Wat een bruut was hij gisteren.
Iedereen wist wat er gebeurde.
Niemand zei wat.
Van je collega’s moet je het hebben.
Misschien heeft hij ze allemaal wel gehad.
Iedereen zwijgt.
Ijzige stilte
Daar komt hij.
Precies zoals ik verwacht had.
Met een paar ferme stappen staat hij naast me.
“Meekomen”, klinkt het.
Ik reageer niet.
Ik kijk strak voor me uit.
Zijn ogen gaan ver open.
“Meekomen!” sist hij nu.
Daar zit geen ruimte meer tussen.
Ik moet en zal mee.
Schoorvoetend zet ik me in beweging.
Ik loop gedwee achter hem aan.
Oh wat ben ik toch een onzeker tutje.
Hij heeft me weer zover.
Ik mag weer op mijn knieën.
Ik voel mijn mond al vochtig worden.
Thuis
“Moet het echt schat?”
Ik kijk hem aan met grote ogen.
Ik heb er echt geen energie voor.
Mijn kaken doen me pijn.
Mijn keel is branderig en ruw.
Zelfs mijn tong is moe.
“Hou nou eens je mond en kniel voor me”
Hij klinkt geïrriteerd.
Ik luister niet snel genoeg, vindt hij
Dat heeft hij me vaak genoeg duidelijk gemaakt.
Maar hij moest eens weten.
Ik luister al de hele dag.
Alleen niet naar hem.
Gedwee buig in door mijn knieën.
Ze doen pijn op de harde stenen vloer.
Op kantoor ligt ten minste nog tapijt.
Vol vlekken, dat wel.
Van alle keren dat ik niet snel genoeg was.
En dat heb ik geweten!
Hij tikt mijn wang aan.
Met zijn dwingende hand pakt hij mijn haren vast.
Hij stuurt me direct op het doel af.
“Hup” zegt hij.
Ik ken de routine, hij weet het.
“nou, even doorbijten” denk ik.
Ik haal even diep adem.
Uit
Hij wilde persé.
Ik niet, ik ben zo moe van vandaag.
Maar zijn wil is wet.
De dansvloer is vol.
Iedereen is relaxed en lacht.
Alleen ik niet.
De muziek staat me veel te hard
Ik krijg pijn in mijn oren.
Mijn hoofd tolt en mijn oren suizen.
Mijn ogen zoeken de wc’s
Daar, achter die jongens.
De tik op mijn kont neem ik voor lief.
Weg uit die herrie, even rust.
De wc-deur valt hard achter me dicht.
Stilte, Heerlijk.
Eindelijk kan ik ontspannen.
Ik ga op de wc-bril zitten.
Hier blijf ik even.
De rust is snel weg, de stilte blijft.
Hij duwt tegen mijn lippen.
Ik heb geen keus en open ze zo ver ik kan.
“Met die gaat dat niet lukken”, denk ik nog.
Zo groot zag ik er nog geen.
Buiten
“Ik ga even een luchtje scheppen”
Mijn man kijkt me verstoord aan.
Hij knikt ongeïnteresseerd.
Die blonde meid op de dansvloer is interessanter.
Ik vind het wel best
Ik wel even alleen zijn.
De straat is druk met auto’s.
Iedereen toetert naar me.
Het parkje biedt uitkomst, daar is het kalm.
Niemand te zien gelukkig.
Even tijd om op adem te komen.
Het bankje staat verscholen in de struiken.
Daar kan ik ongestoord zitten.
Voor ik het weet sluiten mijn ogen.
Ik zak in een diepe slaap.
De zachte hand op mijn knie wekt me.
Een oude lieve man.
Hij kijkt me vriendelijk aan en knikt een keer.
Ik beantwoord zijn blik met een glimlach.
Hij aait me zachtjes over mijn blote knie.
Laat zijn hand maar.
Hij mag dat.
Een tedere aai over mijn wangen.
Met zijn handen speelt hij met mijn krullen.
Ik sluit mijn ogen, wat een tederheid.
Weer dreig ik weg te zakken.
Een plotselinge ‘rrroetsj’ schrikt me op.
Het is de rits van zijn broek.
Zijn hand omklemt onmiddellijk mijn nek.
Zonder me te verzetten laat ik me duwen.
Ik zie dat ik hier nog even werk zal hebben.
Ben benieuwd of het me dit keer lukt.
Verdwaald
Met mijn jurkje veeg ik mijn mond af.
Het meeste was al weg.
Met plakkerige lippen de drukte in.
Weer toeteren en fluiten.
Het duizelt me.
Lichten flitsen, geluiden draaien.
Ik weet niet meet waar ik ben.
Wat een grote stad is dit.
Of loop ik rondjes en zie ik steeds hetzelfde?
Ik zak steeds door mijn hakken.
Wat een wiebelige benen heb ik.
Op blote voeten gaat het beter.
Mijn mooie kleine voeten.
Met vuurrode nagels, net als mijn lippen.
Nou ja,... die niet meer.
“Gaat het schat?”, vraagt ze.
Ik schud zachtjes nee met tranen in m’n ogen.
Ze pakt me bij m’n schouders.
Voorzichtig begeleidt ze me in haar auto.
“Jij kan wel een lekker warm bad gebruiken”
Nou, en of, mijn hoofd tolt.
Ik weet niet meer waar ik ben.
Voor ik het weet zit ik in bad.
De vrouw giet warm water over me.
Ze is mooi en vuurrood gekleed.
Haar haar zit opgestoken.
Ik krijg een knipoog.
“Straks heb ik een lekker bedje voor je,
Jij blijft hier maar eens een paar maandjes logeren”.
Ik weet niet hoe ik nog dankbaarder kijken moet.
“maar eerst nog even een klein karweitje”, vervolgt ze.
Een karweitje... ik frons een beetje.
Als ik mijn tanden heb gepoetst roept ze zich bij haar.
Ze maakt me op, mij wangen, mijn ogen.
Mijn lippen worden weer vuurrood.
Tenslotte spuit ze me een luchtje op.
Als ze me door de deur duwt knipper ik met mijn ogen.
Een zaal, een bar.
Het is erg rustig.
Er zitten een stuk of 10 mannen aan de bar.
En er lopen wat mooie vrouwen rond.
Hele mooie vrouwen.
De ene nog mooier dan de andere.
Het is al gebeurd voordat ik het door heb.
Ik ben door een van de mannen uitgekozen.
“Meekomen”, klinkt het.
Ik reageer niet.
Ik kijk strak voor me uit.
Zijn ogen gaan ver open.
“Meekomen!” sist hij nu.