Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 24-01-2025 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 1837
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 45 minuten | Lezers Online: 6
Vervolg op: Mini - 333
Tijdens het ontbijt ’s zondagsmorgen kreeg ik de bekende onderzoekende blik van Joline. “Ben jij nog gespannen Kees? Van gisteravond?” Ik knikte aarzelend. “Ja. Aan de ene kant ben ik blij voor Rogier en Lot dat pa van der Vlist voor zichzelf gekozen heeft, aan de andere kant heb ik me vannacht ook afgevraagd hoe mevrouw van der Vlist gisteren thuisgekomen is. Die heeft een harde klap recht in haar toet gekregen en, ondanks dat ik het een draak van een mens vind… het zit me niet lekker.”
Joline dacht na en kwam met een weloverwogen antwoord. “Kees: ze heeft het aan zichzelf te wijten. Als je je hele leven denkt dat jij het middelpunt van de wereld bent, komt er een moment dat die wereld jou laat weten dat het leven gewoon doorgaat. Zelfs zonder jou. En ja, dat is een harde dreun, maar voor sommige lui de enige oplossing. En de anderen, die jarenlang onder jouw tirannie geleefd hebben, zijn dan eindelijk vrij en kunnen hun eigen leven leiden. Zie de heer en mevrouw Bongers en hun kompanen.”
“In theorie klopt het helemaal Jolien. Alleen de praktijk is hard. Ik heb bijna medelijden met haar.” “Zolang het ‘bijna’ is, vind ik dat prima, Kees. Maar geef zo’n type weer één vinger en ze rukt je complete arm er af.” Ze keek me recht aan. “En nu ga jij je concentreren op je bugel. En op het samenspel met Greet. En ik heb vannacht ook even liggen denken: Stel aan Greet voor dat jullie na de dienst die fantasie op ‘Nun danket alle Gott’ spelen. Als dank voor het feit dat Margot en Charlotte nu hun eigen huis hebben en hun eigen leven kunnen leiden. Samen met Gerben en Rogier.”
Ik keek haar met open mond aan en ze glimlachte. “Het BWV-nummer weet ik zo niet, Kees, maar die muziek heeft vannacht een tijd door m’n hoofd gespookt.” “Dat komt uit Cantate BWV 79… Dan moet ik die muziek in m’n koffer stoppen. Greet zal ‘m wel ergens in de muziekbibliotheek in de kerk hebben…” Joline keek vastberaden. “Doen. De wachtmeester zal, als ze de reden hoort, daar vast geen bezwaar tegen hebben. En Richard ook niet, die licht ik ook wel even in.” Ik stond op, omarmde haar en zei in haar oor: “Eén van de redenen waarom ik zo zielsveel van je houd, schat.” In tegenstelling tot andere keren maakte ze nu geen flauwe opmerking, maar keek me aan en kuste me zachtjes. “Niet aan de zijlijn staan en roeptoeteren, Kees. Doén. Actie ondernemen. Zijn we goed in.”

Even later reden we naar de kerk; daar zag ik de auto van de zussen al staan. En binnen waren ze in gesprek met Jackie Moes. “Goedemorgen allemaal! De weg naar deze mooie kerk weer gevonden, dames? En heer?” Gerben bromde. “Ja, dat wel. Maar het was vroeg opstaan vanochtend.” Margot gaf hem een stomp. “Luilak. En ik heb je nog wel koffie gebracht. Op bed, notabene. Een mopperkont ben je.” Jackie draaide zich naar ons om. “Goedemorgen Joline en Kees. Ik heb de dames net de mededeling gedaan dat er geen problemen zijn om lid te worden van onze gemeente. Ook voor jullie niet.” “Dank je wel, Jackie. Dan gaan we daar eens werk van maken.”
Ze glimlachte. “Binnenkort komt er wel een ouderling bij jullie op bezoek om het hele circus door te spreken. Ene mevrouw Moes.” “Nou, maak je borst dan maar nat”, hoorden we achter ons. Richard, de predikant, stond vlak achter ons, samen met Greet.
“Goedemorgen samen en we zijn blij dat jullie je hier zó thuis voelen dat je lid wilt worden.” We kregen een warme hand van Richard.

“Ehh… Richard… en Greet: mogen wij jullie iets vragen?” Joline keek hen aan. “Ik weet niet of het gebruikelijk is om in een kerk om ‘verzoeknummers’ te vragen, maar… Greet: wil jij na de dienst het ‘Nun danket alle Gott’ uit BWV 79 spelen? Samen met Kees? Charlotte en Margot hebben gisteren hun eigen huis ingewijd; ze wonen nu in Arkel, onder de rook van Gorinchem in een prachtig huis. Reden genoeg om dankbaar voor te zijn.”
Greet trok met haar gezicht; ze kon haar lachen niet houden en Joline snauwde bijna: “Ja, zeg het maar, Greet. Zal wel weer zo’n lompe militaire grap zijn…” Greet hikte: “Ik zou ook dankbaar zijn dat die twee nu ergens anders wonen, Joline.” Van vier kanten kreeg ze boze blikken. “Zie je wel… Lompe wachtmeester!”
Richard keek ons aan. “Reden genoeg om inderdaad dankbaar voor te zijn, dames. Ik zie jullie nóg de eerste keer bij ons zitten; twee hele kwetsbare meiden. En kijk nu eens. Niet alleen zijn jullie opgebloeid, maar nu ook op eigen benen staan… Dat had ik een half jaar geleden niet gedacht.” Lot wees naar ons. “Zij hebben ons er doorheen gesleept, dominee.” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, da’s niet helemaal waar Lot. Het grootste deel deden jullie zelf. Vlak jezelf niet uit.” Richard keek op z’n horloge. “Ik ga me voorbereiden, mensen. Ik wens jullie een goede dienst.” “Gaat lukken met jou op de preekstoel, Richard”, zei Jackie rustig.
