Het was op de begrafenis van oma dat ik hem weerzag. Een koude herstdag in oktober, echt diepe-kragen weer. Voor de kerk stond een mensenmassa. Ik had eerst niet door dat hij was gekomen, maar het was ook zijn oma natuurlijk. We gingen de Grote Kerk van A binnen. Door de amfitheater opstelling kon je mooi kijken. Tijdens het eerste gemeente-lied keek ik al zingend rond lang de rijen. Eerst rechts en toen links. En daar stond hij: tussen de stemmig donkere kledij keek ik ineens in zijn helderblauwe kijkers. We zaten zo’n twintig meter uit elkaar, maar hij fixeerde me. Er speelde een flauw glimlachje om zijn mond. Ik werd jaren teruggeworpen, kreeg het plotseling warm. Ik zag hoe hij met zijn ogen me van top tot teen scande. Er trok een onwillekeurig stroomstootje door mijn lijf.
Mijn neef. De laatste keer was zes jaar daarvoor. Ik studeerde nog in A. Hij belde: zou een middagje in de stad zijn, bij oma langsgaan en of ik het daarna leuk vond als ie even langs kwam. ‘Tuurlijk, gezellig’, zei ik.
Kende ik hem goed? Ja, we zagen elkaar op familiefeestjes. Waren van jongs af met elkaar opgegroeid. Van verstoppertje spelen toen we kleuters waren, tot de hanggesprekjes als pubers onder de grote wilg in de achtertuin. Het was altijd al een aardige jongen, lange slungel met blond haar. Niet speciaal mooi, maar zijn ogen waren intrigerend.
Die middag was het net een maand geleden dat mijn vriendje het had uitgemaakt. Ik was er nog een beetje down onder, niet ‘in balans’, zoals dat heet. Hunkerde naar een knuffel en meer, maar kwam niet echt onder de mensen. Het was overigens goed dat het uit was: de relatie was óp. Maar het afkicken van lichamelijk contact viel me zwaar, meer dan ik wilde toegeven.
Toen hij binnenliep, keek ik naar zijn torso. Hij was volwassener geworden. Gespierder, met tegelijk nog meer lengte dan vroeger. Ik stelde me voor dat hij een six-pack had. Hij begroette me enthousiast met 3 zoenen. Het was warm die middag. We installeerden ons op mijn balkonnetje.
‘Wil je wat drinken?’. Hij peinsde even. ‘Heb je misschien bier? Ik heb ontzettende dorst’.
‘Tuurlijk heb ik bier. Ik neem er zelf ook een’. Ik plopte beide flesjes open en gaf hem een omgespoeld glas, dat hij echter liet staan. Hij dronk direct uit het pijpje.
‘Heerlijk’, zei hij. Ik zag hoe hij redelijk vlot het bier langs zijn adamsappel liet glijden. Mooie man.
We praatten over koetjes en kalfjes. Over vroeger. Over oma. En we namen al snel een tweede biertje. Ik voelde me lichter worden door de zon en de alcohol. Het schoot door me heen dat ik te weinig had gegeten. Hij stond brutaal op en pakte uit de oude koelkast een derde pijpje en gaf mij er ook nog een. Toen ik die derde half ophad was ik gewoon dronken. Ik had geen controle meer over mijn tong. Ik zag hem grinniken. Die ogen! Ze keken me ondeugend aan, geamuseerd, superieur. Er ging een rilling door me heen.
Hij praatte zacht, vloeiender, was kennelijk ook onder de invloed van de alcohol. Hij vroeg me of ik een vriendje had. Nee, zei ik, en vertelde dat het net uit was gegaan. Hij had ook net een relatie achter de rug. Ik zag ineens dat zijn ogen wat waterig werden. ‘Lieve jongen eigenlijk’, dacht ik mild.
De zon verdween ondertussen achter de huizen aan de overkant. Ik pakte de huistelefoon en bestelde met dubbele tong een pizza bij het restaurant beneden mijn appartementje.
Ik moest ineens heel nodig plassen, kruiste mijn benen, maar daarmee werd de aandrang groter. Ging wat wankelend staan. Hij schoot overeind en pakte even mijn middel, galant mijn evenwicht herstellend. Dat voelde aangenaam. Ik glimlachte naar hem en sloot me op het toilet op. Daar nam ik mijn tollende hoofd in mijn handen en overdacht hoe ik hier terechtkwam en weer vandaan ging komen. Ik stroopte onhandig mijn slipje af en plaste, veegde af en ging voor de spiegel staan.
Een vluchtige blik leverde op dat ik twee knalrode, verhitte wangen had. Blies een haarlok uit mijn gezicht en leunde met mijn onderlijf even tegen het kleine witte wasbakje. Mmm, dat voelde lekker.
