, waar ze zijn geweest, en ik krijg de indruk, dat er op die dansfeesten soms wel iets meer gebeurt dan alleen dansen. Want Jolien vertelt vol enthousiasme, dat ze nieuwe vrienden hebben, waar ze na afloop wel eens gaan na borrelen. Maar verder laten ze niets los. Als we het tweetal veilig naar huis hebben gebracht en terug naar ons pension rijden, zegt Chantal opeens: ‘John, zeg eens eerlijk. Wat dacht jij, toen pap en mam vertelden over die dansfeesten?’
Ik lach. ‘O, had jij ook al iets opgemerkt? Ik ook al. Volgens mij beginnen je ouders een tweede jeugd! Ik kreeg de indruk, dat er bij dat na borrelen ook wel iets anders gebeurt, dan alleen een borreltje drinken.’
Chantal lacht. ‘Dan denken we hetzelfde. Tja, ze hebben opeens de zorg van hun kinderen niet meer. En als ze daarmee gelukkig zijn, waarom ook niet? Ze hebben zich jaren moeten inhouden, dus van mij mogen ze best eens uit de band springen.’
‘Maar had je dat echt ooit van je ouders verwacht? Ik in ieder geval niet!’
Chantal kijkt wat moeilijk. ‘Van mam had ik het nooit verwacht. Van pap wel, die praat immers al langer om wat meer te gaan dansen, en natuurlijk ook over zijn droom. Die hij nu vervuld heeft. En daarmee heeft hij volgens mij mam ook over de streep getrokken. Als ik zie, wat ze nu opeens allemaal doen, dan kan ik daar alleen maar om glimlachen. Doen wij dat ook, als we net zo lang getrouwd zijn, als mijn ouders?’
‘Ik mag hopen van wel. Alleen hoop ik toch niet, dat we net zo zuinig zullen zijn op onze kinderen, als je moeder in het begin was.’
‘O nee, dat hoop ik ook niet. Maar ik kan het aan de andere kant ook wel een beetje begrijpen. Maar mam dreef dat wel een beetje in het extreme door. Daarom is het ook zo verbazend om haar nu zo opeens anders te zien.’
‘Nog even wat anders. Hoe vertellen we het Melissa en Daan, dat we het al aan je ouders hebben verteld, dat we eerder gaan trouwen?’
‘Ik denk, dat je dat beter achteraf kunt vertellen. Je vader en je moeder kunnen dat echt wel geheim houden, daar twijfel ik niet aan.’
We komen aan bij het pension, waar we de auto fijn achter het hek kunnen parkeren, helemaal uit het zicht van de weg. We gaan naar onze kamer, waar we ons uitkleden. Het is immers al laat genoeg. En morgenvroeg willen we gaan kijken naar een caravan voor de komende zomervakantie. De caravan past nog net in ons budget, maar voldoet wel aan wat we graag willen hebben. Het is een oudje, maar dat is op de foto’s er niet aan af te zien.
We kruipen in bed en Chantal kruipt weer lekker dicht tegen me aan. Ze draait zich plotseling om en zegt: ‘John, wil je me even gewoon vasthouden? Ik ben eigenlijk nog steeds wat gespannen, omdat ik het pap en mam heb verteld, dat ik me wil laten dopen tot katholiek.’
Ik glimlach. Ik had al gemerkt, dat ze nog steeds wat gespannen was. Ik draai haar weer om en begin haar nek los te maken, door een lichte massage. Chantal kreunt lichtjes. ‘Oh, dat voelt lekker! Ja, dat had ik nodig!’
Ze ontspant zienderogen, en ik besluit mijn geluk eens te beproeven, of ze nog wel wat meer wil, dan alleen ontspannen. Ik laat een hand over haar borst glijden, en ze reageert alleen met een lach.
‘Ik dacht al, wanneer zal je eens aan mijn borsten zitten. Je kunt het toch niet laten!’
Ze draait zich snel om en geeft me een zoen. Een lange tongzoen. Dan maakt ze zich los van me. Ze kijkt me aan en zegt: ‘John? Hoeveel hou je van me?’
‘Wat is dat nu voor een vraag? Waanzinnig veel!’
‘Gewoon. Weet je? Als we straks getrouwd zijn, dan wil ik misschien mijn studie opgeven.’
‘Wat? Waarom dan?’
‘Omdat ik meer waarde hecht aan het krijgen van kinderen, dan mijn carrière.’
‘En je kunt nu zelfs je droomstage krijgen? Ik begrijp het niet helemaal.’
‘Dat weet ik, maar als we kinderen krijgen, dan wil ik er altijd voor ze zijn. En niet zoals nu gangbaar is, dat ik de kinderen naar een opvang breng, en dat daar onze kinderen opgevoed moeten worden. Dat wil ik niet.’
‘Ik snap, wat je bedoelt, maar ik zou toch graag willen, dat je je opleiding afmaakt. Dat moet je begrijpen. Stel, mij gebeurt wat, wie verdient er dan de kost? Het is echt niet, dat ik niet waardeer, dat je er volledig voor je kinderen wilt zijn, maar dat wil niet zeggen, dat je al moet ophouden met je opleiding. We kunnen echt nog wel zo lang wachten. Hoe lang moet je nog? Anderhalf jaar? Dat moet je toch nog kunnen opbrengen, of niet dan? Het duurt toch nog ongeveer een half jaar, voordat we gaan trouwen, en dan nog een jaar om je opleiding af te maken. En dat wil echt niet zeggen, dat je tijdens je opleiding niet zwanger mag raken.’
Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Hoe bedoel je dat?’
‘Stel, je raakt over zo’n jaar zwanger. Dan zou je ongeveer zes maanden zijn, als je afstudeert. Dat kan best.’
‘Daar had ik nog niet aan gedacht, John. In dat geval denk ik, dat ik dat wel kan volhouden. Maar je bent het dus wel met me eens, dat ik dan ook het moederschap echt helemaal op me neem? Want dan hebben we in die tijd geen extra inkomsten.’
‘Dat moeten we ons maar eens gaan uittellen tegen die tijd, Chantal. Dus minstens een jaartje niet zwanger raken, en dan vind ik het niet meer erg.’
‘Ik ben blij, dat jij zo verstandig bent, John. Dit zijn wel dingen, waar ik een beetje mee zat.’
‘Nog meer dingen, waarover je inzit?’
‘Nee, dat is het wel ongeveer.’
Ze geeft me een zoen en staat dan op. ‘Ik moet nog even naar de wc, houd je mijn plaatsje warm?’