Greet zei tegen de zussen: “Blijf maar even in de kerk staan, na de dienst, meiden. Kees: mee jij.” Eenmaal op de orgelgalerij vroeg Greet zachtjes: “Zijn de zussen nu inderdaad bij jullie vertrokken, Kees?” Ik knikte. “Ja. En ze wonen nu in een goed en mooi verbouwde boerderij in Arkel. We hebben daar gisteravond een ‘housewarmingsparty’ gehouden. Zitten daar prima. En hun kerels zullen daar wel veel te vinden zijn; Die werken met ingang van morgen allebei in mijn team in Gorinchem; Gerben al een paar maanden; Rogier gaat morgen beginnen. En om een mij onbekende reden hebben de dames twee tweepersoonsbedden gekocht.”
Greet trok een scheef gezicht en ik lachte haar uit. Toen pakte ze de muziek. “We hebben nog even, Kees. Even die liederen doornemen.” We oefenden tien minuten, toen stond Greet op van de orgelbank. “Het ‘Nun danket alle Gott’ ken je nog wel, denk ik?” Mijn beurt om een gezicht te trekken. “Die dreunende Subbas 16 voet komt in mijn dromen nog wel eens voorbij, Greet.” “Mooi. ten minste iets wat je onthouden hebt van mijn lessen… Majóór! En nu naar beneden; jij nog een slok water drinken, ik loop nog even bij Richard langs.” Joline en de zussen schoven juist een bank in toen ik er langs liep.

Tien minuten daarna begon de kerkdienst. Zingen, bidden, lezen… en uiteindelijk de preek. Het onderwerp was ‘de nieuwe Hemel en de nieuwe aarde’, uit het boek Openbaring van Johannes. Het laatste Bijbelboek. Een boek vol met rampspoed, demonen, ruiters op paarden die dood en verderf zaaiden… Allemaal tekenen van de ‘eindtijd’, de tijd dat de aarde zou vergaan en opnieuw geschapen zou worden. Richard besteedde niet alleen aandacht aan alle rampen, maar gaf ook een doorkijkje naar de toekomst. En hij besloot met: “… Gemeente: soms zien we, nú al, tekenen van de nieuwe hemel. Als mensen uit ellendige omstandigheden zijn gehaald en in een nieuw leven zijn geplaatst. Hier op aarde, nu in deze tijd. Geen trompetgeschal, geen ruiters op zwarte paarden, geen dood en verderf, maar gewone mensen, zoals u en ik, die anderen helpen. En dát, gemeente, is één van de taken die op onze schouders worden gelegd. Als u zo’n mogelijkheid ziet: doe het dan ook. Dát geef ik u vandaag als 'huiswerk' mee. Niet alleen voor deze week, maar voor de rest van uw leven." Hij keek in de richting van Joline en de zussen en knikte; toen naar de orgelgalerij. Weer een knikje. “Amen.”
Oeps… Gelukkig hoefde ik tijdens het stuk muziek na de preek, het ‘meditatief orgelspel’, niet mee te spelen. Ik had het even druk met mezelf. En de armen van Lot en Margot lagen om Jolien heen, kon ik zien. Jackie en haar man zaten achter hen; die begrepen het ook wel. Greet gaf me na een paar minuten een seintje: ik moest het volgende lied mee begeleiden. Gelukkig ging dat goed. Toen het dankgebed en de voorbeden, de collecte, daarna het slotlied, gevolgd door de zegen.
Een blik van Greet en ik knikte. Ze speelde de eerste maten van ‘Nun danket alle Gott’ en ik viel in met de regels van het koraal. Haar voeten als een metronoom op de pedalen, de lage tonen dreunden de kerk in. En langs mijn muziekstandaard kon ik de zussen en Joline zien staan; weer met de armen om elkaar heen. Mijn blik werd wazig; mijn ogen begonnen een beetje te tranen. Geen probleem, ik kende de muziek uit m’n hoofd en speelde de kerk in. En na het laatste akkoord draaide Greet zich naar me toe. “Dit kwam rechtstreeks uit je hart, Kees. Dank je wel.” Ik viste een zakdoek uit mijn zak en poetste mijn ogen schoon. “Ja. Die partituur kan bij het oud papier; heb ik bij dit stuk niet meer nodig, Greet.”
Ze knipoogde. “Kom, ruim je spullen op, huilebalk. Beneden wacht de koffie. Heb je nodig.” Ik snoot mijn neus en even daarna liepen we naar beneden. Joline stond met de zussen al in de hal aan de koffie. En ‘scande’ mijn gezicht. Natuurlijk wist die dat dit stuk, in combinatie met de preek van Richard, me niet koud had gelaten. Om de aandacht af te leiden wendde ik me tot Lot. “Wat gaan jullie nu doen, dames? Terug naar Arkel? Want ik zie jouw vriendje in geen velden of wegen…” Ze glimlachte. “Mijn ‘vriendje’ staat om twaalf uur voor de deur van een zeker appartementencomplex in Veldhoven, Kees. Was na gisteravond nog niet in the mood voor een kerkdienst. We willen even brainstormen en daar zijn jullie bij nodig.” Ik zuchtte diep. “En ik had gisteren voor de gelegenheid twee tompouchen gekocht. In plaats van zes.” “Dan eet je maar 1/3 tompouce”, bitste Lot. “Beter voor je lijn.” Greet keek me vanaf de zijkant aan. “Je wordt weer lekker door de mangel gehaald, Kees.” En ik knikte triest. “Ja. En ik hoopte daar nou net van af te zijn… Kom dames. Als Rogier voor de deur staat te jengelen, moet de koffie wel klaar zijn, anders is het revolutie in Veldhoven. Greet: dank je wel. En tot donderdag maar weer.” We liepen richting uitgang en ik zag Richard staan. “Momentje Jolien…” Ik liep naar hem toe. “Richard: dank je wel.” Hij knipoogde; dat was voldoende.

