Oudjaar
We waren als broer en zusje, maar sinds onze crash boven op de top van de Saulire lijkt daar een einde aan te zijn gekomen. Ik heb het gevoel dat ik de weg kwijt ben, m’n nichtje Nathaly blijkt niet alleen maar m’n skate-maatje maar ook een méisje te zijn…
Mijn Nichtjes
Onze vaders zijn een tweeling uit één eitje, misschien kunnen ze daarom wel bijna geen dag zonder elkaar. Ze groeiden samen op, gingen naar dezelfde school, hadden dezelfde bijbaantjes, hebben samen een goed lopend bouwbedrijf opgezet en trouwden pas rond hun vijfendertigste met twee veel jongere meisjes, die elkaars boezemvriendin waren, en nog steeds zijn. Fránse meisjes wel te verstaan, ze leerden hen op wintersport in Courchevel kennen, waar onze mama’s allebei woonden. Ze kregen ze zo ver dat ze mee naar Nederland verhuisden en bouwden daar voor hun gezinnen een kanjer van een twee-onder-een-kap huis, de hallen tegen elkaar aan en natuurlijk met een tussendeur in het midden. Daar wonen we nou met zijn allen, wij links, mijn nichtjes en hun ouders rechts,
Zelf ben ik enig kind, bij mijn geboorte ging het voor mama allemaal niet zo gemakkelijk en mijn ouders waren het er al snel over eens dat er voor hen niet meer dan één kind haalbaar was. Bij de buren was dat anders, daar zijn drie kinderen geboren, drie meisje, Nathalie, die zestien is, Nicolette van zeventien en Charlotte van negentien. Charlotte en ik zijn even oud en we waren eergisteren jarig, maar dat is dan ook onze enige overeenkomst, want ze leeft in haar eigen meisjeswereld, waar mijn bestaan amper erkend wordt en waar zelfs haar zusjes niet veel feeling mee hebben.
Nicolette vind ik wél aardig, we kunnen redelijk goed met elkaar opschieten, maar mijn lievelingsnichtje is wel Nathaly, of Nathy, zoals ik haar al als peuter ben gaan noemen. Zoals zij mij van jongs af aan Pier noemt, in plaats van Pierre.
Dankzij de jaarlijks terugkerende familiebezoekjes en wintersport in Courchevel zijn Nathy en ik al als jonge kids verzot geraakt op snowboarden en thuis hebben we dat uitgebouwd met skateboarden. De grondbeginselen leerden we van onze ouders op de piste, maar al gauw was dat voor ons niet meer genoeg. Het moest hoger, sneller, doller, gevaarlijker en op de een of andere manier jagen we elkaar daar nóg steeds meer in op.
We zitten samen ook helemaal in het wereldje van de skaters, we voelen ons thuis bij dat sfeertje en de losse omgang met elkaar. We dragen allebei wijde kleren, meestal met kale plekken of scheuren d’r in, omdat je als skater nou eenmaal vaak op de grond knalt, waardoor we allebei thuis een abonnement hebben op de ehbo-doos. Ook uiterlijk passen we er helemaal in, Nathy met haar bijna altijd warrige krullenbol en ik met mijn lange haren, die ik meestal op een staart draag. Dankzij onze zuid-Franse mama’s hebben we allebei een donker uiterlijk, bijna zwarte haren, donkere ogen, tikje bruine huid en omdat we ook nog eens look-alike vaders hebben denkt iedereen altijd dat we broer en zus zijn.
Gisteravond, twee dagen voor Oudjaar, kwamen we met veel vertraging aan, omdat het volop sneeuwde hebben we de laatste honderd kilometer zo’n beetje stapvoets gereden. Sneeuw en nog eens sneeuw is er gevallen en vanmorgen hebben Nathy en ik daarom vroeg de wekker gezet en zijn we toen de zon nog maar net opkwam en de liften gingen draaien de piste opgegaan. Er is echt niks mooiers dan om als eerste door verse sneeuw naar beneden te gaan, en als het dan ook nog eens een parcours is dat lekker rotsachtig is gaan we helemaal los.
Je kan hier uit alle soorten pistes kiezen, volgens onze mama’s is Courchevel zo’n beetje het grootste skigebied van Europa. Beetje chauvinistisch natuurlijk, maar a là, het is hier inderdaad wel heel groot. We zijn op zo’n beetje alle pistes kind aan huis en we weten inmiddels precies welke liften we moeten pakken om op plekken te komen waar geen toeristen skiën, waar dus niet alles meteen wordt plat gewalst door de bullies.