Ik glimlach, terwijl ze snel opstaat. Ze is niet lang weg, en komt al snel terug. Ik houd de dekens voor haar open. Ze kruipt er snel onder. Even twijfel ik nog, of ze nog interesse heeft om seks te hebben, maar ze is nog wat emotioneel. En hoewel ik eigenlijk wel zin heb, dring ik toch niet aan. Zelf neemt ze ook niet het initiatief, dus ik laat het maar. We vallen dan snel in slaap.
Maar de volgende morgen word ik wakker, doordat Chantal mijn pik aan het strelen is. Verbaasd open ik mijn ogen om dan direct een zoen op mijn lippen te krijgen.
‘Zo, dat is nog eens wakker worden! Dat mag je veel vaker doen!’
Chantal windt er geen doekjes om en zegt: ‘Ik heb zin in je! Neuk me hard, zoals ik het graag heb!’
Voordat ik kan antwoorden, slaat ze de dekens al weg en gaat op haar knieën zitten. En mijn pik is inmiddels al helemaal stijf. Ik voel even, of ze al nat genoeg is, maar ik heb al genoeg van dit soort momenten meegemaakt, waarop ze ’s morgens zo geil is als een zacht pakje boter. En dat is nu echt niet anders. Zonder voorspel zet ik mijn pik voor haar natte spleet, en duw hem er in flink eind in. Ze is echt heel erg nat en geil. Ze kreunt van genot en grijpt met haar handen in het matras. Na een paar stoten zit mijn pik er helemaal in, en begin ik het tempo op te voeren. We weten allebei, dat ik dit niet zo heel lang kan volhouden, maar gelukkig heeft Chantal ook niet zo heel lang nodig om tot haar hoogtepunt te komen. Ik kom net iets eerder klaar, maar na een paar laatste stoten om het laatste zaad diep in haar te spuiten, komt ze ook klaar. Met mijn pik nog steeds in haar kutje, laat ik me naast haar neer ploffen. Ik kijk toe, hoe Chantal zich herstelt van haar orgasme. Ik trek me dan terug uit haar kutje en voel wat zaad meekomen. Chantal draait zich dan naar me om.
Even denk ik, dat we klaar zijn, maar daar denkt Chantal duidelijk anders over. Ze duwt me achterover en gaat op me zitten. Daar geeft ze me een lange tongzoen, terwijl ze met een hand mijn pik probeert stijf te worden. Dat lukt haar aardig, maar helemaal stijf wordt mijn pik niet. Dan gooit ze het op een andere boeg, en begint dan met haar kutje over mijn pik te schuren. En dat heeft wel een goed effect. Mijn pik is in no-time weer helemaal stijf. Zodra ze dat merkt, pakt ze mijn pik vast, en laat ze haar kutje over mijn pik glijden. Ik speel wat met haar borsten, die nu heerlijk voor me dansen. Die kneed ik lekker, en knijp in haar tepels. Het laat Chantal niet onberoerd, want ze komt niet veel later al een keer klaar. Ik neem het werk dan even over, want ik ben ook niet meer ver van mijn orgasme af, en een paar stoten verder kom ik voor een tweede keer in haar kutje klaar. Hijgend hang ik over haar heen. Na een paar minuten zijn we weer wat op adem en zegt Chantal: ‘Hmm, je hebt er weer een lekker rommeltje van gemaakt, daaronder. Ik ga me maar eens uitgebreid douchen.’
Ze geeft me nog een zoen en verdwijnt de badkamer in. Zelf sta ik ook op, en scheer me lekker glad, terwijl Chantal onder de douche staat. Ze vraagt me, of ik haar rug even willen schrobben, wat ik natuurlijk graag doe. Als ik speels over haar borsten met het washandje glijd, zegt ze me: ‘Je hebt nu wel even genoeg met mijn borsten gespeeld. Die zijn nu behoorlijk gevoelig!’
Ik grinnik en laat haar borsten dan met rust, maar ik kan het niet laten om dan haar billen weer te strelen. Chantal werkt me dan met zachte hand en een kusje de douche uit.
Lachend verlaat ik de douche en droog me af. Ik maak dan mijn ochtendtoilet even af, en kleed me aan. Niet veel later komt Chantal ook. Ze haast zich, want we moeten toch wel een aantal kilometers rijden om de caravan, die we willen kopen, te bezichtigen en we hebben een tijd afgesproken. Maar we zijn gelukkig ruim op tijd. We hebben niet lang nodig om tot een besluit te komen. De caravan is misschien wel een oudje, maar is nog in uitmuntende staat. We spreken af, dat ik de caravan later kom ophalen met mijn auto. En dan reizen we weer richting Kampen. Het is al middag als we terugkomen, en we bij Joris en Jolien aankomen.
Als we binnen aan de koffie zitten, vraagt Jolien: ‘Waar hebben jullie de hele morgen gezeten? Ik was nog bij het pension geweest, maar de Dodge was weg.’
Chantal antwoordt: ‘We hebben nog een caravan gekocht. De Airstream zal nog wel even duren, en we willen voor de komende zomer toch vakantie vieren met een caravan. En die we nu gekocht hebben, was niet zo duur, maar is nog heel erg netjes. Je kunt amper zien, dat hij gebruikt is. En er zitten nog nieuwe banden onder ook nog!’
Joris lacht. ‘Dus nu hebben jullie twee caravans?’
Ik glimlach. ‘Ja, maar voordat de Airstream helemaal klaar is, dan zijn we toch zeker twee jaren verder. Hij ligt nu echt helemaal uit elkaar en we kunnen nu pas beginnen met het opbouwen en dan pas met inrichten. En tot die tijd moet die andere caravan maar dienst doen. Kostte maar net vierenhalf, en dat was al geld, dat ik opzij gezet had. Dat lag al in de planning.’
‘Het kan niet op met jullie! Maar ik geloof wel, dat je wel oppast om geen heel gekke dingen te doen.’
‘Dat is ook zo. Nu kan ik me gewoon de tijd nemen om de Airstream zo te maken, zoals ik hem wil. En dat beperkt weer de kosten.’
‘En gelijk heb je. Heb je foto’s gemaakt?’
‘Nee, maar ik heb nog wel de foto’s van de advertentie.’
Ik laat ze dan de foto’s zien.
‘Dat is anders ook een best grote caravan, John!’
‘Ik weet het. Maar ik heb graag de ruimte.’
Opeens gaat mijn telefoon weer. Het is Joey. Ik neem op.
‘Hey, Joey! Hoe gaat het daar?’
‘Goed! Maar ik wilde even vragen, is het goed als ik samen met mijn vrienden de assen al onder het frame ga monteren? Ze zouden graag willen meewerken.’