In de auto zei ik: “Ik heb op de orgelgalerij even zitten janken, Jolien…” “Dat kon ik zien, Kees. En dat is prima. Heeft een mens af en toe nodig en je was op het juiste Adres.” Ze zei het simpel, zonder poeha, maar raakte exact de juiste snaar. Wát een vrouw…
Eenmaal thuis stond de auto van Rogier al op de parkeerplaats. “Zo meneer… wat denkt u hier te komen doen?” Met een stalen gezicht zei Rogier: “Uitbuiken… en vanavond blauwe hap eten. Scheelt weer afwas.” Joline ontplofte. “Als jij denkt dat je met je vriendje hier op elk willekeurig tijdstip van de dag binnen kunt vallen en je jezelf maar kunt volstampen, heb ik nieuws voor je, Rogier! Dat gaat niét gebeuren, ben jij gek…” Ik legde een hand op haar arm. “Kalm nou, Jolien. De jongelui hebben ons gisteren verwend met een best wel goeie barbecue. Ik heb in ieder geval mijn buikje nog redelijk vol. Niet zo krenterig zijn.” Ze pruttelde nog wat na, maar werd uitgelachen.
Eenmaal binnen, en met de koffie voor ons, vroeg Joline: “Ik had het gisteren al willen vragen, maar het is me helemaal ontschoten… Waarom was jullie lieve tante Nadia er gisteren niet bij?” Lot en Mar begonnen te giebelen en Margot zei: “Onze lieve tante is óók op vrijersvoeten. Met een lid van haar gemeente. Die hebben we nog niet ontmoet, maar volgens haar een schat van een vent. En als zij dat zegt… Nadia is best wel kritisch op wie haar vrienden mogen zijn. Maar goed, ze had gisteren een afspraak met haar vriend; en die kon ze niet verzetten, want hij moest vandaag op het vliegtuig naar de U.S.A. zitten. En zoals ze zei: ‘Onze relatie is nog maar twee weken oud en de arme kerel, hij heet Joost overigens, zo snel al blootstellen aan jullie vriendengroep, dat wil ik hem niet aandoen.’
En toen ik zei dat hij de eerste keer niet persé bloot hoefde te zijn, kreeg ik een nogal nijdige snauw: ‘Dat bedoel ik dus, trut!’ Joost is eigenaar van een klein softwarebedrijf, da’s alles wat we weten. Niet eens zijn achternaam, dus hem determineren via Google is ook onmogelijk.” Ze keek sip. “Nou, als Nadia hem een ‘schat van een vent’ noemt, moet hij dat inderdaad wel zijn, dames. Want jullie tantetje is niet bepaald op haar achterhoofd gevallen. Maar we zouden wel graag een keertje kennismaken met hem…” Joline keek gemeen.
“Hé lieve echtgenote: wij zijn geen KIPPT, hoor, ben jij gek…” Joline keek vragend. “PPT? Ja, de PTT, die ken ik nog, maar…” “KeuringsInstituut van Potentiële Partners voor Tantes. Ze regelt het maar lekker zelf.”

Ik keek de zussen en hun partners aan. “Goed... Jullie wilden brainstormen. En daar hadden jullie ons voor nodig. Vertel.” Rogier schraapte zijn keel. “Zoals ik gisteren al vertelde: mijn vader is thuis weg. Slaapt nu bij een goeie vriend van hem. Dat kan twee weken, dan niet meer. Ik zit er over te denken om hem in mijn huis te laten bivakkeren. Hoe denken jullie daar over?”
“Poeh… dat is nogal wat, Rogier. Heb je verder al met hem gesproken?” Hij schudde zijn hoofd en Joline zei: “Dat zul je eerst moeten doen, vriend. Kijken of hij écht serieus is over die scheiding of dat dit weer een trucje is.” “Hij klonk gisteren bloedserieus, Joline…” “Ja, dat zal best en zo, maar hij heeft de afgelopen maanden wél meegeholpen om het jou behoorlijk moeilijk te maken. En Rogier…” Ze keek hem aan. “Als je hem in jouw huis laat wonen, stel dan een degelijk huurcontract op, inclusief een paragraaf dat hij er binnen 14 dagen uitgegooid kan worden als zaken niet lopen zoals jij wilt. Anders is het een kwestie van: ‘Ik ben binnen en zie maar dat je me er uit krijgt.’ Ons kleine juridische duiveltje kan je daarbij helpen. En wil je hem een of twee kamers geven, of het hele huis? Ga je nog veel in Nijmegen slapen, bedoel ik…” Meteen kreeg ze een knalrood hoofd. “Sorry! Dat was een wel héle directe vraag… Sorry, Rogier…”
Die grijnsde. “Staat je goed, Jolien, zo’n rooie kop onder je mooie haren. Dan kun je ten minste goed zien dat je écht blond bent…” Ze greep naar haar mok, die voor haar op tafel stond, maar ik hield haar tegen. “Niet doen schat. Zonde van Rogier z’n nette kleren; die moet hij morgen ook aan als hij z’n opwachting in Gorinchem maakt.” Joline snauwde: “Als ik jou was, zou ik morgen ook een zwembroek meenemen voor de sport, meneer van der Vlist! Die zal je nodig hebben…” Ze lachte alweer.
