Vervolg op: De Naakte Keizerin: Sprookje 17.2 Sprookje 17.3 (slot)
Aryamnae, Kroonprinses van het Grootse en Almachtige Keizerrijk Perzië, kreeg een visioen en daarna besloot zij met instemming van haar vader Xerxes een klein leger van vrouwelijke strijders te gaan vormen. Als zij na de dood van haar vader keizerin wordt, zullen deze Amazones haar gaan vergezellen en beschermen, in haar paleis en tijdens haar reizen door het immens grote land, dat reikt van de Bosporus en de grenzen van Egypte en Griekenland in het westen tot die van India in het verre oosten.
De eerste lichting van veertig meisjes wordt nu opgeleid en Arya benoemde haar jongere halfzusje Xandrynae tot hun generaal, een taak die ze enthousiast en vakkundig op zich heeft genomen. Hun eigen training tot soldaat die de zussen nog maar net afrondden komt hierbij goed van pas.
Wat Xandry betreft is het de bedoeling dat Arya’s visioen volledig wordt uitgevoerd, de Amazones gaan dus naakt te paard en zullen zich tijdens het rijden ook verankeren op een speciaal ontworpen zadel met daarop een kunstroede. Dat naakt zijn vindt Arya prima, dat wil ze zelf ook het liefst, ze is niet anders gewend dan grotendeels zonder kleding door het leven te gaan, wat zeker onder de gewone mensen ook heel normaal was in die tijd.
Maar een kunstroede tijdens ’n wilde rit in je kwetsbare schede, of dát nuttig en prettig is? Om die reden liet Arya twee zadels preparen met een fallus en gaat ze die nu met Xandry uittesten.
Te paard…
Te zwaard…
Nu hun uithoudingsvermogen op orde is worden de veertig meisjes dag na dag getraind in zwaardgevechten en speerwerpen. Ze krijgen daarvoor steeds weer de soldaten waarmee Xandry en ik werden opgeleid als ‘vijanden’ tegenover zich. Om de vijftien minuten wordt er gewisseld en gaat een andere jongeman hen te lijf, het zijn afmattende dagen voor ze.
Het geeft ons tijd het nieuwe zadel te gaan testen, vanochtend kreeg ik een seintje van de opperstalmeester dat ze klaar zijn. In mijn opdracht zijn twee witte volbloeds verworven en als Xandry en ik het paleis verlaten staan op het voorplein de twee werkelijk schitterende gigantische witte strijdrossen al gereed, beiden een hengst. Precies zoals in mijn visioen zijn ze omhangen met een purperen dekkleed, waaruit via een uitsparing een lederen kunstroede omhoogsteekt.
Als ik dichterbij kom maakt het me toch wel wat zenuwachting, dat ik me op dat ding moet gaan spiesen en dan ook nog eens moet gaan rijden, om maar te zwijgen over alle bewegingen die dat paard op die manier in mijn lichaam zal veroorzaken. De fallus is niet te lang, zeg maar anderhalf keer mijn wijsvinger, maar wel extra dik. Gelukkig is hij wel mooi rond afgewerkt en zoals ik opdroeg voor-behandeld met olie, dezelfde die wij voor onze vulvae gebruiken. Xandry en ik kijken elkaar even aan en in haar ogen zie ik ‘twee zielen een gedachte’, hmm, ook voor haar komt nu dus puntje bij paaltje.