‘Dat mag, maar nog niet helemaal vastzetten. Ik wil het later nog even kunnen controleren, of je alles ook goed hebt gedaan. Verder nog iets?’
‘Niet echt. Zojuist was Daan nog even geweest, hij vroeg me of ik hem kon helpen met lassen. Dat heb ik vanmorgen gedaan.’
‘Hoef je niet te werken?’
‘Nee, het was nu even niet nodig. Er was een opdracht geannuleerd, en daarom heeft Henk me vrij gegeven. En daarom wilde ik ook die assen alvast gaan monteren.’
‘Aha, ik dacht al. Wat moest je bij Daan doen?’
‘Er moest wat laswerk aan een wagen van een klant gebeuren. Het was niet zo heel bijzonder, maar het moest netjes gebeuren, en Daan kan echt niet lassen!’
Ik lach. ‘Hij heeft je toch wel betaald voor dat werk?’
‘Jawel, ik kreeg dertig euro voor een uurtje werk. Niet slecht toch?’
‘Helemaal niet. Verder nog iets?’
‘Nee, alleen wat teleurgesteld. Die Plymouth, die Daan heeft staan, die is waarschijnlijk verkocht. Ik vroeg hem, wat Daan ervoor moest hebben. En toen zei hij, dat de wagen verkocht is, maar pas later zou worden opgehaald.’
Ik moet even mijn best doen om niet te lachen. Arme Joey, hij moest eens weten.
‘Tja, zo gaat dat nu eenmaal. Daan moet er immers van leven!’
‘Ik weet het, dus moet ik maar op zoek naar iets anders. Wel jammer, ik had daar wel zin in gehad!’
‘En wat ga je vanavond doen?’
‘Ik ga met Veerle naar de film. Otto brengt ons weg. En straks ga ik nog een keer lessen. O, en ik vergeet nog iets! Ik heb bericht van het CBR! Ik mag over een maand al op examen!’
‘Ah, kijk aan! Nou, doe je best! Maar ik ga ophangen. Doe voorzichtig aan met die assen, en ik zie je zondagavond wel weer.’
‘Dat is goed. Tot zondag!’
Ik hang op en zeg: ‘Dat was Joey. Hij hoefde vandaag niet te werken, dus hij vroeg me of hij de assen niet onder het frame mocht zetten. Daar kan hij niet veel verkeerd aan doen en dat houdt hem ook van de straat.’
‘Als ik hem zo hoor, lijkt het me een prima knul.’
‘Dat is hij ook. Bij ons thuis is hij gewoon een eerlijke, gezonde jongen. Hij houdt van aanpakken, en stilzitten lijkt voor hem een vies woord. Amper te geloven, dat hij een paar maanden geleden nog precies het omgekeerde was. Dit is precies, wat hij nodig heeft. Een thuis, waar hij gestimuleerd wordt, zijn rust kan vinden, en waar hij gehoord wordt. We hebben zo amper een kind aan hem. Natuurlijk heb je wel je zorgen, maar hij is volwassen genoeg.’
Chantal knikt. ‘Ik had het me veel moeilijker voorgesteld met Joey in huis. Maar de werkelijkheid is, dat ik er amper meer werk aan heb. Hij ruimt zijn eigen kamer op, verschoont zijn bed zelf, enkel de was, die doe ik voor hem. En dat combineer ik met de was van John. Dus eigenlijk is dat amper meer werk. En Joey helpt me ook met koken.’
Jolien vraagt: ‘Kookt John dan niet meer?’
‘Jawel, als we pasta eten. Dat kan John veel beter, dan mij. Maar ik doe dan alvast de voorbereidingen. Dat scheelt weer tijd met het eten.’
Jolien glimlacht. ‘Leuk om te horen, dat mijn dochter opeens zo volwassen is geworden. Dat maakt me wel een beetje trots.’
Chantal glimlacht. ‘Alles van jou geleerd, mam. Maar ik deed al dingen, toen ik in Zwolle op kamers woonde. Maar dit is natuurlijk wel iets anders. Nu heb ik een eigen huishouden om voor te zorgen.’
Ik zeg dan tegen Jolien: ‘Maar jullie zijn ook flink veranderd! Als ik zo allemaal hoor, wat jullie nu allemaal doen, zelfs op zondag!’
Joris glimlacht. ‘Je hebt gelijk, we blijven niet langer thuis zitten op zondag. We gaan nog steeds naar de kerk, maar daarna gaan we leuke dingen doen. En ik heb ook nog een verrassing, jullie zijn niet de enige, die een caravan gekocht hebben. We hebben twee weken geleden ook een oude caravan gekocht. Geen hele grote, net groot genoeg voor ons twee. Die ben ik nu ook aan het opknappen, de caravan staat nu bij Johan in de loods. De buitenkans moet opnieuw geschilderd worden en het interieur moet wat opgeknapt worden. Jolien is bezig om de kussens te vervangen, want die zijn echt versleten.’
‘Dus die ga je straks meenemen, als we naar Zweden gaan?’
‘Dat is wel de bedoeling. Over een week wordt er een trekhaak achter de Cadillac gemonteerd, dus dan zou dat geen probleem meer moeten zijn. Maar er moet toch nog wel een en ander gebeuren. De deurtjes van de kasten sluiten niet meer zoals het hoort, daar moeten nieuwe scharnieren in. Die heb ik al, maar we willen eerst even de binnenkant opnieuw verven.’
Jolien vult aan. ‘Ja, en een beetje aan onze smaak aanpassen. We willen de binnenkant in het wit en rood maken. Rode kussen, witte kastjes met rode accenten. Aan de inrichting zelf willen we niets doen, dat is niet echt nodig. Alleen moeten we nog kijken voor een koelkastje, want die zit er niet in.’
‘O, die heb ik nog een op zolder liggen. Eerst ging ik altijd met de tent, en had ik zo’n koelkastje, die op stroom en gas ging. Die mag je zo van me hebben.’
‘Nou, dat nemen we graag aan. Maar we moeten nog meer doen. Er zit ook een voortent bij, maar die past straks niet meer bij de kleuren, die we uitgezocht hebben. Die is namelijk fel oranje/bruin. En hij begint ook vaal te worden. Jolien denkt erover, om die zelf na te maken, en de oude tent als sjabloon te gebruiken. Maar dat zal ook wel een behoorlijke klus worden.’
Chantal zegt: ‘Dat is een leuk idee! Maar dat moet mam wel kunnen, ze is erg goed met de naaimachine.’
Jolien glimlacht. ‘Tja, ik laat het verven en het repareren aan Joris over, en ik doe dan wel, waar ik goed in ben.’