“Goed, waar waren we gebleven? Oh ja, waar jij het moede hoofd zou willen neerleggen.” Rogier keek Gerben aan, en samen keken ze naar Lot en Mar. “We hebben gisteren besloten om in Arkel onze intrek te nemen, Joline”, zei Gerben. “Deze dames hadden daar nogal goeie argumenten voor en nee, die waren niet alleen van economische aard.” Lot en Mar giechelden en speelden wat met de zoom van hun jurkjes. Droogjes zei Joline: “Ja, die argumenten ken ik wel…”, waarop we allemaal in de lach schoten. “Oké… jullie gaan dus in Arkel wonen. Gerben, wat doe jij met jouw flat?” “De huur opzeggen, Jolien. Per 1 December. En ja, ik zal een aantal dingen moeten verkopen, want daar is geen behoefte meer aan, maar dat valt in het niet bij het wonen in Arkel.”
“Rogier?” “Ik weet het nog niet, Joline. Aan de ene kant ben ik een behoorlijk bedrag kwijt aan hypotheek, aan de andere kant: het is wel mijn huis. En twee keer met je ogen knipperen en we zijn vijf jaar verder en moeten we het huis van Olaf verlaten omdat hij er zelf wil wonen. Als ik het huis aanhou, heb ik ten minste iets om op terug te vallen.” “Oké”, zei Joline. “Gerben trekt permanent bij de dames in, Rogier ook, maar die moet nog wat opties uitwerken: huis verkopen of niet; huis verhuren of het huis al dan niet deels verhuren aan z’n pa. Werk die opties goed uit, Rogier. Voor advies kun je bij Angelique terecht.” Ik zag dat ze een brainwave kreeg. “Of bij Olaf! Die zit in het onroerend goed… Weet je hoeveel je huis nu ongeveer in de verkoop waard is?”
Hij knikte. “Dat hou ik bij. Een paar maanden terug is een huis tegenover mij verkocht. Voor 560.000 euro. Minder goed onderhouden dan mijn optrekje. Ik denk dat ik er meer dan 600.000 voor kan krijgen. En ik heb, toen ik kocht, 450.000 euro voor neergelegd.” Hij grijnsde. “Goed. Hou dat in je achterhoofd als je het gaat hebben over een huurprijs. Hetzij voor je pa, hetzij voor derden. Maar eerst: een serieus gesprek met je vader.” Ze zuchtte. “En ik maar denken dat ik econoom was. Geen vastgoedmakelaar…”
“Vastgoed doe je ‘vast goed’, schat”, zei ik pesterig. “Ik zie je al lopen op zo’n kijkersdag. Een wat korter rokje dan normaal en dan: ‘Zal ik u voorgaan naar de 1e verdieping?’ Succes gega…” Péts. Er landde een tijdschrift op mijn hoofd. “Je bent nog steeds een bijzonder naar mannetje, Kees Jonkman…” Ik keek in twee boze ogen. “Ik heb een vák geleerd!” “Niks veranderd hier”, stelde Lot nuchter vast. “Kees denkt een grapje te kunnen maken en krijgt meteen klappen. Zus, we hoeven ons geen zorgen te maken!”
Op zielige toon zei ik: “Dames, als al die klappen me teveel worden… kan ik dan in Arkel komen slapen?” “Niks ervan!” snauwde Lot. “En wij elke dag wéér die bugel aanhoren? Nog niet misschien, Kees! Bovendien vinden Rogier en Gerben er waarschijnlijk ook iets van…” “Je lost het maar lekker op met je vrouw, Kees”, zei Gerben. “Geen medelijden. En als jullie er samen nog niet uitkomen: ga maar naar Rhenen, naar je bud. Met hem ben je immers ook getrouwd?” “Een stelletje harteloze lieden zijn jullie… Ik stel voor dat jullie, Gerben en Rogier, straks de kerkdienst van vandaag eens gaan bekijken op ‘Kerkdienst gemist’. Daar kun je wat van leren.”
Joline keek me nu strak aan. “Geen onderwerp om grappen over te maken, Kees Jonkman. Wie zat er op die orgelbank te snotteren? Volgens mij was jij dat. Geen geintjes hier over. En dat méén ik, Kees.” De zussen knikten en ik moest capituleren.
“Sorry, heren.” “Schenk maar wat te drinken in. Dan doe je ook nog eens wat nuttigs, Kees.” Joline keek me gelukkig weer plagend aan. “Wacht even, Jolien… Kees had twee tompouchen gekocht, zei hij. Ik heb bij de koffie geen tompouch gezien!” “En die ga je ook niet zien ook, tutje!” Ik viel uit. “Je hebt net een nogal fors uitgevallen kokosmakroon naar binnen zitten stampen! Ook weer een aanslag op ons koekjesbudget…” Joline vulde aan: “Een half jaar geleden had je dat never nooit niet gedurfd!” Lot zei vlak: “Onze leercurve is soms ook hoog, Jolien. Moet hier wel, anders val je uit de toon.” Margot giebelde, Gerben en Rogier grijnsden breed en Joline zuchtte diep…

De rest van de middag verliep ontspannen. We gingen een stuk wandelen, richting Vessem. Nu kon het nog, het was redelijk weer. Volgende week zou, volgens het KNMI, de herfst in alle hevigheid toe slaan met veel wind en regen. “Nou, dan komen we niet op de fiets naar het werk”, zei Margot waarop Joline zei: “Nee, wij ook niet…” De bladeren waren al aan het verkleuren, wat een paar mooie plaatjes opleverde. Rond vier uur kwamen we, lekker opgefrist, weer thuis. En na nog wat drinken ging ik aan de slag met de avondmaaltijd. ‘Blauwe hap’… Jaja, maar wát? De diepvries leverde twee bakken Bami op, een bak Foe Jong Hai, twee pakken sateh en wat vlees in zoetzure saus. Oké, dat was een beginnetje… In de koelkast: eieren, een spaans pepertje, paprika en ui. Kon ik ook wel wat mee. Dessert? IJsbolletjes maar weer. Stel dat iemand zich vergaloppeerde met de sambal…
De bami ging op een laag vuur, aangevuld met een in stukjes gehakte paprika en de helft van het pepertje. Vlees, sateh en Foe Jong Hai: in een pannetje, ook op een zacht vuurtje. Zes eieren koken, in schijfjes snijden en in een dressing van Atjar en een andere paprika, samen met wat gesnipperde zilveruitjes en een augurkje. En na een half uurtje zette ik zes borden op de bar. “Dames, heren… het diner is gereed. Verzamelen!” De pannen en schaaltjes zette ik het aanrecht. “Hier opscheppen graag, aan de bar eten.”