Om ons heen staan nogal mensen die nieuwsgierig toekijken en pas nadat we iedereen lieten wegsturen die hier niets te zoeken heeft, bestijgen we de paarden, onder de toeziende blikken van de opperstalmeester en de staljongens die de paarden in bedwang houden. Ze zijn onrustig, voor hen is het allemaal net zo nieuw als voor ons. Het is nog fris, toch zijn Xandry en ik op een schoudermantel na allebei naakt, we zijn dit wel gewend. Onze lange donkere haren hebben we op een hoge staart bij elkaar gebracht en zoals vaker valt het me op wat een schoonheid Xandry aan het worden is. We zijn allebei tamelijk donker van huidskleur, bij haar komt het door haar Indiase achtergrond, waar ze ook haar grote diepbruine ogen aan te danken heeft. Zelf ben ik ook niet ontevreden over hoe mijn lichaam zich ontwikkelt. Bij mij is het meer het Noord- Afrikaanse bloed dat me vormt, wat ik te danken heb aan mijn grootvader, de Moorse koning. Beiden zijn we lang, we hebben slanke afgetrainde lichamen en onze borsten zijn klein en rond van vorm, met donkerbruine meestal stijve tepels. We zijn allebei trots op onze borsten en dagelijks masseren we ze met verstevigende olie, om ze hun fiere naar voren gerichte vorm te laten behouden. De plooien van onze vulvae zijn voor het oog afgeschermd met een klein driehoekig bosje donker haar, regelmatig knippen we die bij elkaar zorgvuldig in model.
Onze vulvae bewerkten we met dezelfde olie als de fallus, ook inwendig, om het binnendringen daarvan te vergemakkelijken. We doen alsof dit de gewoonste zaak van de wereld is en bestijgen onze paarden, terwijl Xandry en ik naadloos van elkaar aanvoelen dat we ons groot moeten houden. Als we eenmaal in de beugels staan gaan we langzaam zitten, tot de opstaande roedes zich tussen plooien van onze schedes dringen, waarna we ons er met een stalen gezicht overheen laten zakken alsof we nooit anders doen. Ze zijn dus niet te lang maar wel te dik uitgevallen, geen idee wat de opperstalmeester zelf voor maat heeft, ik word nogal uitgerekt door dit ding. Xandry zoekt mijn blik en opnieuw zie ik bij haar eenzelfde reactie, de Goden zijn geprezen dat ze me dit zusje schonken en dat we dit samen doen.
Nu we eenmaal op die knotsen zitten zal het wel wennen daarbinnen. We geven de knechten een seintje, waarop ze de dieren loslaten en stapvoets rijden we het voorplein af. Voordat we dat verlaten voegen zich op enige afstand een viertal begeleidende paleiswachten bij ons als achterhoede. Eenmaal buiten de paleispoort trekken we zoals altijd veel bekijks, de mensen van Babylon zijn wel gewend dat wij uit rijden gaan maar altijd weer vormt zich al snel een haag van mensen die ons toejuicht en ons nakijken. Nadat we de stad hebben verlaten gaan we in een rustige draf. We houden ons fier maar iedere beweging van het paard wordt rechtsreeks via de lederen roede wordt doorgegeven door gegeven aan mijn schede, en daarmee aan mijn lichaam. Tot nu was het nogal pijnlijk, een iets minder dik exemplaar zou fijn zijn. Maar na een tiental minuten zo in deze draf te hebben gereden voel ik hoe mijn vulva langzaam maar zeker dit brede kromzwaard accepteert en zich ernaar voegt.
Hallucinerend
Tijd voor een galop. Zonder Xandry te waarschuwen geef ik mijn paard de sporen, ze volgt me wel en wat er dan met me gebeurt is niet te beschrijven. Het is altijd al bijzonder om bloot en schrijlings op zo’n groot dier te zitten, met mijn vulva in direct contact met het dekkleed, maar dit keer is die ervaring letterlijk nog indringender. Door de onstuimige bewegingen van de grote witte hengst tussen mijn benen voelt het alsof de roede een eigen leven is gaan leiden, alsof ik bereden worden door een man die tussen mijn ver geopende benen ligt en zich hard en eindeloos lang in me drijft. Het ene moment knijp ik mijn benen tegen de flanken van het voortdenderende dier, dan weer heb ik de neiging om ze nog verder te openen dan de schrijlingse zit op het paard.
Terwijl deze ervaring mijn lichaam in vuur en vlam zet komt Xandry langszij gegaloppeerd, me een korte blik gunnend. Ik ken haar te goed, als haar ogen zo staan, wijd geopend, die lieve pittige grote donkere poelen waarin van alles omgaat, dan weet ik dat ze in de ban van haar schede is. Zonder in te houden stormt ze me voorbij en om haar bij te houden geef ik mijn paard nog wat extra tikken met mijn hakken, waardoor hij zich in het tempo van de andere hengst voor zich voegt.