Het koele porselein tegen mijn kussentje, zoals ik mijn venusheuvel altijd noemde. Ik was in die tijd net begonnen met me te scheren. De naakte gladde huid gaf me steeds een aangename sensatie. Ik ging even iets meer op mijn tenen staan, beetje wankel, en tilde zo mijn poesje op de rand van de wasbak. Mm, dat was nog lekkerder! Ik bewoog wat naar voren en naar achter, keek naar mijn verhitte voorhoofd en sloot mijn ogen. Ik zag flarden van de middag langskomen: neef die het pijpje aan zijn mond zette, zijn glimlach, handen om mijn middel. ‘Ik ben geil’, zuchtte ik tegen mezelf, haast verbaasd.
De deurbel ging. De pizza’s. Mijn neef deed open en ik hoorde hoe hij betaalde. Hij riep, terwijl hij langs het toilet liep: “Eten klaar! Blijf je daar slapen of zo?” Snel trok ik mijn slipje op, fatsoeneerde mijn jurkje en wierp nog een blik op mezelf. Ik had rode vlekken in mijn nek en zag nog net op tijd dat mijn jurk half in mijn slipje zat als een oud omaatje. Ik deed mijn jurk snel goed, streek daarbij nog een keer over mijn gladde kruis en kreunde. Wegwezen hier!
We aten als hongerige wolven. Met elke hap leken mijn krachten terug te komen. Dat was het dus: ik was verzwakt en verhit geraakt door de alcohol. Langzaam kreeg ik weer controle over mijn geest. Maar in de spaarzame communicatie liet mijn tong zich nog niet lekker sturen. Hij hoorde dat ook, feilloos. Weer die glimlach. Tussen de slices door vertelde hij dat hij helemaal uit zijn doen was door zijn verbroken liefde.
Zwijgend aten we de pizza verder. Ineens draaide hij zich een beetje naar me toe. Ik keek hem instinctief weer in de ogen.
“Weet je nog dat we een keer zo’n spelletje hebben gespeeld… je weet wel, ….doktertje spelen?”. Ik keek hem verrast aan, ondertussen gravend in mijn herinneringen.
“Doktertje spelen? Nee?!”.
Maar hij knikte. “Echt wel, ik weet het nog heel goed”. Was het de alcohol die een gat sloeg in mijn geheugen? Kletste hij maar wat? Het intrigeerde me wel.
“Vertel!”, zei ik.
“Nou gewoon, dat we zo’n plastic stethoscoop hadden en dat ik jouw hartslag wilde horen. Je trok toen je truitje omhoog. Je had een roze short aan met een wit t-shirtje. Weet je nog? En toen wilde jij mijn plassertje zien… heb dat toen niet gedaan hoor.”
Ik zag hem aarzelend praten. Het superieure was er wel een beetje af. Hier sprak een meer kwetsbare kant. Ik vind hem lekker, dacht ik. Maar het stoorde me ondertussen enorm: ik kon me het voorval maar héél vagelijk herinneren. Ik legde mijn hoofd even in mijn handen.
“Nou, je moet er niet verdrietig van worden!”, grapte hij. En op serieuzer toon: “dat je vooral deed wat ik vroeg en dat jij dat toen aan mij durfde vragen. Ik heb je altijd veel vrijer gevonden dan ik”.
Ik grinnikte terug. “Hoe wonderlijk herinneringen zijn. Ik ben helemaal niet zoveel vrijer in die dingen hoor!”
Ineens keek hij me indringend aan: “mis jij de seks ook?”. Ik was nog niet helemaal helder en knikte iets te heftig met mijn hoofd.
“Familietrekje”, zei hij. “Hoe bedoel j-je?’, lispelde ik. “Nou, wij zijn nogal een oversekste familie’, zei hij ineens serieus.
Ik keek hem vragend aan. Wilde wat terugzeggen, maar opeens hoorden we een harde knal boven ons. We keken verschrikt naar boven en zagen wat donszwarte veertjes naar beneden dwarrelen.
“Weer een vogel tegen het raam gevlogen”, zei ik. Ik zag een vleugel uitsteken op het balkonnetje van de bovenbuurvrouw. De vleugel was bewegingloos.
Neef stond op en stapte met zijn lange lijf lenig op de reling. Hij trok zich op en keek op het bovenbalkon.
“Pas op joh”, riep ik en omarmde instinctief zijn kuiten. Hij keek me geamuseerd van boven naar beneden aan. “Laat me maar los nicht, straks val ik door jouw gekriebel”. Stoere vent. Ik liet hem los en hij trok de vleugel naar zich toe.
“Kijk, een merel”, zei hij, “en ze is hartstikke dood”. Hij hield haar stoer tussen duim en wijsvinger.
“Iek, wat doen we daar nu mee?”, vroeg ik bangig.
“Laat daar maar liggen joh”.
“Begraven natuurlijk”, zei hij beslist. Samen liepen we naar beneden. Ik pakte een spade uit het gemeenschappelijk schuurtje en samen begroeven we de merel. Het had iets intiems, zoals we daar in de avondschemer stonden tussen de dichte vlinderstruiken rond de flat. De warmte was er blijven hangen, het witte beton van de flat straalde hitte uit. Ik voelde me klam. Maar ons ritueel was gevoelsmatig een warme fleecedeken. De alcohol zakte verder weg. Ik merkte ineens dat ik ontzettend moe was en leunde met mijn schouders en en één wang even tegen het beton.