En na een moment stilte konden we beginnen. Een en ander viel behoorlijk in de smaak; Ik hoorde ten minste geen klachten. En toen het dessert in zicht kwam hoorde ik Lot mompelen: “Zo’n meloenlepeltje missen we thuis nog, zus. Binnenkort eens naar de Blokker of de HEMA gaan om zo’n ding te scoren.” “Ik ben blij dat je ‘thuis’ zegt, Lot.” Joline keek haar aan. “Het is nu ook ons ‘thuis’, Jolien. Zo voelt het in ieder geval wél. Net als dit huis ons ‘thuis’ was gedurende het afgelopen halve jaar. Maar nu is ‘thuis’ Arkel.”
Ze veerde plotseling op. “En aanstaande dinsdag gaan we paardrijden! We hebben gisteren even gebeld met die manege; op dinsdag was er nog plaats genoeg. Vanaf zes tot negen.” “Mooi, meiden. Niet lopen, wel sporten. Goeie invulling van de dinsdagavond.” Joline knikte hen toe en vervolgde: “Maar ik denk dat de donderdagavonden niet meer in de kerk doorgebracht gaan worden?” Margot schudde haar hoofd. “Nee. Dan kunnen ze beter een rechtstreekse spoorlijn van Arkel naar Veldhoven of Eindhoven leggen. Ja, we zullen het missen, zelfs die bugel, maar aan de andere kant: op vrijdagavond dansles, op zondag hier naar de kerk…” Ze schrok op. “Kunnen we ons op vrijdag wél hier douchen en omkleden? Anders wordt het wel een hevige expeditie…”
Joline knikte. “Ja hoor. Op één voorwaarde.” Ze keek gemeen. “Jullie koken.” Margot zuchtte. “Ik wist het… Je bent een doortrapt kreng, mevrouw Jonkman. Maar goed, wij zijn de beroerdsten niet. Dan halen we wel wat lekkers bij ‘Kleffe Henny’. Is die ook blij dat hij ons weer ziet.” Joline stak haar vinger op. “Niks ervan! Geen vette hap voor de dansles! Jullie koken maar iets lichts. Dansen staat gelijk aan…” Charlotte onderbrak haar. “…een pittig loopje, jaja, we weten het ondertussen wel. Dan gaan we na de dansles, op weg naar huis, wel even langs de Mac, zussie.” Rogier knikte. “Ik vind dat wel een goed plan, liefje. Dan heb ik ten minste iets in m’n maag, in plaats van jullie rauwe sla en onbespoten brandnetelsoep.” Ondertussen was het dessert schoon opgegaan.

“Zo. Wensen de dames en de heren nog een bakje koffie, voordat ze de lange trip richting Arkel wagen? Dan maak ik die, en kunnen jullie de afwas in de machine zetten.” Ik keek rond en zag wat bevestigende blikken. “Mooi. Want de chauffeurs of chauffeuses moeten wel helder zijn. En vriend Rogier ook wel, want die moet morgen fors aan de bak! En vergeet vooral je sportkleding niet, Rogier.” Hij keek somber. “Bij DT gaan werken is leuk en zo, maar dat sporten… Ik weet het zo net nog niet. Ik denk dat ik me daarvan ga drukken.” Lot viel uit en snauwde: “Niks er van. Jij sport gewoon mee, vriendje. Geen gezeur. Geen zin in een vent met een buik, over tien jaar. Ik mag een buik hebben, jij niet.”
Rogier keek haar verwonderd aan. “En waarom jij wel en ik niet?” “Omdat ik op enig moment zwanger zou kunnen zijn… Dat zie ik jou nog niet fiksen.” Ze lachte hem uit. Nu was het de beurt aan Joline om op te veren. “Dat laat je voorlopig nog maar even uit je krullekop van je, Lotje! Eerst afstuderen! Niet met je zwaar-zwangere buik in een collegebankje, ik waarschuw je! En dat geldt ook voor jou, Margot!”
Die keek ongeïnteresseerd. “Laat mij er even buiten… Wat mijn oudste zus doet, moet ze zelf weten; ik ben een onschuldig jong ding.” “Ja, twintig hele minuten jonger, ja. En dat onschuldige… Ik heb daar mijn gedachten bij, zusje.” “Ik ook wel”, bromde Gerben, wat hem op een boze blik van Margot kwam te staan. “Mond dicht jij! En al helemaal over vannacht!” We schoten in de lach. “Gerben, gaan wij zo nog even op het balkon van het uitzicht genieten?” Ik keek hem aan en Margot snauwde weer: “Je haalt het niet in je kop, Gerben van Wiers!” “Sorry, Kees…” Ik grijnsde. “Ik weet hoe het voelt, makker.”

Lot stond op. “Voordat iemand toch zijn of haar mond voorbij praat: wij gaan richting Arkel. Lekker op tijd naar bed.” Ze wees naar Rogier en keek ondeugend. “Zal mijn vriendje nodig hebben.” Even later namen we, zoals gebruikelijk, met knuffels en harde handen, afscheid in de hal. “Dank voor jullie luisterend oor en goeie raad, Kees.” Rogier keek me aan. Ik wees naar Joline. “Het meeste kwam van háár af, hoor.” “Dan zal ik mevrouw Jonkman op gepaste wijze bedanken.” Hij omhelsde Joline. “Dank je wel schat. Voor je goeie raad.” Joline zoende hem. “Graag gedaan, mooie vent. Ik wil jullie allemaal gelukkig zien. Maar volgens mij gaat dat in Arkel wel lukken.” We deden even later de deur achter hen dicht en Joline leunde er tegen aan.