Heel in de verte doet ons escorte zijn best ons bij te houden…
Ik heb wel eens wat meegerookt van de waterpijp van de eunuchen en wat ik nu ervaar komt in de buurt van wat er toen met me gebeurde. Wat er in mijn lichaam wordt losgewoeld is niet de opbouw naar een mij zo bekende bliksemschicht, het is meer alsof zich een immens en alom helder licht aandient dat niet meer dooft, wat ik beleef alsof ik in een andere staat van zijn beland. De permanente beweging van de lederen roede in mijn schede brengt me in een aanhoudende extase, alles wat ik waarneem wordt intenser en ik vloei samen tot een totale eenheid met het dier onder me. Ik kan bijna voelen wat er in hem omgaat, hoe hij geniet van dit galop, hoe hij me toegenegen is en me graag wil dragen, het is als een vereniging van twee universele wezens.
Na een tijdje neem ik tempo terug en gaan we over in een draf, waarbij ik me er nog meer bewust raak dat ik dit keer waarneem vanuit een geheel ander perspectief. We zijn inmiddels ver buiten Babylon en rijden door het dorre landschap dat zich aandient na het groene deel waar ieder jaar de nieuw leven-brengende Eufraat overstroomt. Het zand, de eindeloze rijen opgewaaide duinen, alles komt anders dan anders op me over. Veel meer dan tot nu toe voel ik me nu verbonden met ook dit deel van het land, waar zo weinigen kunnen overleven en dat toch zo goed voor je is als je ervoor open staat. Ook deze wereld van droogte en zand en verzengende hitte hoort bij het rijk waarin ik geboren werd en waar ik ooit over zal heersen.
Inmiddels staat de zon hoog aan de hemel en als Xandry naast me komt rijden zie ik dat ze drijf- en drijfnat is van het zweet, met als gevolg dat haar lichaam schitterend glanst. Pas nu zie ik dat dat ook voor mij geldt, blijkbaar vraagt dit veel van mijn lichaam, maar het voelt goed, intens goed, alsof ik nu pas voor het eerst er volledig mee verbonden ben. We stoppen even, zonder af te stappen, om niet onze roedes te hoeven verlaten, gespen we beiden onze mantels af en binden we ze in een rol achter ons aan de riem om het dekkleed. Terwijl we wat slokjes nemen uit onze waterzakken bewegen de paarden zich onrustig, met als gevolg dat we ons bewust blijven van de fallus en wat die in ons teweeg brengt. Om de extase niet te verbreken zeggen Xandry en ik geen woord tegen elkaar, wat ook niet nodig is want we voelen elkaar nog meer dan anders haarfijn aan.
Direct nadat we weer vertrekken dient zich opnieuw een visioen bij me aan. Terwijl we in draf op de weg terug naar Babylon rijden, zie voor me hoe ik na de dood van mijn vader Xerxes op de troon plaats neem en tegelijk met de kroon de macht over Perzië ontvang. Wat me beangstigt is dat ik in dit visioen er nog zo jong uitzie, nauwelijks ouder dan ik nu ben. Mogen de Goden mij goedgunstig gezind zijn, moge dit beeld niet kloppen, moge mijn vader nog vele lange jaren leven en bij ons zijn. Xandry ziet mijn onrust en als ik het visioen met mijn zusje deel zijn we er beiden stil, we vrezen de voorspellende kracht ervan…
Maagdelijke groepsgalop
Eenmaal terug in het paleis stijgen we af en op het moment dat de fallus mijn lichaam verlaat wordt dat wat ik als een staat van verlichting heb ervaren verbroken. Wat overblijft is een lege schede en een enorme drang van mijn lichaam om die snel opnieuw te vullen, dit keer met een levensechte roede van hard mannenvlees! De stalmeester en de beide paardenknechten staan weer klaar om ons en de dieren op te vangen. De beiden knechten zijn mooie jonge mannen en beiden hebben ze dankzij de aanblik van onze naakte lichamen tussen de lederen stroken van hun wapenrok door hun roedes hard en stevig rechtop staan. Even komen we in de verleiding hen mee te vragen voor onze ‘nazit’ maar dan zegt Xandry ‘kom’, en lopen we naar de binnenplaats van het garnizoen waar onze strijdsters al vele uren trainen.
