Door: Zazie
Datum: 10-11-2024 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 2072
Lengte: Lang | Leestijd: 22 minuten | Lezers Online: 44
Trefwoord(en): Middeleeuwen, Ontmaagd, Ridder,
Lengte: Lang | Leestijd: 22 minuten | Lezers Online: 44
Trefwoord(en): Middeleeuwen, Ontmaagd, Ridder,
.
Sprookje 20
Vanmiddag is het zo ver! Eindelijk komt de Hertog weer eens naar onze stad, om aan het speciaal voor hem georganiseerde toernooi deel te nemen. Heel ’s-Hertogenbosch en omstreken staat op stelten, iedereen wil hem zien en liefst ook persoonlijk kennis met hem maken. Volgens vader is er echter geen enkele vrouw veilig voor hem en hij wilde daarom dat mijn zusje en ik thuis zouden blijven.
Jammer genoeg is vader maar een eenvoudige landjonker, met een klein landgoed aan de rand van de stad. Maar omdat hij ook iets hoogs in het stadsbestuur is werd toch onze hele familie uitgenodigd om op de hoofdtribune te komen zitten tijdens het toernooi, hij kan het dus niet maken om ons thuis te laten. Om bij de Hertog op te vallen heb ik een slim plannetje bedacht. Ik hoop zó dat ik door hem word uitverkoren om zijn toernooidame te worden…
Vertelster
In de dertiende eeuw bestond het hertogdom Brabant uit zowel de tegenwoordige Nederlandse provincie Noord-Brabant als de Belgische provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant, met als belangrijkste steden Brussel, Antwerpen, Leuven en ’s-Hertogenbosch. In 1267 kwam Jan de Eerste al op zijn vijftiende als Hertog op de troon en onder zijn bewind begon wat wel eens ‘De Gouden eeuw’ van Brabant wordt genoemd. Later wist hij ook nog geheel Limburg aan zijn gebied toe te voegen en ontstond er een voor die tijd groot hertogdom met veel macht.
Maar Hertog Jan van Brabant was niet alleen een slimme strateeg, hij was ook een levensgenieter. Hij hield van een goed feest, een smakelijke maaltijd en een stevig potje abdijbier. Daarnaast nam hij graag deel aan een spannend toernooi en was hij gék op vrouwen, een van de redenen waarom hij na het te vroege overlijden van zowel zijn eerste als zijn tweede vrouw nooit meer trouwde.
Sindsdien was het aan zijn hof meestal een vrolijke bedoening, waar hij jonge edelen ruimhartig in liet delen. In de functie van schilddrager of hofdame kregen zij volop kans om de wereld van de adel en het bijbehorende leven te leren kennen, om daar al doende hun eigen weg in te zoeken.
Elisabeths plannetje
‘Vrouwe Elisabeth, de freule uw moeder heeft me nu al enkele keren naar u toegestuurd om te zeggen dat u dringend wordt verwacht, de koets gaat nú vertrekken. Komt u alstublieft met mij mee!’ Het hoofd van mijn kamenier Marike is al helemaal rood aangelopen, ik zal nu echt voort moeten maken. Voor de laatste keer inspecteer ik mezelf in de spiegel en ik ben tevreden over wat ik zie. Mijn lange blonde haren golven over mijn mooiste gewaad, dat goed kleurt bij mijn blauwe ogen en volle rode lippen. Het lage lijfje van mijn jurk stuwt mijn nog niet helemaal volgroeide boezen hoog op, waardoor mijn borsten goed zichtbaar zijn en het moet toch haast wel zeker zijn dat de Hertog zijn oog op mij laat vallen.
Als ik beneden in de hal aankom staat mijn moeder geagiteerd te doen: ‘waar bleef je nou, Elisabeth, op deze manier missen we de helft van de ridderparade!’ Dat zal wel meevallen, mijn moeder wil altijd als eerste ergens aankomen en vandaag zal dat niet anders zijn. Dan valt haar oog op mijn lijfje en zegt ze gedecideerd: ‘zo kun jij niet mee, jongedame!’ Die reactie had ik al verwacht en om haar gerust te stellen knik ik naar Marike, die vervolgens een omslagdoek aanreikt. Als ik die eenmaal over mijn schouders en buste heb gehangen zucht moeder eens diep, waarna we eindelijk vertrekken.