Joris glimlacht. ‘En ze doet zelfs meer dan dat. Ze heeft het in haar hoofd gezet om tijdens onze vakantie in Zweden de hele tijd in jaren zestig kleding rond te lopen. Ze wil voor mij en voor haar kleding maken. Op zich vind ik dat niet erg, maar om daar alle dagen in rond te lopen?’
‘Dat ziet er toch hartstikke leuk uit! Mam, heb je al iets klaar?’
Jolien knikt. ‘Voor pap nog niet. Maar voor mezelf heb ik al een leuke jurk gemaakt. Ik ben er best wel trots op, dat het me gelukt is. Ik heb het gewoon van een foto nagemaakt!’
‘Laat eens zien? Ik ben wel nieuwsgierig!’
Jolien staat op en loopt naar boven. Het duurt even, maar dan komt ze naar onderen. In tegenstelling, wat iedereen verwacht had, heeft ze het jurkje al aangetrokken. En eerlijk is eerlijk, ze heeft het erg goed gemaakt. Het staat haar erg mooi.
‘Nou, Jolien! Bijna alsof je uit een film bent weggelopen. Ik kan nu wel zien, waar Chantal haar schoonheid vandaan heeft!’
Jolien bloost bijna, als ze dat hoort.
‘Charmeur!’, werpt ze me glimlachend toe.
‘Ik moet er nog wel passende schoenen bij zoeken, en ik moet mijn haren nog in model laten brengen. Maar daarvoor moet ik mijn haren nog wat langer laten groeien. En ik heb nog meer nodig, ik moet nog wat riemen en sjaals hebben, een bijpassend handtasje heb ik al ergens gevonden.’
Chantal zegt: ‘Mam, in Zwolle is een klein winkeltje, waar ze dat allemaal verkopen. Destijds heb ik er niet veel aandacht aan besteed, maar ik bedacht me onlangs, als ik weer in de buurt was, dat ik daar nog eens wilde kijken. We zouden wel even kunnen gaan?’
Jolien kijkt blij verrast. Dan kijkt ze naar mij en Joris. ‘Willen de heren ook meegaan?’
Joris kijkt mij aan en ik zie zijn smeekbede. Dat is niets voor hem.
‘Misschien een volgende keer, Jolien. Mannen en shoppen, dat is nog nooit een goede combinatie geweest. Joris en ik zullen ons best wel vermaken.’
Chantal en Jolien staan dan snel op en rijden naar Zwolle. Joris en ik blijven achter.
Joris kijkt me glimlachend aan. ‘Zo, dan blijven wij over, John. En nu we even alleen zijn, wil ik graag iets aan je kwijt. Ik wilde je zeggen, dat ik echt ontzettend blij ben, dat je met Chantal gaat trouwen, en dat nu ook eerder doet. Ik wist al meteen, toen je een voet over de deur bij ons zette, dat ik je veel vaker zou zien. En ook al kwam je toen voor Melissa, ik had toen al een voorgevoel, dat je toch iets met Chantal zou krijgen.’
‘Nou ja, uiteindelijk ben ik niet degene geweest, die de eerste stap heeft gezet, Joris.’
‘Dat weet ik. En ik moet je wat bekennen, ik ben degene geweest, die Chantal ertoe heeft aangezet om je te veroveren. Dat zal ze je wel niet verteld hebben, neem ik aan.’
Ik kijk verbaasd. ‘Nee, dat is me onbekend, Joris. Vertel eens?’
Joris glimlacht. ‘Ik ken mijn dochters, John. Beter als ze zelf denken. Je kwam wel voor Melissa, maar ik zag geen vuur in je ogen, en ook niet echt bij Melissa. Dat zou hoe dan ook zijn gedoofd als een nachtkaars. Maar ik zag wel vuur in de ogen van Chantal. En ik heb toen recht in haar gezicht gevraagd, wat ze van je vond. Ze bloosde flink, en durfde me niet te antwoorden. Dat was echter antwoord genoeg. Ik heb haar toen gezegd, als ze echt dacht, dat dit haar man van haar dromen was, dat ze een risico moest nemen. Natuurlijk verwachtte ik, dat er ruzie zou komen tussen haar en Melissa, maar tot mijn verbazing bleef die uit. Naar ik later van Melissa begrepen heb, was jij daar weer verantwoordelijk voor.
En toen wist ik het al. Je was minstens net zo verliefd op Chantal, als Chantal op jou. En ik moet zeggen, dat je het nog prima verborgen hebt weten te houden, maar ik wist al beter. En toen we terugkwamen van de proefrit was het mij al lang duidelijk. Daarom heb ik ook nooit echt moeilijk gedaan, toen Chantal naar Maastricht wilde voor haar opleiding. Alleen voor de schijn wilde ik, dat ze daar een kamer zou nemen. En dat ze uiteindelijk zo snel bij jou introk, dat was een kwestie van tijd.’
Ik lach. ‘Dus al die tijd had je al een vermoeden, dat het wel eens heel erg snel kon gaan. En hoe zie je dat dan bij Melissa en Daan?’
‘Dat ligt wat moeilijker. Ze zijn voor elkaar geschapen, maar Melissa heeft gewoon wat meer tijd nodig. Over Daan hoef ik niet moeilijk te doen. Je hebt wel eens gezegd, dat jullie broers konden zijn, en dat klopt ook wel. Jullie zijn dezelfde karakters, en dat is ook precies, wat mijn dochters nodig hebben. Jullie zijn sterk als dat nodig is, maar zeker geen macho’s. Ik moet toegeven, dat ik nog wat twijfels had over Daan, vooral over zijn manier van leven, voordat hij Melissa leerde kennen. Maar hij heeft zien, dat hij wel openstaat voor verandering. En zeker nu hij zijn eigen zaak heeft, maakt dat wel indruk op me. Maar ik verwacht niet, dat die twee zo snel gaan trouwen. Daan heeft daarvoor voorlopig het geld niet, en Melissa studeert nog. Misschien als Melissa afgestudeerd is, dan heeft Daan ook wellicht wat kunnen sparen voor een huwelijk.’
Joris kijkt me aan en zegt: ‘Eigenlijk zouden die twee met jullie mee moeten doen, als jullie gaan trouwen. Dat zou ze een hoop geld besparen, en dan weet ik zeker, dat mijn dochters goed terecht zijn gekomen.’
Ik moet me echt inhouden om niets te zeggen. ‘Tja, dat is de keuze van Daan en Melissa. Ik zou er geen problemen mee hebben, en Chantal al helemaal niet! Als ik zie, hoe vaak ze met Melissa aan de telefoon hangt… Die delen echt alles met elkaar.’
