Vervolg op: De Cum Face Challenge - 13 : Het Telefoontje Afscheid
“Dit is veruit de leukste huwelijksverjaardag die ik ooit heb gehad,” lal ik, terwijl ik een shotje tequila achteroversla. Met een klap zet ik het op de toog en doe ik teken aan de barman om me er nog eentje te geven.
Ryan komt naast me staan en schraapt zijn keel. Ik kijk hem hopeloos glimlachend aan.
“Gaat het, schatje?” Hij legt een hand op mijn schouder en knijpt er zachtjes in.
“Ja prima, kan niet beter,” reageer ik. Ik schud mijn hoofd en grijp het nieuwe glaasje tequila vast, in de hoop dat het me uit mijn lijden zal verlossen. Ik klink niet goed en zie er zeker niet goed uit. Mijn zorgeloze bestaan heeft een enorme dreun gehad en ik ben radeloos.
“Je bent dronken,” zegt Ryan.
Mijn troebele blik bekijkt hem. Ik glimlach vrolijk en wijs naar hem. “Daar heb jij geen zaken mee.” Dan draai ik me naar de twee vrouwen die naast me aan de bar staan. “Blijf maar ver genoeg van deze man hier, hij verwoest huwelijken.” Ik sla giechelend een hand voor mijn mond. “Oepsie,” zeg ik.
“Kom,” gromt Ryan. Hij pakt het shotje uit mijn hand en zet het weer op de bar.
“Hé waar gaat dat glaasje naartoe? Hier glaasje, kom terug bij baasje.”
“Stoppen!” reageert Ryan geërgerd. Hij begint boos te raken.
“Ho ho, niet zo nors, ventje.” Ik spring op, maar ik wankel een beetje en raak met mijn heup de bar. Ryan pakt me vast om mij recht te houden.
“Ik word elke keer raar wanneer je me aanraakt.” Ik begin te trillen.
“Raar?”
“Hoe zou jij het omschrijven?” vraag ik uitdagend. Ik trek mijn arm los, maar hij pakt me al snel weer beet.
“Kom, ik breng je naar bed.” Ryan slaat een arm rond me en duwt me richting hotel.
“Nee, ik ga niet met je mee. Ik heb dorst. Ik wil nog iets drinken!” Ik trek me los en val tegen een tafeltje aan.
“Hou daar mee op, Leen,” waarschuwt Ryan.
Ik snuif weinig aantrekkelijk en steek mijn middelvinger naar hem op.
“Nu is het genoeg!” Hij sleurt me mee, de bar uit.
“Nee, ik wil niet!” snauw ik. Ik strek mijn arm om Ryan een klap te geven. Stuntelig schiet mijn arm uit, maar ik mis zijn wang volledig. Terwijl ik opnieuw mijn evenwicht verlies, tilt Ryan me op en gooit hij me over zijn schouder. “Dan maar op deze manier.”
Ik spartel tegen en probeer me los te friemelen, maar Ryan is sterker dan ik.
“Ik haat je! Ik. Haat. Je.” Gil ik.
Wanneer we aan mijn hotelkamer aankomen, – ik heb de voorbije middag al mijn spullen weer naar mijn eigen kamer verhuisd – zet Ryan me neer. Hij kijkt geduldig toe, hoe ik met trillende hand het magnetische kaartje van de deur uit mijn broekzak neem. Ik probeer het tegen de scanner te houden, maar zelfs dat lukt me niet. Ik doe een oog dicht en concentreer me op het doel, maar ik raak alleen maar de klink van de deur. “Sesam open u,” zeg ik met dubbele tong. Ik probeer me zo te concentreren dat mijn tong uit mijn mond hangt.
“Dat gaat niet echt vlot, he?”
Ik grinnik vrolijk.
Ryan duwt me opzij, pakt het kaartje van me af en doet de deur open. Dan grijpt hij me opnieuw vast en duwt hij me de kamer in, richting bed. Ik begin te kronkelen om me los te maken.
“Laat me los!” Ik begin met mijn armen te slaan, maar het heeft geen zin.
“Ophouden,” zegt Ryan en duwt me met mijn kont neer op bed. Nog geen seconde later krabbel ik alweer overeind en ga ik vlak voor hem staan. Zijn prachtige gelaat maakt me nog duizeliger. Ik ben een wrak. Triest en zielig. Mijn maag keert zich en de tequila komt naar boven. O nee. Ik race langs Ryan door richting badkamer. Ik knal overal tegenaan, maar weet desondanks net op tijd de toiletpot te bereiken. Ik gooi mijn kop voorover en geef luidkeels over. Ik word helemaal slap en hou me vast aan de pot. Ik voel vingers door mijn haar gaan en het achterover houden. Een warme hand glijdt over mijn rug. Ik laat mijn hoofd op mijn armen rusten en doe mijn ogen dicht.