Mijn zusje Mechteld loopt voorop, dan moeder en tot slot ik. Meestal stap ik als eerste in om een goede plek te hebben, maar op dit moment past mij wel wat bescheidenheid, om moeder niet nog meer te irriteren. Vader is vanochtend al vroeg te paard vertrokken, wat zijn favoriete vervoermiddel is, samen met zijn lijfknecht vertrekt hij iedere dag in alle vroegte in galop naar de stad. Alleen op zondagen en soms op woensdagen blijft hij thuis, dan besteedt hij aandacht aan zijn landgoed.
Gelukkig hebben de weergoden het goed met ons voor. Het is weliswaar fris maar de zon schijnt uitbundig, alsof zelfs die blij is met de aanstaande feestelijkheden. Hoe dichter we bij de stad komen hoe drukker het wordt en uiteindelijk sukkelen we in een lange rij van koetsen, karren, ruiters en voetgangers stapvoets naar het toernooiveld, dat aan de buitenzijde van de stad op een groot terrein nabij de gracht om de wal is gebouwd.
Het is een schitterend gezicht, al van verre zijn alle wimpels en vlaggen te zien, ik heb in mijn hele leven nog niet zo’n feestelijk geheel gezien. Aan de ene lange zijde van het toernooiveld zijn alle tribunes gebouwd, met in het midden die voor de eregasten, waar wij toe behoren! Aan de andere lange zijde staat het gewone volk en aan de korte zijdes zijn de tenten geplaatst waar de ridders zich klaarmaken voor de strijd. Iets verder van het toernooiterrein vandaan is het kampement opgebouwd, met centraal de hoog boven alles uitstekende dieprode Hertogelijke tent.
Vader zit al op ons te wachten, op de eerste rij zelfs, met naast hem onze gereserveerde plaatsen, mijn geluk kan niet op dat we zo goed zitten! Terwijl een eindeloze stroom van hooggeplaatsten, notabelen, boeren, burgers en buitenlui hun plaatsen zoeken, bekijk ik het schouwspel met een groeiend gevoel van opwinding. Mijn hele leven heb ik nog nooit zo’n kleurrijke vrolijkheid gezien, het lijkt wel of iedereen in heel ’s-Hertogenbosch en ommelanden is uitgelopen en zich verheugt op een groots feest, en daarvoor in de mooiste en meest kleurrijke kleren is verschenen.
Parade der Ridders
Eindelijk klinkt er bazuingeschal, vanuit beide tenten zijn gelijktijdig schitterend geklede herauten tevoorschijn gekomen, die met hun bazuinen om de aandacht van het luidkeels pratende publiek vragen. Het bier stroomt al rijkelijk, wat te merken is aan het lawaai dat iedereen maakt, maar gelukkig is het toch al snel muisstil. Er komt een man naar buiten, ook al heel bijzonder gekleed, die een hoog spreekgestoelte beklimt en daarna voorleest wat het programma van het toernooi is. Het zal vier dagen duren, met op deze eerste dag de opening en op dag vier de afsluiting. In de tussentijd zullen vele tientallen ridders met elkaar strijden, zowel met de lans als met het zwaard en de winnaar gaat steeds door naar de volgende ronde. Ook de Hertog zal deelnemen.
En dan is het zo ver, de parade van de ridders komt op gang!
Uit de tent komt als eerste Hertog Jan tevoorschijn, hoog gezeten op zijn ros, gevolgd door een bijna eindeloze stoet van twee aan twee rijdende ridders, ook allen op hun strijdros, met hun lange houten lansen kaarsrecht geheven. Zonder uitzondering zijn ze in het harnas gestoken, die dankzij de voorafgaande poetsbeurten glanzen in het zonlicht. Gelukkig dragen ze nog geen helm, zodat we ze een voor een goed kunnen bekijken. Iedere ridder wordt begeleid door een van zijn schildknapen, in de meeste gevallen houden zij de teugels vast van de onrustige paarden.
Ik had niet verwacht dat de Hertog nog zo jong zou zijn, met hem vergeleken is vader al echt een oude man. Als ik zachtjes aan moeder vraag hoe oud Hertog Jan is houdt ze haar vinger voor haar mond, dat ik stil moet zijn, maar dan fluistert ze toch dat hij vijfentwintig is. Ik vind hem heel knap om te zien, zo statig en fier, met zijn lange donkere haren die over zijn harnas uitgolven is hij een indrukwekkende verschijning.