“Pfoe… Dat was een pittig dagje, Kees.” Ik sloeg een arm om haar heen. “Ja. Maar wel eentje waar we ook weer met een glimlach op terug kunnen kijken, schat.” Ze knikte. “Klopt. Maar nu gaan we lekker naar bed. Hoeven niet meer te rijden, dat komt morgen pas weer. Afsluiten en melden bij je echtgenote in bed, Kees.” Ik grinnikte. “Zeker mevrouw. Ik doe Fort Knox even op slot. Trekt u ondertussen dan een sexy nachtgewaad aan? Want ondanks dat u er gisteren fabuleus uitzag, ging dat jurkje rechtstreeks in de wasmand, gevolgd door uw lingerie. En u plofte op bed en snurkte binnen de minuut. Dan moet vanavond wel gecompenseerd worden, dat begrijpt u wel…” Ze trok me naar zich toe. “Idioot. Zo dadelijk lekker slapen tegen je warme vrouw aan. Hebben we nodig. Morgen weer hard aan de bak, na een inspannend weekend.” Ze draaide zich om richting slaapkamer en ik grinnikte. Nu nog vrijen zou wel eens een héél plichtsgetrouw nummertje kunnen worden; ik was ook best moe. Lekker maffen: ook een prima plan.
Even later kwam ik de badkamer in; Joline stond haar tanden te poetsen. In een best wel leuk en kort nachthemdje. Toen zij haar mond had gespoeld vroeg ze: “Wil jij écht nog even vrijen, schat?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Niet slim. We zijn allebei moe. Ik vind het heerlijk om jou tegen me aan te voelen als we op bed liggen, en misschien dat mijn leercurve de kop opsteekt, maar ik denk dat ik heel snel in slaap val. Ondanks dit best wel pikante nachthemdje, mooie meid.” Ze glimlachte. “Dan zijn we het daar over eens. Tandjes poetsen jij, ik wacht op je. In bed.” Even later kroop ik naast haar. Joline rolde over me heen en onze gezichten bevonden zich in een kleine, intieme ruimte, omhuld door lang, blond haar. “Ik wil nog even zeggen dat ik van je hou, schatje. Van mijn vent die staat te janken op een orgelgalerij en zich daarvoor niet schaamt.”
Joline kuste me zachtjes. Geen erotisch tong, alleen maar zachte, warme lippen op de mijne. “Dank je wel, Jolien. En ik hou van jou. Mijn mooie vrouw, die me meteen doorziet als er iets aan de hand is.” Ze lachte zachtjes. “Vol-automatische Kees-scan. Werkt feilloos. En nu: welterusten, Kees.” Nog een zoentje volgde, toen rolde ze van me af en kroop tegen me aan. “Lekker slapen, mooie toeteraar…” Dat was het laatste wat ik hoorde; ik viel in een diep, zwart gat.

Maandag… Tijdens het ontbijt zei ik: “Het zou wel eens een pittig dagje kunnen worden, Joline. Rogier opvangen en introduceren, en hem dan aan het werk zetten met die installatie in Nijmegen…” “Rogier opvangen zou inderdaad wel eens pittig kunnen zijn”, zei ze liefjes. “Vanaf welke verdieping? Hij zal qua gewicht niet zoveel met jou schelen en dat is toch al gauw honderd en vijf kilo…” “Eén en negentig, mevrouw. Gisteren nog gewogen. Met een BMI dat keurig op peil is. Nét biefstuk: veel rood vlees en geen vet.” Joline trok een wenkbrauw op. “Nou, doe mij die biefstuk dan maar ‘rare’. Past wel bij jou.”
“Je bent een blond krengetje, Jolientje Jonkman. Je eigen echtgenoot zo voor joker zetten…” Ze boog zich naar me toe. “Ja. En dat houdt het leuk. Reden voor héél intensieve goedmaakseks. Vanavond. Want dan is Jolientje er weer, jouw jonge vriendinnetje, die nog veel moet leren, maar ook vreselijk ondeugend is.” Ze kuste me zachtjes. “Lekker vrijen, Kees. Vanavond.” “Ik heb nú al zin, schoonheid. Kun je je niet nú al omkleden in gepaste kleding? Je haar in twee vlechtjes, een plissérokje en een leuk bloesje, panty met stipjes en dan van die witte sokjes aan je mooie voetjes? Helemaal het jonge onschuldige ding van bijna zeventien jaar?” Ze keek me lang en verachtelijk aan. “Jaja… En dan komt ene mevrouw van der Vlist plotseling binnen, en krijg ik de vuile opmerkingen over ‘het meisje wat de administratie doet…’ Wat denk je zelf, Kees Jonkman?”