Hij glimlachte. Stapte op me af en pakte me in een vloeiende beweging op. Ineens lag ik in zijn armen. Hij droeg me grinnikend naar de lift. Ik vond het ook wel grappig.
We gingen naar binnen om koffie te drinken. Dat wil zeggen: ik koffie en hij met een likeurtje. Ik lag op dat moment half op de bank, hij onderuitgezakt in mijn zitkussen.
“Kan ik hier niet blijven slapen? Mijn laatste trein is al weg…”. Die vraag kwam net als de merel uit de hemel vallen. Ik knikte.
“Ja, als je het dan niet erg vindt dat we een bed delen”.
“Volstrekt niet”, grinnikte hij. Hij ging plassen. Ik maakte gauw het bed fatsoenlijk. Trok mijn jurkje over mijn hoofd, schoot mijn bh los en trok vliegensvlug mijn nachthemd aan. Streek even met een vinger tussen mijn benen: glibbernat. Snel ging ik liggen.
Toen hij eindelijk uit de wc/badkamer kwam – hé, zag ik daar ook een lichte onvastheid in zijn tred? – schoot ik langs hem heen om mijn tanden te poetsen.
Het was een klamme nacht. Ik was kennelijk onmiddellijk in slaap gevallen. Toen ik wakker werd en op mijn klokje keek, zag ik dat het drie uur was. Hij had een arm losjes op mijn heup liggen. Ik liet het. Vond het wel aangenaam. Ik voelde met mijn vingers even mijn borsten. Ik was klam. Ik hoorde zijn adem, rook zijn mannelijkheid. Had zin om met mezelf te spelen. Hoe vaak heb je een aangeschoten man in bed, die slaapt, maar wel lekker dicht tegen je aanligt?
Ik merkte dat het hoog zat bij mij. Ik deed heel zachtjes, met een enkel kreuntje. Zijn arm op mijn heup bewoog. Hij ging op zijn rug liggen. Ik draaide me om. Terwijl ik vingerde hoorde ik zijn arm ritselen. We schopten zwijgend de lakens van ons af. Trokken ons ondergoed uit. Hij nam zijn penis vast. Hij was lang en dun, net als hijzelf. Ik keek hem aan, dat wil zeggen, probeerde dat in het halfdonker. Twee jonge lijven verlicht door de straatlantarens van buiten die door de gordijnen schenen.
“Doe uw bovenlijf even bloot, vraagt de dokter”, zei hij zacht. Ik grinnikte, aarzelde even, maar trok toen brutaal mijn pyjamajasje over mijn hoofd en toonde hem mijn borsten. Ze schenen grijs in het nachtlicht.
“Toen had je nog geen echte borsten, alleen maar knopjes”, zei hij hees.
“Vind je ze mooi?”, vroeg ik onschuldig. Hij knikte.
Terwijl we masturbeerden, keken we elkaar verder onderzoekend aan. Ik zag zijn blauwe ogen die naar mijn harde tepels staarden en naar mijn platte buik. Hij had zelf inderdaad een six-pack! Ik hoorde zijn verhoogde ademhaling. Ik zuchtte.
“Ik zie je piemel nu, mooi”, zuchtte ik, “trekt U zich wel regelmatig af, meneer de patiënt?”, terwijl ik het fluisterde versnelde ik de cirkelbeweging over mijn klitje.
“Elke dag, dokter”, zei hij met een piepend geluid. Hij versnelde het tempo waarmee hij zich aftrok. Het maakte een zacht nat geluid, net als mijn vinger in mijn kut.
“Ik geloof dat ik al ga komen’, zei ik naar waarheid. Ik voelde de golven in mijn onderbuik op komen zetten. Ze straalden uit tot in mijn tenen.
“Ik ook”, steunde hij. Ik kromp met een oerkreun ineen en sloot onwillekeurig mijn benen. Hij spoot direct daarna zijn sperma tegen de onderkant van het snel erbij gegriste laken. De helft kwam over zijn buik. Ik maakte met mijn eigen hoogtepunt het laken aan mijn kant kletsnat.
We keken elkaar haast bevrijd aan. “Dat was heerlijk”, zei ik en hij knikte. Het was heel apart. We veegden ons met wat tissues schoon, ik pakte uit de kast gauw een nieuw laken, we zeiden verder niets tegen elkaar en vielen direct erna weer in katzwijm. De slaap was sterker dan alles.
De volgende ochtend vertrok hij vroeg. Er was in die tijd nog geen whatsapp of messenger. Ik durfde hem er niet meer over te bellen of te schrijven. En hij omgekeerd evenmin.
Die ochtend op de begrafenis keken we elkaar voor het eerst weer in de ogen. Geen gesprekje bij de koffie en de hotelcake. Het bleef bij dat ene oogcontact. Van mijn neef en mij. Een blik die uitdrukte: jij en ik, wij kennen elkaar. Door en door.
Zou ik hem benaderen?
Volgende deel: Nacht Met Neef - 2