Joris lacht. ‘Misschien moet je het er eens met Daan over hebben. Misschien dat hij zich laat overtuigen. Ik zou dat prachtig vinden, een dubbel huwelijk! Welke vader kan dat nu eens vertellen tegen zijn vrienden?’
Ik lach. ‘Goed, ik zal het hem eens voorstellen, maar ik kan natuurlijk niets beloven.’
‘Natuurlijk! En ook als hij het nog niet wil, dan is dat ook niet erg. Het zou alleen leuk zijn.’
En daar laat hij het dan ook bij. We rijden dan nog naar Johan heen, waar Joris zijn caravan aan me laat zien. Daar moet inderdaad wel een en ander aan gebeuren, maar voor de verdere rest ziet het er wel leuk uit. En de techniek lijkt me ook nog wel in orde.
‘Dat is inderdaad een hele klassieke caravan. Waar heb je die gevonden?’
‘Ik zag een advertentie staan. Kostte bijna niets, ik heb het gekocht voor tweehonderd euro. En daar heb ik nu voor zo’n vierhonderd euro aan materiaal ingepompt, en nu ziet het er al een stuk beter uit, of niet?’
‘Dat zeker. Maar er is inderdaad nog wel een hoop werk. Ik zou je alleen aanraden de wanden niet te behangen, maar met dunne platen triplex te bekleden. En die zou ik dan verven. Anders krijg je gegarandeerd vochtproblemen door condens.’
‘Hmm, daar had ik nog niet aan gedacht. Dat wordt weer een tripje naar de bouwmarkt.’
‘Je kunt beter naar de houthandel gaan. Die zal meer keuze voor je hebben, en misschien ook platen met het juiste fineer erop.’
Joris kijkt me aan. ‘Uhm, zou je dan even met me mee willen gaan? Er is hier een houthandel in de buurt en de eigenaar ken ik wel. Misschien kun jij hem uitleggen, wat ik nodig heb?’
Ik haal mijn schouders op. Even later zitten we aan de koffie bij de houthandel. Ik leg uit, wat Joris nodig heeft, en de eigenaar van het bedrijf heeft precies liggen, wat Joris nodig heeft. En hij zegt hem toe, de platen wel te komen bezorgen, zodat Joris daar geen extra moeite voor hoeft te doen.
We rijden dan nog even terug naar de caravan, en ik bekijk me alles nog eens goed. Dan valt me op, dat er onder een raam het nogal vochtig lijkt. Ik voel eraan, en merk al meteen, dat het niet goed is. Het hout onder de raam is helemaal verrot. Ik laat het aan Joris zien, die best geschrokken is.
‘Wat moet ik daaraan doen?’
‘De raam eruit, en het hout vervangen. En als je toch bezig bent, haal je de andere ramen er ook uit. Je gaat nu toch alle wanden opnieuw bekleden, dus dan kun je meteen kijken of er nog meer rot is. En als je de ramen er weer inzet, kit je ze meteen weer helemaal af. Dan kan je er weer jaren tegen.’
Joris lacht. ‘Handig, zo’n schoonzoon die van wanten weet. Ik had er waarschijnlijk alleen maar wat pur tussen gedaan, en misschien wat kit. Maar dit is inderdaad veel beter. Wel meer werk, maar het resultaat zal een stuk beter zijn.’
‘Dat weet ik wel zeker. En wie weet komen we binnenkort wel even helpen.’
‘Dat zou fijn zijn. Kijk, een deurtje repareren, dat gaat allemaal nog wel. Maar zodra het wat moeilijker wordt, dan slaat bij mij de twijfel toe.’
‘Het is niet zo moeilijk, als je dat voorstelt, Joris. Misschien komen we wel volgende week al, proberen we meteen de caravan even uit. Dan zetten we die hier bij Johan op zijn erf.’
‘Dat moeten we hem dan straks meteen eens vragen, John. Daar heb ik wel oren naar.’
Dat doen we ook meteen, Johan en Helen vinden dat een prachtig idee. Daarna rijden we weer terug naar Kampen, waar Chantal en Jolien alweer terug zijn van Zwolle.
‘Waar zijn jullie geweest?’
‘Bij de caravan. John heeft me enkele goede tips gegeven. Hij vond enkele slechte plekken onder de ramen, en dat moeten we echt repareren. Daarvoor moeten de ramen eruit, en de wanden eraf.
Ik heb me al nieuwe wandplaten besteld, en dat heeft het voordeel, dat we de wanden straks niet meer hoeven te schilderen.’
‘En kunnen de kastjes dan wel blijven hangen?’
‘Dat moeten we even bekijken, maar John meent, dat die wel los kunnen. En anders snijden we de platen daar gewoon door. Als we dat voorzichtig doen, zie je daar niets van.’
‘Pff, ik weet het niet, Joris. Kun je dat wel?’
‘Als John me meehelpt, wel. Hij had het erover, dat ze misschien volgende week hun nieuwe caravan wilden uittesten. Die mogen ze dan bij Johan en Helen neerzetten.’
Ik kijk Chantal aan. ‘Als je dat ten minste goed vindt, Chantal?’
Chantal glimlacht. ‘Ik vind dat een goed idee. Dan leren wij de caravan al wat beter kennen, en kun jij pap helpen met zijn caravan. Maar wat doen we met Joey?’
‘Kunnen we die niet meenemen? Misschien wil hij wel meehelpen. En bovendien merk ik wel, dat hij zijn moeder toch wel een beetje mist. Die zou hij dan ook kunnen opzoeken.’
‘Bel hem eens op? Ik zou best wel willen, maar dan moet Joey ook kunnen en willen.’
Ik bel dan meteen Joey op. Het duurt even, maar dan neemt hij op.
‘Ja, met Joey! Wat is er?’
‘Niets, ik vroeg me eigenlijk af, of je al plannen voor volgend weekend hebt.’
‘Waarom vraag je dat? Eigenlijk niet. Volgens Henk is er zaterdag ook nog niet genoeg werk. En ik heb er met Veerle nog niet over gehad wat we volgend weekend gaan doen.’
‘Wat zou je ervan denken om samen met ons naar IJsselmuiden te komen. We gaan mijn schoonvader helpen met zijn caravan, die hij aan het opknappen is. Heb je zin om mee te komen helpen? En dan kun je ook nog even je moeder en je broer en zus bezoeken.’
Het is even stil. ‘Uhm, ja, dat wil ik wel. Zolang ik maar niet bij mijn stiefvader hoef te overnachten. Dat trek ik voorlopig nog niet.’
‘Nee, dat hoeft ook niet. We hebben die caravan gekocht, dus je kunt daar blijven slapen.’
‘Wat? Heb je hem gekocht? Cool! In dat geval wil ik zeker wel mee!’