Daar dient zich een nieuwe schok aan, het is een verbijsterend gezicht, die tachtig naakte meisjes en jonge soldaten, allemaal op enkelen na naakt, glanzend van de olie en het zweet, met houten wapens strijdend als ware het een gevecht op leven en dood. Op ditzelfde moment besluit mijn zusje dat het tijd is om de meisjes in te wijden in de kunst van het ‘zadelroede rijden’.
Ze vraagt om aandacht, waarop de partijen direct hun strijd staken. Dan spreekt ze als generaal der Amazones de meisjes toe. Ze vertelt dat een belangrijk onderdeel van hun opleiding is te leren hoe ze de optimale verbinding met hun rijdier aan kunnen gaan, om zoals een twee-eenheid te kunnen handelen als het eropaan komt. En dat zij daarvoor dus op een fallus zullen rijden, waar hier en nu voor geoefend gaat worden. Ook wendt ze zich rechtsreeks tot de soldaten en verzoekt ze hen ermee in te stemmen hun roede beschikbaar te stellen, die daarop zonder uitzondering een diepe instemmende buiging maken. Ik had ook niet anders verwacht, bedenk ik me met een binnenpretje…
Het grootste deel van de meisjes trekt echter wat bleekjes weg trek en als Xandry hen vraagt zich te uiten zeggen enkele meisjes heel moedig dat ze nog nooit werden betreden door een man. Xandry reageert met begrip, maar ook dat het eens de eerste keer zal zijn en dat ze het nu helemaal in eigen hand kunnen houden, omdat zíj degenen zijn de roede berijden. En dan doen we het voor.
Alle soldaten gaan op Xandry’s aangeven op hun mantels liggen, in rijen van vier zoals we later ook het Amazone-leger zullen opstellen. Twee extra opgetrommelde mannen posteren zich voor Xandry en mij, op hun rug, hun roedes al snel verwachtingsvol opstijvend. Met het gezicht naar de meisjes toe laten we zien hoe we eerst schrijlings boven hen gaan staan en onze schedes extra toegankelijk maken met olie. Vervolgens gaan we door de knieën en plaatsen we de mannenzwaarden tussen de plooien van onze schedes. Langzaam laten we ons er overheen zakken tot de roedes niet meer te zien zijn en volledig in ons zijn opgenomen.
Zodra we aldus in het mannenzadel zijn gezeten draagt Xandry de meisjes op hetzelfde te doen en dan ontstaat voor onze ogen een prachtig schouwspel. Al die prachtige afgetrainde glanzend gebruinde meisjes gaan schrijlings over de soldaten staan, zoals ze het ons voor zagen doen. Dan oliën ze hun schedes in en daarna volgen de meest ervaren meisjes al snel ons voorbeeld. Net als wij zijn ze op hun soldaten gezeten, hun roedes diep in zich, kaarsrecht, hun borsten in hun handen, precies zoals wij het hen voordoen. Maar de meerderheid van de meisjes, die in het liefdesspel met de man nog onervaren zijn, manoeuvreren zich na het in-oliën van hun vulvae met enigszins beangstigde gezichten in hurkzit boven de roedes, waarbij de meesten vervolgens toch wel wat moeite hebben die in goede positie te krijgen. Op een teken van Xandry helpen de soldaten hen door hun zwaard beet te nemen en het behulpzaam tussen de plooien te schuiven tot voor de ingang naar hun schedes.
En dan zakt het ene na het andere meisje over ‘haar’ roede overheen, in veel gevallen met ingetogen maar toch duidelijke kreetjes van pijn voordat ze zich er volledig op hebben verankerd. Als iedereen zo is ‘gezeten’ en bij geen enkel meisje ook nog maar iets van de in haar verankerde mannenspeer te zien is, geeft Xandry het bevel de soldaten te gaan berijden, die zich overigens prima lijken te amuseren in hun lijdzame rol. Opnieuw doen wij samen voor hoe we, kaarsrecht gezeten op de roede en met de borsten omhuld door onze handen, op en neer beginnen te bewegen, alsof we een paard in draf zetten. Al snel nemen de meisjes ons voorbeeld over, en terwijl zij net als wij hun handen om hun borsten leggen en hun tepels stimuleren komen de meesten al snel in een cadans. Nogal wat maagdelijke meisjes hebben daar vooreerst moeite mee omdat ze duidelijk pijn hebben, maar als Xandry hen bemoedigend toeknikt overwinnen ook zij hun pijn én schroom en amper vijf minuten later zijn we een Amazone-colonne te paard geworden.