Ik haalde mijn schouders op. “Het was maar een voorstel…” “Nou, die hou je maar mooi voor jezelf! Ik ga vandaag naar DT zoals ik nu gekleed ben: pumps, sokjes, een lekkere lange broek, een blouse met een truitje er overheen, m’n haar in een mooie staart en that’s it. Miss Efficiëntie 2018. En die ‘leuke verpakking’ komt vanavond pas. Als je ten minste aardig voor me bent.” “Die leuke verpakking heb je nu al aan, schoonheid. Niks mis mee. Elke gezonde vent verrekt zijn nek als jij zó over straat loopt.” Ik kuste haar even en ze glimlachte. “Over straat lopen doe ik in de middagpauze wel. In een strak trainingspak. Eens kijken of ik wat heren een nekfractuur kan bezorgen.” Gniffelend sloot ik even later het huis af. “Wil jij rijden, Joline? Dan kan ik me nog even concentreren op de intro van Rogier.” “Als jij klaar bent met de koffie bij Piraten, stuur hem dan maar naar mij toe. Dan neem ik ‘m wel mee naar Harm, voor alle personeelsgedoe. Daarna lever ik ‘m wel weer bij je af. Kennismaken kan hij in de pauze wel, als we allemaal bij elkaar zitten. Voordeel van een officiële pauzeruimte.” “Hmm… Prima idee. Dank je wel schat. Uiterst efficiënt. Je doet je titel eer aan.” Een lief lachje was mijn beloning.

Eenmaal bij DT waren de zussen, Gerben en Rogier al binnen en in gesprek met Angelique, Henry en Rob. “Zo, Piraat. Welkom bij de club. Geniet nog maar even van je laatste rustige bak koffie; zo dadelijk starten we de rollercoaster!” Ik gaf Rogier een tik op z’n schouder. “Nou, die heb ik dit weekend al ondergaan, Kees. Best wel prettig, moet ik zeggen.” Charlotte werd een beetje rood. “Moet dat nou Rogier?” Hij haalde zijn schouders op. “Als ik het niet had gezegd, was er wel iemand anders geweest die een smerige toespeling had gemaakt, Lot.”
Rob schoot in de lach. “Je bent al aardig ingeburgerd, maat! Ik ben blij dat Mel hier niet werkt, anders was ik 24/7 de sigaar geweest.” “Ja, die zussen van Kees zijn een paar pittige tantes, dat klopt”, zei Rogier, waarop Joline snauwde: “Tantes? Echt niet. Ik ben niet zwanger, Robbie Boogers!”
“Dan vraag ik me af wat jullie ’s avonds doen, Kees…” Theo’s stem achter me. “Pimpampetten soms?” Joline draaide zich om. “Wilt u zich niét, ik herhaal: niet met de invulling van onze avonden bemoeien, meneer de directeur van Developing Technics? En ook niet met de invulling van andere tijdstippen waarop wij vrij zijn? Dank u wel!” Theo grijnsde en ik antwoordde: “Een spelletje schaak op z’n tijd is een prima tijdverdrijf, Theo.” Ik ontving een héle boze blik van Joline, die zich daarna omdraaide en weg liep, haar hakken nogal nadrukkelijk hoorbaar in de gang richting Backoffice.
Charlotte en Margot schoten proestend in de lach; die wisten genoeg; de rest keek vragend naar mij. “Ja, ik meen het. Schaken is een prima manier om een saaie avond door te komen. Doen we best vaak… Een betere tijdsbesteding dan ‘As the world turns’ kijken. Verder zeg ik er maar niks over, anders slaap ik weer een week in de berging, Theo.” “Een week? Ik denk eerder een maand, Kees.” Lot keek me streng aan. Ik tikte Rogier aan. “Ga je mee? Dan duiken wij het piratennest in. Even wat zaken doornemen, daarna lever ik je af bij ons hoofd Backoffice en de HR-functionaris Harm. Dan wel je papieren meenemen, Harm wil daar altijd kopieën van hebben.” Hij tilde een koffertje omhoog. “Zit hier in.” “Mooi. Nog een bak koffie tappen, daarna mee.”
In de groepsruimte werd hij hartelijk welkom geheten. Gerben grinnikte, toen ze elkaar de hand gaven: “Zullen we elkaar nu ‘zwager’ gaan noemen?” “Niks ervan!” beet Henk. “Jullie zijn nog niet getrouwd met die twee rekenwonders, dus wordt er niet gezwagerd hier!” Rogier keek om. “Maar met ingang van een dikke maand zijn we wél huisgenoten, Henk… We trekken bij Lot en Margot in. Plaats genoeg.” Even was het stil. “Zóóó… Jullie durven wel, zeg.” Willem keek hen aan en Gerben lachte. “Er staan wat dingetjes tegenover, Willem. En meer zeg ik er niet over.” Willem bromde wat…
Na een korte verdere intro liepen we de projecten door. Eén klein boorplatform voor Henk en André, het lasbedrijf uit Geldrop stond nu ook op de planning voor Gerben en Willem en uiteraard het ziekenhuis in Nijmegen voor Rogier en mij. In een doorkijkje naar de weken die volgden kwam de grote klus met vier platforms op zee tevoorschijn, het lasbedrijf duurde drie weken en ‘Nijmegen’ zou volgens de planning vier weken duren. “Nou, voorlopig genoeg brood op de plank, heren… Rogier, ik ben bij dat grote project op de Noordzee in ieder geval de eerste week op zee. Dan zit jij nog in Nijmegen… Ga je dat redden in je eentje om daar toezicht te houden?”
Hij knikte. “Natuurlijk. Samen met mijn opvolger is dat een fluitje van een cent. Mits… er een fatsoenlijk installatiebedrijf aan de slag gaat. Lui die weten van de hoed en de rand. Het is een ziekenhuis. Geen olieboeren.” Henk kneep zijn ogen iets dicht. “Zeg vriend… Ik heb tien jaar op zee op die platforms doorgebracht. Ook dáár werkt men met nogal strakke veiligheids-protocollen hoor. En ‘boeren’ zijn het ook niet; ik heb ten minste op geen enkel platform zelfs maar een moestuintje kunnen ontwaren. Iets meer respect voor de offshore graag!”