Tiefschnee
De tocht naar boven is weergaloos mooi. Omdat we zo ongeveer de eersten zijn is het overal nog muisstil, een stilte die wordt versterkt als er verse sneeuw is gevallen. De ronkende bullies zijn terug naar hun stal en het enige wat je eigenlijk hoort is het zachte zoemen van de kabels over de katrollen. Elke keer als we zo’n paal passeren neemt dat geluid even toe en krijgt ons tweezits bankje een paar schokjes, waarna we weer geluidloos verder glijden. En waar je ook kijkt, overal om ons heen is er het uitzicht op de bergen, hellingen vol met hoge bomen die hun takken beladen met sneeuw naar de aarde wijzen, magisch gewoon. Op de een of andere manier maakt het Nathy en mij altijd stil, alsof de natuur ons opdraagt ervan te genieten.
De Saulire is onze lievelingsafdaling en onderweg naar die top moeten we twee keer van lift wisselen, al met al is het een flink tochtje. Eenmaal aangekomen zijn we verkleumd en doen we eerst een warming up, pas dan kunnen we los gaan. Nathy gaat zoals altijd voorop en regelmatig verdwijnt ze even uit mijn zicht, omdat ze van een richel omlaag springt of een rotspunt moet ontwijken.
Altijd houd ik haar goed in de gaten, omdat als ik haar even niet zie ik een iets andere koers moet nemen, zeker als ze springt kan er buiten beeld van alles gebeuren.
Maar of ik nou afgeleid werd, of verblind was door de zon die net vanachter een wolk tevoorschijn kwam, geen idee, maar op het moment dat ik met een huge jump de rand van een rots neem zie ik daaronder Nathy op haar rug in de diepe sneeuw liggen en is er geen ontwijken meer aan. Om verwondingen te voorkomen stretch ik intuïtief m’n board zo ver mogelijk van haar weg. Daardoor heb ik verder echter niet veel controle meer over mijn val en plof uiteindelijk zo’n beetje languit op mijn nichtje neer. Hoewel alles supersnel gaat zie ik terwijl ik val nog net in een flits haar ogen groot van schrik worden als ze me op haar af ziet komen.
Het lijkt wel of Nathy en ik met reuzenkracht de dikke laag opgewaaide sneeuw worden ingepusht, waardoor we als het ware in een sneeuwhol terecht komen dat we zelf maakten.
Al die jaren al is Nathy een vriendinnetje voor me, dat we een jongen en een meisje zijn heeft in onze manier van met elkaar omgaan nooit een rol gespeeld. Dat verandert nu in één klap. Ik voel hoe ik languit op haar lijf terecht kom, hoe we tegen elkaar geplet liggen en hoe Nathy na enkele seconden begint te wurmen en bewegen om onder me vandaan te komen. We worden door de sneeuw en mijn gewicht op haar tegen elkaar aangeperst en lijf aan lijf zijn we bezig om ons hier uit te werken. Op een bepaald moment heeft ze zelfs haar benen zo’n beetje in een houdgreep om mijn heupen. Heftig worstelend probeert ze onder me uit te komen te komen, maar het gevolg daarvan is ineens het besef dat ik op een méisje lig.
In een loei domme impuls geef ik Nathy voor haar totaal onverwacht een kusje, vol op haar lippen. Het gevolg is dat alles tot stilstand komt en ze me, nog steeds onder mijn lichaam ingesloten, alleen maar met grote ogen kan aankijken. Dan beantwoordt ze mijn kus en is er even niks anders dan het gevoel van onze lippen die elkaar zoenen. Tot we elkaar loslaten, in het besef dat dit wel heel vreemd is, tussen neef en nicht.
Meteen beginnen we weer te worstelen en als we ons eindelijk uit dat hol hebben gewurmd en op onze eigen benen staan, zijn we heel erg verlegen tegenover elkaar. We checken allebei of alles nog oké is aan onze lijven en in diepe stilte boarden we daarna verder. Het onderweg kletsen of roepen naar elkaar is op het hoognodige na stil gevallen, we moeten duidelijk allebei verwerken wat er met ons gebeurt, wat dit nou ineens is.
Waar is hier de nooduitgang
Die hele verdere dag draaien we als twee schuwe katjes om elkaar heen. Alles wat altijd zo logisch en normaal tussen ons was is dat nu ineens niet meer. Alles wat we doen of zeggen lijkt een nieuwe lading te hebben gekregen, en steeds weer zie ik hoe Nathy’s ogen wat groter worden als ik iets zeg en ze zich afvraagt wat ik bedoel of van haar wil. Altijd was alles logisch en vanzelfsprekend tussen ons, maar nu is dat weg.