Voor Xandry en mij is dit hét moment. Ik heb haar alle vrijheid gegeven en geniet nu om onder haar commando mee de galop te zoeken. En eindelijk is daar mijn ontlading, de hele lange rit op het paard werd die al opgebouwd en het is onbeschrijflijk hoe mijn lichaam me nu snel en volledig overneemt. Eindeloos lang wrijf ik me op en neer op de man onder me, die me eerbiedig maar toch ook met lust in zijn ogen bekijkt, hoe mijn lichaam zich op hem uitleeft en hoe ik me helemaal laat gaan. Als niet veel later de bliksemschichten door mijn lijf schieten laat ik me helemaal over hem heen zakken en fluister ik dat het nu zijn beurt is en dat hij zich mag ledigen in me.
En dat doet hij, hij trekt zijn benen op zodat ik klemvast op hem kom te liggen en met mijn gezicht dicht bij het zijne geeft hij me de ene na de andere machtige stoot met zijn speer, alsof hij me keer op keer diep van binnen wil treffen. Opnieuw weet hij me naar een extase te brengen en tegelijk komen we daar vervolgens weer uit, als hij me straal na straal met zijn balsemende zaad volschiet.
De naakte keizerin…!
Het is een jaar later, ons Amazone-leger van zeshonderd meisjes is inmiddels volledig gevormd en getraind en alsof de Goden daarop hebben gewacht is enkele maanden geleden mijn vader gedood in een gevecht dat hij totaal niet voorzag. In de vele uren die we samen pratend doorbrachten vertelde hij me hoe hij het rijk van zíjn vader kreeg overgedragen. Zijn vader wist Perzië met vele gebieden uit te breiden maar het lukte hem niet om rust aan de grenzen te krijgen. En zo werd dat of hij nu wilde of niet de opdracht van mijn vader. Met het ene na het andere land aan de grenzen van Perzië sloot hij vrede, via diplomatie of desnoods door het zijn wil op te leggen met het zwaard. Maar ondertussen kwamen binnenlands regelmatig stammen in opstand, die zich in hun nomadische vrijheid beknot voelden door de machtige Perzen. En dat werd mijn vader fataal, terwijl hij voor een diplomatieke spoedmissie met een escorte van slechts enkele honderden soldaten op weg was naar het buurland Egypte, werd hij in de Sinaď-woestijn tijdens de nacht door een machtige nomadenstam verrast en gedood.
Intens verdrietig trad ik in de voetsporen van mijn vader, vol vertwijfeling, want hóe zou ik qua statuur zelfs maar bij hem in de buurt kunnen komen, bij Xerxes de vierde, de Grootse en Almachtige Sjah van Perzië. Nauwelijks een dag na zijn dood zat ik op de troon van het Perzische rijk en moest ik het rijk zonder zijn wijsheid gaan besturen. Het kan niet anders dan dat het voorzien was dat ik mijn zusje Xandry aan mijn zijde kreeg, ik zou niet geweten hebben hoe ik die eerste tijd zonder haar trouwe nabijheid zou zijn doorgekomen. Zij was het ook die me wakker schudde, want ik bleef maar in het paleis rouwen om mijn vader. Ondertussen raakte ik totaal verward door alle tegenstrijdige adviezen van zowel krijgsheren als hovelingen en had ik geen idee waar een aanvang te maken met het besturen van het rijk.