Rogier grinnikte. “Sorry dat ik op je ziel hebt getrapt, Henk. Maar ik ben gewend aan lieve verpleegsters met zachte handen en een troostende stem als je in de kreukels op de Spoedeisende Hulp arriveert…” “Zorg dan maar dat je op een andere manier over de offshore praat, anders ga je die SEH vrij snel zien en die zogenaamd ‘zachte handen’ van die verpleegsters ondergaan… Als patiënt”, bromde André. We grinnikten. “Om verdere bedreigingen van André te voorkomen, neem ik je nu maar mee naar ons Backoffice, Rogier. Daar zullen vast ook zachte handen te vinden zijn. Ik weet er in ieder geval twee, speciaal voor jou gereserveerd.”
“Ja. En twee andere zijn voor mij en twee voor Kees”, zei Henry spottend. “Maar of die laatste twee zo zacht zijn… Voor Kees in ieder geval soms niet!” “Vlak je eigen meissie ook niet uit, Gerben. Ik hoorde zaterdag een nogal duidelijk ‘klets’ tegen het oor van iemand…” Ik moest zachtjes lachen maar Rogier trok een gezicht wat me niet zo beviel. Henk keek vragend. “Vertellen we nog wel eens, Henk. Rogier, pak je papieren; mee jij.” Hij liep voor me uit richting Backoffice. “Sommige dingen hoeven niet meteen aan de grote klok gehangen te worden, Rogier. Sorry van die opmerking over Margot.” Hij knikte. “Klopt. En dank je wel.”

We liepen het Backoffice in. “Dames… en Fred. Mag ik u voorstellen aan de nieuwste Piraat? Rogier heet hij, van der Vlist van achteren…” Verder kwam ik niet; Charlotte vloog van achter haar bureau weg en ‘besprong’ Rogier letterlijk: haar benen om zijn middel, haar armen om zijn nek en ze kuste hem hevig. Toen ze weer op de grond stond, keek ik rond. “Goed, dat was één. Wie volgt?” Margot keek smerig. “Ben je helemaal, Kees? Denk je dat wij Rogier allemaal zo begroeten? Dat doe ik wel thuis, bij m’n eigen vent… Hoi Rogier, welkom bij DT.”
Ingrid bekeek Rogier van top tot teen. “Nou… het is wel een lekker ding, zo te zien. Maar ik geloof dat Lot het niet zo op prijs zou stellen als ik ook in z’n armen spring. Maar een handje kan er wel af, denk ik. Hoi Rogier!” Ze gaf hem een hand. En daarna Gonnie, Denise, Marion en Zelda. Angelique kwam er ook bij en begroette hem ook. “Zou je het leuk vinden als ik wél zo in je armen spring, Rogier?” Fred keek hem aan. “Ehhh… Kun je op je eerste werkdag meteen al de ziektewet ingaan? Doe maar niet, Fred. Geen zin in een driedubbele hernia door die 120 kilo van jou.” Ze gaven elkaar een hand.
“Welkom ook hier, Rogier. En sterkte met die bud van me.” “Ja, die ken ik ondertussen al een beetje. Wel een aardige vent, alleen qua zwemmen moet hij nog wat leren.” “Wauw… Jij hebt mensenkennis! Goed man!” Joline kwam lachend haar bureau uit, met achter haar Harm, de HR-man. Ze gaf hem een knuffel. “Als Hoofd Backoffice mag ik dat!” zei ze bits richting Charlotte. “Ik mag dat als HR-manager ook, maar dat bewaar ik liever voor knappe vrouwelijke medewerkers… Bij kerels geef ik liever een hand. Hoi Rogier.” Harm gniffelde.
“Ik heb anders nog nooit een knuffel van je gehad, Harm! Was je dat vergeten of ben ik niet knap genoeg?” Zelda keek hem nogal scherp aan. “Klopt, Zelda. Maar jij hebt een tijdelijk contract…” “Wat een rotsmoes, Harm. Dit ruikt naar discriminatie…” Fred snoof. “Zelda, ik zou, als ik jou was, een gesprekje aangaan met de vertrouwenspersoon van DT…”
Harm wenkte Rogier. “Kom je mee? Dan gaan we even wat personeelszaken doen. Anders word ik hier nogal in de maling genomen. Van Kees en Rob z’n club ben ik dat gewend, Miranda d’r team komt ook redelijk op stoom, maar hier was het tot nu toe redelijk rustig…” “Dat gaat veranderen, Harm! Zeker na die opmerking van jou!” Denise keek dreigend.
“Heb je mij nog nodig, Harm?” “Nee, Kees. Als we klaar zijn, lever ik Rogier wel weer bij jou af.” Ik knikte. “Niet later dan 11:45 uur, Harm! Meneer van der Vlist moet zich kunnen omkleden voor de sport. Laat ik niet merken dat je hem langer vasthoudt, zodat meneer zich kan drukken!” Ze liepen weg richting Harm z’n bureau en ik hoorde Rogier vragen: “Zeg Harm… Waar hou jij van als het om drank gaat?”
Ik brulde de gang in: “Kwart voor twaalf bij de Piraten, Rogier! En geen seconde later!” De meiden moesten lachen en ik draaide naar hen om. “Nou dames… Mijn welkom anderhalf jaar geleden was een stuk minder spectaculair…”
“Denk maar niet dat wij dat nu even gaan compenseren, Kees Jonkman!” Joline klonk uiterst bits. “Opbokken jij. Naar je Piraten! En je zorgt maar dat ze aan het werk gaan, zodat wij ons salaris krijgen! Húp!” Een knipoog volgde en ik draaide me om richting m’n eigen bureau. Rogier was in ieder geval ‘in stijl’ welkom geheten…
Straks nog even lopen. En waarheen? Nou, doe eens gek: weer richting het oosten, de Franklinweg, voorbij de Mc Donalds. Naar dat watertje daar. Kijken of Rogier zenuwachtig zou worden. De rest in ieder geval wél, dat wist ik zeker…
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...