‘Dan noteer dat maar vast voor volgend weekend. Hoe lukt het met de assen?’
‘Goed! Ze zitten er al bijna onder. Ik heb ze wel vastgedraaid, ik heb Daan even gevraagd om me even te helpen. Want dan kunnen de wielen eronder, en is de caravan ook verplaatsbaar.’
‘Aha, dat heb je goed gedaan. En, moest je Daan ook betalen voor zijn hulp?’
‘Nee, dat vond hij niet nodig. Het was immers toch jouw caravan.’
‘Nou, goed gewerkt! Dan wens ik je vanavond veel plezier, en natuurlijk ook morgen veel plezier!’
‘Dankjewel!’
Ik hang op. ‘Joey wil wel mee. Hij had nog geen plannen tot nu toe.’
‘Leuk! Ik kijk er nu al naar uit!’
‘Ik ook. Maar jullie zijn al vroeg terug. Was er niets te vinden in dat winkeltje?’
Chantal lacht. ‘O, jawel! Ze hadden meer, dan genoeg! Veel vintage spullen. Ze hadden zelfs nog echte kleding uit de jaren zestig. Ik heb me daar een jurk met petticoat gekocht. Was precies mijn maat. En ook nog bijpassende schoenen, die waren wel nieuw. En nog wat sjaals. Ik heb eigenlijk veel te veel uitgegeven, maar je hebt me zelf gezegd, dat als ik wat leuks zie, dat ik me dat moest kopen.’
Ik haal mijn schouders op. ‘Zolang de bankrekening nog maar niet op rood staat.’
‘Nee, zoveel heb ik nu ook weer niet uitgegeven. Maar ik moest wel alweer tanken. Ik schrok me rot, er ging best wel wat benzine in en dat was best veel geld!’
Ik lach. ‘Nog even volhouden, nog even, en dan krijg je weer autogas. Dan tank je weer lekker goedkoop!’
Chantal lacht zuur. ‘Nou ja, ik wilde ook mijn nieuwe wagen laten zien. We hadden ook met jouw wagen kunnen gaan.’
‘Dat bedoel ik nou. Maar nu weet je wel hoe lekker je wagen rijdt.’
‘Maar dat wist ik al na die lange proefrit, die we gemaakt hebben. Maar eerlijk gezegd, ik geniet er stiekem wel lekker van.’
Jolien zegt: ‘Die wagen rijdt bijna net zo lekker als de Cadillac van Joris. Maar je merkt wel, dat hij iets kleiner is.’
Joris vraagt aan Jolien: ‘En, heb jij nog iets gevonden in dat winkeltje?’
‘Ja, en daar ga ik nog meer naar terug. Ze hebben daar echt van alles! Ik heb je dansschoenen en een broek gekocht. Die moet je straks even passen. En voor mezelf heb ik een passende riem voor mijn jurk, en ook een hoop sjaals. En ook wat bijpassende sieraden. En ook nog wat stof, zodat ik nog wat meer kleren kan maken.’
Joris lacht. ‘We hebben toch nog wel geld om morgen uit te gaan eten?’
Jolien lacht. Ze weet, dat Joris haar nu een beetje plaagt.
‘Maak je daarover maar geen zorgen, mannetje! Zolang jij maar niet al ons geld aan de caravan en je Cadillac uitgeeft!’
Er wordt nu over en weer gelachen. Jolien begint dan het eten te maken, en wat later komen Jolanda en Michel ook binnen. Natuurlijk wordt de wagen van Chantal bewondert, en wordt er druk gediscussieerd over de caravan, die Joris zich gekocht heeft. Het is een hele leuke avond, en het is laat, als Chantal en ik naar bed gaan.
Als we naar het pension heen rijden, zegt Chantal: ‘Ik kan me niet herinneren, dat ik ooit zo gelachen heb bij ons thuis. De sfeer is nu veel losser, dan vroeger. Ik begin nu wel te geloven, dat het voor iedereen goed is, dat we allemaal het huis uit zijn gegaan.’
‘Je ouders zijn zeker losser geworden. En dat geldt zeker voor je moeder, Chantal.’
‘Ja, dat ben ik met je eens. Ik denk, dat ze nu ook de vrijheid proeven, nu we allemaal het huis uit zijn. En dat gun ik ze heel erg.’
We komen even later bij ons pension aan. Eenmaal binnen laat Chantal meteen haar nieuwe jurk zien. Het is overduidelijk, dat die al oud is, maar ziet er echt als nieuw uit.
Chantal zegt: ‘Die heeft jarenlang bij een stomerij gehangen, en is nooit opgehaald. Daarom ziet die er nog zo goed uit. Ik zag hem hangen, en toen die me ook paste, moest ik het gewoon kopen. Die jurk staat me zo goed!’
‘Nou, laat dan maar eens zien, Chantal! Nu word ik wel nieuwsgierig!’
Het gezicht van Chantal fleurt volledig op en ik zie zelfs een grijns. Ze verdwijnt naar de badkamer en tien minuten later komt ze terug. Ze kondigt haar komst aan.
‘Ben je er klaar voor?’
Ik ben op bed gaan zitten en roep: ‘Ja, helemaal!’
De badkamerdeur gaat open, en ik ben op zijn zachts gezegd verbouwereerd.
Chantal komt binnen in haar nieuwe jurk, wit met polkadots. Daarover een brede rode riem en rode sjaal om haar hals, en ook een rood lint door haar haren. En daaronder draagt ze lange witte sokken en rode pumps. Alsof ze uit een film is weggelopen!
Mijn adem stokt als ik die schoonheid zie. Chantal ziet me verbaasd met open mond kijken. Ze moet er om lachen.
‘Volgens mij is het wel geslaagd!’
‘Wauw! Dat staat je echt goed! Ik wist helemaal niet, dat ik een fotomodel als vriendin had!’
De rok van haar jurk heeft wel een petticoat, maar staat toch niet heel erg veel open. Daardoor worden net haar heupen goed benadrukt. Ze draait een rondje, waardoor haar rok ophoog zwaait. Haar petticoat beschermt dan het verdere zicht richting haar slipje, wat ik dan persoonlijk wel jammer vind. Chantal ziet me loeren en zegt: ‘Toch een klein beetje teleurgesteld?’
‘Nou ja, die petticoat ontneemt wel het zicht op het belangrijkste wat daarachter zit.’
Chantal lacht. ‘Je bent onverbeterlijk! Maar dat had ik al verwacht!’
Ze komt voor me staan en heft dan haar rok en petticoat op. Ik zie haar grijnzen, en kijk dan onder haar rok. Dan moet ik ook wel lachen. Chantal heeft onder haar jurk helemaal geen ondergoed aan!