Xandry wist me ervan te overtuigen dat ik gewoon moest beginnen door me te laten zien, dat ik door het Rijk moest gaan reizen om de onderdanen te gunnen hun nieuwe heerseres te zien. Daarmee moest ik volgens Xandry al die binnenlandse stamhoofden en vorsten óok laten zien dat ik de nieuwe Keizerin was en dat ze horig moesten zijn aan mij. En aldus besloot ik te velde te gaan, de dagelijkse gang van zaken overlatend aan de grootvizier, die ook al in dienst van mijn vader was en die ik vertrouw zoals mijn vader hem vertrouwde.
In mijn gevolg reden als eerste groep ‘mijn zeshonderd Amazones’, met mijn geliefde zuster annex Amazone-generaal Xandry direct achter mij. Daarachter kwamen twee bereden legioenen van ieder zesduizend mannelijke soldaten, en zo vertrok ik in een indrukwekkende stoet. We zetten om te beginnen koers naar de grenzen met Egypte, want uit die richting kwam de opstand tegen mijn vader. Xandry overtuigde me ervan dat ik direct een voorbeeld moet stellen en hoewel ik liever in het hele rijk voor ieder een vreedzaam leven ga nastreven, besef ik dat zij gelijk heeft. De brute moord op mijn vader kan niet onbestraft blijven, dit moet gaan dienen als een dreigend zwaard boven ieder hoofd waarvan de eigenaar denkt een opstand te moeten ontketenen…
Het is een reis van twee weken en drie maanden na mijn vaders dood arriveren we aan de rand van de Sinaď-woestijn. Nabij Taba slaan we ons kamp op, direct aan het water van de golf van Akaba en vervolgens sturen we verkenners er op uit om de stam op te sporen die mijn vader zo noodlottig is geworden. Na enkele dagen zijn ze terug met het goede nieuws dat de stam is gesignaleerd bij El Thamad, éen dagreis van hier. Het slechte nieuws is echter dat zich meerdere stammen hebben aangesloten en zij met elkaar inmiddels vrijwel de gehele woestijn beheersen. Samen met Xandry maak ik met de generaals van de legioenen een aanvalsplan op. Dat komt erop neer dat we in de nacht onze posities zullen innemen en bij het opkomen van de zon zullen strijden. Ik zal met mijn zus en de Amazones zoveel mogelijk bij verrassing frontaal aanvallen en de beide legioenen zullen de stammen vervolgens van achteruit in de tang nemen.
Zowel de Amazones als Xandry en ik zullen naakt ten strijde trekken. We zijn dat gewend, het maakt ons wendbaar en het geeft ons dankzij de zadelroedes in onze schedes de zo gewenste eenheid met onze paarden. Bovendien zal de afwezigheid van kledij ons een extra kracht in de verrassingsaanval opleveren. Deze nomadische mannen zijn van oudsher allemaal veedrijvers en zij zullen zeker niet verwachten aangevallen te worden door een horde naakte vrouwen. We beschilderen onze gezichten en onze lichamen met strepen van zwarte kool en zo trekken we ten strijde. Als we in de nacht in de buurt van de stammen zijn aangekomen nemen de beide legioenen via een omweg hun hinderlaagpositie in. Vervolgens als de zon opkomt voeren Xandry en ik de Amazones in een donderend galop aan en hoewel natuurlijk ook de stammen gebruik maken van bewakers is onze aanval toch een totale verrassing voor ze, amper ontwaakt rennen de mannen, vrouwen en kinderen in paniek alle kanten op.
Gezeten op onze hoge paarden die feilloos aanvoelen wat we van ze willen vormen de nomadische strijders op geen enkel moment een bedreiging voor ons. Voordat ze van hun verbazing zijn bekomen hebben we met onze lange lansen al tientallen mannen gedood, enkele honderden vechten er terug maar de meesten slaan op de vlucht, waarna ze vervolgens door beide legioenen genadeloos in de pan worden gehakt. Het is een verschrikkelijk bloedbad, geen enkele volwassen man van de opstandige stammen overleeft het. Op mijn nadrukkelijk bevel zijn de vrouwen en kinderen gespaard, zij zullen door de helft van het tweede legioen met al hun bezittingen worden meegevoerd naar Bagdad, waar ze niet ver van Babylon onder toezicht kans zullen krijgen een nieuw leven op te bouwen.