Meestal gaan we ‘s-middags nog een keer de piste op, maar vandaag begint geen van ons beiden daar over. We trekken ons allebei terug op onze kamer en pas bij het avondeten zien we elkaar weer.
We logeren met zijn allen in het übergrote chalet van ‘grandmère Montagne’, ‘oma Berg’, de moeder van mijn mama. Opa en oma hadden een klein hotel, maar toen opa een paar jaar terug overleed is oma daar mee gestopt, en nou woont ze alleen in deze kast van een huis, op een steile berghelling net buiten Courchevel. Je kunt er alleen komen via een klein bergweggetje en overal heb je een bizar mooi en weids uitzicht. En waar je ook bent, altijd is er wel een piste of een wandelroute in de buurt, ideaal voor de wintersporters maar ook ‘s-zomers voor wandelaars die op het berghotel afkwamen .
Mijn andere grootouders wonen midden in het dorp en hebben veel minder ruimte. Het is daarom traditie dat we met Oud en Nieuw altijd met zijn allen hier logeren en dan zo’n twee weken blijven. Het is óók traditie dat we iedere avond samen eten en daarna met zijn allen spelletjes doen, meestal schuiven ‘oma en opa dorp’ dan ook aan.
Als mijn tante vanuit de hal naar boven yelt dat het eten klaar is, komen we allemaal onze kamers uit. En dan geloof ik mijn ogen niet…
Van Nicolette en Charlotte ben ik het wel gewend dat ze zich een beetje optutten, maar Nathy? Als ze beneden komt weet ik niet wat ik zie. Voor het eerst zie ik haar in iets anders dan onze eeuwige skate-kleren. Ze heeft haar bos krullen geprobeerd in bedwang te krijgen met wat schuifspeldjes her en der, waardoor het lijkt alsof ik voor het eerst écht naar haar gezicht kijk. Een superléuk gezicht met nu heel opvallend haar donkere ogen, die nog groter lijken dan ze normaal al zijn door de koolrandjes die ze er omheen heeft getrokken.
Maar wat nog me nog het meest schokt is dat m’n vriendinnetje een jurkje heeft aangetrokken. Een rood nauwsluitend jurkje, dat zo’n beetje alles van haar lijf dat altijd was weggestopt nu ineens vol aan de wereld toont. Wat ik zie is een niet zo heel groot mooi strak-afgetraind meisjeslijf, met behoorlijk aanwezige borsten, die me eerder amper ooit opvielen. En benen die, als ze al ooit bloot waren, toch altijd flink ingepakt werden met kniebeschermers en weet ik wat al niet. Benen die altijd schaafwondjes en blauwe plekken hadden en die nu … ja, móói maar zo níet van Nathy zijn…
Ik kan me niet herinneren dat ik Nathy óóit in een jurkje zag, altijd stopt ze haar lijf net als ik weg in wijd vallende broeken en truien of hoodies, soms lopen we zelfs halve of hele dagen met onze capuchons op.
Het is voor iederéén een schok wat ze hier laat zien, ook voor haar zussen. Want als Nathy binnenkomt vormen Charlotte en Nicolette na een klein moment van verbijstering een soort van erehaagje en roepen dan, naar Nathy wijzend: ‘tadaa’. En niet alleen ik, iedereen valt zo ongeveer stil en bekijkt met open mond hoe Nathy helemaal niet meer lijkt op Nathy, hoe ze ineens Nathaly is geworden.