Wanneer ik ze terug open, lig ik in bed. Mijn hoofd bonst en mijn lichaam doet pijn wanneer ik me probeer te bewegen. Mijn mond is droger dan de droogste woestijn. Dit is een ferme kater, misschien wel de ergste die ik ooit heb meegemaakt. Ik kreun en probeer me uit te strekken. Ik draai mijn hoofd en zie een glas water met daarnaast twee pillen op het nachtkastje klaarstaan. Fronsend ga ik wat rechter zitten. Ik probeer te denken aan wat er gebeurd is. O mijn god. Ik kijk voorzichtig over mijn schouder. Wat daar in mijn bed ligt, geeft me een hartaanval. Ik schiet overeind en pak meteen mijn hoofd vast, bang dat het anders zal exploderen. Huiverend laat ik me weer achterovervallen.
“Ryan,” kreun ik en ik strek mijn been om hem wakker te schoppen. Wat heb ik gedaan?
Ryan beweegt even, maar blijft slapen. Ik staar naar zijn naakte lichaam en pik.
“Ryan!” schreeuw ik.
Zijn wimpers trillen en dan doet hij zijn ogen open. “Goeiemorgen, prinses,” zegt hij met hese stem.
“Wat doe jij hier?” vraag ik terwijl ik in paniek begin te raken. “Waar is Inge?”
“Die is bij Ben blijven slapen.” Ryan strekt zijn hand uit en legt die op mijn blote heup. “Hoe voel je je?”
Nu pas merk ik dat ik ook geen kleding aan heb. Oh god, zeg dat het niet waar is.
“We hebben toch niet…?” Ik doe mijn uiterste best om iets te herinneren. “Zeg me alsjeblieft dat we niets gedaan hebben.”
“Nee,” antwoordt Ryan zachtjes.
Ik slaak opgelucht een zucht.
“Wat is er gebeurd?”
“Je was dronken.”
“En dus besloot je ervan te profiteren en bij mij in bed te kruipen?”
“Zo is het echt niet gegaan.”
“Waarom ben ik naakt?”
“Je wou de barman een nachtzoentje gaan geven. Ik heb je maar net kunnen tegenhouden, maar niet zonder te beloven voor je te strippen.”
“Oh God,” jammer ik zachtjes. Ik draai me om en sta recht. Ik heb genoeg gehoord. Even moet ik mijn adem inhouden om te vermijden dat ik moet overgeven. Daarna loop ik naar de badkamer en hou ik mijn hoofd onder de kraan om wat te drinken.
“Ga nu maar weg, Ryan,” roep ik.
Die komt de badkamer in. Hij grijpt mijn pols vast. “Doe niet zo afstandelijk, Leen. Dat verdien ik niet.”
Ik ruk mijn arm los en klem mijn kaken stevig op elkaar. “Hoepel op.” Mijn woedende blik zegt waarschijnlijk al genoeg. Ryan deinst verschrikt achteruit.
Ik knal de badkamerdeur vlak voor zijn gezicht dicht en doe hem op slot. Ik zet de douche aan, stap onder de hete waterstraal en schrob de geur van alcohol van me af. Intussen schieten allerlei gedachten door mijn hoofd. Terwijl ik probeer na te denken over wat ik moet doen, pak ik een handdoek van het rek en droog ik me af. Ik luister even of ik aan de andere kant van de badkamerdeur geluiden hoor, maar ik hoor niets. Opgelucht open ik de deur. Tot ik Ryan op bed zie zitten. Hij zit daar alleen maar, geen gezichtsuitdrukking, zonder te bewegen.
“Rot op!” roep ik vol ongeloof.
“Nee,” antwoordt hij zelfzeker. Hij staat recht en komt naar me toe. Zachtjes pakt hij met een hand mijn hoofd vast. “Ik kan niet zonder jou,” fluistert hij en dan kust hij zachtjes mijn lippen.
Ik ben verloren. Al mijn zorgen zijn eensklaps vergeten. Ik vertoef weer op die speciale plek, die roze wolk waar passie en verlangen alles vertroebelen.
En dan zie ik plots het gezicht van Kristof voor me. Ik geef een schreeuw en duw Ryan van me af. “Nee,” bijt ik hem toe. “Ga weg.”
“Leen, alsjeblieft,” smeekt Ryan.
“Ik wil je niet!” reageer ik. Ik pak zijn kleren van de grond en smijt ze zijn richting uit. Hij laat zich raken door de kleren, zonder moeite te doen ze te ontwijken. “Stop met te luisteren naar wat je hoofd wilt en luister naar je hart.”
“Mijn hart zegt dat we hier mee moeten stoppen.”
“Lieg niet tegen mij.” Ryan stormt naar voor en pakt me beet.
“Laat me alsjeblieft los. We moeten hier mee stoppen en vergeten wat er gebeurd is. Zo simpel is het.”
“Simpel?” vraag Ryan verbijsterd. “Echt waar? Waarom doet het dan zo’n pijn elke keer ik denk dat ik je nooit meer zal zien? Leg dat eens uit.”
Ik begin mijn hoofd te schudden. Mijn wangen worden nat van de tranen.
“Hou op,” jammer ik.
“Dat kan ik niet.”
“Wat er gebeurd is, was een vergissing.”