‘Kijk, dat is natuurlijk wel wat anders. Hmm, nou ben ik wel heel erg onder de indruk.’
Ik laat een paar vingers onder haar rok, tussen haar benen, glijden. Chantal huivert even, als ik haar benen streel en dan mijn vingers over haar schaamlippen laat glijden. En dan merk ik, dat ze al behoorlijk nat is.
‘Hmm, dat wil ik toch even wat nader bekijken!’
Maar Chantal duwt me weg. ‘Laat me eerst even mijn jurk uittrekken, John! Anders is die straks helemaal verfrommeld!’
Ik knik, en ze draait zich om, terwijl ze alvast haar riem los gespt. Ik doe de rits van haar jurkje los, en dan valt haar jurkje nog net niet naar beneden. Voorzichtig stapt ze uit haar jurkje en hangt die over een stoel heen. Maar dan komt ze snel terug. Ze is nu alleen nog gekleed in haar pumps, witte sokken, haar rode sjaal en haar lint door haar haren. Zelfs zo ziet ze er fantastisch uit!
Maar nu komt ze weer voor me staan, en ik ga verder met waar we gebleven waren. Ik trek haar dichter tegen me aan, zodat ik met mijn mond haar borsten kan kussen, terwijl ik met mijn vingers langs haar heupen streel. Chantal zucht van genot en drukt zich wat steviger tegen me aan. Met haar handen wrijft ze over mijn rug. Ik voel haar tepels opzwellen en kneed dan met een hand een van haar borsten. Chantal slaakt een kreun, en duwt me dan opeens weg.
‘God, John! Je maakt me zo geil! Ik moet nu je pik in me hebben, anders ontplof ik!’
Ik moet wel lachen, maar kleed me dan snel uit. Het kan Chantal niet snel genoeg gaan, en ze helpt me met uitkleden, waardoor ik nog meer moet lachen. Het gaat er echt niet sneller door.
Maar uiteindelijk ben ik uit mijn kleren en Chantal stort zich meteen op mijn pik, die al stijf aan het worden is. Ze begint me heerlijk te pijpen, maar ik heb al snel door, dat ze geneukt wil worden. En dat blijkt ook snel, als ze vindt, dat mijn pik stijf genoeg is om haar te neuken. Ze laat me meteen los en zegt: ‘Nu moet je me echt neuken, John! Mijn kutje staat in vuur en vlam! Ram dat ding erin!’
Ik sta nog steeds versteld, wat voor taal ze eruit slaat, als ze echt geil is. Dat had ik nooit verwacht, gezien haar achtergrond. Maar ze begint steeds meer vrij uit te praten en te denken. En ik moet toegeven, dat haar stevige praat me wel opwindt.
Dus ik twijfel geen moment, als ze achterover op het bed gaat liggen, met haar benen wijd. Ik zet mijn pik voor haar hete grotje en duw hem erin. Eerst wat voorzichtig, maar Chantal heeft niets te veel gezegd, ze is al drijfnat! Met de tweede stoot duw ik mijn pik er meteen helemaal in.
Chantal kreunt: ‘Ja, dat heb ik zo nodig, John! Neuk me hard!’
En dat doe ik dan ook. Ik laat mijn pik hard in haar kutje beuken, en mijn ballen kletsen hard tegen haar billen. Het gekreun van Chantal is niet bepaald stil, hoewel ze zich toch wat probeert in de houden. En dan blijkt wel, hoezeer ze eraan toe was. Ze slaat haar armen om me heen en begraaft haar lange nagels in mijn rug, terwijl ze sidderend klaarkomt. Ik ben bijna aan mijn hoogtepunt en voer het tempo nog even op. En met een harde grom spuit ik mijn zaad dan tegen haar baarmoeder. Waarop ik mezelf op haar lichaam laat rusten. Hijgend komen we allebei op adem.
Chantal streelt mijn rug met haar vingers en zegt: ‘Wauw, John. Dat was fantastisch! Je wilt niet weten, hoe zeer ik hieraan toe was!’
‘Dat kon ik merken, Chantal. En je praat lekker smerig, als je geil bent. Waar is dat nette meisje gebleven?’
Chantal bloost. ‘O, vind je dat erg?’
‘Helemaal niet! Ik vind het wel leuk. Het laat me de echte Chantal in je zien. De Chantal, die je zo graag wilt zijn.’
Chantal glimlacht. ‘Misschien is dat wel zo, John. Maar die Chantal is alleen voor jou bestemd, niet voor anderen.’
Ik glimlach. Ik begrijp haar wel. Dan zegt ze: ‘Misschien komt dat ook, dat ik me bij jou zo kan laten gaan. Je begrijpt mijn verlangens en dat vind je niet eens erg.’
Chantal moet plotseling huilen. Ik rol van haar af en troost haar en zeg: ‘Hey, dat is toch niet erg! Ik ben juist blij, dat je je zo laat gaan. Juist bij seks is dat belangrijk. En je moet het ook zeggen, als je iets wilt, wat je fijn lijkt. En als ons dat allebei fijn lijkt, dan kunnen we dat best eens uitproberen.’
Ze knikt, maar de tranen stromen nog steeds over haar wangen. ‘Meen je dat echt?’
‘Natuurlijk! Seks doe je samen, niet alleen. En ik ben blij, dat je nu ook zelf initiatief neemt. Of wil je zeggen, dat je je ondergoed zomaar weggelaten hebt?’
Chantal moet nu weer lachen. ‘Nee, dat heb ik heel doelbewust gedaan. Eigenlijk komt dat door mam. Onderweg naar dat winkeltje vroeg mam me, hoe het me beviel om bij je te wonen. Eerst dacht ik, dat ze het algemeen bedoelde, maar ze maakte me duidelijk, dat ze de seks bedoelde. Dat had ik nooit van haar verwacht, maar ik heb haar verteld, dat we een heerlijk seksleven hebben, en dat ik steeds meer van je bijleer. En ik leer mezelf ook steeds beter kennen, dat speelt natuurlijk ook mee. Ze vertelde me toen, dat ze blij is, dat jij zoveel geduld met me hebt, en me gelukkig maakt. Op meerdere manieren. En daar ben ik het helemaal mee eens.
Wat ik ook doe, je vindt het allemaal fantastisch. En zelfs als ik iets niet goed doe, dan ben je nooit echt boos. Je zal hoogstens een keer grommen, maar je zal nooit schelden. En dan laat je me zien, hoe het dan wel moet. En dat doe je met zoveel liefde, dat ik soms midden in de nacht wakker word, en moet huilen van geluk.