Na het gedoe wat we vanochtend al hadden voelt het nu alsof ik helemáál uit mijn sokken word geblazen. Wat is hier gáánde…
Zoals altijd zitten Nathy en ik tijdens het eten naast elkaar. Normaal gesproken kletsen we elkaar en de anderen de oren van het hoofd maar vandaag is het diepe stilte tussen ons. Ik heb echt geen idee wat ik hiermee aan moet, alsof er een Nathy is opgestaan die ik helemaal niet ken en opnieuw moet leren ontdekken. Af en toe kijken we elkaar als schuwe vogeltjes aan, zelfs mama valt het op, die tegenover me zit en me af en toe bijna als een levend vraagteken zit aan te kijken. Nou, zo voel ík me dus ook, één groot vraagteken. Het enige wat ik weet is dat alles anders is geworden…
Die avond tijdens de spelletjes vraagt Nathy me op een gegeven moment zachtjes hoe ik haar vindt. Eerst weet ik niks te zeggen en dan, als Nathy me maar vragend blijft aankijken: ‘…ehm…ja, ehm, mooi wel…’ Ook niet waar een meisje op zit te wachten, dat snap ik wel. Maar meer zit er even niet in, ik heb echt geen idee, ik heb tijd nodig om hiermee om te gaan en al vroeg duik ik m’n nest in. Zoals bijna iedere avond trek ik mezelf af, maar dit keer heb ik voor het eerst in mijn leven een harde pik te danken aan Nathy. En het voelt niet fijn, het voelt alsof ik iets ben kwijt geraakt, alsof ik de controle kwijt ben. Waar is hier de nooduitgang…
‘Vuurwerk’
Het is Oudejaarsdag, vanavond is het groot feest in het dorp en sinds twee jaar geleden mogen Nicolette, Charlotte en ik daar net vóór de jaarwisseling naar toe, vuurwerk mee beleven en daarna nog een uurtje feesten met alle dorpelingen en wintersporters op het plein. Dit jaar mag Nathy voor het eerst ook mee, ik verheugde me er echt op, maar om een of andere reden is de lol daarvan nu helemaal verdwenen. Ik heb geen idee wat ik met haar nieuwe ‘zijn’ aan moet en voel eigenlijk alleen maar de behoefte om haar te ontwijken. Om die reden vertrek ik vandaag terwijl het nog niet eens al echt licht is in mijn uppie naar de pistes, ik wil alleen zijn. Ik mis de oude Nathy ontzettend, maar ik kan haar zoals ze nu is met die grote vragende ogen echt niet om me heen hebben.
De hele ochtend laat ik me steeds weer naar boven hijsen, om dan weer in een bloedtempo omlaag te jakkeren. De ene na de andere piste werk ik af en reageer niet op telefoontjes, pas halverwege de middag laat ik me weer in het chalet zien. Natuurlijk, de eerste die ik dan tegen het lijf loop is Nathy, die niks zegt maar me wel heel verdrietig en tegelijk ook beschuldigend aankijkt.
Amper ben ik op mijn kamer of mama komt binnen: ’waar ben jíj mee bezig Pierre?’ vraagt ze zoals alleen zij dat maar kan, lief en toch tegelijk heel pittig. Ik weet ’t zelf ook niet, ik kijk haar zonder iets te zeggen aan en haal m’n schouders op. Dat helpt niet echt, mama wordt dan nóg doortastender: ‘ Waarom ga je zo met je nichtje om, Pierre? Is dit nou wat Nathy verdient, net nu ze eens een beetje zichzelf durft te zijn?’ Ohw, nou, zo had ik het dus nog niet bekeken. En het enige wat ik opnieuw als antwoord weet te geven is mijn schouders op te halen. Mama probeert me nog even aan de praat te krijgen, maar als ze in de gaten krijgt dat ik echt steeds verder in de knoop raak geeft ze me toch maar een geruststellend bedoelde hug en vertrekt ze weer.
Rond half elf vertrekken we met zijn vieren richting het centrale plein van het dorp. Gelukkig zijn de wegen weer behoorlijk sneeuwvrij, en ondanks dat we behoorlijk steil moeten afdalen gaan we toch lopen, hoewel we op de terugweg dan flink moeten klauteren, maar dat redden we wel.
M’n nichtjes hebben zich alle drie mooi opgetut en Nathy is voor mij weer totaal onherkenbaar. Als de dames hun showtje houden kan ik alleen maar op háár letten. Ze heeft nu een spijkerrokje en ’n strak truitje aan met daaronder een zwarte legging en laarzen, allemaal geleend van haar zussen. Haar zwarte krullen zitten gelukkig wel weer zoals ik ze ken, lekker warrig en rond haar gezichtje alle kanten op krullend. Haar borsten zijn erg duidelijk in het truitje aanwezig, ik weet nog steeds niet of ik dat mooi vind, hoewel mijn pik daar anders over denkt want die is alweer aardig onrustig.
Het jammere daarna is wel dat alle moois in dikke jassen verdwijnt, omdat we ons allemaal flink in moeten pakken tegen de kou. Charlotte en Nicolette lopen voor ons, Nathy en ik laten ons wat afzakken, ik voel dat we langzamerhand wel even moeten praten. Eerst zwijgen we een tijdje en dan kom ik met de foutste openingszin ever: ‘Wat is dat nou, Nathy, dat je ineens zo girly bent gaan doen?’ Ze schiet meteen in de verdediging: ‘hey Pier, hou op, misschien was ik altijd wel te boyzy?’