“Dat meen je niet.”
“Echt wel.”
Ryan deinst achteruit, zijn gezicht vol ontreddering. Hij staart me zeker een minuut aan. Het voelt ongemakkelijk. Besef dringt tot hem door. Besef dat het voorbij is. Met treurige ogen doet hij opnieuw een stap achteruit en laat hij zijn schouders hangen. Hij begint zijn kleren aan te trekken.
“Je hebt spijt over wat er tussen ons gebeurd is,” zegt hij zacht.
Wat moet ik daarop antwoorden? Natuurlijk heb ik geen spijt. Ik wil hem, meer dan ooit mogelijk is. Maar er is geen toekomst voor ons. Ik moet me van hem losmaken, hem uit mijn leven snijden, voor het nog meer geestelijk en fysiek pijn doet. Door toe te geven aan mijn ware gevoelens, vergroot ik enkel de pijn voor ons beiden. Kijkend in zijn gekwetste ogen, kan ik dan ook heel veel spijt voelen.
Ik knik zachtjes.
Ryan draait zich om en terwijl hij zijn T-shirt aantrekt, stormt hij de kamer uit.
Ik laat me langzaam langs de muur tegen de grond zakken. Mijn buik krimpt ineen en tranen drukken achter mijn ogen. Het gevoel van verbondenheid en gelukzaligheid is in één klap verdwenen. In plaats daarvan ligt er een enorme kloof tussen ons beiden. Misschien is dit het beste zo. Het helpt me om me te richten naar wat echt belangrijk is: mijn huwelijk proberen te redden. Voor zover dat nog mogelijk is. Alleen kan ik het gevoel niet uit mijn hoofd krijgen dat ik vreselijk misbruik heb gemaakt van Ryan. Ik had gehoopt dat we dit alles op een betere manier zouden kunnen afsluiten, dat we als vrienden uit elkaar konden gaan en konden koesteren wat we samen beleefd hadden. Alleen lijkt die hoop onbereikbaar.
Ik sleur mezelf omhoog, onophoudelijk snikkend, en strompel naar de deur, mijn blik troebel door de tranen. Ik ren de gang op, naar buiten. Wanhopig kijk ik om me heen, tot ik hem zie lopen.
“Ryan!” schreeuw ik.
Hij kijkt om.
Ik spurt naar hem toe, op blote voeten, met slechts een handdoek om me heen gewikkeld.
Ryan kijkt me zwijgend aan. Ik begin te ratelen.
“Wacht even… Ik… Ik wil niet dat we op deze manier uiteengaan. Ik wil niet dat je kwaad op me bent. Weet je… Ik heb nooit de bedoeling gehad je pijn te doen. Dat moet je geloven.”
Wanneer ik daarna in Ryan zijn ogen kijk, zie ik dat de dofheid van zijn ogen heeft plaatsgemaakt voor een beetje schittering. Hij pakt mijn hand vast en zijn vingers nestelen zich voorzichtig rond de mijne. De aanraking veroorzaakt een schok in mijn lijf en even moet ik denken aan onze verstrengelde lichamen, onze monden die elkaar wild kussen en ons gekreun dat door de kamer galmt. Ik verlies me in deze gedachten en beleef alles wat we de voorbije dagen beleefd hebben weer opnieuw. Ik voel me opnieuw verlamd. Het lijkt wel alsof mijn lichaam en geest zijn overgenomen door verlangen.
“Jij voelt het ook hé? Die magie die tussen ons bestaat?” fluistert Ryan.
Even kan ik niet praten en bewegen. Dan trek ik verschrikt mijn hand terug. Ik moet hier weg voor mijn verlangen de overhand krijgt. Voordat ik instort onder druk van mijn emotionele worsteling. Het zou veel makkelijker zijn om me weer in zijn armen te storten. Even weer alles te vergeten.
“Leen, wat scheelt er?”
“We moeten hier mee stoppen. Ik moet terug naar België. Ik moet met Kristof praten. Ik moet weten of mijn huwelijk nog kans maakt.”
Ryans blik verstrakt weer. “En kom je daarna terug naar Mexico of verdwijn je dan voorgoed uit mijn leven? Ben ik tweede keus? Een soort vangnet voor het geval het tussen jou en Kristof niet meer zou goedkomen?”
“Ryan, doe niet zo.” Zijn woorden doen me pijn. Ik word verteerd door mijn gevoelens. Ik weet dat ik me nog altijd verbonden voel met Ryan. Maar op dit moment moet ik me nu sterk houden en doorzetten. Ik moet weten waar ik aan toe ben. Daarna zal ik wel zien.
“Dat is de realiteit, Leen.”
Mijn ademhaling wordt onregelmatig en oppervlakkig wanneer ik besef dat ik hij gelijk heeft en ik hem waarschijnlijk nooit meer zal zien. Ik zal hem nooit meer zien, horen of voelen. Nooit meer. Nooit. Mijn hele wereld vertroebelt. Hem nooit meer… het voelt als doodgaan.
MEER Hotel SEXVERHALEN...