Het is tijd voor mijn plannetje, en hoewel ik doodzenuwachtig ben ga ik het toch doorzetten, ik wil in mijn leven wel iets meer meemaken dan altijd maar suf thuis zitten. Gelukkig staat er behoorlijk wat wind, waardoor het lijkt dat ik mijn omslagdoek op natuurlijke wijze kwijtraak en niet veel later dwarrelt het kledingstuk voor de tribune op het zand. De hertog is al dichtbij en ziet het maar houdt zijn paard niet in. Hij geeft een signaal aan de schildknaap naast hem en die komt op me toe lopen, hij raapt mijn omslagdoek op en geeft hem aan me terug.
Het is een leuke jongen om te zien met zijn halflange blonde haren en bruine ogen. Hij kijkt me iets langer dan het fatsoen eigenlijk toestaat aan, dan zegt hij, zachtjes, zodat niet iedereen mee kan luisteren: ‘Zijne Genade de Hertog verzoekt u deel te nemen aan het openingsfeest, vanavond.’ Het is gelukt, mijn plannetje heeft succes! Ik kijk moeder aan, om toestemming vragend. Ze kan nu natuurlijk niet meer weigeren, ze twijfelt even maar dan knikt ze instemmend. Daarna kijk ik de jongen weer aan en hij roept iets in me op dat me behoorlijk opwind. Ik had al wel vaker vlinders in mijn buik maar nu lijken het er heel veel te zijn. Voor even is de Hertog helemaal vergeten en houd ik me alleen nog maar bezig met die leuke schildknaap. ik hoop hem vanavond nog een keer terug te zien.
Direct na de openingsparade, nog voor aanvang van het toernooi, slaat de Hertog een aantal mannen tot ridder, en als mama fluistert dat die grote blonde man Floris de vijfde en Graaf van Holland is bekijk ik hem geïnteresseerd, misschien is hij er vanavond ook wel bij. Hij lijkt me ongeveer even oud als Hertog Jan en zo te zien kunnen ze het goed met elkaar vinden. Als de Hertog alle kandidaten tot ridder heeft geslagen begint eindelijk het toernooi.
De hele dag wordt er strijd geleverd op het veld en eerlijk gezegd was het in het begin wel opwindend maar vind ik het na een tijdje toch behoorlijk saai worden. Je kan door die harnassen niet eens goed zien welke ridder erin zit, het enige houvast zijn hun vaandels en daar heb ik helemaal geen verstand van. Iedere keer wordt na veel gedoe een van beiden van zijn paard gesmeten, waarna de overwinnaar een triomfrondje rijdt en na een pauze het volgende stel aan de beurt is.
Het Feest
Ik ben dan ook blij als de avond aanbreekt en het tijd is voor het grote feest. Het begint met een enorm eetfestijn, in de grote tent zijn lange tafels opgesteld die nu vol worden gestapeld met gebraad, groenten en fruit. Het valt me op dat vooral de ridders duidelijk meer voelen voor het vlees, ze vallen erop aan alsof ze in maanden niet gegeten hebben en daarbij laten hun manieren nogal te wensen over, botjes worden door hen zo maar achter zich op de grond gegooid. Ondertussen gaan de kruiken met bier en wijn steeds maar rond en al gauw is het een behoorlijk opgewonden boel geworden.
Met een aantal andere dames heb ik een plaatsje gekregen aan de lange tafel waaraan ook de Hertog is gezeten en het valt door hun kleding erg op dat het allemaal ongehuwde dames zijn, de meesten niet veel ouder dan ik. Ik verdenk enkelen zelfs ervan dat zij een publieke vrouw zijn, Marike vertelde mij laatst nog dat sommige dames zich ertoe verlagen om voor geschenken of geld voor iedere heer die dat wenst beschikbaar te zijn.