Het eerste en de andere helft van het tweede legioen zal met mij en de Amazones de reis voortzetten. Onze volgende bestemming is de grens met Egypte, waar we aan de oever van de Nijl de met ons bevriende Farao Ahmose zullen ontmoeten, om de banden opnieuw aan te halen. Vandaar trekken we langs de Middellandse zee naar Griekenland en de Bosporus, zo nodig stellen we ook daar orde op zaken, waarna we terugkeren naar Babylon.
Verzustering
Maar voor we vertrekken is het deze avond groot feest, want ondanks het bezwaarde gemoed vanwege de vele doden vieren we de overwinning. We hebben weloverwogen ons kamp aan de golf van Akaba opgeslagen om ons na de slag op te kunnen frissen. Op de mannen na die tot taak kregen het kamp te bewaken gaat iedereen nog vol adrenaline van de strijd uitgelaten te water. Daar komt al gauw op gang wat nog tot diep in de nacht zal doorgaan: de verzustering.
We hebben de Amazones zo opgeleid dat ze misschien wel de beste en meest gehoorzame strijders van mijn rijk zijn geworden, maar tegelijk hebben we ze ook hun vrijheid van geest gelaten. Allen hebben ze geleerd zelfstandig te handelen, en daar hoort dus ook bij dat ze zelf mogen beslissen over doen en laten buiten het regime van de Amazones om.
Al in het water weten vele mannen hun zeer bereidwillige zusters in de strijd naar zich toe te halen en vervolgens te penetreren, staand, terwijl de meisjes zich met de armen om hun nek en de benen om hun heupen geklemd over hun zwaarden laten zakken. Het is een fascinerend gezicht zoals al die meisjes in het water zich in een bijna gelijke cadans op de roedes op en neer bewegen, zo de ontlading zoekend, niet alleen van het lichaam maar ook van de strijd. Terwijl in het kamp de avondmaaltijd wordt bereid gaan de penetraties maar door. Soldaat na soldaat mag zich bij de meisjes melden, voor allen hebben zij ruimte in hun lichamen. Steeds weer rent een koppel na hun extase het water in, om af te koelen en te verfrissen, waarna het alweer de beurt aan een andere soldaat is.
Ook Xandry en ik ontkomen niet aan de drang van onze lichamen. Beiden selecteren we een man die een prachtige hoog-opgerichte roede heeft staan en verdwijnen met hen in de Keizerlijke tent. Daar laten we ons dit keer beiden betreden, het is goed om ons nu door en door vrouw te voelen. Ik ontvang mijn soldaat dus op mijn rug liggend, mijn benen ver spreidend voor hem en als hij zijn machtige zwaard in mij drijft is daar bijna meteen al mijn eerste bliksemschicht, die gelijktijdig ook een bevrijdende huilbui oproept. De man legt zich beschermend over mij heen en terwijl hij mij laat uithuilen beweegt hij zijn roede met kleine stukjes in me op en neer, als om me te troosten, als om me de gelegenheid te geven via zijn tedere wrijving mijzelf te hervinden. En ik voel dat dat zal gaan lukken, niet alleen hier en nu maar ook in de toekomst. Want ik weet dat mijn vader meekijkt en dat hij voorlopig tevreden kan zijn over ‘zijn meisjes’.
Aryamnae zit tot haar dood meer dan dertig jaar op de Keizerlijke troon. Zij zal uitgroeien tot een van de grootste Heersers die Perzië regeerden, vooral omdat het haar lukte het rijk vele jaren van vrede en voorspoed te brengen. Altijd weet zij daarbij haar zuster Xandrynae aan haar zijde, haar steun en toeverlaat in het leiden van het land én steeds wanneer nodig in het voeren van de strijd.
De Amazones zijn de kern van het grote leger gaan vormen en hebben het in feite onoverwinnelijk gemaakt. En al na enkele jaren, steeds als Keizerin Aryamnae met haar zus Xandrynae en de Amazones het immense rijk intrekt, snelt de mare haar ver vooruit: ‘De naakte Keizerin komt…!’
Thnx dat je dit sprookje las! X. Zazie
MEER Zussen SEXVERHALEN...