Je kunt je niet beseffen, wat je voor me betekent, John. De afgelopen maanden zijn als een droom voorbij gegaan. Ik moet me soms echt knijpen, of ik niet toch droom. Maar steeds weer zie ik je dan naast me liggen en dan kan ik mijn geluk niet op.’
Ik glimlach. ‘Chantal toch! Hoe denk je, dat ik me over jou voel? Dat is echt niet veel anders! Ik vind het echt heel leuk om jou te ontdekken. Je hebt soms leuke, onontdekte eigenschappen. Ik had bijvoorbeeld nooit gedacht, dat jij zo’n geil ding kon zijn. Je lijkt er soms geen genoeg van te kunnen krijgen! Maar buiten dat ben je een heerlijk en mooi persoon. Niet alleen van de buitenkant, maar ook van de binnenkant. Je hebt je zo gemakkelijk aan me aangepast, dat is alleen al bijzonder. Want ik houd er wel een bepaalde lifestyle op na, en ik ben echt blij, dat je jezelf daarin kunt vinden. Dat is echt niet vanzelfsprekend, geloof me maar. En natuurlijk heb ik ook wel concessies gedaan, omwille van jou, maar dat vind ik vanzelfsprekend. Het moet immers van twee kanten komen. En als ik je dan zie, als ik weer thuiskom, en je me met je mooie ogen vol liefde aankijkt, dan voel ik me de gelukkigste man ter wereld. Chantal, ook jij beseft amper, wat je voor me betekent! Je bent nu mijn wereld, mijn leven. En dat wil ik zo houden, tot het eind der dagen.’
De tranen rollen nu volop over de wangen van Chantal. Ze houdt me stevig vast.
‘John, ik hou van je! Laten we samen oud worden. Er lijkt me niets heerlijkers dan dat!’
Ik geef haar een zoen en zeg: ‘Dat lijkt me ook heerlijk, Chantal. En over een paar maanden gaan we dat ook voor de wet en de kerk vastleggen, dat we voor altijd bij elkaar horen.’
Chantal glimlacht. ‘Daar kijk ik ook ontzettend naar uit, John. Mam vroeg me al, of ik al een datum gepland had om mijn bruidsjurk uit te zoeken. Ik heb haar maar gezegd, dat ik daarover nog niet nagedacht had. Ze moest eens weten, dat Melissa en Daan ook gaan trouwen, en dat we onze bruidsjurken samen willen uitzoeken. Dat heeft Melissa me gevraagd.’
‘Dat lijkt me een goed idee, dan hoeft je moeder ook niet de hele tijd op en neer te reizen. En mijn moeder zal je ook wel graag helpen. En Daans moeder natuurlijk ook wel.’
‘Zo willen we het ook doen. En dan nog een paar vriendinnen erbij, dat wordt zeker erg leuk.’
‘Dan moeten we maar eens gaan kijken wat voor budget we voor je jurk hebben. Lijkt me ook niet onbelangrijk om te weten.’
‘Dat heeft nog wel even, John. Het is nog geen mei. Laten we eerst maar eens gaan kijken, wat ons de bruiloft gaat kosten. Dan kijken we nog wel, wat er over is.’
‘Dat lijkt me ook een goed plan, Chantal. Maar ik ben eens benieuwd naar de reactie van je ouders morgen, als ze te horen krijgen, dat Melissa en Daan ook gaan trouwen.’
Chantal lacht. ‘Dat zal zeker een verrassing worden. En ik heb echt geen idee, hoe ze gaan reageren. De reactie van mam, daar heb ik wel een idee van. Maar van pap, nee, daarvan heb ik geen idee. Hij is soms erg apart. Wist je, dat hij me eigenlijk ertoe heeft aangezet om je te veroveren?’
Ik glimlach. ‘Ja, dat heeft hij me vanmiddag verteld. Ik stond echt met mijn oren te klapperen. En dan wist ik opeens, van wie je je karakter hebt. Dat is overduidelijk van je vader.’
‘O, hebben jullie met elkaar gepraat? Wat leuk zeg! Waar ging het allemaal over?’
‘Hij vertelde me, dat hij al van tevoren wist, dat wij samen een goed paar zouden worden. Je vader zegt niet altijd veel, maar hij heeft een paar verdomd goede ogen. Die ziet veel meer, dan je zou denken.’
Chantal knikt. ‘Dat is altijd zo geweest. Wat we ook deden, pap leek het altijd wel te weten. Hij had niet meer dan oogopslag nodig om te weten, of we iets gedaan hadden. En dan nam hij ons vaak al in bescherming, voordat mam tegen ons kon uitvallen. Niet dat mijn moeder zo erg was, maar ze kan soms erg fel zijn, als ze kwaad is. Maar ze ging nooit echt tegen mijn vader in. Pap was altijd degene, die haar in toom hield, hij had nooit veel woorden nodig om haar weer rustig te krijgen. En dat is ook zijn kracht. Maar tegelijkertijd zou pap niets zijn zonder mijn moeder. Soms lijken ze onmogelijk bij elkaar te passen, maar de werkelijkheid is anders. En nu zie ik hoe ze nog meer naar elkaar toe groeien. Is het dan zo moeilijk geweest om vier kinderen op te voeden?’
‘Vier kinderen opvoeden is anders een hele klus, Chantal. Ik denk niet, dat ze heel veel tijd voor elkaar hadden. En als ze dan naar bed gingen, dat ze gewoon bekaf waren. En nu hebben ze die tijd voor elkaar wel. Ik denk ook, dat daardoor de grootste veranderingen bij je ouders wel zijn gekomen.’
‘Daar kon je wel eens gelijk in hebben. Ik zie nu, dat mijn moeder nu veel kalmer is. Alsof er een grote last van haar schouders gevallen is. Ik ga haar dat morgen toch eens vragen, ik wil dat weten.’
Ik glimlach en Chantal gaat tegen me aanliggen. Momenten als deze koester ik met liefde. De liefde tussen ons beide is gewoon voelbaar. Maar doordat we daar zo ontspannen liggen, vallen we ook heel snel in slaap. Midden in de nacht word ik wakker. Chantal ligt nog steeds tegen me aan, maar ik begin het koud te krijgen, we liggen immers nog naakt op het bed. Het lukt me om Chantal onder de dekens te krijgen, zonder dat ze wakker wordt. Dan ga ik nog snel even naar de wc en kruip dan weer lekker naast haar. Als vanzelf kruipt ze weer tegen me aan, en ik sla mijn arm om haar heen. Ik voel me weer de gelukkigste man ter wereld, en val dan weer in slaap.
Volgende deel: De Gezusters Santegoed - 26