Terwijl de avond vordert worden de heren steeds losser tegenover ons, en steeds vaker moet ik blozen als er iets wordt geroepen tegen ons dames dat te maken heeft met de ‘gemeenschap van het vleesch’. Ik ben echt geen onwetend domkopje meer, mijn kamenier Marike heeft me alles verteld over wat mannen zoal met vrouwen doen en ook vertelde ze mij dat daar kindjes uit voort kunnen komen. Daarom gaf ze me voor mijn vertrek een kruidenelixer te drinken, dat ervoor zorgt dat zo’n kindje nog even wegblijft. Blijkbaar heeft ze het idee dat ik me tot een dergelijke gemeenschap zal laten verleiden.
En eerlijk gezegd, ik ben zo langzamerhand wel benieuwd naar wat die ‘gemeenschap’ inhoudt, het kriebelt al heel vaak in mijn buik en ik zou het wel eens willen meemaken. Ik weet alleen niet zeker of ik dat wel wil bij een gelegenheid als deze. Ik had een beetje gerekend op een onderonsje met de Hertog, maar dat lijkt er niet van te komen, hij heeft al oogcontact met enkele andere dames en ziet mij helemaal niet zitten. Bovendien is hij nog vooral in gesprek met die Graaf Floris, het lijkt wel of ze een wedstrijd bierdrinken zijn begonnen, terwijl ze steeds harder tegen elkaar en tegen de mannen om hen heen praten. Het gaat over dingen die ik niet begrijp, de gevechten natuurlijk, maar ook hoor ik ze van alles zeggen over andere steden en hoe ze die hun wil op kunnen leggen. Mama zei het al ooit, mannen willen altijd steeds maar méer, volgens haar zijn ze nooit tevreden.
Als het feest op een gegeven moment echt heel rumoerig wordt voel ik me er steeds minder op mijn gemak. Er wordt gedanst en als ik enkele keren achter elkaar door een ridder wordt verzocht om deel te nemen word ik bejegend op een wijze die me niet erg aanstaat. Ik begin te begrijpen waarom vader liever niet had dat ik hier kwam, het is niet heel erg beschaafd wat hier gebeurt. Tijdens de reidansen word ik veel te stevig beet genomen door vrijwel iedere ridder die me in zijn handen krijgt en nogal eens een keer belanden hun handen op mijn lijfje en zelfs op mijn borsten...
Gelukkig komt op een gegeven moment die leuke schildknaap van Hertog Jan naar me toe en verzoekt hij me met hem mee te komen. Ik verwacht min of meer dat hij me naar de Hertogelijke tent zal begeleiden voor een onderonsje met de Hertog, maar niets is minder waar. Hij brengt me naar de plaats waar alle voedsel wordt bereid, onder een enorme overkapping die speciaal voor deze gelegenheid is gebouwd. Terzijde van de kookvuren zitten aan lange tafels de schildknapen van de ridders, vergezeld door veel van de meisjes die hebben geholpen bij het bereiden en wegdragen van de gerechten en die nu even tijd hebben om uit te rusten.
Als ik de jongen vraag waarom ik hier ben stelt hij zich eerst voor als Tristan. Dan vertelt hij dat het feest van de ridders een beetje uit de hand zal gaan lopen en dat hij me daarom hier naartoe heeft gebracht. Ik weet niet of ik daar blij mee moet zijn, of ik nu niet van de regen in de drup kom. Maar eerlijk is eerlijk, ik vind Tristan wel heel leuk en besluit het aan te zien en voorlopig te blijven.
Zodra ik naast hem ben gezeten vertelt hij dat hij de zoon is van een Graaf met landgoederen tussen Leuven en Antwerpen, en dat hij aan het hof van Hertog Jan in opleiding is voor het ridderschap.
Ik zou ook wel zo’n leven willen leiden, wat is het toch onrechtvaardig dat wij meisjes altijd maar thuis moeten blijven en ons vooral moeten bekwamen in het borduren…
Ontstoken vuur
Het wordt heel genoeglijk, al deze knapen zijn een stuk beleefder dat de ridders in de tenten iets verderop. Ik denk dat dat komt omdat ze geen bier of wijn drinken, ze moeten natuurlijk het hoofd koel houden om straks hun aangeschoten meesters bij te staan. Uit de tent komt ondertussen steeds meer lawaai, ik hoor zelfs af en toe hoe daar een dame een gilletje slaakt. Ik kan me nu wel inbeelden wat ze daar zoal beleeft, ik voel nog de opdringerige handen op mijn lichaam.