Zwijgend lopen we weer even verder, en dan, Nathy, zachtjes, vredelievend weer:
‘ik dacht dat jij dit wóu. Jij was toch de eerste die begon, met die zoen?’
Oh ja,tuurlijk, it’s me, fuckt ze me nou?
‘Ik vond je gewoon lief zoals je daar onder me lag, Nathy, that’s all.’
‘Precies Pier, dus zo begon ‘t, door jou! En nou? Heb je me nou afgedankt?’
Een sukkel ben ik, niet wetend wat te zeggen haal ik maar weer eens mijn schouders op. Nathy pikt dat helemaal fout op. Als ze nijdig is kan ze iemand zó aanpakken en dit keer richt ze al die sjit op mij: ‘weet je wat Pier, je zoekt het maar uit. Al die jaren was ik goed voor jou omdat ik als ’n halve jongen altijd deed wat jíj wilde en nou ik even dat andere in mezelf wil opduikelen geef je niet thuis. Weet je gast, ik heb jou voorlopig niet meer nodig.’
En weg is ze, woedend stampt ze haar zussen voorbij, die eerst een beetje verbaasd haar nakijken en zich dan naar mij omdraaien. Hun lichaamshouding maak al snel duidelijk hoe ze over de zaak denken: ‘lul, wat heb je nou weer gedaan.’ En weg zijn ook zij in een hogere versnelling, en in m’n uppie sukkel ik uiteindelijk een paar honderd meter achter de drie dames aan naar beneden.
De weg kwijt
Ik heb het gevoel alsof ik volledig de weg kwijt ben.
Er is aan die hele jaarwisseling geen zak aan, dit keer. Nathy heeft aangepapt met een groepje Franse jongens, mijn andere nichtjes zijn nergens meer te zien en zelf kom ik totaal niet in welke sfeer dan ook. Ik zou best wel wat met een meisje kunnen beginnen want er zijn er genoeg die wel wíllen, maar op de een of andere manier trekt me dat helemaal niet aan. Steeds maar weer zoek ik oogcontact met Nathy en als die het per keer nóg gezelliger blijkt te hebben is het voor mij klaar. Meteen nadat het nieuwjaar is ingeluid en al het vuurwerk de lucht is in geknald wil ik weg. Ik loop naar Nathy, die midden in een clubje haar opgeilende jongens staat, tik haar op haar schouder en als ze me dan geïrriteerd aankijkt zeg ik: ‘ik wil weg. Ga je mee?’ ‘Nee, rot maar op Pier, ik kom met m’n zussen terug.’
Wáárdeloos voel ik me terwijl ik die verdomde berg opklauter. Ik snap eigenlijk vooral van mezelf niks meer, waarom ik reageer zoals ik reageer. Mama heeft wel eens gezegd dat ze me een broertje of zusje had gegund. Is dat het? Dat ik dat in Nathy ineens ben kwijtgeraakt of zo? Ik voel me verdrietig en alleen en ben blij als ik terug in het chalet ben. Vanuit de woonkamer komt een hoop geluid en gelach, onze ouders en grootouders en wie daar verder ook nog zijn hebben het prima naar hun zin. Zonder iets te zeggen scharrel ik mijn kamer in, kleed me uit, duik zoals altijd bloot m’n bed in en trek het dekbed tot ver over mijn hoofd. Ik ben er klaar mee en wil weg zijn van hier.
Gelukkig val ik snel in slaap, maar ik word wakker als ik in de gang allerlei gestommel hoor. Het is al vijf uur als ik op m’n phone de tijd check en het enige wat ik kan denken is waarom ik fuckerdefuck zo klote heb gereageerd en daardoor al die gezelligheid heb gemist. Gelukkig hoor ik tussen de giechelige stemmen ook die van Nathy, en ik ben opgelucht dat ze zonder die Franse kutgastjes terug is.
Ik wacht tot het helemaal stil is en de meiden volgens mij op bed liggen, dan ga ik naar de plee. Precies op het moment dat ik in mijn blootje de badkamer binnenloop gaat het licht aan en zit daar Nathy, nog helemaal aangekleed, op de rand van het bad. Eerst kijkt ze me met alweer die grote ogen aan en zegt dan: ‘ik wist wel dat je zou komen’, ondertussen duidelijk mijn blote lijf scannend, waardoor ik niks beters weet te doen dan verlegen mijn handen voor mijn pik te vouwen…
Leuk dat je m’n verhaal leest, thnX! Zazie