Het feest van de ridders in de tent is nog lang niet afgelopen als onze koetsier op me toe komt lopen en hij me duidelijk maakt dat mijn ouders hem stuurden om mij op te halen. Dat begrijp ik wel, zij weten waarschijnlijk al langer hoe dit soort feesten uit de hand kan lopen en gehoorzaam ga ik met hem mee. Tristan neemt met een handkus afscheid van me en zegt dat ik morgen rond het middaguur weer aanwezig moet zijn. Als ik hem vragend aankijk grijnst hij breed en zegt hij: ‘dacht u dat het alleen voor vandaag zou zijn, vrouwe? De Hertog heeft u uitgenodigd voor alle dagen, u wordt hier elke dag dat het toernooi duurt verwacht.’
Ik knik, als het zo ligt zal ik er zijn, maar in de koets moet ik dit even verwerken, hoe doorsta ik dit de komende dagen? Moet ik mij iedere avond tussen al die grijpgrage ridders bewegen? Thuis blijkt dat moeder hier ook niet blij mee is en ze besluit mijn kamenier Marike de nog resterende dagen als chaperonne mee te sturen. Ik kan niet veel anders doen dan mij daarbij neer te leggen want ik wil toch wel graag het hele toernooi bijwonen. De gevechten vind ik saai maar de feestelijkheden zijn bij nader inzien al met al toch wel erg spannend en opwindend, vooral als Tristan bij me is.
Die nacht kan ik nauwelijks slapen, een voor een komen alle belevenissen weer langs. Het gedrag van de ridders tijdens het feest beleef ik helemaal opnieuw en het schokt me wederom hoe vrijpostig ze zich gedroegen, hoe ze tijdens de reidansen mijn lichaam betastten, steeds als een van hen me in zijn handen kreeg. Maar ik kan niet ontkennen dat het me ook opwond en ook nu veroorzaakt het denken daaraan weer de inmiddels zo bekende kriebels in mijn buik.
Marike leerde me hoe ik daar wat aan kan doen, ik schort mijn nachthemd op en breng mijn hand tussen mijn benen terwijl ik met de andere hand mijn nog niet volgroeide maar al wel heel gevoelige borsten beroer. Tussen mijn benen bevindt zich het gleufje waar het volgens Marike alle mannen om te doen is, ieder moment van de dag denken zij er volgens haar alleen maar aan hoe ze het voor elkaar kunnen krijgen om hun mannenstaf daarin te steken. Terwijl ik me dit bedenk knijpt ik zachtjes in mijn tepels, ondertussen ook mijn gleufje beroerend. Vooral het bultje dat de schepper er bovenin plaatste is heel gevoelig, genietend wrijf ik er steeds maar weer overheen tot zich de al min of meer vertrouwde extase in mijn lichaam aandient.
Tot mijn verrassing denk ik daarbij niet meer aan de opdringerige ridders, noch aan Hertog Jan, nee, wie er zich voor mijn ogen aandient is Tristan. De schildknaap van de Hertog vond ik meteen al leuk toen hij op me toeliep om mijn omslagdoek weer aan te geven en nu pas dringt goed tot me door hoe fijn we het vanavond hadden aan de schildknapentafel, hoe galant en voorkomend hij was. Met zijn leuke gezicht voor ogen leid ik mijn lichaam naar de zo gewenste extase en als die zich eenmaal aandient is het in mijn hoofd Tristan die daarbij toekijkt.
De volgende ochtend herhaalt zich het ritueel van de vorige dag, met dat verschil dat ik dit keer alleen in onze koets zit, vergezeld door Marike. Ze is zo mogelijk nog meer opgewonden dan ik en ik realiseer me dat dit voor haar ook een bijzondere gebeurtenis moet zijn, ze komt meestal nauwelijks verder dan ons kasteeltje, waar ze op zolder een kleine kamer bewoont.
Opgewonden bekijkt ze het tafereel van al die koetsen, karren, ruiters en lopende mensen die zich naar het toernooiveld bewegen. Ondertussen ben ik zelf vooral met Tristan bezig, zo meteen zal ik hem weer zien en ik kan niet langer ontkennen dat hij een vuurtje in me ontstak, met vlammen die zich misschien alleen nog door hem laten blussen…
Fijn dat je dit verhaal leest! Hoe vind je het?
Hierna komt er nog éen deel.
Liefs, Zazie
.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10